De mens zit nu eenmaal zo in elkaar dat hij nooit tevreden kan zijn. Dat is een erfenis die we noodgedwongen hebben meegekregen om zo ver te kunnen komen als we nu zijn. Als we snel tevreden waren geweest waren we niet zo stom geweest het lekkere klimaatje in Oost-Afrika te verlaten en het koude noorden in te trekken. Dan hadden we wel genoegen genomen met de beperkte ruimte die we hadden.
De stammen die hun dorp continu bleven verbeteren en steeds meer voedsel van hun akkers wisten te oogsten en hun wapens bleven verfijnen wonnen van de stammen die de kunst van het tevreden zijn beter beheersten. Vandaar dat er nu bijna geen mens te vinden is die tevreden is met wat hij heeft.
Daarom leven we nu ook in een wereld waarin iemand die als arm en zielig wordt beschouwd in veel opzichten meer luxe heeft dan een koning in de middeleeuwen. Dankzij de welvaart en techniek heeft zelfs een armoedzaaier luxe tot zijn beschikking waar niemand vroeger van durfde dromen.
Niemand lijkt zich nog te herinneren dat nog maar honderd jaar geleden mensen overal ter wereld al blij waren als ze genoeg te eten hadden en een dak boven hun hoofd. Als we beelden uit onwikkelingslanden zien roepen we oe en ah, en lijken we vergeten dat pas sinds een eeuw er gebieden bestaan waar (bijna) iedereen in voorheen onvoorstelbare weelde leeft. Wat je nu in de derde wereld ziet is sinds het begin van de geschiedenis de standaard geweest.
Toch is de zogenaamde armoedzaaier niet tevreden. Hij ziet immers mensen die het nóg beter hebben dan hij. En de mensen die zelfs naar de huidige standaarden schatrijk zijn, hebben nog niet genoeg. Topmanagers riskeren liever gevangenisstraf door met de boeken te rommelen dan dat ze blijven steken op 5 ton per jaar. Als Nederland een paar jaar maar 1% groeit is iedereen in diepe rouw. Een recessie! Verschrikkelijk.
Dat probeer ik in m'n achterhoofd te houden als ik kijk naar wat ik bereik in dit leven. Ik kan wel 80 uur per week gaan werken en een topfunctie ambieren, ik zal niet meer tevreden zijn met mijn Ferrari dan iemand die bijna honderd jaar geleden voor het eerst een T-Ford kon betalen. En vergeleken met iemand die over honderd jaar leeft blijf ik een armoedzaaier. Ondertussen ben ik wel dag en nacht aan het werk.
Dromen naleven is belangrijk, als jij graag die BMW wil hebben, of dat zwembad in je tuin, moet je daarvoorvoor gaan. Ikzelf doe dat ook, maar niet tegen elke prijs. Ik werk liever 40 (misschien af en toe iets meer) uur per week met net iets minder luxe, maar wel met tijd om leuke dingen te doen. Prima als je wil gaan voor het maximale, maar ik heb liever ook nog de tijd om het geld uit te geven. En dan niet 2 weken per jaar in een zeven sterren hotel in Dubai, maar liever tien weken per jaar reizen door verschillende gebieden in de wereld.
We leven in een maatschappij waar we maar een procent of 20 van ons inkomen uitgeven aan essentiële dingen als eten en basisbescherming tegen weer en wind. De overige 80% is luxe. Toch denken de meeste mensen dat 25% meer inkomen ze eindelijk gelukkig zal maken. Dream on.
Fijn voor die kerel die mij uitlacht dat ik in een 3-serie rij en hij in een 7-serie, in de ogen van iedereen uit een vroeger tijdperk hebben we allebei en prachtwagen, en voor iemand uit de toekomst is het voor ons allbei behelpen. Maar ik ben tenminste niet opgebrand op m'n zestigste en leef hopelijk een paar jaar langer. En ik kijk dan denk ik terug op een minstens net zo gelukkig leven als de voormalige topmanager deed toen hij zijn laatste gestresste ademtocht uitblies.