MuscleMeat

H 1-8 PPLP Protein Power Life Plan

Bezoekers in dit topic

Esperantisto

Freaky Bodybuilder
20 jaar lid
Lid sinds
11 okt 2002
Berichten
6.844
Waardering
26
Omdat me keer op keer op keer gevraagd wordt, waarom ik zo weinig KH eet, wil ik mijn lijfboek weer eens onder de aandacht brengen. Ergens in juni heb ik enthousiast de samenvattingen uit 7 hoofdstukken vertaald en dacht na de vakantie verder te gaan.. zoals zo vaak kwam daar niets van. Vandaag heb ik de 8e samenvatting vertaald. Dit keer wil ik het allemaal onder elkaar plaatsen zodat het niet verspreid wordt.. graag zou ik zien dat dit eens een sticky wordt. Je hoeft het niet met alles eens te zijn, maar het is niet te ontkennen dat veel informatie hier volstrekt juist is.
.........................................................................
Zoals sommigen wel weten ben ik bezig het boek "Protein Power LifePlan" door te lezen. Het gaat in op moderne beschavingsziekten en staat voor om terug te grijpen naar de voedingswijze van onze oerouders, maw het paleodieet op te pakken.
Nu staat er aan het eind van elk hoofdstuk een samenvatting en ik dacht dat het wel leuk zou zijn dat in het NLs te vertalen, ook voor me zelf om de stof wat beter in mijn hoofd te krijgen (ben beetje vergeetachtig typje!)
Dus... hier is de samenvatting van het eerste hoofdstuk over de mens als jager(-verzamelaar).
Iets wat er niet in staat, maar ik het vermelden waard vind, is dat men foutievelijk aannam dat mensen vooral verzamelaars waren en dat dit dan plantaardig materiaal betrof. Later is onderzoeksmateriaal weer eens grondig nagespit en wat bleek: het verzamelen van dierlijke voeding zoals insekten, ongewervelden, kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen is door (misschien vegetarische?) onderzoekers onder 'plant'aardige voedign geschaard... ja zo lust ik er ook nog wel een!
Ook interessant was bijv dat men er achter kwam dat onze jagende voorouders zo bedreven waren in het maken van stenen werktuigen dat ze die niet meesleepten maar ter plekke even maakten. Dat kan alleen voortkomen uit een enorme ervaring met de jacht... ergo: onze oerouders waren echt geen planteneters maar voornamelijk jagers en verzamelaars van dierlijke voeding!

Hier komt ie dan:
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan
1 Man the hunter – De mens als jager
Er is een overweldigende hoeveelheid wetenschappelijk bewijs die er op wijst dat mensen en hun voorgangers de mens-achtigen vlees hebben gegeten. Alles wijst er op dat mensen en hun voorlopers al 3 miljoen jaar overwegend jagers en in iets mindere mate verzamelaars zijn geweest. In de loop van miljoenen jaren is door natuurlijke selectie en menselijke ontwikkeling onze stofwisseling aangepast aan een oeroud dieet dat schijnt te hebben bestaan uit 65% voedsel van dierlijke herkomst en 35% plantaardige.
Pas 10.000 jaar geleden (op zijn vroegst!) zijn we gestopt met rondtrekken en zijn we ons met landbouw bezig gaan houden om granen te telen en hebben vanaf die tijd ook granen opgenomen in onze voeding.
De veranderingen in onze stofwisseling die nodig zijn om zich aan dit nieuwe soort voedsel aan te passen hebben op zijn minst een paar duizend generaties nodig (maw rond veertig- of vijftigduizend jaar). We zijn er dus nog niet en dat zal nog wel enige tijd vergen.
Het eten van granen maakte het mensen mogelijk om grote gemeenschappen te vormen en daarmee ook grote beschavingen op te bouwen, maar dat had wel zijn prijs voor individuele leden van de groep. Terwijl we wel kunnen overleven op een dieet dat op granen gebaseerd is, is dat niet het allerbeste soort dieet voor de species Homo sapiens; alle gevonden fossielen na die tijd wijzen er op dat na de introductie van landbouw de gezondheid, lengte en botstructuur [stature = ?] en levensduur heel sterk afnam.
In de laatste eeuw van onze Westerse wereld is dankzij een algehele toename van de eiwitconsumptie is dat weer enigszins verbeterd, maar omdat we nog steeds zwaar leunen op granen als voedselbron, blijft de metabolische [stofwisselings-]gezondheid achter. We worden als gemeenschap geplagd met epidemieën van diabetes (suikerziekte), hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en obesitas [vetzucht]. Al deze ziekten hebben we geërfd zodra onze voorouders hun succesvolle jaag-en-verzamel levensstijl inruilden voor de verslavende lokroep van granen (waarvan de consumptie de narcotische centra van de hersenen stimuleert [heeft een opioide werking]
In onze medische praktijk [die van de Eades] zorgen we voor mensen die al deze moderne ziekteverschijnselen vertonen. Om weer gezond te worden stellen we een terugkeer voor naar de basale voedingsprincipes van onze jagende en verzamelende voorouders door hen een dieet voor te schrijven van voedsel met een hoge nutriënt-dichtheid: vlees, vis en gevogelte, rijk aan eiwitten en hoog-kwalitatieve vetten; vruchten, bessen en groenten die rijk zijn aan anti-oxydantia en kankerwerende stoffen en het beperken van de voedingsmiddelen die onze voorouders nooit gekend hebben: granen, geraffineerde suikers en andere vormen van geconcentreerd zetmeel.


Espi

 
Laatst bewerkt:
  • Topic Starter Topic Starter
  • #2
H2 The insulin connection – Insuline als oorzaak van beschavingsziekten
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan

Een abnormaal metabolisme van 1 enkel hormoon insuline is de oorzaak van hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk, te hoog cholesterol en triglyceridengehalte, en een heleboel andere ziekteverschijnselen die steeds veelvuldiger voorkomen in de Westerse wereld.

Ofschoon deze ziekte niet schijnen te zijn voorgekomen voordat we omschakelden naar een landbouwcultuur, zijn het geen nieuwe ziekten. Beschrijvingen van diabetes en hartziekten kwamen al voor in oeroude Egyptische teksten die 2500 jaar geleden gesdchreven werden. Maar inzicht in de oorzaak van deze ziekten is pas van recente datum. De ontdekking van insuline dateert van 80 jaar geleden: 1921.

Voedingswetenschap staat nog steeds in de kinderschoenen. Zelfs aan het eind van de 20e eeuw zijn wetenschappers het er wel over eens dat te veel insuline problemen veroorzaakt, maar nog niet HOE dat dan gebeurt. Terwijl natuurkundigen het karakter en de functie van subatomaire deeltjes beschrijven, zijn voedingswetenschappers het nog niet met elkaar over eens wat nu eigenlijk ‘gezonde voeding’ is. Men is het zelfs oneens over de naamgeving van het hele cluster aan afwijkingen, die het gevolg zijn van een teveel aan insuline en die daarom een veelvoud aan namen hebben: The Metabolic Syndrome, the Hyperinsulinemia/Insulin-Resistance Syndrome, Syndrome X, the Deadly Quartet, the Diseases of Civilization, enzovoorts, enzovoorts.

