MuscleMeat

Ben jij tolerant tegenover homo's? (1 bezoeker)

Ben jij tolerant tegenover homo's?

  • Ja, 100%. Sterker nog, ik ben zelf homo.

    Stemmen: 11 5,8%
  • Ja, 100%. Maar zelf ben ik het niet.

    Stemmen: 110 57,9%
  • Ja, maar ik vind niet dat ze alle rechten van hetero's moeten krijgen

    Stemmen: 42 22,1%
  • Nee, ik beschouw mezelf als een homohater/homofoob

    Stemmen: 27 14,2%

  • Totaal stemmers
    190

Bezoekers in dit topic

Status
Niet open voor verdere reacties.
Want je mag alleen trouwen en je liefde voor elkaar laten zien etc wanneer je hetero bent? :rolleyes:



Je kunt niet homoseksueel'worden'. :rolleyes: Daar kies je niet zelf voor.
Een gevaarlijke stelling. Ik denk niet dat de oorzaken van homofilie gekend zijn. Het kan puur genetische zijn, maar ook eugenetisch (overerfbaar zonder genen), of door omgevingsfactoren.

Dat homofilie geen eigen keuze is, daar ben ik wel redelijk voor te vinden.
 
2 van de 3 staan doorstreept dus doe maar niet zo flauw kerel;) en de andere is gewoon omdat ik zelf te weinig kennis heb m.b.t het onderwerp, maar dat maakt het niet minder waar

Wel dus.
Maar laat het je niet stoppen om je mening te verkondigen, daar is een forum voor.
 
Je zegt "dit onderzoek" als je mij quote, maar ik heb geen onderzoek gepost.

Ik heb trouwens geen onderzoek nodig om homokoppels toe te laten te adopteren, ik heb onderzoeken nodig die het duidelijk maken dat het niet mag.

Trouwens, is dat niet toegelaten?

dacht toch van niet??? indien het wel zo is, waarom hebben we deze discussie dan nog, als het toch al te laat is
Je zegt dat psychologen wel een mening gelijkaardig aan u zal hebben. Ik geef je en bron van een psychologen associatie dat niet je mening deelt en ze zijn volgens u opeens allemaal fags geworden. Welonderbouwen argumenten my ass. Adios
1 enkele associatie zegt bitter weinig aangezien er op de wereld een veel groter aantal bestaan die het tegendeel beweren.
En wat betreft 'ze zijn waarschijnlijk allemaal fags': je bent blijkbaar niet bekend met de term sarcasme???
 
Vraag aan 100 kinderen deze vraag:

Wat zou jij het liefst willen: twee vaders, twee moeders of een moeder én een vader. In 99% van de gevallen zal het antwoord een moeder én een vader zijn.

En dat maakt al julie onderzoekjes dus totaal ondergeschikt. Want het gaat hier niet over wat is het verschil, maar wat zijn de rechten en de wil van het kind.

Als jullie eerlijk zijn moet je toegeven dat je antwoord op die vraag net hetzelfde zou zijn.

Vraag aan een kind of ze gewoon elke dag gewoon chocolade krijgen als ontbijt. Ze zullen allemaal ja zeggen.

Ik ken de rechten van het kind en nergens staat er daar 'opvoeding door man en vrouw'.
Een beleid plannen volgens de 'wil van het kind' is wel erg dubieus.
 
Tuurlijk is hier een verschil. Echter zijn jullie niet echt overtuigend. Omdat jullie aversie tegen homo's en beperkte persoonlijke ervaringen voor jullie pleiten. Echter zegt rationaliteit iets heel anders
Rofl wat een ****ing onzin. Je kent me niet dus doe dan niet alsof je me kent.
Ik ben 5 uur lang in een ****ing GLS bar met een darkroom geweest in São Paolo waar alleen homo's, lesbienes en vooral transcoïtusuelen rondliepen dus begin alsje****ingblieft niet over hoe tolerant ik ben en wat voor een beperkte persoonlijke ervaringen ik heb. En neen, ik ben zelf (godzijdank) niet homo. En dat is niet omdat ik ze ranzig vind, maar omdat ik van pussy houd :D
Pannekoek

Gelukkig eindigt Angelus altijd zijn posts met:
- Dit is pure speculatie
of
- Ik weet niet wat hier de gevolgen van zijn.
Of
- ik zeg dit wel maar het is maar mijn bekrompen mening.

