- Lid geworden
- 7 mei 2003
- Berichten
- 20.935
- Waardering
- 13
De islamitische SS-divisie 'Handschar'
Hajj Amin al-Husseini was de groot-mufti van Jeruzalem en voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog een overtuigde medestander van de nationaal-socialisten. Toen Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, zag Husseini in hem een partner in zijn strijd tegen de joden. Om zijn steun te betuigen vertrok hij naar het Derde Rijk en bezocht hij verscheidene concentratiekampen. Hij moedigde Hitler aan om de volkerenmoord ook toe te passen op de joden van Noord-Afrika en Palestina.
Al snel wordt Husseini in het Midden-Oosten en Joegoslavië het dankbare en fanatieke hulpje van de Führer. De baas van het SS-hoofdkantoor, Gottlob Berger, zag in Husseini een gouden greep. De moslimleider kreeg een prachtige villa in Zehlendorf en kwam op de loonlijst van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken en de SS te staan. Op 24 maart 1943 belegde Berger in Berlijn een bijeenkomst met Husseini en Artur Phleps, een vertrouweling van SS-leider Heinrich Himmler. Er werden plannen gesmeed voor een moslimeenheid van de Waffen-SS, Hitlers elite-troepen, in Joegoslavië. Na die bijeenkomst reisde Husseini door de Balkan, waar hij de moslimleider Alija Izetbegovic ontmoette. In de grote moskee van Sarajevo wist hij de moslims met een felle en emotionele toespraak aan zich te binden. Hij noemde de Bosnische moslims 'het beste van de islam'. De enige voorwaarde die de mufti aan deze klus verbond was een belofte van Hitler: na de oorlog moest de Füher ook de joden van het Midden-Oosten uitroeien.
Osama Bin Laden, Al Qeida
Hajj Amin al-Husseini tijdens een nazi-bijeenkomst in Duitsland
Husseini haalde een aantal volgelingen naar Duitsland om ze militair te trainen en ze later in te zetten voor het nationaal-socialisme. "Duitsland voert strijd met het Wereldjodendom, de hoofdvijand van de Islam", zei de moslimleider in een rede. "De vijand van mijn vijand is mijn vriend." In een andere toespraak zei hij: "De Moslims, die zwaar hebben geleden onder de handen van hun vijanden, zullen nooit een betere bondgenoot hebben dan het Duitse Rijk. Maar tussen al zijn vrienden, heeft het nationaal-socialistische Duitsland geen betere of trouwere vriend dan de Moslims."
Husseini recruteerde uit zijn aanhang ook Arabische terroristen die in hetzelfde jaar 1943 werden opgeleid aan de Algemene Spionageschool voor de SS in Park Sorghvliet in Den Haag. De mannen kregen sabotagecursussen en werden onderricht in het gebruik van radiozenders en automatische wapens. Ook werden zij gekneed in het gebruik van explosieven. Een van de leerlingen was Fawzi al K*tub, tot in de jaren zeventig actief als terrorist. Het bezoek van Husseini aan Izetbegovic in de lente van 1943 legde hem geen windeieren. Achtduizend moslims dienden zich vrijwillig aan bij de Bosnische SS-divisie Handschar, het Arabische woord voor kromzwaard.
Osama Bin Laden, Al Qeida
Bosnische moslims in dienst van de SS
De islamitische SS'ers - en onder wie ook Izetbegovic - legden een eed van trouw af aan Hitler: "Ik zweer aan de Führer, Adolf Hitler, als Oppperbevelhebber van de Duitse strijdkrachten, trouw en moed. Ik leg de gelofte van gehoorzaamheid af aan de Führer en de meerderen die hij uitkiest."
De moslimlegioenen van de mufti namen deel aan massamoorden op duizenden Servische verzetsstrijders, joden en zigeuners. Hele dorpen worden platgebrand. Zelfs de Duitse officieren waren geschokt door de wreedheid van de islamitische SS'ers. Enkele moslimsoldaten zouden zelfs het hart van hun tegenstander hebben uitgesneden.
Osama Bin Laden, Al Qeida
het logo van de Handschar-divisie
In 1944 kwamen Hitlers troepen in de knel. Op 1 maart van dat jaar deed Husseini in Berlijn een dramatische oproep op de radio: "Arabieren! Sta op als één man en vecht voor jullie heilige rechten. Dood de joden waar je ze ook maar vinden kunt. Dit behaagt aan God, de geschiedenis en de godsdienst."
Maar op 22 april 1945 krijgen Izetbegovic en zijn SS-kameraden een doodsklap. De partizanen joegen 1400 nazi-soldaten over de kling, onder meer een groot gedeelte van de Handschar-divisie. Veel van de andere leden van de eenheid werden op hun vlucht over de Oostenrijkse grens door Engelse soldaten gevangengenomen. Een aantal van hen reist later naar Palestina om tegen de joden te vechten.
Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk uit het boek Mabel - 'Koninklijk Bal Masqué' van Peter Siebelt. In dat boek beschrijft hij onder meer de lobby die Mabel Wisse Smit voerde voor het regime van Alija Iezetbegovic, de Bosnische moslimleider die - in tegenstelling tot wat velen tijdens de oorlog in Bosnië dachten - een voorstander van de sharia was. Zoals in het bovenstaande artikel wordt vermeld, was Izetbegovic in de Tweede Wereldoorlog bij de Handschar-divisie.
