Huntelaar zat in de spelersbus en riep opeens heel hard: 'Kijk, een wielewaal!' Hij houdt van vogels. Dat is al lief en ook weer eens iets anders dan Gregory van der Wiel, die inmiddels het volledige werk van rapper MC KillaLot op zijn rug heeft laten tatoeëren.
Zo’n jongen, Klaas-Jan Huntelaar, die gun je het beste, al zit hij in een rotberoep. Als hij wordt geïnterviewd, zie je het aan zijn gezicht. Verveling. Hij heeft het allemaal door. Huntelaar minacht de wereld waarin hij verkeert. Natuurlijk, ook hij noemt zijn trainer trainer, maar ik weet zeker dat Klaas-Jan het niet meent. Huntelaar kán helemaal niet onderdanig zijn.
Klaas-Jan voelt authentiek gewoon. Een slimme jongen die het spelletje met lichte tegenzin meespeelt. Een stuk geloofwaardiger dan bijvoorbeeld Foppe de Haan, die zich vier keer per jaar door een documentairemaker laat volgen om nog eens te laten zien hoe lekker gewoon hij is gebleven. Zo zie ik Foppe vooral, als een man die ’s ochtends fotografen opbelt om te vertellen welke route hij doodgewoon door het bos gaat rijden.
Huntelaar is al tijdens zijn carrière als profvoetballer superieur intelligent. Zoals ook Frank Rijkaard dat was. Ongenaakbare mensen die hun eigen gang gaan. Lekker voetballen en daarna met je vriendin op de bank een mooie vogelgids inkijken. Dát is inderdaad het mooiste beroep ter wereld.