Zo weten we iig zeker welke stukken we over kunnen slaan.
Zegt de man van de persoonlijke aanvallen.

Je kunt niet homoseksueel'worden'. Daar kies je niet zelf voor.
Oja joh? En welk wetenschappelijk onderzoek dat jij gelezen hebt toont dat dan aan?



Maarja, omdat niemand zin heeft om het te googlen doe ik het dan maar.
Dit onderzoek is uit 2007.

‘Diversiteit in leefsTen is interessant’
Kinderen van lesbische paren ontwikkelen zich hetzelfde als kinderen uit heterogezinnen

Henny Bos (foto: Dirk Gillissen)
Dr. Henny Bos doet onderzoek naar lesbische ouderparen en hun kinderen. Uit haar meest recente onderzoek blijkt dat Nederlandse kinderen uit lesbische gezinnen over het algemeen weinig gestigmatiseerd worden door hun omgeving. Omgang met andere kinderen uit soortgelijke gezinnen beperkt bovendien de negatieve invloed van eventuele stigmatisering. ‘De kinderen uit de eerste grote golf van lesbische gezinnen komen nu in de puberteit.'

Aan het begin van het gesprek valt haar oog op een van de laatste vragen op mijn blaadje. ‘Heb je zelf kinderen? Meestal is dat de eerste vraag die mensen stellen', zegt ze lachend. ‘Het grappige is dat van de vijf mensen die wereldwijd het meest over dit onderwerp publiceren, er twee hetero zijn, eentje al oudere kinderen heeft, en twee, onder wie ik, geen kinderen hebben. Misschien zegt dat iets over de hoeveelheid tijd die wetenschappelijk onderzoek vergt.' Vijf wetenschappers die onderzoek doen naar lesbische en homo-ouderparen, dat is niet veel. ‘Deze familievorm is ook relatief nieuw. De wetenschappelijke aandacht ervoor moet nog groeien.'

Dr. Henny Bos (45) is universitair docent bij de afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Energiek, casual gekleed, hier en daar collega's en studenten groetend, vertelt ze in het café tegenover haar werkplek in de Roetersstraat enthousiast over haar werk. ‘Je kunt het onderwerp van twee kanten benaderen. Je kunt kijken naar de gezinnen, naar waar deze moeders tegenaan lopen en hoe ze hun leven vormgeven. Aan de andere kant doe ik ook onderzoek naar de relaties tussen ouders en kinderen en hoe die doorwerken op de ontwikkeling van kinderen. Ik vind beide aspecten erg belangrijk. Bij vergelijkend onderzoek tussen heterocoïtusuele stellen en lesbische stellen bekijk ik wat bepalender is voor de ontwikkeling van kinderen: de gezinsvorm of de ouder-kindrelatie? Dat is wetenschappelijk interessant. Maar ook emancipatorisch is er een slag te behalen. Vooral in landen als Amerika, waar homocoïtusuelen niet kunnen trouwen en geen kinderen kunnen adopteren, en waar het niet wordt gezien als een officiële gezinvorm. Maar ook in Nederland kan ik je voorbeelden geven van vooroordelen. Het vergelijkende perspectief is op dit moment belangrijk, want de kinderen uit de eerste grote golf van lesbische gezinnen komen nu in de puberteit. Het idee is vaak: okee, we zien nú geen verschillen, maar wat als die kinderen in de puberteit komen? Dat weten we nog niet. Het onderzoek richt zich nu nog heel erg op de gezinnen. Ik raak steeds meer geïnteresseerd in de leefwereld van de kinderen, hoe zij denken over homocoïtusualiteit en andere gezinsvormen. Als je heel jong bent, is het gezin je belangrijkste referentiepunt. Maar als je ouder wordt, wordt dat je peergroup, en krijg je te maken met hoe anderen over je denken.'