Een literatuur recherche naar informatie over insuline en haar rol in ziekten levert ruim 20.000 onderzoeksartikelen op. Een vergelijkbare zoektocht naar hoe zoiets het best behandeld kan worden levert minder dan 100 artikelen op.

De belangrijkste rol van insuline is om de bloedsuikerspiegel te regelen. Wanneer we eten stijgt de hoeveelheid bloedsuiker, waardoor insuline nodig is om die te doen verlagen. Dat gebeurt doordat speciale insuline-receptoren op het celoppervlak worden geactiveerd, waardoor het suiker uit het bloed wordt gehaald en in de cellen gedreven, waar het verbrand kan worden voor energie of opgeslagen voor later gebruik.

Bij een dieet met veel suiker en zetmeel (wat in onze spijsverteringsorganen onmiddellijk in suiker wordt omgezet om het te kunnen opnemen) moet het lichaam veel insuline produceren om die lading aan suiker aan te kunnen.
We weten dat een verhoogd niveau aan insuline in het bloed de voorloper is van het ‘Metabolic Syndrome’ – een fenomeen dat ook bij kinderen van ouders met die afwijking al vroeg voorkomt – en dat voortdurend hoge concentraties aan insuline het systeem kan beschadigen, waardoor cellen insuline-resistent worden. Terwijl die resistentie zich ontwikkelt, vereist de taak om de bloedsuikerspiegel te normaliseren steeds meer insuline en er begint een vicieuze cirkel.

Ofschoon onderzoek nog moet aantonen HOE die insuline-receptoren nu precies resistent wroden, is wel duidelijk dat dit een veel voorkomend verschijnsel is; zowat 75% van alle volwassenen maken te veel insuline aan als gevolg van de toevoer van koolhydraten. Omdat in de laatste decennia Amerikanen massaal meer koolhydraten en minder vet zijn gaan eten, kan het geen verbazing wekken dat deze ‘Diseases of Civilization’ (waar niemand van had gehoord voor we op landbouw overstapten) epidemische vormen hebben aangenomen.

We hebben in het vorige boek (Protein Power) veel tijd besteed aan de rol van insuline bij de ontwikkeling van deze ziekten en hier gaan we voornamelijk in op de behandelwijze ervan. We zullen hier kort omschrijven hoe te veel insuline de ontwikkeling van al deze ziekten bevortdert.

Insuline bevordert hartziekten door de vaatwand te verdikken (vooral gevaarlijk in de kleine haarvaten die het hart voeden); door de neiging tot bloedklontering te vergroten; door het beschadigen van cholesterol te bevorderen omdat er zowel meer zuurstof als suiker in het bloed komt, waardoor het zich gemakkelijker in de vaatwand nestelt; en door een overmatige opslag van ijzer in weefsels te bevorderen (een recent ontdekt en belangrijk risico voor een hartaanval).

In het geval van hoge bloeddruk stimuleert een overmatige hoeveelheid insuline de nieren tot natrium- en waterretentie (zout), waardoor het bloedvolume vergrot wordt. Insuline verhoogt ook de spanning op de vaatwanden,waardoor ze stijver worden en niet meer zo goed in staat zijn omuit te dijen en zo de toegenomen hoeveelheid bloed op te vangen, waardoor de bloeddruk (verder) stijgt. Recent onderzoek heeft zelfs aangetoond dat insuline een rol kan spelen bij verhoogde bloeddruk door de vetopslag rond de nieren te vergroten, zodat de druk van buitenaf toeneemt en daardoor de bloeddruk nog verder stijgt.

Diabetes (type II oftewel ouderdomssuiker) is niets anders dan een extreme vorm van insuline-resistentie. Het komt voor wanner de cellen zo resistent zijn geworden voor insuline dat er meer insuline nodig is dan de alvleesklier (pancreas) kan produceren om de bloedsuikerspiegel te normaliseren, diabetes is dan het resultaat.

Onder invloed van insuline produceert de lever ook meer cholesterol, wat dan resulteert in meer ‘slecht’ LDL-cholesterol en minder ‘goed’ HDL-cholesterol evenals grotere hoeveelheden triglyceriden in het bloed, een bloedprofiel dat duidt op een vergroot risico op hartziekten.

De rol van insuline bij vetzucht (obesitas) is dat insuline een opslaghormoon is, dat brandstof (suiker en vet) opslaat voor later gebruik. Een hoge concentratie aan insuline is voor cellen het teken om vet op te slaan en niet voor gebruik vrij te geven. Om het opgeslagen vet weer de vetcel uit te loodsen en voor energie te gebruiken – met andere woorden, om vet kwijt te raken – moet het insuline-niveau eerst omlaag. Om de hoeveelheid insuline te doen verminderen, moet het lichaam insuline-gevoeliger worden.

Kortweg, om een van de afwijkingen die met insuline-resistentie te maken hebben, of het nu gaat om af te vallen, de hoeveelheid cholesterol of triglyceriden te verminderen, bloeddruk te verlagen of de bloedsuikerspiegel te normaliseren en diabetes onder controle te krijgen – moet de werking van de insulinereceptor verbeterd worden.

De enige effectieve manier waarop dit doel bereikt kan worden is om minder koolhydraten en minder calorieën te eten en/of meer aan lichaamsbeweging te doen. Van deze drie methoden blijkt een vermindering van de hoeveelheid koolhydraten het effectiefst te zijn.

We [de Eades] hebben de laatste 10 jaar besteed aan het effectief behandelen van deze afwijkingen met ons ‘Protein Power” dieet, waardoor de hoeveelheid insuline verlaagd wordt door een sterke inperking van de hoeveelheid suiker en zetmeel in het dieet, door lichaamsbeweging te promoten, die de hoeveelheid insuline het best verlaagd en insuline-gevoeligheid bevordert, evenals een oordeelkundig gebruik van diverse supplementen (voornamelijk magnesium, chroompicolinaat, ALA (alpha lipoic acid) en co-enzym Q10) die de insuline-receptor functie verbetert.

In de volgende hoofdstukken besteden we aandacht aan lichaamsbeweging, de voordelen van magnesium en zonlicht, de gevaren van een teveel aan ijzer, het schadelijke effect van granen, de gezondste vetten en de waarheid over cholesterol en hartziekten evanals een conceptvoedingsplan.


