De inaugurele rede van president Trump leidde over de hele wereld tot verontruste en verontwaardigde reacties, waarbij de pers zich allerminst onbetuigd liet. Ewald Engelen vindt echter dat een deel van Trumps woorden wel degelijk hout snijdt.
De 45ste president van de Verenigde Staten van Amerika
heeft gesproken. En de reacties van het commentariaat waren net zo voorspelbaar als de inaugurele rede kort was. Bang, nationalistisch, xenofoob, populistisch — dat waren wel zo'n beetje de kwalificaties in de elitepers.
Begrijp me niet verkeerd: ook ik walg van het misogyne, racistische, ordinaire, verwende, moreel abjecte personage dat de komende vier jaar dit belangrijke ambt gaat vervullen. Maar als de consensus zo overvloedig van de kolommen klotst, word ik altijd een beetje narrig: staat het frame een eerlijke beoordeling van ’s mans woorden überhaupt wel toe?
Want wat zei Trump nou precies voor aanstootgevends? Hij keerde zich tegen het politieke establishment dat nu al decennia de toon zet in Washington, ongeacht of het nou Democratisch of Republikeins is. Hij verweet datzelfde establishment vooral goed voor zichzelf te hebben gezorgd en zich weinig gelegen te hebben laten liggen aan het Amerikaanse volk. En hij beloofde niets meer of minder dan een radicale breuk met deze regering van, voor en door zelfbenoemde aristocratie, door de macht eindelijk terug te geven aan datzelfde volk.
Kaasstolp
Me dunkt dat daar weinig tegen in te brengen valt. Het is een observatie die bijvoorbeeld ook door een uitgesproken linkse commentator als
Thomas Frank wordt gedeeld. Die heeft in de Democratische partij namelijk precies zo'n zelfde machtsovername door hoogopgeleide professionals waargenomen, waarna de partij zich heeft afgewend van haar klassieke achterban en de witte lagere middenklasse vervolgens in zijn sop heeft laten gaar koken. De ‘globaliseringswinnaars,’ zoals het met een lelijk woord heet, blinken nou niet bepaald uit in empathie jegens de ‘globaliseringsverliezers’.
En de kaasstolp van Washington doet vervolgens de rest: steeds dezelfde mannen en vrouwen met ongeveer dezelfde biografieën en wereldbeschouwingen die eindeloos keuvelend over dezelfde politieke agenda in dezelfde technocratische termen hun eigen vermeende voortreffelijkheid vieren. Het is een tafereel dat je ook in Den Haag of Brussel ziet, en dat een groeiende groep kiezers steeds meer tegen de borst stuit. Terecht, wat mij betreft.
Of Trump zijn belofte van radicaal populisme ook gestand zal doen, is overigens twijfelachtig: afgaand op zijn benoemingen moet de conclusie luiden dat de ene elitefactie simpelweg de andere heeft afgelost. Met als constante — hoe kan het anders — Goldman Sachs, dat met maar liefst vier voormalige partners in Trumps kabinet is vertegenwoordigd. De Financial Times had er onlangs een mooie longread over, met een veelzeggende kop:
Occupy Washington.
Herverdeling
Ook toonde Trump zich strijdvaardig richting zijn Europese Navo-partners. Letterlijk zei hij dat de VS zich de afgelopen decennia arm heeft betaald aan het instandhouden van een defensieparaplu waar anderen van profiteerden maar niet of nauwelijks aan hebben bijgedragen. Binnen de Navo hebben de lidstaten zich gecommitteerd aan defensiebestedingen ter hoogte van 2 procent van het bruto binnenlands produkt. De enige lidstaten die zich daaraan houden zijn Griekenland (!), Polen, Estland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De laatste neemt meer dan [Link niet meer beschikbaar] van de totale bestedingen voor zijn rekening.
En ondertussen valt thuis de infrastructuur in duigen.