‘Deze mensen zijn ziek'
Kinderen met twee lesbische ouders krijgen te maken met reacties van anderen. Welke effect heeft dat op de kinderen en op de moeders zelf en hoe proberen moeders hun kinderen daarop voor te bereiden? ‘We weten dat stigmatisering, om welke reden dan ook - omdat je uit een lesbisch gezin komt of omdat je een bril hebt of rood haar, negatieve gevolgen kan hebben. Wij onderzoeken: welke factoren zijn hierbij belangrijk, waarop moet je inspelen om te zorgen dat reacties van anderen geen negatieve gevolgen hebben voor kinderen?'

In een recente studie keek Bos in hoeverre 8- tot 12-jarige kinderen uit lesbische gezinnen te maken krijgen met stigmatisering. De resultaten, in april gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Culture, Health & Sexuality, laten zien dat Nederlandse kinderen met lesbische ouders over het algemeen weinig gestigmatiseerd worden door hun omgeving. Als er sprake was van stigmatisering, gaven jongens aan dat ze buitengesloten werden door leeftijdsgenootjes, terwijl meisjes vooral last hadden van geroddel. Deze jongens waren vaker hyperactief, de meisjes hadden een negatiever zelfbeeld. Maar het is moeilijk te zeggen waar hier precies oorzaak en gevolg liggen: het zou kunnen dat kinderen die veel zelfvertrouwen hebben, toch al socialer zijn en minder kwetsbaar. Daarnaast bleek dat omgang met andere kinderen met lesbische ouders de negatieve invloed van stigmatisering beperkt. Bos: ‘Het leuke van dit onderzoek is dat het uitgaat van empowerment: wat mensen zelf kunnen doen om negatieve invloeden van stigmatisering te beperken.'

In een ander onderzoek vergeleek Bos haar resultaten met Amerikaanse gegevens over bufferfactoren. Kinderen in Amerika die op een school zitten waar veel aan voorlichting over homocoïtusualiteit wordt gedaan, maar ook kinderen van moeders die actief zijn in de homobeweging, hebben minder last van stigmatisering en weten beter hoe ze ermee om moesten gaan. Ook kwam naar voren dat het psychosociaal welbevinden van kinderen uit lesbische gezinnen in Amerika vaak veel lager is dan in Nederland. ‘Dat is voor een groot deel te verklaren uit de negatieve reacties die zij krijgen van hun klasgenootjes en de grotere mate van homonegativiteit in Amerika. Je kan dus concluderen dat als kinderen van lesbische ouderparen problemen hebben, dat niet door de gezinsvorm komt, maar vooral door de sociale context.' De wetgeving is in Nederland bovendien gunstiger voor homocoïtusuele stellen dan in de Verenigde Staten, hoewel het voor mannen veel ingewikkelder is dan voor vrouwen.

In maart van dit jaar publiceerde dagblad De Pers een artikel over lesbische en homo-ouderparen, waarin ook ouders hun verhaal deden. Een van hen liet achteraf aan Bos weten dat hij nooit meer met zijn gezin op de foto zou gaan, omdat hij geschrokken was van de reacties op het forum van de website van de krant. Lezers schreven dingen in de trant van: ‘deze mensen zijn ziek' en ‘de regering zou dit niet moeten toestaan'. Bos: ‘Misschien waren het maar vijf mensen die zoiets schreven, maar je ziet toch dat het met de homotolerantie in Nederland tegenwoordig weer bergafwaarts gaat. In het dagelijks leven krijgen mensen niet zulke negatieve reacties, maar wel veel nieuwsgierige vragen, als "Wie is nu de echte moeder?" of "Ben je niet bang dat je kind problemen krijgt als hij in de puberteit komt?". Ik kan me die nieuwsgierigheid wel voorstellen, maar mensen krijgen die vragen ook op de raarste momenten te horen, in de rij voor de kassa bij Albert Heijn of zo. En als dat zich opstapelt, doet dat wel iets met je.'

