Hallo! Wat ik hieronder zal typen is een kort overzicht van de verschillende soorten lichaamstypen van de mens en de dingen waar men als (beginnend) bodybuilder mee rekening moet houden. Veel van jullie weten al welk lichaamstype je hebt, maar dit is voor de mensen die willen beginnen bodybuilden en die hier nog niet bij stilgestaan hebben. Misschien is het wel interessant om eens door te lezen, zelfs al weet je welk lichaamstype je hebt. Wie weet leer je iets bij!
Er zijn drie lichaamstypes: endomorf, mesomorf en ectomorf.
Kenmerken
Endomorf:
- komt snel aan
- ontwikkelt langzamer spiermassa
- heeft trage stofwisseling
- zachte musculatuur
- brede heupen
- rond gezicht
Mesomorf:
- heeft de meeste aanleg om spieren te ontwikkelen
- vertoont van nature een duidelijke v-vorm
- grote borstkas
Ectomorf:
- lang
- mager
- heeft moeite om spieren te ontwikkelen
- heeft een snelle stofwisseling
- kan veel eten zonder dik te worden
- heeft dunne spieren
Deze kenmerken hoeven niet allen aanwezig zijn per lichaamstype. Je kan dus ectomorf zijn, terwijl je niet groot bent, je kan mesomorf zijn zonder een duidelijke v-vorm te hebben, etc. De kenmerken zijn dus een referentie om jezelf in te delen naargelang welke kenmerken bij jou het meest voorkomen. Niemand is 100% endomorf, mesomorf of ectomorf. Verschillende kenmerken van de verschillende types komen in iedereen voor. Het gaat meestal om een mengeling van twee van de types.
Tenslotte volgt hier een basisschema voor de opbouwfase (om dus spieren op te bouwen). Het dient als richtlijn.
Endomorf:
- Trainingsdata per week: 3 tot 4
- Prikkelintensiteit (mate van gewichtsbelasting in een set (uitgedrukt in %) --> 100% = 1 maximale herhaling): 60 tot 85%
- Trainingsduur: 60 tot 75 minuten
- Spiergroepen per training: 2 tot 3
- Oefeningen per spiergroep: 2 tot 3
- Aantal sets per oefening: 3 tot 4
- Prikkelfrequentie (aantal herhalingen in een set): 6 tot 15 (20 voor benen)
- Prikkeldichtheid (lengte van de pauzen tussen de sets): 1 tot 2 minuten
- Aërobe training (cardio): 3 tot 4 keer per week telkens 20 tot 30 minuten
- Voeding (aandeel van calorieën): koolhydraten: 50% proteïnen: 30% vetten: 20%
Mesomorf:
- Trainingsdata per week: 3 tot 4
- Prikkelintensiteit (mate van gewichtsbelasting in een set (uitgedrukt in %) --> 100% = 1 maximale herhaling): 60 tot 90%
- Trainingsduur: 45 tot 60 minuten
- Spiergroepen per training: 2 tot 3
- Oefeningen per spiergroep: 2 tot 3
- Aantal sets per oefening: 2 tot 3
- Prikkelfrequentie (aantal herhalingen in een set): 6 tot 12 (20 voor benen)
- Prikkeldichtheid (lengte van de pauzen tussen de sets): 1,5 tot 2,5 minuten
- Aërobe training (cardio): 2 tot 3 keer per week telkens 15 tot 20 minuten
- Voeding (aandeel van calorieën): koolhydraten: 60% proteïnen: 20% vetten: 20%
Ectomorf:
- Trainingsdata per week: 2 tot 3
- Prikkelintensiteit (mate van gewichtsbelasting in een set (uitgedrukt in %) --> 100% = 1 maximale herhaling): 70 tot 90%
- Trainingsduur: 30 tot 45 minuten
- Spiergroepen per training: 1 tot 2
- Oefeningen per spiergroep: 1 tot 2
- Aantal sets per oefening: 3 tot 4
- Prikkelfrequentie (aantal herhalingen in een set): 6 tot 12 (15 voor benen)
- Prikkeldichtheid (lengte van de pauzen tussen de sets): 2 tot 4 minuten
- Aërobe training (cardio): geen
- Voeding (aandeel van calorieën): koolhydraten: 55% proteïnen: 20% vetten: 25%
Zoals eerder gezegd is dit een richtlijn en het is niet omdat jouw schema er anders uitziet dat je verkeerd bezig bent. Als je echter merkt dat je heel wat dingen anders doet en je minder vooruitgang maakt dan je zou willen, kan je eventueel wijzigingen maken die passen bij jouw lichaamstype en bijhorend schema. Als je een beginnend bodybuilder bent, zal je hier volgens mij zeker wat aan hebben.