Toevoeging: in dit hoofdstuk gaat men ook gedetailleerder in op Syndrome X, ook bekend onder PCOS, waar ik vermoedelijk aan lijd/leed. Het was me niet bekend dat insuline(resistentie) ook invloed heeft op de produktie van coïtushormonen. Bij mij moet dit dan in de puberteit op zijn getreden... ik citeer:
Bijvoorbeeld: het lichaam neemt het cholesterol molecuul en maakt daaruit de verschillende hormonenn zoals DHEA (dehydroisoandrosteron), androsteendion, oestrogeen, progesteron, testosteron, cortisol en aldosteron. Testosteron wordt omgevormd tot het oestradiol (vrouwelijk hormoon).
Wanneer het systeem uit balans raakt zullen mannen testosteron in oestrogenen omzetten. Dit lijdt tot femininisering: met andere woorden: oiv oestrogenen zullen insuline-resistente mannen een aantal verschijnselen tonen die typisch vrouwelijk zijn: verdwijnen van spiermassa in schouders en borst, verlies van gezichts- en lichaamshaar en ietwat bredere heupen krijgen.

Daartegenover gebeurt bij vrouwen juist het omgekeerde. Terwijl ze normaal gesproken testosteron in oestradiol om zouden zetten, doen ze dat nu niet en hebben daardoor hogere concentraties aan testosteron. Deze overmaat aan test leidt tot een masculinisering: meer lichaamshaar, hardere haren, bredere schouders, borst en rug en een zwaardere stem. Hetzelfde bebeurt met vrouwen die PCOS (polycystic ovarian syndrome) hebben, waarvan velen ook lijden aan overtollig lichaamsvet.


Een aardig overzicht van hoe cholesterol in andere hormonen wordt omgezet!
Synthese van (coïtus)hormonen:
Cholesterol wordt omgezet in pregnenolon
Pregnenolon wordt omgezet in dehydroisoandrosteron
Dehydroisoandrosteron wordt omgezet in testosteron en oestron (of oestrogeen?)
Testosteron wordt dan weer omgezet in het vrouwelijk hormoon oestradiol.

Nu weer ff terug:
Pregnenolon wordt OOK omgezet in progesteron
Progesteron wordt omgezet in cortisol (stress hormoon) en aldosteron (rol?)

quote:
--------------------------------------------------------------------------------
Oorspronkelijk geplaatst door: Esperantistino


Nu weer ff terug:
Pregnenolon wordt OOK omgezet in progesteron

Progesteron wordt omgezet in cortisol (stress hormoon) en aldosteron (rol van dat hormoon is?)


--------------------------------------------------------------------------------
Patrick:
http://www.med.unibs.it/~marchesi/sterhorm.html

Zorgt voor een verhoogde opname van natrium. en nog meer zaken
 
Laatst bewerkt:
  • Topic Starter Topic Starter
  • #3
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan

H3 The fat of the land – Het vet van het land

Mensen en onze voorgangers hebben gefeest van het ‘vet van het land’ gedurende tenminste de laatste 3 miljoen jaar, maar de vetten die onze oerouders aten, waren heel verschillend van de vetten die we vandaag de dag consumeren.
Anders dan de meeste kieskeurige eters van tegenwoordig, die alleen het spiervlees van dieren eten, als we dat al doen, aten onze oerouders alles van het beest: de huid, de spieren, de organen, de hersenen, het ingewandsvet en zelfs het merg uit de botten, echt alles behalve de vacht, de horens, hoeven en botten.
Hierdoor kregen onze oerouders alle vetten binnen die ze nodig hadden om op te gedijen. En dat zijn dan ook de vetten, waar wij als mensen (door natuurlijke selectie) het beste op functioneren. Dus, om ons geboorterecht op gezondheid terug te veroveren moeten we het zelfde doen, tenminste, voorzover dat met onze moderne voedselvoorkeur te realiseren valt.

De overgang naar een ander soort vet heeft eigenlijk pas in de laatste 100 jaar plaatsgevonden, minder dan een oogewenk in de geschiedenis van de mensheid. In 1910 consumeerden we 83% van onze vetten nog in de vorm van dierlijk vet en slechts 17% als plantaardig vet en bijna al die vetten kregen we binnen door daadwerkelijk die planten te eten. Tegewnwoordig krijgen we 3x zoveel plantaardig vet binnen, meestal zijn dat goedkope plantaardige oliën evenals geharde vetten en slechts de helft van het voedingsvet bestaat nog uit dierlijk vet.

Helaas hebben we een nieuw soort vet toegevoegd: een onnatuurlijk, kunstmatig vet, die ook transvet(zuur) wordt genoemd. Transvetzuren, die veel bij het bakken worden gebruikt, zitten in bijna alle bewerkte voedingsmiddelen.

De vetten en oliën die een mens eet, worden verwerkt in de celmembranen van elke lichaamscel. Om een cel goed te laten functioneren, is hoogwaardig vet(zuur) nodig: cholesterol en verzadigde vetzuren geven de membranen een goede structuur en poly-onverzadigde vetzuren zorgen voor flexibiliteit. Beiden zijn belangrijk voor het goed functioneren van een celmembraan.

De kunstmatig geproduceerde transvetzuren die gevormd worden tijdens een proces dat gedeeltelijke hydrolysering heet, vervuilt het celmembraan en interfereert met een goede functie ervan.
De nadelige effecten voor onze gezondheid zijn groot:
ze verlagen het HDL-cholesterolgehalte (het goede cholesterol) ,
verhogen het LDL-cholesterol gehalte (het slechte c.),
verhogen het totaal aan cholesterol,
hebben een nadelige invloed op de voortplantingsfuncties,
verlagen de voedingswaarde van moedermelk,
verzwakken het immuunsysteem,
verharden de celwand,
interfereren met de produktie van goede essentiële vetzuren uit voedingsvet
dragen bij tot het ontstaan van vetzucht en vooral,
dragen direct bij tot de ontwikkeling van insuline-resistentie en hyper-insulinemie [te veel insuline].

Deze vetten komen voor in alle vormen van voorverpakte en bewerkte voedingsmiddelen, van margarine en salades en kook-oliën tot bakkersprodukten (koek, gebak, etc.), chips, crackers en snoep.
Kijk naar het woord ‘partially hydrogenated’(gedeeltelijk gehydrolyseerd_ op het label en vermijd elke vorm van voedsel die deze vetten bevat.

Voor uw gezondheid bevelen we aan dat u de inname van belangrijke vetzuren, die onze oerouders aten, vergroot. Deze vetten komen nu te weinig voor in het moderne Amerikaanse dieet.
Dit zijn de meervoudig onverzadigde vetzuren, die we omega-3-vetzuren noemen en die voorkomen in koud-water-vis (sardientjes,wilde zalm, makreel, haring en tonijn) en in de olie die eruit geëxtraheerd wordt, zoals levertraan evenals vetten van wild (konijn, haas, etc.)

We bevelen aan dat u uw inname van enkelvoudig onverzadigde vetzuren vergroot. Deze vidnt u in olijven, olijfolie, avocado, canola olie en echte noten en hun oliën.

De verzadigde vetzuren in uw voeding moeten komen uit hoogwaardige bronnen als vlees, gevogelte, zuivel en eieren.

Vermijd het gebruik van gebottelde plantaardige olie, soja-olie en ander goedkope bakolie evenals margarine, omdat deze zowel transvetzuren als grote hoeveelheden omega-6-vetzuren bevatten, die de oerouders alleen in kleine hoeveelheden aten en dan slechts van de plant zelf.