Politiek standpunt
In een onderzoek dat is beschreven in het artikel ‘Child Adjustment and Parenting in Planned Lesbian-Parent Families' (2007) gingen Bos en twee collega's na of lesbische ouderparen hun kinderen anders opvoeden en of deze kinderen anders opgroeien dan kinderen uit een heterorelatie. Het welzijn en de mate van aanpassing van deze kinderen blijkt niet anders te zijn dan van kinderen uit heterogezinnen. De onderzoekers stellen bovendien dat de niet-biologische moeder vaak toegewijder is dan een heterovader.

De auteurs weerleggen in het artikel argumenten van critici, die menen dat lesbische ouders het slechter doen en dat hun kinderen risico lopen op coïtusuele afwijkingen. ‘In dit artikel nam ik voor het eerst echt een politiek standpunt in. Ik ben daar van nature voorzichtig mee. Ik zie mijn onderzoek niet als een missie om aan te tonen dat er niets mis is met lesbische gezinnen. Wat ik interessant vindt, is diversiteit in leefsTen, en wat die diversiteit betekent voor de mensen zelf en voor hun kinderen. Ik wil laten zien dat het geen negatieve gevolgen hoeft te hebben. Die interesse pas ik toe op lesbisch ouderschap. Maar daarnaast begeleid ik bijvoorbeeld ook een promovendus die onderzoek doet naar ‘patchwork families', samengestelde gezinnen waarin de partners kinderen uit een eerdere relatie hebben.

Bos heeft ook net een onderzoeksvoorstel geschreven over homovaders. Ze verwacht dat daar misschien wel andere dingen uit naar voren zullen komen. ‘Ik denk dat mannen en vrouwen het ouderschap sowieso verschillend ervaren. Daarnaast hebben homo's misschien nog meer het gevoel dat ze hun best moeten doen om te bewijzen dat ze goede vaders zijn, omdat twee vaders door de samenleving als nóg afwijkender wordt gezien dan twee moeders.'

Trend
Waar mensen zich altijd druk om hebben gemaakt, is het ontbreken van een mannelijk rolmodel als kinderen constant vrouwen om zich heen hebben. ‘Ik heb kinderen geïnterviewd over hun genderidentiteit. Dat kun je doen op een smalle manier, waarbij je vraagt welke hobby's ze hebben, wat ze later willen worden en welke eigenschappen ze bezitten - zorgzaamheid of graag willen winnen bij spelletjes zijn bijvoorbeeld eigenschappen die als typisch mannelijk of vrouwelijk worden gezien.
Ik heb een bredere opvatting van genderidentiteit gebruikt: in hoeverre voelt iemand zich een jongen of meisje en voelt hij of zij zich er prettig bij? Is er druk van ouders of peers om zich conform de genderrol te gedragen? Denken ze in de toekomst te gaan trouwen of samenwonen met iemand van het andere geslacht? Dan zie je geen verschillen tussen kinderen van lesbische ouders en kinderen van hetero-ouders, behalve op dat laatste punt: meisjes met lesbische ouders kunnen zich wel voorstellen dat ze later gaan samenwonen met iemand van hetzelfde geslacht. Maar ik vind dat ook niet zo'n rare uitkomst, want ze zien dat om zich heen.'

