heb ff vlug een samenvattingkje gemaakt over vetmetingen en methodes...
Dunno of jullie er iets aan hebben, maar jah...
Lichaamsvet
Vetweefsel dragen niet bij aan de ATP productie en zijn voorzien om lipiden op te slaan. Hierdoor is het nadelig voor de prestatie :
1.de cellen dragen niet bij tot de energieproductie
2.het kost energie om het allemaal mee te sleuren
Mensen die lichamelijk actief zijn bezitten minder vetweefsel. Buskirk wilde huidplooimetingen gebruiken om sportbeoefenaars te classificeren in termen van lichaamsvet.
Er zijn diverse methoden om lichaamsvet te schatten. Bvb. Meting van het soortelijk gewicht is de beste methode, maar moeilijk uitvoerbaar. Schatting van lichaamsvet adv. Antropometrische gegevens is eenvoudiger maar minder betrouwbaar.
Bepaling van lichaamsvet : soortelijk gewicht
= quotiënt van de dichtheid en de dichtheid van water. Wordt uitgedrukt in massa per volume eenheid D = M/V
de wet van Archimedes :
Een voorwerp ondergedompeld in een vloeistof, verliest een hoeveelheid gewicht, dat gelijk is aan het gewicht van de verplaatste vloeistof.
Het soortelijk gewicht van het menselijk lichaam
Door onderdompeling in water van een voorwerp, met maximale uitademing. Hier moet dan nog voor het restvolume van de longen gecorrigeerd worden. Daarna kan met behulp van formules ( formule van Brozek ) de hoeveelheid vet worden bepaald. Men moet ook 4 uur voor de test niet eten, zich ontlasten, urineren voor de test, zo weinig mogelijk aandoen, zo stil mogelijk blijven en doe deze test meerdermaals om tot correcte gegevens te komen.
Bepaling van lichaamsvet door huidplooimetingen .
Sloan en Weir hebben, door gebruik te maken van twee huidplooidikten, formules opgesteld waarbij de lichaamsdichtheid kan worden voorspeld met jonge mannen en vrouwen. Gebaseerd op een huidplooi aan de voorkant van het dijbeen en van de onderkant van het schouderblad. Deze zijn voor de vrouw anders. Ze konden ook het totale lichaamsvet in verband brengen met de lichaamsdichtheid en op deze manier een voorspelling doen van het lichaamsvet uit deze twee huidplooimetingen.
Specificiteit van huidplooimetingen en de schattingen van lichaamsdichtheid.
Pas op : afkomstig van antropometrische gegevens = dus van de populatie waaruit de vergelijkingen afkomstig zijn. Dit betekent dat nauwkeurige voorspellingen voor mannen en vrouwen van verschillende leeftijden en fitheidniveaus niet kunnen worden gemaakt uit een enkele set van vgl. zoals die van Sloan en Weir. Voor vgl. die de lichaamsdichtheid voorspellen voor niet-sporters kan dit worden geschat door de formule van Brozek of van Siri.
Door Air displacement plethysmography.
Bij deze test gaat de persoon in een gesloten kamer zitten en ademt door een plastic buis. Door de druk – volume en lichaamsvolume relatie te onderzoeken kan men lichaamsdichtheid bepalen. De Siri vergelijking kan dan worden gebruikt om de hoeveelheid lichaamsvet te bepalen van de lichaamsdichtheid. Het voordeel van deze methode is dat deze test vergeleken met de hydrostatische test, sneller is en met minder angstgevoelens kan worden doorlopen. Het grote nadeel van deze test zijn de kosten van de hoogtechnologische materialen die gebruikt worden om deze metingen te maken. Of deze test zeer effectief is voor onderzoek van de vergelijking van verschillende bevolkingsgroepen is nog te bezien.
Total body water measurement
Indien men aanneemt dat de hoeveelheid water in een bepaalde cel voor ieder individu hetzelfde is, kan men de lichaamsvetten meten adv de waterhoeveelheid in het menselijke cellen. Dit kan een algemene foutenmarge hebben van 3,6 %. Om dit te doen moet men een substantie innemen die zich gelijkmatig verspreid over het water van het lichaam. Meestal zijn dit radioactieve isotopen zoals deuterium en tritium. Ongeveer 3 uur na inname wordt er een urinestaal genomen. Omdat de hoeveelheid isotopen omgekeerd evenredig is voor de hoeveelheid water in het lichaam, kan het lichaamsvocht / water worden berekend. Door de dure en technische expertise nodig om deuterium of tritium te meten in het menselijk lichaam of in een vloeistof, is deze techniek zelden gebruikt buiten een onderzoeksopstelling
Bioelectrical impedance analysis.
