- Lid sinds
- 11 okt 2002
- Berichten
- 6.844
- Waardering
- 25
H3 The fat of the land – Het vet van het land
Mensen en onze voorgangers hebben gefeest van het ‘vet van het land’ gedurende tenminste de laatste 3 miljoen jaar, maar de vetten die onze oerouders aten, waren heel verschillend van de vetten die we vandaag de dag consumeren.
Anders dan de meeste kieskeurige eters van tegenwoordig, die alleen het spiervlees van dieren eten, als we dat al doen, aten onze oerouders alles van het beest: de huid, de spieren, de organen, de hersenen, het ingewandsvet en zelfs het merg uit de botten, echt alles behalve de vacht, de horens, hoeven en botten.
Hierdoor kregen onze oerouders alle vetten binnen die ze nodig hadden om op te gedijen. En dat zijn dan ook de vetten, waar wij als mensen (door natuurlijke selectie) het beste op functioneren. Dus, om ons geboorterecht op gezondheid terug te veroveren moeten we het zelfde doen, tenminste, voorzover dat met onze moderne voedselvoorkeur te realiseren valt.
De overgang naar een ander soort vet heeft eigenlijk pas in de laatste 100 jaar plaatsgevonden, minder dan een oogewenk in de geschiedenis van de mensheid. In 1910 consumeerden we 83% van onze vetten nog in de vorm van dierlijk vet en slechts 17% als plantaardig vet en bijna al die vetten kregen we binnen door daadwerkelijk die planten te eten. Tegewnwoordig krijgen we 3x zoveel plantaardig vet binnen, meestal zijn dat goedkope plantaardige oliën evenals geharde vetten en slechts de helft van het voedingsvet bestaat nog uit dierlijk vet.
Helaas hebben we een nieuw soort vet toegevoegd: een onnatuurlijk, kunstmatig vet, die ook transvet(zuur) wordt genoemd. Transvetzuren, die veel bij het bakken worden gebruikt, zitten in bijna alle bewerkte voedingsmiddelen.
De vetten en oliën die een mens eet, worden verwerkt in de celmembranen van elke lichaamscel. Om een cel goed te laten functioneren, is hoogwaardig vet(zuur) nodig: cholesterol en verzadigde vetzuren geven de membranen een goede structuur en poly-onverzadigde vetzuren zorgen voor flexibiliteit. Beiden zijn belangrijk voor het goed functioneren van een celmembraan.
De kunstmatig geproduceerde transvetzuren die gevormd worden tijdens een proces dat gedeeltelijke hydrolysering heet, vervuilt het celmembraan en interfereert met een goede functie ervan.
De nadelige effecten voor onze gezondheid zijn groot:
ze verlagen het HDL-cholesterolgehalte (het goede cholesterol) ,
verhogen het LDL-cholesterol gehalte (het slechte c.),
verhogen het totaal aan cholesterol,
hebben een nadelige invloed op de voortplantingsfuncties,
verlagen de voedingswaarde van moedermelk,
verzwakken het immuunsysteem,
verharden de celwand,
interfereren met de produktie van goede essentiële vetzuren uit voedingsvet
dragen bij tot het ontstaan van vetzucht en vooral,
dragen direct bij tot de ontwikkeling van insuline-resistentie en hyper-insulinemie [te veel insuline].
Deze vetten komen voor in alle vormen van voorverpakte en bewerkte voedingsmiddelen, van margarine en salades en kook-oliën tot bakkersprodukten (koek, gebak, etc.), chips, crackers en snoep.
Kijk naar het woord ‘partially hydrogenated’(gedeeltelijk gehydrolyseerd_ op het label en vermijd elke vorm van voedsel die deze vetten bevat.
Voor uw gezondheid bevelen we aan dat u de inname van belangrijke vetzuren, die onze oerouders aten, vergroot. Deze vetten komen nu te weinig voor in het moderne Amerikaanse dieet.
Dit zijn de meervoudig onverzadigde vetzuren, die we omega-3-vetzuren noemen en die voorkomen in koud-water-vis (sardientjes,wilde zalm, makreel, haring en tonijn) en in de olie die eruit geëxtraheerd wordt, zoals levertraan evenals vetten van wild (konijn, haas, etc.)
We bevelen aan dat u uw inname van enkelvoudig onverzadigde vetzuren vergroot. Deze vidnt u in olijven, olijfolie, avocado, canola olie en echte noten en hun oliën.
De verzadigde vetzuren in uw voeding moeten komen uit hoogwaardige bronnen als vlees, gevogelte, zuivel en eieren.