Hebben kinderen een vaderfiguur nodig? ‘Ik heb daar nog geen onderzoek naar gedaan, maar er is een Belgische studie geweest onder kinderen van anonieme donoren. Die kinderen, die tussen de 8 en 12 jaar oud waren, bleken wel nieuwsgierig te zijn naar het uiterlijk van hun biologische vader, maar ze hadden niet zo'n behoefte om hem te ontmoeten. De meeste lesbische ouderparen creëren overigens wel een vaderfiguur, in de vorm van iemand uit hun vriendenkring die als "oom" fungeert bijvoorbeeld.'

Of de kinderen nu worden geadopteerd of worden verwekt met behulp van een bevriende donor of de spermabank, lesbisch en homo-ouderschap lijkt een trend te zijn. Bekende voorbeelden zijn Paul de Leeuw en royaltyverslaggever Peter van der Vorst. ‘Het is moeilijk te zeggen of dat inderdaad zo is, want er zijn geen exacte cijfers. Naar schatting wonen in Nederland 21.000 lesbische koppels samen, en heeft 15 procent van hen kinderen. Dit zijn cijfers uit 2002-2003. In vergelijking met twintig jaar geleden komt het inderdaad meer voor, dat heeft onder meer te maken met de toegenomen homotolerantie. Ten tijde van mijn eigen coming out-proces, ruim twintig jaar geleden, was het al niet meer zo dat als je lesbisch was, dat ook automatisch betekende dat je geen kinderen kreeg. Maar in die tijd moesten lesbische stellen zich wel verantwoorden als ze kinderen namen. Tegenwoordig lijkt het eerder andersom: je moet je verantwoorden als je géén kinderen hebt, haha.'
 
Rofl wat een ****ing onzin. Je kent me niet dus doe dan niet alsof je me kent.
Ik ben 5 uur lang in een ****ing GLS bar geweest in São Paolo waar alleen homo's, lesbienes en transcoïtusuelen rondliepen dus begin alsje****ingblieft niet over hoe tolerant ik ben. En neen, ik ben zelf (godzijdank) niet homo.

Ga je er nou weer een wedstrijdje van maken? Ik wist niet dat je boos werd.
Overigens heb ik nergens gezegt dat je intolerant bent.

Ik heb gezegd dat jullie (jij en Angelus) alleen maar argumenten brengen vanuit jullie aversie (Angelus) of Persoonlijke ervaringen (jij). Dit komt niet erg sterk over.
Ik doel natuurlijk op dat ene meisje in de kals dat homo-ouders had en gepest werd, boehoehoe.

Nou ff paar keer diep in en uit ademen. Alles komt goed.

Zegt de man van de persoonlijke aanvallen.
Persoonlijke aanvallen? Waar heb je het over? Wie heb ik persoonlijk aangevallen dan?


Kan je trouwens eens normaal leren quoten. Het is zo erg moeilijk om je reacties op mijn posts eruit te halen.
 
Apfelstrudel, uit die teksten die je post blijkt toch dat er nog niet veel reden tot zorgen is gevonden, dus vraag ik me wel een klein beetje af waarom je ze post. Gezien je standpunt dan.
 
Apfelstrudel, uit die teksten die je post blijkt toch dat er nog niet veel reden tot zorgen is gevonden, dus vraag ik me wel een klein beetje af waarom je ze post. Gezien je standpunt dan.

inderdaad, het versterkt onze zaak niet echt hé kerel:D
 
Ik ken de rechten van het kind en nergens staat er daar 'opvoeding door man en vrouw'.
Ik heb het ook niet over een geschreven wet. We spreken hier over een ethische kwestie.

Een beleid plannen volgens de 'wil van het kind' is wel erg dubieus.
Het gaat over fundamentele rechten en voorkeuren van personen die nog niet voor zichzelf kunnen spreken. Het gaat over de rechten van het homocoïtusuele koppel tegenover de rechten van het kind.

Wanneer er gepleit wordt voor het recht op adoptie moet er ook gepraat worden over de rechten van de geadopteerde. Maar ik heb begrepen dat bij bepaalde politieke stromingen die afweging wel eens ontbreekt.
 
Status
Niet open voor verdere reacties.
Back
Naar boven