Om hun manier van eten te imiteren, zou de verhouding omega-6 tov omega-3 vetzuren ongeveer gelijk moeten zijn. Voor de meeste mensen betekent dit dat ze meer omega-3-vetzuren moeten eten en minder omega-6-vetzuren.


Goede vetten zijn
Om te koken/bakken in een pan: boter, ghee (geklaarde boter), olijfolie, sesamolie, kokosolie, reuzel, vet dat van nature in vleees en gevogelte voorkomt (bij voorkeur van biologisch vlees, dat niet met granen gevoed is)

Om te bakken: amandel olie, boter, canola olie, ghee (geklaarde boter) en reuzel (liefst organisch)

Voor salades: avocado-, amandel- , canola- , hazelnoot- , macadamia- , olijf- sesam- walnoot en lijnzaadolie

Goede supplementaire oliën
- lijnzaadolie (moet donker en koel bewaard worden in koelkast, NOOIT verhitten)
- sardine olie (en andere verse visolie)
- levertraan (moet donker en koel bewaard worden in koelkast, NOOIT verhitten)
- capsules met visolie, lijnzaadolie, DHA, EPA. Als je een van deze instabiele olies in capsulevorm gebruikt, wees er dan van bewust dat zuurstof kan binnendringen en de olie kan bederven waardoor peroxydes ontstaan. Bijt daarom regelmatig een capsule door om te controleren of deze nog vers is. Als het erg ranzig smaakt, weggooien en naspoelen met een beetje wijn.

Slechte vetten: maisolie, plantaardige bakolie, margarine, shortening (?), gedeeltelijk gehydrogeneerde oliën van welk type dan ook.

Nog wat details:
Metabolic conversion pathways of omega-6 and omega 3-fatty acids

LA (linoleic acid = omega -6) à arachidonic acid (mbv desaturase en elongase enzym)
ALA (alpha-linolinic acid = omega-3) zit in lijnzaadolie wordt omgezet in eicosapentanoic acid (EPA) en docosahexanoic acid (DHA) (mbv desaturase en elongase). Die twee stofjes zitten weer in visolie.


Net gelezen op een ander bulbord voor low-carbers!

Hier nog eens waarom transvetten slecht voor je zijn

..........................................
Zo, nu hoor je het ook weer van een ander...

Erg handig dat ik die omzetting van ALA (niet lipoic acid) maar die van de grondstof voor omega-3 vetzuren er aan toe heb gevoegd.


Het duurde even, maar hier is de vertaling van dat stukje (werd afgeleid door andere zaken)

OP (original poster)
Het goede nieuws is dat je door een laag-KH dieet te volgen, je al automatisch veel transvetten vermijdt omdat ze vooral in brood en gebak verwerkt zitten, die we toch al niet meer eten.

Een paar dagen geleden kwam ik bij Trader Joe (een groothandel in alternatieve voeding) en zag dat ze low-carb koekjes te koop hadden, dus ik pakte er een en keek naar de ingrediëntenlijst. Bijna bovenin stond ‘gedeeltelijk geharde (hydrogenated) plantaardige olie. Dus ik legde ze weer terug en keerde op mijn schreden terug.

Transvetten worden zo genoemd omdat ze een onnatuurlijke chemische configuratie hebben,die de transconfiguratie heet. Sommige mensen noemen ze wel ‘beschadigde vetten’ wat ook een goede term is. De vetzuurmoleculen in transvetten hebben een AFWIJKENDE vorm. Je hoeft niet zoveel onthouden te hebben van je middelbare school-scheikunde lessen om je te realiseren dat een verkeerd gevormd molecuul niet op de juiste manier KAN werken.

Wanneer je iets eet waar transvetten in zitten, zullen deze verwrongen, verkeerde gevormde moleculen worden ingebouwd in je celwanden. Wanneer je eiwitten eet, worden die eiwitten een onderdeel van jou. Hetzelfde gaat op voor vetten: je wordt wat je eet.

Wanneer je deze beschadigde vetten in je celwand inbouwt, zal een behoorlijk deel van de enzymatische activiteit die daar moet plaatsvinden niet goed uitgevoerd worden. De omzetting van de verschillende vormen van cholesterol en met name die van het ‘slechte’ LDL naar het ‘goede’ HDL wordt afgeremd. En dat is nog maar een van de dingen waar transvetten invloed op hebben en waarom transvetten er toe leiden dat je meer slecht en minder goed cholesterol in je lijf zult krijgen.

Wat ook enorm belangrijk is voor mensen die laag in de KH zitten, is dat transvetten je cellen meer insuline-resistent maken, waardoor ze een rol spelen bij de ontwikkeling van type II diabetes evenals het voorkomen van insuline-resistentie wat nog net geen diabetes II genoemd kan worden en wat velen van ons ervoeren net voor we overgingen op een verstandiger dieet.
Het hele doel van een laag-KH dieet is om de insuline-resistentie te verminderen, dus als je dan nog steeds transvetten blijft eten dan werk je dit wel flink tegen.
Bovendien blijkt er nogal wat bewijs te zijn dat transvetten een rol spelen bij de ontwikkeling van vetzucht (obesitas) door het vetzuurmetabolisme te verstoren.

Verder speelt nog mee: hart- en vaatziekten, kanker, onvruchtbaarheid, slecht werkend immuunsysteem. Als je geen gezonde celwanden hebt, dan kun je op termijn AL dit soort problemen verwachten.

Vermijd dus ALLES waar gehydrogeneerde (geharde) of gedeeltelijk gehydrogeneerde (geharde) plantaardige olie van welke aard dan ook op het label staat. Dit gaat ook op voor plantaardige ‘shortening’ (? ) wat niets anders is dan gedeeltelijk geharde olie, normale margarine (er zijn nu soorten zonder transvetten maar nog steeds blijft ECHTE boter een betere keus), creamer (zowel de vloeibare als de poedervorm) en een ongelooflijke hoeveelheid bewerkte voedselprodukten, die zelfs niet eens allemaal hoog-KH produkten zijn. Kijk bijv. uit voor saladedressings, sommige ervan bevatten transvetten!

De grootste deskundige op het gebied van vetonderzoek in het land, Mary Enig heeft eenvoudigweg gezegd dat veel van de gezondheidsproblemen, waarvan we de schuld leggen bij dierlijke (dwz verzadigde) vetten in werkelijkheid te wijten zijn aan de hoge inname van geharde plantaardige vetten. Veel van de gezondheidsdata die verzameld zijn voor de tachtiger jaren bevatten geen gedetailleerde verwijzingen naar hoeveel transvetten er in iemands dieet zat.