Vermijd het gebruik van gebottelde plantaardige olie, soja-olie en ander goedkope bakolie evenals margarine, omdat deze zowel transvetzuren als grote hoeveelheden omega-6-vetzuren bevatten, die de oerouders alleen in kleine hoeveelheden aten en dan slechts van de plant zelf.
Om hun manier van eten te imiteren, zou de verhouding omega-6 tov omega-3 vetzuren ongeveer gelijk moeten zijn. Voor de meeste mensen betekent dit dat ze meer omega-3-vetzuren moeten eten en minder omega-6-vetzuren.
Goede vetten zijn
Om te koken/bakken in een pan: boter, ghee (geklaarde boter), olijfolie, sesamolie, kokosolie, reuzel, vet dat van nature in vleees en gevogelte voorkomt (bij voorkeur van biologisch vlees, dat niet met granen gevoed is)
Om te bakken: amandel olie, boter, canola olie, ghee (geklaarde boter) en reuzel (liefst organisch)
Voor salades: avocado-, amandel- , canola- , hazelnoot- , macadamia- , olijf- sesam- walnoot en lijnzaadolie
Goede supplementaire oliën
- lijnzaadolie (moet donker en koel bewaard worden in koelkast, NOOIT verhitten)
- sardine olie (en andere verse visolie)
- levertraan (moet donker en koel bewaard worden in koelkast, NOOIT verhitten)
- capsules met visolie, lijnzaadolie, DHA, EPA. Als je een van deze instabiele olies in capsulevorm gebruikt, wees er dan van bewust dat zuurstof kan binnendringen en de olie kan bederven waardoor peroxydes ontstaan. Bijt daarom regelmatig een capsule door om te controleren of deze nog vers is. Als het erg ranzig smaakt, weggooien en naspoelen met een beetje wijn.
Slechte vetten: maisolie, plantaardige bakolie, margarine, shortening (?), gedeeltelijk gehydrogeneerde oliën van welk type dan ook.
Nog wat details:
Metabolic conversion pathways of omega-6 and omega 3-fatty acids
LA (linoleic acid = omega -6) à arachidonic acid (mbv desaturase en elongase enzym)
ALA (alpha-linolinic acid = omega-3) zit in lijnzaadolie wordt omgezet in eicosapentanoic acid (EPA) en docosahexanoic acid (DHA) (mbv desaturase en elongase). Die twee stofjes zitten weer in visolie.
Mensen en onze voorgangers hebben gefeest van het ‘vet van het land’ gedurende tenminste de laatste 3 miljoen jaar, maar de vetten die onze oerouders aten, waren heel verschillend van de vetten die we vandaag de dag consumeren.
Anders dan de meeste kieskeurige eters van tegenwoordig, die alleen het spiervlees van dieren eten, als we dat al doen, aten onze oerouders alles van het beest: de huid, de spieren, de organen, de hersenen, het ingewandsvet en zelfs het merg uit de botten, echt alles behalve de vacht, de horens, hoeven en botten.
Hierdoor kregen onze oerouders alle vetten binnen die ze nodig hadden om op te gedijen. En dat zijn dan ook de vetten, waar wij als mensen (door natuurlijke selectie) het beste op functioneren. Dus, om ons geboorterecht op gezondheid terug te veroveren moeten we het zelfde doen, tenminste, voorzover dat met onze moderne voedselvoorkeur te realiseren valt.
De overgang naar een ander soort vet heeft eigenlijk pas in de laatste 100 jaar plaatsgevonden, minder dan een oogewenk in de geschiedenis van de mensheid. In 1910 consumeerden we 83% van onze vetten nog in de vorm van dierlijk vet en slechts 17% als plantaardig vet en bijna al die vetten kregen we binnen door daadwerkelijk die planten te eten. Tegewnwoordig krijgen we 3x zoveel plantaardig vet binnen, meestal zijn dat goedkope plantaardige oliën evenals geharde vetten en slechts de helft van het voedingsvet bestaat nog uit dierlijk vet.
Helaas hebben we een nieuw soort vet toegevoegd: een onnatuurlijk, kunstmatig vet, die ook transvet(zuur) wordt genoemd. Transvetzuren, die veel bij het bakken worden gebruikt, zitten in bijna alle bewerkte voedingsmiddelen.
De vetten en oliën die een mens eet, worden verwerkt in de celmembranen van elke lichaamscel. Om een cel goed te laten functioneren, is hoogwaardig vet(zuur) nodig: cholesterol en verzadigde vetzuren geven de membranen een goede structuur en poly-onverzadigde vetzuren zorgen voor flexibiliteit. Beiden zijn belangrijk voor het goed functioneren van een celmembraan.
