Kunt zowel friet als patat zeggen, beide benamingen zijn juist. Boven de rivieren wordt doorgaans patat gebruikt, onder de rivieren doorgaans friet. Paar eeuwen terug werd er patatfriet gezegd. Waarschijnlijk ontstaan in een franssprekend deel van Vlaanderen. Na verloop van tijd is men het gaan afkorten, in het zuiden had patat al twee betekenissen (aardappel/ klap voor je smoel). Waarschijnlijk daarom gekozen voor friet. Noorden had dat niet en koos voor patat. Is ook logischer, men kort een woord eerder af door het zelfstandig naamwoord te nemen, dan de toevoeging.
bron: Jan Don, universitair hoofddocent Nederlandse Taalkunde aan de UvA.