Het is in het belang van de voedingsolie-industrie om er voor te zorgen dat wij de natuurlijke verzadigde vetten de schuld geven voor al die problemen, in plaats van de echte schuldigen, die ik zou willen identificeren als een dieet dat leidt tot een verhoogde insuline spiegel (oftewel veel KH) in combinatie met onnatuurlijke industriële voedingsprodukten zoals transvetten.

antwoord:
Het is geen onnatuurlijke chemische configuratie. De isomerisatie van cis naar trans gebeurt ook tijdens het fermentatieproces in de ingewanden van herkauwers. Isomerisatie van veel koolstofketens gebeurt ook in de menselijke ingewanden zoals met bijvoorbeeld luteïne [uit eigeel?], beta-caroteen en lycopeen [zit in tomaten?].
Maar een natuurlijke configuratie can natuurlijk ook ongezond zijn.
Welke enzymen verliezen hun activiteit met transvetten? Ik had gehoord dat transvetten ongezond zijn, maar wist niet waarom en hoe.

OP weer:

Dit is wat Mary Enig er over te zegggen heeft:
Er zijn altijd kleine hoeveelheden transvetzuren in het menselijk dieet geweest uit vetten die afkomstig zijn van herkauwers (melkvee, schapen, geiten, herten, buffel, antelope, etc.) omdat de micro-organismen in de pens trachten om de meervoudig onverzadigde vetzuren uit de weg te ruimen die in het plantaardige voedsel zitten, die door deze beesten gegeten worden.

Voorheen werd aangenomen door onderzoekers dat de transvetzuren die men in vet van herkauwers vond identiek waren aan de transvetzuren die door het harden (hydrogeneeren) van plantaardige olie in de fabriek ontstaan.

Maar onderzoeken hebben aangetoond dat de hoeveelheid transvetzuur niet alleen veel lager ligt (in echte boter zit misschien 2 tot 3% transvetzuur tov cis-vetzuur), maar het effect op alles wat met het functioneren van de celwand te maken heeft praktisch nihil was:
Alle studies die gedaan zijn met kunstmatige transvetten toonden aan dat die een negatieve invloed hadden op het celwandmechanisme.

Met andere woorden: de natuurlijke transvetten komen voor in slechts heel geringe hoeveelheden en hebben om de een of andere reden niet het nadelige effect dat kunstmatige transvetten wel hebben.

OP antwoordt nu de vraag welke enzymen hun enzym-activiteit verliezen

Opnieuw zal ik Enig aanhalen:
Transvetzuren blijken in te werken op het functioneren van de celwandenzymen zoals delta-6-desaturase, wat resulteert in een afgenomen omzetting van bijv. linoleic zuur naar gamma-linoleic zuur of arachidonzuur. Het interfereert ook met de noodzakelijke omzetting van omega-3-vetzuren in de verlengde omega-3-vetzuren en aldus wordt de onvoldoende inname van omega-3-vetzuren nog verder verergerd .

Uit hetzelfde interview

Voor wat kanker aangaat, bevorderen transvetzuren de nadelige wijzigingen in de activiteit van het belangrijke enzymsysteem dat chemische cardcinogenen en drugs (medicijnen) metaboliseert, dwz het gaat hier om het mixed-function oxidase cytochromes P-448/ 450.

Het volledige interview is te vinden op :
http://www.mercola.com/2000/june/10/trans_fats.htm

Het hele artikel van Enig zelf, wat interessant en verontrustend is , is te lezen op:
http://www.westonaprice.org/know_your_fats/oiling.html

Het gaat in detail in op de achtergronden van de inspanningen van de voedingsolie-industrie om de FDA (Food & Drugs Administration, zoiets als WVC?) te verhinderen om zelfs maar informatie te verzamelen over de nadelige invloeden van transvetten op onze gezondheid in vergelijking met verzadigde vetten.

Espi
 
Laatst bewerkt:
  • Topic Starter Topic Starter
  • #4
H4 Cholesterol: the good, the bad and the ugly
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan

In de laatste 10 jaar heeft het medisch-farmaceutische complex cholesterol gedemoniseerd alsof het een seriemoordenaar zou zijn en niet de “natuurlijk voorkomende en noodzakelijke” stof die het in werkelijkheid is. De druk om de cholesterolspiegel te verlagen heeft geresulteerd in ‘veilige’ normaalniveaus, die 40% van de volwassen Amerikaanse bevolking zou noodzaken tot het innemen van krachtige en potentieel gevaarlijke cholesterol-verlagende medicijnen om hen te ‘beschermen’ tegen het risico op hart- en vaatziektendoor een te hoog cholesterolgehalte.

Wat is cholesterol? Verre van een soort chemische crimineel, komt deze wasachtige alcohol (het is geen vet!) voor in elke cel van elk orgaan en weefsel in het menselijk lichaam.
Cholesterol heeft een meervoudige functie, waaronder het vorm en structuur geven aan de celwand en de ruwe grondstoffen leveren om de coïtushormonen, ‘jeugd’hormonen en andere hormonen die ervoor zorgen dat we tegen stress bestand zijn en ontstekingen verminderen. Zonder voldoende cholesterol kan het lichaam onvoldoende versleten of beschadigde cellen vervangen en vernieuwen, daar het maken van een nieuwe cel het aanmaken van een nieuwe celwand vereist, waarbij cholesterol een vitale rol speelt. Zonder nieuwe cellen wordt het lichaam oud en zal het sterven.

Het overgrote deel van de cholesterol in het bloed (ongever 80%) wordt door de eigen lever geproduceerd. Slechts ongever 20% staat in verband met de cholesterol die u via de voeding inneemt. In feite kan het lichaam aanvoelen hoeveel cholesterol het via de voeding binnenkrijgt en zal dan de eigen aanmaak van cholesterol zo nodig naar beneden of naar boven aanpassen.

Genoeg cholesterol binnenkrijgen via de voeding is van groot belang om een goed humeur te bewaren. Zonder voldoende cholesterol worden zowel mensen als dieren depressief, gedeeltelijk omdat onze hersenen een enorme hoeveelheid cholesterol bevatten. Wanneer het niveau aan cholesterol in het bloed te laag wordt, is dat even gevaarlijk voor onze gezondheid als wanneer het te hoog is. De mortaliteit is het laagste bij mensen die een totaalcholesterol gehalte hebben van tussen 160 en 220 mg/dl (bloed? = serumcholesterol) en dit is waar we zoveel mogelijk naar streven en waar mensen die onze voedingsadviezen volgen automatisch op uitkomen.

Krachtige cholesterol-verlagende medicijnen innemen om een risico-verlaging te beriken heeft in klinisch onderzoek nog nooit tot een verlaagde mortaliteit geleid. In feite bleek dat er bij de grootste onderzoeken, significant MEER mensen overleden die deze medicijnen innamen, dan bi de groep die dat niet deed. Ze stierven dan wel niet aan een hartaanval, maar dood is dood, welke oorzaak het ook mag zijn. En die cholesterolverlagende medicijnen hebben flink wat nadelige neveneffecten, zoals het vernietigen van spierweefstel en leverschade. De statins in het bijzonder, zorgen voor een complete stillegging van de produktie van een van de meest essentiële co-enzymen (co-enzym Q10), die uitgerekend een belangrijke functie heeft bij het verbeteren van de mogelijkheid van de hartspier om energie te genereren.