De kunstmatig geproduceerde transvetzuren die gevormd worden tijdens een proces dat gedeeltelijke hydrolysering heet, vervuilt het celmembraan en interfereert met een goede functie ervan.
De nadelige effecten voor onze gezondheid zijn groot:
ze verlagen het HDL-cholesterolgehalte (het goede cholesterol) ,
verhogen het LDL-cholesterol gehalte (het slechte c.),
verhogen het totaal aan cholesterol,
hebben een nadelige invloed op de voortplantingsfuncties,
verlagen de voedingswaarde van moedermelk,
verzwakken het immuunsysteem,
verharden de celwand,
interfereren met de produktie van goede essentiële vetzuren uit voedingsvet
dragen bij tot het ontstaan van vetzucht en vooral,
dragen direct bij tot de ontwikkeling van insuline-resistentie en hyper-insulinemie [te veel insuline].
Deze vetten komen voor in alle vormen van voorverpakte en bewerkte voedingsmiddelen, van margarine en salades en kook-oliën tot bakkersprodukten (koek, gebak, etc.), chips, crackers en snoep.
Kijk naar het woord ‘partially hydrogenated’(gedeeltelijk gehydrolyseerd_ op het label en vermijd elke vorm van voedsel die deze vetten bevat.
Voor uw gezondheid bevelen we aan dat u de inname van belangrijke vetzuren, die onze oerouders aten, vergroot. Deze vetten komen nu te weinig voor in het moderne Amerikaanse dieet.
Dit zijn de meervoudig onverzadigde vetzuren, die we omega-3-vetzuren noemen en die voorkomen in koud-water-vis (sardientjes,wilde zalm, makreel, haring en tonijn) en in de olie die eruit geëxtraheerd wordt, zoals levertraan evenals vetten van wild (konijn, haas, etc.)
We bevelen aan dat u uw inname van enkelvoudig onverzadigde vetzuren vergroot. Deze vidnt u in olijven, olijfolie, avocado, canola olie en echte noten en hun oliën.
De verzadigde vetzuren in uw voeding moeten komen uit hoogwaardige bronnen als vlees, gevogelte, zuivel en eieren.
Vermijd het gebruik van gebottelde plantaardige olie, soja-olie en ander goedkope bakolie evenals margarine, omdat deze zowel transvetzuren als grote hoeveelheden omega-6-vetzuren bevatten, die de oerouders alleen in kleine hoeveelheden aten en dan slechts van de plant zelf.
Om hun manier van eten te imiteren, zou de verhouding omega-6 tov omega-3 vetzuren ongeveer gelijk moeten zijn. Voor de meeste mensen betekent dit dat ze meer omega-3-vetzuren moeten eten en minder omega-6-vetzuren.
Goede vetten zijn
Om te koken/bakken in een pan: boter, ghee (geklaarde boter), olijfolie, sesamolie, kokosolie, reuzel, vet dat van nature in vleees en gevogelte voorkomt (bij voorkeur van biologisch vlees, dat niet met granen gevoed is)
Om te bakken: amandel olie, boter, canola olie, ghee (geklaarde boter) en reuzel (liefst organisch)
Voor salades: avocado-, amandel- , canola- , hazelnoot- , macadamia- , olijf- sesam- walnoot en lijnzaadolie
Goede supplementaire oliën
- lijnzaadolie (moet donker en koel bewaard worden in koelkast, NOOIT verhitten)
- sardine olie (en andere verse visolie)
- levertraan (moet donker en koel bewaard worden in koelkast, NOOIT verhitten)
- capsules met visolie, lijnzaadolie, DHA, EPA. Als je een van deze instabiele olies in capsulevorm gebruikt, wees er dan van bewust dat zuurstof kan binnendringen en de olie kan bederven waardoor peroxydes ontstaan. Bijt daarom regelmatig een capsule door om te controleren of deze nog vers is. Als het erg ranzig smaakt, weggooien en naspoelen met een beetje wijn.
Slechte vetten: maisolie, plantaardige bakolie, margarine, shortening (?), gedeeltelijk gehydrogeneerde oliën van welk type dan ook.
Nog wat details:
Metabolic conversion pathways of omega-6 and omega 3-fatty acids
LA (linoleic acid = omega -6) à arachidonic acid (mbv desaturase en elongase enzym)
ALA (alpha-linolinic acid = omega-3) zit in lijnzaadolie wordt omgezet in eicosapentanoic acid (EPA) en docosahexanoic acid (DHA) (mbv desaturase en elongase). Die twee stofjes zitten weer in visolie.
Laatst bewerkt: