Iedereen is weer eens serieus boos op Iran, omdat het stiekem kernwapens zou maken. Helaas is daar nog steeds geen waterdicht bewijs voor.
Gelukkig zijn er twee mensen die precies weten hoe de vork in de steel zit als het gaat om de kernwapens van Teheran: de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad en de Israëlische premier Bejamin Netanyahu. De beschuldiging luidt: Iran is druk doende met de ontwikkeling van nucleaire aanvalswapens, met als uiteindelijke bedoeling de staat Israël van de aardbodem te vegen. Niet, zegt Ahmadinejad. Wel, zegt Netanyahu.
Hoe kom je er als internationale gemeenschap nu achter wie er de waarheid spreekt? De gevolgen zijn namelijk enorm als een van beide heetgebakerde heren doet waar iedereen zo bang voor is. Stel dat Ahmadinejad inderdaad kernwapens kan maken en besluit er eentje richting Israël te sturen, dan ligt binnen de kortste keren heel het Midden-Oosten in puin. En stel dat Netanyahu liever het zekere voor het onzekere neemt en gerichte aanvallen gaat uitvoeren op nucleaire installaties in Iran, dan ligt ook binnen de kortste keren enz.
Precies hierom hebben de Verenigde Naties enkele jaren geleden het Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA) de opdracht gegeven de vinger aan de pols te houden. Zijn taak is onder meer toe te zien op het vreedzame gebruik van nucleaire technologie. Het IAEA kreeg in 2005 zelfs de Nobelprijs voor de Vrede.
De onderzoekers, tegenwoordig onder leiding van de Japanner Yukija Amano, hebben het recht om nucleaire installaties van de lidstaten te inspecteren. Een van die lidstaten is Iran. Al een paar jaar brengt het IAEA geregeld voortgangsrapporten uit en daar is telkens het nodige rumoer over. Het laatste kwam deze week uit en was explosiever dan ooit.
Het komt er op neer dat Iran zich op een dusdanige manier heeft gedragen dat het land bezig zou kunnen zijn een kernbom te maken. ‘Zou kunnen zijn.’ Dat is dus niet ‘is’. De bewijzen: satellietfoto’s van een verborgen militair complex, gevonden computermodellen die gebruikt kunnen worden voor het maken van kernkoppen en een plotseling in Iran opgedoken Oekraïense wetenschapper met kennis van zaken.
Frankrijk is totaal in paniek en vraagt om ‘sancties zonder weerga’. Minister van Buitenlandse Zaken Alain Juppé: ‘We kunnen deze situatie niet accepteren. Dit is een bedreiging.’ Zijn Britse collega William Hague: ‘Alle opties [voor actie] staan open.’ De Duitser Guido Westerwelle: ‘Dit is alarmerend.’ Catherine Ashton, buitenlandchef van de Europese Unie: ‘Dit wijst sterk op het bestaan van een kernwapenprogramma.’ Iran is boos. Het beschuldigt het IAEA van vooringenomenheid en het Westen van het uitlokken van een oorlog.
Maar intussen is er nog steeds geen hard bewijs. Wat je met satellietfoto’s allemaal kunt suggereren hebben we vlak voor de Irak-oorlog gezien. En de Oekraïener blijkt geen kernwapenprofessor, maar een expert op het gebied van nanodiamanten (diamantdeeltjes die ontstaan na een explosie).
‘Het is lastig’
De echte kenners zijn er nog niet uit. ‘Dit was ondubbelzinnig een verfijnde poging om kernwapens te maken’, zegt David Albright van het Institute for Science and International Security over de bevindingen uit het IAEA-rapport. Maar of Iran nu wel of niet een kernwapen heeft, weet hij niet: ‘It’s difficult.’ Andere wetenschappers ruziën over elkaars inzichten. Greg Jones van het Nonproliferation Policy Education Centre veegt de vloer aan met Albrights claim dat Iran binnen zes maanden een kernwapen kan bouwen: ‘niet gedocumenteerd’ en ‘irrelevant’. Zelf meent hij dat het in twee maanden kan. Dit wordt weer heftig bestreden door Mark Fitzpatrick van het International Institute for Strategic Studies: ‘Gebaseerd op een reeks onwaarschijnlijke worst-casescenario’s.’
Wat we wél zeker weten, is dat de spanning stijgt. En dat is geen goed nieuws'.