Co(enzym)-Q10 is een anti-oxydant die het hart tegen schade kan beschermen. In Japan wordt coQ10 zelfs voorgeschreven om ‘congestive heart failure’ (vert?) te behandelen, wat het uitstekend kan doen in hogere doses. Mensen die dergelijke statines innemen of hebben gedaan, zouden in ieder geval extra co-Q10 in moeten nemen (tenminste 100 tot 300 mg/dag in olie-vorm) om het verdwijnen van het eigen co-Q10 tegen te gaan.

Het meten van individuele cholesterol types (LDL, HDL) is in de laatste 5 (nu 8-9) jaar enorm verbeterd. Terwijl men eerst alleen het totaal cholesterol kon meten en later het goede (HDL) en slechte (LDL), kan men nu onderscheid maken in een dozijn aantal subtypes cholesterol. Maart terwijl dit wel van belang kan zijn in het onderzoekslab, is het voor de ‘man in de straat’ slechts van te belang te weten, wat hen nu een groter risico op een hartaanval geeft en wat dit risico vermindert.

Recent onderzoek wijst aan dat de twee meest voorspellende waarden voor een hartaanval niet het totaal aan cholesterol is en zelfs niet eens het ‘slechte’ LDL, maar het gehalte aan ‘triglyceriden’ en de hoeveelheid ‘goed’ HDL-cholesterol.

Hoe lager de ratio triglyceride: HDL is, des te lager uw risico op hart- en vaatziekten. Een warde van 5 wordt als drempelwaarde gezien. Is de waarde hoger, dan loopt u een risico, is de waarde lager dan neemt het risico af. Hoe hoger, des te groter het risico en vice versa. Mensen, die onze voedingsadviezen ter harte nemen, hebben meestal waarden die ver onder 5 en zelfs onder 2 liggen.

We zien slechts heel zelden een lichte verhoging van de hoeveelheid LDL-cholesterol, wat uiteraard nogal alarmerend kan zijn voor onze patiënten. Echter, een kleine verhoging is niet gevaarlijk. Er zijn namelijk twee typen LDL-cholesterol. Een klein, zwaar type en een groter, volumineuzer type. Onderzoek heeft aangetoont dat vooral het kleine type atherosclerose bevordert (verharden van de vaatwanden) terwijl het volumineuzere tyope dat niet doet.

Op een dieet met weinig vet en veel koolhydraten (wat ironisch genoeg vaak wordt voorgeschreven om het cholesterolniveau te verlagen), neemt juist het aandeel van dit zwaardere type LD_lcholesterol toe, wat elke mogelijke afname in het totaalgehalte aan cholesterol teniet doet.

Echter, met een dieet dat meer vet en minder KH bevat, zal het lichaam vooral het volumineuzere ongevaarlijke LDL produceren, waarmee het risico op hart- en vaatziekten verder verlaagd wordt.

Door eenvoudigweg minder zetmeel en suikers en meer goede, hoogwaardige vetten te eten, kunt u bereiken dat het totaalcholesterol, triglyceriden, het ‘slechte’ LDL-cholesterol verlaagd wordt en het gehalte aan ‘goed’ HDL cholesterol verhoogd wordt en daarmee het risico op hart- en vaatziekten sterk reduceren, zonder dure en potentieel gevaarlijke medicijnen te gebruiken.


Je kunt nu echt wel zien dat deze mensen arts zijn... valt me ook op dat ze wel heel erg veel reclame voor zichzelf maken.. zo uniek is hun zienswijze nu ook weer niet. Je ziet dat ook terug op hun webstek : [Link niet meer beschikbaar], ze schijnen vorig jaar 27 miljoen USD verdiend te hebben met al hun boeken en produkten.

Dan was Atkins lange tijd een stuk minder commercieel bezig, dat is bij hem pas de laatste 10 jaar of zo geworden. Echter, ik vind het verhaal van deze mensen een heel stuk doorwrochter, ze leggen ook meer nadruk op inname van groenten en fruit en wijzen op het grote belang van lichaamsbeweging.

aanvulling over waarom je eitjes niet moet klutsen:

Hier is de passage dan: pagina 125:

avoid eating lipid peroxides and cholesterol peroxides. Remember, one of glutathione's primary jobs is to destroy peroxides before they can cause any damage, and whenever a peroxide is destroyed, a glutatnione molecule is neutralized. \we p0roduce plenty of our own peroxides that require destruction without bringing any on board via our diet. Those that we consume deplete our glutathione. Where do we get lipid peroxides in the diet? All kind of places, some obvious, some not so obvious. One common source is scrambled eggs. Egg yolks containe a large amt of cholesterol that is easily oxydized when subjected to heat and air. When we scramble eggs we break the yolk and expose the cholesterol to both heat and air, producing a slurry of cholesterol peroxides. Although for Hedonists and Dilettantes an occasional omelet will do little harm, we recomend that most of the time you adopt a Purist approach and eat your eggs poached, boiled or fried in such a way that the yolks remain intect.
En dan zeggen ze nog dat eipoeder dus een big :no: is en dat dat ook in koekjes en andere banketprodukten zit verwerkt met uiteraard de kankerverwekkende transvetzuren (margarines).
en.. ook aardig: avoid excessive exercise of long duration without periods of rest and recuperation. If you are a long-distance runner, however make sure to take some time off for rest and other types of less strenuous activities. Give yourself time to recuperate and your glutathione time to regenerate.

 
  • Topic Starter Topic Starter
  • #5
H5 Antioxydant use and abuse - Gebruik en misbruik van anti-oxydanten
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan

Het is ditmaal niet een echt heel sterk hoofdstuk.. hoofdzaak is dat je vooral vit C, vit E, co-enzym Q10 en (r-)ALA moet gebruiken...

Onze Paleolithische voorouders aten niet alleen meer vlees en meer vet dan wij dat vandaag de dag doen, maar ze aten ook veel meer verschillende soorten voedsel. Experts schatten in dat mensen in de Steentijd evenals de huidige jager-verzamelaarsvolkeren wel 100 tot 150 verschillende soorten voedsel aten.

Vergelijk dat maar eens met de rond 15 tot 25 soorten voedsel die mensen tegenwoordig eten. De rijke variatie aan plantaardig voedsel die beschikbaar is/was, gaf onze voorouders een enorme variatie aan verschillende anti-oxydantia, die wij tegenwoordig echt niet met slechts 15 tot 25 verschillende soorten voedsel consumeren. Voedsel, dat vaak ook nog eens is ontdaan van haar micro-nutriënten door een vergaande bewerking ervan.

Velen van ons trachten om deze verloren gegane anti-oxydantia in supplementvorm in te nemen, maar dat is echt niet hetzelfde. In een pil kunnen we een enkele anti-oxydant of soms tot een dozijn verschillende anti-oxydantia vinden. Vergelijk dat maar eens met de 150 of meer stoffen, die in elke willekeurige vrucht of groente te vinden is. En als je veel verschillende vruchten of groenten eet, dan krijg je meer dan die 150 verschillende anti-oxydantia binnen dan met slecht 1 soort groente/fruit.

