- Lid geworden
- 16 mei 2006
- Berichten
- 59.513
- Waardering
- 22.715
Volg de onderstaande video samen om te zien hoe u onze site kunt installeren als een web -app op uw startscherm.
Notitie: This feature may not be available in some browsers.
Haal 'foute' standbeelden en straatnamen niet van straat
hihi"Als we Cyriel Verschaevestraten behouden, waarom dan geen Belkacemstraat?"
Vidal gaat het eens uitleggenHet lot van instellingskinderen zal pas verbeteren als wij hen tonen dat ze echt welkom zijn
Koen Vidal is commentator bij De Morgen
Het is een jaar geleden dat een wandelaar in een tentje op de Gentse Blaarmeersen het levenloze lichaam van de 19-jarige Jordy B. vond. De jongen was omgekomen van de hitte en de honger. Jordy was een ‘instellingenkind’ dat heel zijn jeugd in allerlei centra doorbracht, op zijn achttiende op straat belandde en nergens hulp vond[...]
Net als in de hoogtijdagen van de DDR kun je nu alleen nog maar je mening binnen vier muren onder vrienden en familieleden uiten, regeringscritici worden als “volksophitsers” gecriminaliseerd en ook de Stasi is weer actief, doordat zij met behulp van de Maas-Kahani-Stasi-autoriteit het internet censureert en naar regeringkritische bijdragen snuffelt, om daarna deze critici zwart te maken en met straf te bedreigen. Het hele politieke establishment inclusief de media liggen vol op Merkel-koers, iedere afwijkende mening wordt bestreden, en dat met zeer ondemocratische middelen.
Janmaat mengde zich in het debat tussen Bolkestein en Wallage en zei dat Bolkestein slechts goedkope praatjes verkondigde om het thema ‘asielzoekers’ voor zich op te eisen. Bolkestein reageerde soeverein: Non tali auxilio, nec defensoribus istis, beet hij Janmaat via de voorzitter toe (“Niet met dergelijke hulp, noch met dergelijke beschermers,” een citaat uit Vergilius’ Aeneis II.521). En tegen Wallage zei hij dat het feit dat zowel hij als Janmaat hem verwijten maakte, hem tot de conclusie dwong dat hij met zijn opvattingen de goede middenweg bewandelde. “Ik kreeg echt een waas van woede voor mijn ogen,” vertelde Wallage jaren later nog aan de Bolkestein-biografen Max van Weezel en Leonard Ornstein. “Hij noemde mij in één adem met Janmaat! Ik heb hem toen gezegd dat ik dat nooit meer van hem wilde horen.”
Daarnaast is de internationale gemeenschap verdeeld over de kwestie. Van de 195 landen erkennen er slechts 29 een vermeende Armeense genocide. De rest van de wereld ziet de gebeurtenissen in die tijd als een agressieve, koloniale inmenging waarbij de Turken uit noodweer het recht hadden om zich hiertegen te verdedigen en rigoureuze maatregelen te treffen.
Haci, 36 jaar oud, is een maatschappelijke geëngageerde verhalenverteller en docent maatschappijleer.[/QUOTE[
Ze heet Julie. Ik ken haar niet. Of toch niet persoonlijk. Maar dat zij is gestorven, daarvan word ik intens kwaad. Woedend. Furieus. Ik vloek op de man die op de radio uitlegt waarom het blijkbaar logisch is dat een veroordeelde verkrachter niet in de cel zat. Het zal wel. Rechten van daders en zo. Maar daardoor is een meisje slachtoffer geworden. Alweer. Alles schreeuwt dat het vermeden had kunnen worden. Ze heet Julie. En ze had niet mogen sterven.
Voor de goede orde: neen, Julie zelf had niéts kunnen doen om het te vermijden. Ze was niét op een verkeerde plek. Ze kwam een verkeerde kerel tegen. Een roofdier dat op de loer lag in de schaduw. En dat daar niet had mogen zijn, maar eerder op een paar vierkante meter gevangenis. Dat hadden we mogen verwachten, als maatschappij, van iemand die een tweede keer veroordeeld is voor verkrachting.
Naar verluidt is minister Koen Geens ook kwaad. Zo zegt hij het. “Triest en kwaad.” Hij begrijpt óók niet dat de verdachte op vrije voeten was. Maar “het is niet omdat ik het niet begrijp, dat ik het niet moet aanvaarden als minister van Justitie.” Ik heb de luxe dat ik geen minister ben van Justitie. Ik kan dat én niet begrijpen én weigeren dat te aanvaarden. Misschien zou hij dat ook eens moeten proberen. Omdat wat er met Julie is gebeurd, nog maar eens toont hoe er systematisch veel te licht wordt omgesprongen met seksueel geweld. Met geweld tegen vrouwen. Met geweld dat een slachtoffer zó raakt tot in het diepste van de ziel. Waartegen twee vrouwen de moed hadden om ermee naar het gerecht te stappen. Om dan nu moedeloos te moeten zien hoe de man een derde slachtoffer maakt. Deze keer met een nog zwaarder eindpunt.
Rechters en andere experten kunnen daar dan logische verklaringen voor vinden. Dat de beroepsprocedure aansleepte omdat er bespaard is. Of dat ze hem alleen onmiddellijk konden aanhouden als er vluchtgevaar was. Ik heb de luxe dat ik geen rechter ben of een strafrechtexpert. Ik kan dat allemaal geheel onlogisch vinden. Gevaar voor de maatschappij, gevaar voor recidive: het is toch écht niet zo vergezocht om daar wél rekening mee te houden? Als de wet daarvoor moet veranderen, wel, verander ze dan! Of denk niet alleen aan de letter maar ook aan de geest ervan. Of aan de geest van al die meisjes en vrouwen die graag ongestoord willen fietsen.
Het is op den duur bijna een daad van rebellie om alleen over straat te gaan. Van ongeziene moed. Ik overdrijf, uiteraard. Maar ergens ook weer niet. Ik heb de luxe dat ik geen minister of rechter ben, maar wel experte alleen-over-straat-wandelen. Ik mag dus overdrijven. Als meisje leer je dat al van jongs af aan, om vriendinnen een sms te laten sturen als ze veilig thuis zijn geraakt na een nacht uit. Of om zelf de pas op te drijven. Luid genoeg een fake telefoontje te plegen naar een al even fake lief om mannen met slechte bedoelingen af te schrikken. Een sleutel in een gebalde vuist steken, als boksbeugel à l’improviste. Of een taxi nemen voor een wandeling van ocharme anderhalve kilometer – want ja, iets te veel gedronken en het is donker.
Dat die verdedigingsmechanismes evidenter zijn dan daders straffen en van de straat te halen, dat is waar ik kwaad van word. Woedend en furieus. Als vrouw, als mens. Als journalist die al veel te veel artikels schreef over de negen aangiftes van verkrachting per dag en hoe de helft daarvan geseponeerd wordt. Over hoe makkelijk verkrachters zelfs geen dag in de gevangenis zitten. Over hoe zij rechten hebben, maar hoe het verhaal van slachtoffers al te vaak in twijfel wordt getrokken.
Ze heet Julie. Het had iedereen kunnen overkomen, maar het overkwam haar. En dat had niet mogen gebeuren.
Zo onsympathiek zelfs, dat je eigenlijk hoopt dat ze eens een eigenaar van een pand treffen die minder beschaafd is.