Laten we wel wezen: zonder deze defensieparaplu kunnen er geen mondiale produktieketens bestaan. Veilige vaarwegen zijn een cruciale voorwaarde voor de hyperglobalisering van vandaag. Het mondiale GPS-systeem dat het mogelijk maakt containers en containerschepen
real time te volgen, is ontworpen door het Pentagon en
betaald door de Amerikaanse belastingbetaler. Me dunkt dat een discussie over een herverdeling van de kosten ervan een redelijke eis is. En wat kraait de elitepers? ‘Trump luidt einde van de mondiale wereldorde in.’
Breuk met Davos-consensus
Controversiëler is Trumps oproep aan het bedrijfsleven om Amerikanen in te huren en vooral Amerikaans te kopen. Het betekent inderdaad een breuk met de Davos-consensus, die luidt dat meer vrijhandel een grotere koek betekent, dat het 300 tot 400 miljoen Chinezen uit bittere armoede heeft bevrijd en dat de verliezers in Delfzijl, Detroit, Wuppertal en Liverpool maar op hun zakdoek moeten bijten — als zij vanuit de olympische hoogte van Davos überhaupt worden gezien. Trump (en Sanders) komt de eer toe de vele verliezers van deïndustrialisatie in de Verenigde Staten (en Europa) nadrukkelijk op de politieke kaart te hebben gezet. En stelt expliciet dat hyperglobalisering geen natuurwetmatigheid is, maar het gevolg van politieke beslissingen die de belangen van ‘Joe Sixpack’ zwaar hebben geschaad. Kom daar maar eens om: een politicus die globalisering een politiek project noemt en niet een natuurlijk proces. Ook in Nederland zijn die met een lichtje te zoeken. Niet snel zal ik de senator van GroenLinks vergeten die zijn verdediging van de euro in reactie op mijn aanval begon met de zin: ‘Globalisering is nu eenmaal een feit.’
Zó kolossaal is de ideologische indoctrinatie van politici, journalisten en commentatoren, dat zij iedere informatie die indruist tegen het economische leerstuk van de comparatieve voordelen halsstarrig negeren. Onder academische economen is namelijk een opmerkelijke kentering gaande. De ruimtelijke spreiding van produktieketens blijkt minder met relatieve produktiviteitsverschillen (comparatieve voordelen) te maken te hebben dan met doodordinaire regelontwijking: regels op het gebied van milieuwetgeving, dierenwelzijn, belastingheffing, arbeidsomstandigheden en — vooral — arbeidskosten.
Dani Rodrik,
Paul de Grauwe, [Link niet meer beschikbaar],
Paul Krugman, allemaal zijn ze om:
you can have too much of a good thing.
Hedendaagse koelies
Eindeloos bracht de elitepers gisteren dan ook het lulkoekargument tegen Trump in stelling dat het baanverlies niet kwam door globalisering, maar door technologische verandering: er zijn simpelweg minder mensen nodig om een auto of iPhone in elkaar te zetten of om een koe te slopen. Dat is politiek makkelijk verkoopbaar: technologische vooruitgang is als het weer, niets tegen te doen, behalve een paraplu meenemen, wat in dit geval neerkomt op meer investeren in onderwijs. Het hele verhaal is echter grote flauwekul. Ga maar eens in de Chinese fabrieken van Foxconn kijken. Daar krioelt het van de werknemers die Apple-producten in elkaar zetten. Waarom zou je die wegautomatiseren? Deze hedendaagse koelies kosten een habbekrats; robots zijn veel en veel duurder. En als de salarissen stijgen, schuift Apple de produktie doodleuk door naar Indonesië of de Filippijnen.
Intussen zijn de produktiekosten pakweg
een kwart van de prijs die u er in de kekke Applestore voor betaalt. Het verschil is voor het management en de aandeelhouder. En de genereuze betaling die de factor kapitaal ten koste van de factor arbeid voor zijn bijdrage ontvangt — en die is de laatste decennia niet alleen in de hightech-sector de pan uitgerezen, maar evengoed in finance, automotive, big pharma en big food — is
een belangrijke verklaring voor de exorbitante inkomensongelijkheden in de Verenigde Staten. Kort en goed: hyperglobalisering is leuk voor aandeelhouders, maar desastreus voor werknemers.