Deskundigen hebben vastrgesteld dat door het eten van veel verschillende vruchten en groenten men wel tot 4000 verschillende soorten flavonoïden kan binnenkrijgen, wat slechts een van de vele verschillende anti-oxydantia is. Naast anti-oxydantia bevatten planten nog duizenden stoffen die nog niet zijn geïdentificeerd en waarvan de werking nog onduidelijk is.

Wegens de enorme variatie aan ziekte-werende stoffen die onmogelijk in een pil gestopt kunnen worden bevelen we aan om zoveel mogelijk anti-oxydantia uit de voeding te halen.
Er zijn wel een aantal specifieke anti-oxydantia die we apart toedienen: vitamine E, alpha-lipoic acid (ALA), vitamine C en co-enzym Q10.

Wat doen anti-oxydantia eigenlijk? Ze verdedigen het lichaam tegen schade die door vrije radicalen wordt veroorzaakt. Waar komen die vrije radicalen die ons aanvallen, vandaan? Vrije radicalen worden met miljarden tegelijk in ons lichaam gemaakt wanneer energie wordt geproduceerd in onze cellen; we maken ze wanneer we aan lichaamsbeweging doen, ons bloot stellen aan UV-licht (zon), gewone en giftige chemische stoffen waar we mee in aanraking komen.
Zelfs ons eigen immuunsysteem produceert vrije radicalen als wapens tegen vreemde micro-organismen. Onderzoekers schatten dat zurstof vrije radicalen (uit de zuurstof die we inademene) uiteindelijk het DNA van elke cel in ons lichaam bereiken en beschadigen tot een aantal van enkele tienduizenden per dag.
Vrije radicalen beschadigen de delicate vetten die in de celwand zitten en maken ze minder flexibel. We zijn afhankelijk van anti-oxydantia om ons tegen deze schade te beschermen door die radicalen te neutraliseren, die ons op zijn minst sneller doen verouderen en op zijn ergst leiden tot ergere afwijkingen zoals insuline-resistentie en zelfs kanker.

Het lichaam maakt zijn eigen anti-oxydantia aan, die vrije radicalen kan neutraliseren en wel glutathion, een stofje dat gemaakt wordt uit zwavelhoudende aminozuren zoals die vooral in vlees, vis, gevogelte, eieren, knoflook, uien en broccoli gevonden kunnen worden. Andere anti-oxydantia zijn het mineraal selenium (te vinden in vis en zeevruchten, schaaldieren, lever en vlees), vitamine E (noten en zaden).

Voor een goede gezondheid is het van belang om ons te voeden zoals hier in Protein Power Lifeplan omschreven wordt en waarmee we ons lichaam voorzien van de ruwe grondstoffen om deze uiterst belangrijke verdedigers te produceren.

De anti-oxydantia fungeren als een team: als 1 ervan het vrije radicaal neutraliseert, dan wordt het overgedragen naar een andere anti-oxydant waarna het eerste anti-oxydant zich regenereert en weer klaar is voor de volgende ‘opdracht’.

Om die reden is het niet zinvol om grote doses aan individuele anti-oxydantia te slikken en dat kan zelfs contraproduktief werken, zoals in een beroemde epidemiologische CARET studie werd aangetoond, waarbij chronische rokers grote doses beta-caroteen of vitamine A toegediend kregen om te zien of dat longkanker kon voorkomen. Het opmerkelijke was, dat de mensen, die dit supplement namen, zelfs zoveel meer kanker kregen dat men een vroegtijdig eind maakte aan het onderzoek.

Op grote schaal individuele anti-oxydantia slikken zonder daar ook andere aan toe te voegen kan dus zelfs contra-produktief werken. Daarom bevelen we aan om de inname van koolhydraten volledig te benutten aan vruchten, groenten, noten en zaden die het rijkst zijn aan anti-oxydantia en al die duizenden andere stofjes die daarop van invloed kunnen zijn.
Dit zijn dan gekleurde groenten (paprika, squash, tomaten),
salade groenten, asperge, cruciferen (broccoli, spruitjes, kool, bloemkool), uien, knoflook, paddestoelen, bessen en meloenen.

Voor een snack vol met anti-oxydantia bevelen we de Paleolitische Punch aan (½ kopje bessen= aardbeien, bosbessen, frambozen met ½ -1 kopje water en 1 tl honing in blender stoppen en tot smoothie vermalen), waarmee u de mogelijkheid om vrije radicalen te lijf te gaan sterk vergroot met slechts 10 gram aan effectieve KH.

Als u veel verschillende groenten en fruit eet, deze punch drinkt, en ook nog extra vitamine C, E. co-enzym Q10 en (r-)ALA inneemt in de aanbevolen doses dan bent u in staat om heel veel schade van vrije radicalen teniet te doen. Het dieet in combinatie met deze supplementen geeft namelijk 98% van de beste anti-oxydantia die u zich maar voor kunt stellen.


Ook hier had ik nog wel een rijtje toevoegingen kunnen geven. Maar hier staat ook al vermeld waarom.
In je lichaam werken meer anti-oxydantia dan alleen maar vitamine C. Die doet niet alles alleen. Als je veel vitamine C inneemt zal je uiteraard genoeg daarvan hebben, maar andere anti-oxydantia worden dan op hun beurt de beperkende factor.

Bovendien, en dat staat dus weer in het boek (heb het hierboven niet vermeld).
"We geloven dat de aanbevolen dosis van 60 gram [ik denk dat hier een ernstige spel fout staat en het 60 mg had moeten zijn] vel te laag is, maar dat megadoses vit C averechts kunnen erken omdat vit C de absorptie van ijzer in ons lichaam verhoogt. En er is al genoeg ijzerstapeling in ons lichaam. Mensen met te veel ijzer in het lichaam hebben een grotere kans op hartproblemen als ze daarbij ook veel vitamine C innemen. Met een 'Paleolithische Punch' erbij bevelen ze 200 mg C per dag aan, zonder 2x 250 mg vit C.

