Kalium = 3,5-4,5 mmol/L. Zit vooral nog heel veel kalium intracellulair, in het hloed (extracellulair) is maar 3-5% van je totale voorraad.
Natrium = 135-145 mmol/L. Vooral grote voorraad extracellulair.
Ze worden uitgewisseld tussen cel en bloed via enzym Na+-K+-ATPase, ofwel de natrium-kaliumpomp. Ze worden tegen de gradiënt ingepompt (van waar een lage concentratie is naar waar hoge concentratie is, dus tegen de richting in, dus kalium de cel in, natrium de cel uit) omdat ongekeeom via passief transport gaat door concentratieverschil (diffusie).
Je lichaam reageert dit ontzettend nauw, ook de elektrische werking (actiepotentiaal) van bijvoorbeeld de pacemakercellen in het hart is hierop gebaseerd. Kun je zelf dus niet echt veranderingen in aanbrengen, althans je lichaam corrigeert echt direct naar die 3,5-4,5 en 135-145 mmol/L, mits je gezond bent natuurlijk.
Wat heeft natriumbicarbonaat als voordeel boven natriumchloride?
Bicarbonaat is een base en is de metabole manier van je lichaam om de pH van je bloed te reguleren, door het uit te plassen of juist niet, via de nieren. Andere manier is via CO2, dat je meer/minder kunt uitademen via je longen. Bicarbonaat is een van je buffers wanneer het lichaam zuur wordt (acidose) en vindt zich dan aan de zuren, bijvoorbeeld bij een lactaatacidose of diabetische keto-acidose. Mate van compensatie is te meten via base excess in het bloed.