Hajj Amin al-Husseini was de groot-mufti van Jeruzalem en voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog een overtuigde medestander van de nationaal-socialisten. Toen Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, zag Husseini in hem een partner in zijn strijd tegen de joden. Om zijn steun te betuigen vertrok hij naar het Derde Rijk en bezocht hij verscheidene concentratiekampen. Hij moedigde Hitler aan om de volkerenmoord ook toe te passen op de joden van Noord-Afrika en Palestina.
Al snel wordt Husseini in het Midden-Oosten en Joegoslavië het dankbare en fanatieke hulpje van de Führer. De baas van het SS-hoofdkantoor, Gottlob Berger, zag in Husseini een gouden greep. De moslimleider kreeg een prachtige villa in Zehlendorf en kwam op de loonlijst van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken en de SS te staan. Op 24 maart 1943 belegde Berger in Berlijn een bijeenkomst met Husseini en Artur Phleps, een vertrouweling van SS-leider Heinrich Himmler. Er werden plannen gesmeed voor een moslimeenheid van de Waffen-SS, Hitlers elite-troepen, in Joegoslavië. Na die bijeenkomst reisde Husseini door de Balkan, waar hij de moslimleider Alija Izetbegovic ontmoette. In de grote moskee van Sarajevo wist hij de moslims met een felle en emotionele toespraak aan zich te binden. Hij noemde de Bosnische moslims 'het beste van de islam'. De enige voorwaarde die de mufti aan deze klus verbond was een belofte van Hitler: na de oorlog moest de Füher ook de joden van het Midden-Oosten uitroeien.
Osama Bin Laden, Al Qeida
Hajj Amin al-Husseini tijdens een nazi-bijeenkomst in Duitsland
Husseini haalde een aantal volgelingen naar Duitsland om ze militair te trainen en ze later in te zetten voor het nationaal-socialisme. "Duitsland voert strijd met het Wereldjodendom, de hoofdvijand van de Islam", zei de moslimleider in een rede. "De vijand van mijn vijand is mijn vriend." In een andere toespraak zei hij: "De Moslims, die zwaar hebben geleden onder de handen van hun vijanden, zullen nooit een betere bondgenoot hebben dan het Duitse Rijk. Maar tussen al zijn vrienden, heeft het nationaal-socialistische Duitsland geen betere of trouwere vriend dan de Moslims."
Husseini recruteerde uit zijn aanhang ook Arabische terroristen die in hetzelfde jaar 1943 werden opgeleid aan de Algemene Spionageschool voor de SS in Park Sorghvliet in Den Haag. De mannen kregen sabotagecursussen en werden onderricht in het gebruik van radiozenders en automatische wapens. Ook werden zij gekneed in het gebruik van explosieven. Een van de leerlingen was Fawzi al K*tub, tot in de jaren zeventig actief als terrorist. Het bezoek van Husseini aan Izetbegovic in de lente van 1943 legde hem geen windeieren. Achtduizend moslims dienden zich vrijwillig aan bij de Bosnische SS-divisie Handschar, het Arabische woord voor kromzwaard.
Osama Bin Laden, Al Qeida
Bosnische moslims in dienst van de SS
De islamitische SS'ers - en onder wie ook Izetbegovic - legden een eed van trouw af aan Hitler: "Ik zweer aan de Führer, Adolf Hitler, als Oppperbevelhebber van de Duitse strijdkrachten, trouw en moed. Ik leg de gelofte van gehoorzaamheid af aan de Führer en de meerderen die hij uitkiest."
De moslimlegioenen van de mufti namen deel aan massamoorden op duizenden Servische verzetsstrijders, joden en zigeuners. Hele dorpen worden platgebrand. Zelfs de Duitse officieren waren geschokt door de wreedheid van de islamitische SS'ers. Enkele moslimsoldaten zouden zelfs het hart van hun tegenstander hebben uitgesneden.
Osama Bin Laden, Al Qeida
het logo van de Handschar-divisie
In 1944 kwamen Hitlers troepen in de knel. Op 1 maart van dat jaar deed Husseini in Berlijn een dramatische oproep op de radio: "Arabieren! Sta op als één man en vecht voor jullie heilige rechten. Dood de joden waar je ze ook maar vinden kunt. Dit behaagt aan God, de geschiedenis en de godsdienst."
Maar op 22 april 1945 krijgen Izetbegovic en zijn SS-kameraden een doodsklap. De partizanen joegen 1400 nazi-soldaten over de kling, onder meer een groot gedeelte van de Handschar-divisie. Veel van de andere leden van de eenheid werden op hun vlucht over de Oostenrijkse grens door Engelse soldaten gevangengenomen. Een aantal van hen reist later naar Palestina om tegen de joden te vechten.
Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk uit het boek Mabel - 'Koninklijk Bal Masqué' van Peter Siebelt. In dat boek beschrijft hij onder meer de lobby die Mabel Wisse Smit voerde voor het regime van Alija Iezetbegovic, de Bosnische moslimleider die - in tegenstelling tot wat velen tijdens de oorlog in Bosnië dachten - een voorstander van de sharia was. Zoals in het bovenstaande artikel wordt vermeld, was Izetbegovic in de Tweede Wereldoorlog bij de Handschar-divisie.