Ziezo, hopelijk kunnen jullie het artikel beamen en geef gerust advies of bemerkingen.
Bron: Bodybuilding: succesvol en verantwoord (Berend Breitenstein en prof. dr. Michael Hamm), 1996.
Er zijn drie lichaamstypes: endomorf, mesomorf en ectomorf.
Kenmerken
Endomorf:
- komt snel aan
- ontwikkelt langzamer spiermassa
- heeft trage stofwisseling
- zachte musculatuur
- brede heupen
- rond gezicht
Mesomorf:
- heeft de meeste aanleg om spieren te ontwikkelen
- vertoont van nature een duidelijke v-vorm
- grote borstkas
Ectomorf:
- lang
- mager
- heeft moeite om spieren te ontwikkelen
- heeft een snelle stofwisseling
- kan veel eten zonder dik te worden
- heeft dunne spieren
Deze kenmerken hoeven niet allen aanwezig zijn per lichaamstype. Je kan dus ectomorf zijn, terwijl je niet groot bent, je kan mesomorf zijn zonder een duidelijke v-vorm te hebben, etc. De kenmerken zijn dus een referentie om jezelf in te delen naargelang welke kenmerken bij jou het meest voorkomen. Niemand is 100% endomorf, mesomorf of ectomorf. Verschillende kenmerken van de verschillende types komen in iedereen voor. Het gaat meestal om een mengeling van twee van de types.
Tenslotte volgt hier een basisschema voor de opbouwfase (om dus spieren op te bouwen). Het dient als richtlijn.
Endomorf:
- Trainingsdata per week: 3 tot 4
- Prikkelintensiteit (mate van gewichtsbelasting in een set (uitgedrukt in %) --> 100% = 1 maximale herhaling): 60 tot 85%
- Trainingsduur: 60 tot 75 minuten
- Spiergroepen per training: 2 tot 3
- Oefeningen per spiergroep: 2 tot 3
- Aantal sets per oefening: 3 tot 4
- Prikkelfrequentie (aantal herhalingen in een set): 6 tot 15 (20 voor benen)
- Prikkeldichtheid (lengte van de pauzen tussen de sets): 1 tot 2 minuten
- Aërobe training (cardio): 3 tot 4 keer per week telkens 20 tot 30 minuten
- Voeding (aandeel van calorieën): koolhydraten: 50% proteïnen: 30% vetten: 20%
Mesomorf:
- Trainingsdata per week: 3 tot 4
- Prikkelintensiteit (mate van gewichtsbelasting in een set (uitgedrukt in %) --> 100% = 1 maximale herhaling): 60 tot 90%
- Trainingsduur: 45 tot 60 minuten
- Spiergroepen per training: 2 tot 3
- Oefeningen per spiergroep: 2 tot 3
- Aantal sets per oefening: 2 tot 3
- Prikkelfrequentie (aantal herhalingen in een set): 6 tot 12 (20 voor benen)
- Prikkeldichtheid (lengte van de pauzen tussen de sets): 1,5 tot 2,5 minuten
- Aërobe training (cardio): 2 tot 3 keer per week telkens 15 tot 20 minuten
- Voeding (aandeel van calorieën): koolhydraten: 60% proteïnen: 20% vetten: 20%
Ectomorf:
- Trainingsdata per week: 2 tot 3
- Prikkelintensiteit (mate van gewichtsbelasting in een set (uitgedrukt in %) --> 100% = 1 maximale herhaling): 70 tot 90%
- Trainingsduur: 30 tot 45 minuten
- Spiergroepen per training: 1 tot 2
- Oefeningen per spiergroep: 1 tot 2
- Aantal sets per oefening: 3 tot 4
- Prikkelfrequentie (aantal herhalingen in een set): 6 tot 12 (15 voor benen)
- Prikkeldichtheid (lengte van de pauzen tussen de sets): 2 tot 4 minuten
- Aërobe training (cardio): geen
- Voeding (aandeel van calorieën): koolhydraten: 55% proteïnen: 20% vetten: 25%
Zoals eerder gezegd is dit een richtlijn en het is niet omdat jouw schema er anders uitziet dat je verkeerd bezig bent. Als je echter merkt dat je heel wat dingen anders doet en je minder vooruitgang maakt dan je zou willen, kan je eventueel wijzigingen maken die passen bij jouw lichaamstype en bijhorend schema. Als je een beginnend bodybuilder bent, zal je hier volgens mij zeker wat aan hebben.
Ziezo, hopelijk kunnen jullie het artikel beamen en geef gerust advies of bemerkingen.
Bron: Bodybuilding: succesvol en verantwoord (Berend Breitenstein en prof. dr. Michael Hamm), 1996.