Dit is een simpele test die gebruikt kan worden om de totale waterhoeveelheid in het lichaam te schatten. Deze test gaat ervan uit dat weefsels die een hoge waterhoeveelheid bevatten elektrische stroom met minder weerstand geleiden dan, cellen met een lager watergehalte. Omdat vetcellen weinig water bevatten, zal deze een hogere weerstand opleveren. Er worden 2 elektroden op de handen geplaatst en 2 op de voeten. Als de stroom door het lichaam gaat, wordt de weerstand bij bepaalde weefsels gemeten en wordt dan zo het lichaamsvet berekend. De nauwkeurigheid van deze test hangt af van de apparatuur . Toch is bij deze methode zeer weinig bekend over niet caucasische rassen, dus kan met het bij deze bevolkingsgroepen niet gebruiken. Ook gaat deze test niet bij personen die een afwijkend watergehalte hebben of bvb een pacemaker dragen. Men moet dan ook met een lijst van andere factoren rekening houden bij de meting. Temperatuur, huidtype, vochtigheidsgraad, consumptie drank of voedsel en van alcohol, etc....
Multicompartiment modellen.
Al deze voorgaande methoden gaan uit van 2 compartimenten van het menselijk lichaam. Vet vs niet-vet
Bij Multicompartiment modellen kan je een meer accurate inschatting maken van de lichaamssamenstelling. Bvb het driecompartimenten model van Siri = water, vet en vaste stoffen ( eiwitten, proteïnen ….. ). dit model zou tot op 2 % accurate gegevens kunnen geven over de hoeveelheid vetten.
Dual-Energy X ray absorptiometry
Deze methode was oorspronkelijk ontwikkeld voor de dichtheid van botten te meten. Maar door een volledige xray te maken van het volledige lichaam door middel van een low dosage energy beam. Hierdoor wordt de dichtheid van de verschillende weefsels bepaald en kunnen de vetweefsels worden geïsoleerd van andere weefsels.
Girth measurements / omvang metingen.
Door deze methode kan men een schatting maken adh van een aantal omvangmetingen van bepaalde plaatsen. Deze methode is betrouwbaar en kan een evolutie beschrijven van de omtrek van lidmaten bij bvb gewichtsverlies door een dieet. Ze zegt echter wel niets over de de vet - component en de vetvrije – component.
De waist to hip ratio wordt bvb vaak gebruikt om de graad van obesiteit te meten en te evalueren.
Height – weight tables
Body mass index of BMI
BMI = kg /m2
Het BMI geeft niets weer over het verschil in vetweefsels en vetvrije weefsels.
Wanneer BMI > dan 27 kg/m2 : verhoogd risico op hart en vaatziekten
Gezond persoon : 19 < BMI < 25
Lichtjes overgewicht : 25 < BMI < 27
Lichaamsgewicht
Mensen worden dik door gebrek aan lichamelijke activiteit. Obesitas heeft te maken met een aantal ziekten ( diabetes, hart en vaat ziekten, psychologische problemen, enz. Daarom is de levensverwachting duidelijk verminderd bij het obese deel van de bevolking. Het kan de mortaliteit verhogen met 100 %.
Obesitas heeft te maken met een meer dan gemiddelde hoeveelheid vet in het lichaam. Dit is weer afhankelijk van gehalte aan lipiden van elke vetcel en van het totale aantal vetcellen. Adipocyten nemen toe tot aan de volwassenheid. Weinig lichamelijke activiteit stimuleert de vorming ervan. Dus een combinatie van het aantal vetcellen en hun lipidegehalte.
Voorkomen van vetzucht heeft meer succes dan de behandeling ervan; vooral tijdens de groei.
Lichamelijke activiteiten houdt het lichaamsvet laag en kan de mate waarin vetcellen zich vermeerderen tegengaan.
Wanneer een bepaalde voedingsopname niet leidt tot vermindering van vetweefsel moet de hoeveelheid lichamelijke activiteit worden verhoogd om een negatieve energiebalans te krijgen.
Kiezen voor activiteiten die grote hoeveelheden energie verbruiken, maar moeten passen bij de lichamelijke mogelijkheden van de persoon in kwestie.
Leefgewoonten worden vroeg ontwikkeld, dus hoe vroeger men ermee begint, hoe beter.