Me dunkt dat Trump voor het aankaarten hiervan applaus verdient. Niet dus. Hij werd breed weggezet als economische amateur die met zijn protectionisme ‘onze’ welvaart bedreigt — waarbij onduidelijk blijft wie er met dat ‘ons’ precies wordt bedoeld: aandeelhouders, werknemers, consumenten, toekomstige generaties? Het illustreert de kracht van het frame: alles wat Trump doet is per definitie slecht gedaan. De man moet falen, koste wat het kost. En dat betekent dat de neoliberale elite en haar hulptroepen bij de elitepers als de dood zijn dat zij bij een eventueel succes van Trumps economisch nationalisme electoraal in hun hemd komen te staan. Het is wat de economische cijfers van de Verenigde Staten post-Obama, en van het Verenigd Koninkrijk post-Brexit, momenteel voorzichtigjes suggereren: breken met de consensus loont.
Zondebokstrategie
Maar meer nog heb ik mij verbaasd over wat de elitepers heeft laten liggen. Trumps aanval op hyperglobalisering had namelijk alle kenmerken van een zondebokstrategie — die mij dan ook somber stemt over de mate waarin hij daadwerkelijk iets aan de evidente uitwassen van hyperglobalisering gaat doen. Tot drie maal toe bestond Trump het namelijk de winnaars van de hyperglobalisering die verantwoordelijk waren voor de kaalslag in de VS in het buitenland te zoeken: ‘we hebben buitenlandse industriëlen rijk gemaakt en onszelf verarmd’; ‘we hebben andere landen rijk gemaakt, en onszelf verwaarloosd’; ‘de bezittingen van onze middenklasse zijn opgeëist door buitenlanders en naar de uithoeken van de wereld verdwenen.’
Het lijkt een beetje op Theresa May, die in haar acceptatiespeech de schuld gaf aan een ‘ontwortelde cosmopolitische elite’ voor de kommer en kwel van de
Britse middenklasse. En net als in het geval van May is het evidente onzin. De Amerikaanse middenklasse is uitgekleed door Amerikaanse grootbanken, Amerikaanse voedselbedrijven, Amerikaanse grootgrutters, Amerikaanse pharma-bedrijven, Amerikaanse chemieconcerns en Amerikaanse oliebedrijven die allemaal geleid worden door in-en-in keurige Amerikaanse burgers, die sinds 9/11 allemaal zo'n kleurig Amerikaans vlaggetje in hun revers hebben zitten, maar die nou niet gekenmerkt worden door het soort patriottisme waar Trump een beroep op doet. Geholpen door Luxemburgse, Ierse en — toegegeven — Nederlandse fiscalisten, en door hun niet zelden sociaaldemocratische hulpjes in de politiek, hebben Amerikaanse multinationals inmiddels zo’n 50 procent van hun buitenlandse winsten in buitenlandse belastingparadijzen gestald, waarvan pakweg een derde in Nederland. Terwijl de afgelopen jaren big pharma aan de lopende band aan zogenaamde ‘tax inversion’ heeft gedaan: een lilliputterbedrijfje in Ierland opkopen om in het vervolg als Iers bedrijf door het leven te kunnen gaan en in de VS geen belasting te hoeven afdragen. Dat is de belastingmoraal van de Amerikaanse grootzakelijke elite — en van Trump zelf. Dát benoemen zou Trump niet in dank zijn afgenomen door zijn grootzakelijke vriendjes — en hij heeft het dan ook niet gedaan. Hillary Clinton zou het evenmin hebben gedaan. Sanders of Warren, ja, die wel.
Maar dat ook de elitepers er keurig omheen is gelopen, is veelzeggend voor de mate waarin zij zich heeft vereenzelvigd met de Davos-consensus. Dit wordt de komende vier jaar het beeld: Trump wordt verguisd vanwege zijn politieke incorrectheid, bekritiseerd vanwege zijn economisch nationalisme, geprezen vanwege zijn investeringsplannen en met rust gelaten als hij de
cronies van het Amerikaanse kapitalisme opzichtig de hand boven het hoofd houdt.