Espi, die net haar kwark met gepureerde aardbeitjes (MET steel) op heeft
 
Laatst bewerkt:
  • Topic Starter Topic Starter
  • #6
H6 The leaky gut: diet and the auto-immune response - De lekkende darm: dieet en de auto-immuunrespons
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan


Mensen zijn acht- tot tienduizend jaar geleden voor het eerst graan gaan gebruiken als voedingsmiddel. Wild graan vormt vrijwel onverteerbaar voedsel voor mensen, maar door het drogen en malen van graan kan het toch als voedsel gebruikt worden. Hierdoor konden grote beschavingen tot bloei komen, maar dat had zijn prijs. Het vermogen om een plant te kunnen eten om te overleven betekent nog niet dat die plant dan gezond voor ons is. Zoiets dergelijks is het geval voor de meeste graansoorten en hier leggen we uit waarom.
De menselijke spijsvertering is ontworpen om voedsel af te breken dat we eten en om de nutriënten daaruit te absorberen. De darmwand vormt een barrière, die bepaalde voedingsstoffen toelaat en andere tegenhoudt. Een dieet dat voornamelijk op granen is gebaseerd kan leiden tot ingewandsgisting (logisch, daar gefermenteerde tarwe en hop bier en gas produceren) , wat weer kan leiden tot ontstekingen die de de dichtingen tussen de darmwandcellen verzwakken.
Door deze beschadigingen ontstaan ‘lekken’ die verboden stoffen, zoals onvolledig verteerde plantaardige eiwitten, in staat stellen de darmwandbarrière te passeren.
Deze plantaardige eiwitten, die lectines worden genoemd, veroorzaken flinke problemen zodra ze in de bloedbaan worden ogpgenomen omdat hun structuur zo lijkt op lichaamseigen eiwitten; sommige lectines lijken op de eiwitten in gewrichten, andere op eiwitten die betrokken zijn bij de filterfunctie van de nieren en weer andere op die van eiwitten op zenuwuiteinden.
Omdat ze zo sterk lijken op lichaamseigen eiwitten maar toch lichaamsvreemd zijn, trekken de lectines de aandacht van het immuun-afweersysteem, dat ze aan zal vallen. Helaas gebeurt het nogal eens dat wanneer het immuunsysteem eenmaal in werking is gezet, dit het lichaamseigen eiwit aanziet voor de indringer. Hierdoor ontstaat een hele reeks aan ziekten en afwijkingen die we kennen onder de naam van : arthritis (gewrichten), ingewandsontsteking (inflammatory bowel diseases), multiple sclerose (zenuwen?) en auto-immuunziekte van de nier. De onschuldiger varianten zijn het ontstaan van allergieën en astma.
Alle planten bevatten eiwitten die als lectines kunnen werken, maar de meeste zijn tamelijk onschadelijk. De ergste zijn afkomstig van granen en dan met name van tarwe en maïs maar ook van bonen en dan vooral rode nierbonen (kidney beans). Het verwijderen van deze voedingsmiddelen uit ons dieet kan voor ons allemaal gunstig uitpakken, maar het is vooral erg belangrijk voor mensen die risico lopen op auto-immuunziekten zoals rheumatoide arthritis, ankylosing spondylitis (ziekte van Bechterew =soort reuma in rug en ruggewervels), psoriasis, type I diabetes mellitus, multiple sclerosis, ziekte van Crohn, gezwelvormende (ulcerativie) colitis, glomerulonephritis, en mogelijk een aantal andere ziekten.
In onze patiënten die aan zulke ziekten lijden (of er een vergroot risico op hebben gezien hun familiegeschiedenis) beginnen we met een ingewands-rehabilitatieprogramma dat inhoudt dat alle granen uit de voeding worden verwijderd. Bovendien wordt de voeding aangevuld met 20 tot 40 gram glutamine per dag (een aminozuur dat de darm-celwanden voedt ) en we zorgen er ook voor dat ze genoeg eenvoudig verteerbare hoogwaardige eiwitten en vetten binnen krijgen om aan de behoefte te voldoen.
Om dit gemakkelijker te maken gebruiken we een eiwitdrank-supplement (wei) dat deze patiënten tot een week lang blijven gebruiken om hun darmen de kans te geven zich te herstellen. Daarna gaan weover op de Purist-variant van ons voedingsplan.
[die drank bevat dus wei met extra vitaminen en vmineralen maar ZONDER ijzer, bovendien mag het onder geen beding aspartaam bevatten. Aan elke portie eiwit = plm 30-40 gram per maaltijd afh van lengte/gewicht/geslacht moet dan nog 10 gram glutamine en 250 ml water worden toegevoegd. Bovendien nog extra magnesium-kalium innemen evenals een paar eetlepels levertraan. ]
Als je op dit moment medicijnen neemt voor hart, te hoge bloeddruk of bloedsuiker en met name insuline, dan is medische begeleiding uitdrukkelijk nodig.


Aanvulling uit het hoofdstuk zelf

Tarwe wordt als de grootste boosdoener gezien omdat het lectine in tarwe, dat tarwekiem agglutinine of WGA heet, aminozuurketens bevat die sprekend lijken op lichaamseigen eiwitten in gewrichten evenals de myeline eiwitten.
In kidney beans zit het lectine phytohemagglutinine of PHA dat weer (toevallig!) lijkt op eiwitten in de nieren evenals een aantal andere lichaamsweefsels.
Multiple sclerose komt bijv veel vaker voor in gebieden waar veel tarwe en rogge wordt geconsumeerd.
Al deze ziekten schijnen in het Stenen Tijdperk (Paleolithicum) niet of nauwelijks voor te zijn gekomen.
Bedenk dat onze oerouders nooit graanprodukten hebben gegeten: geen brood, geen pasta, geen tortillas en zelfs geen rijst. Jouw ingewanden lijken sprekend op die van hen. Hun immuunsysteem werkte hetzelfde als dat van jou.

Espi

Ik ben nog niet uitgelezen in het boek en mijn samenvattingen lopen nu gelijk op met wat ik lees. Het komende hoofdstuk gaat met name in op de rol van suikers in de voeding en opnieuw rijzen de haren je ten berge!

Ik bladerde ook vast vooruit naar hun voorstellen over wat je zou kunnen eten.
In feite zeggen ze dat je helemaal geen KH nodig hebt.. hier ben ik het niet mee eens. Hoe wil je zonder voldoende glycogeen intensief trainen? Ze staan dan ook bijv superlangzame KT voor.

Maar ff terug naar de KH: ze raden aan vooral fruit en groenten te eten waar veel vezels, weinig zetmeel en niet veel suiker in zit en daarmee je insuline niet laat pieken.

Ze splitsen de mensen die hun regime willen volgen op in hedonisten (levensgenieters), dilettanten en puristen ( ). Mensen die serieuze gezondheidsklachten hebben zoals een auto-immuunziekte wordt aangeraden de purist uit te hangen als hun gezondheid hen lief is..

De purist moet: alle (ontbijt)granen vermijden en alles wat hieruit vervaardigd kan worden. Dat betekent:
- geen tarwe, haver, rijst, maïs, amaranth, rogge, gerst of spelt.
- geen leguminosen (gedroogde bonen inclusief sojabonen, velderwten en pinda's)
- geen enkel melkprodukt
- geen bewerkt voedsel
- geen enkele suiker muv honing en zelfs dan nog maar weinig
- geen zoetstoffen
- geen alcohol

De dilettant is iemand die over de gezondheid bezorgd is maar niet alles op wil geven. De dilettant vermijdt alle (ontbijt)granen als maïs, millet, rogge en tarwe. Vermijdt ook suiker en fructose.

En nu waar je op zit te wachten

De hedonist haalt de KH uit
- groenten , waarbij ook hoog-KH met mate mogen worden gegeten, dat zijn dan 'witte' aardappelen en yams

- fruit: met name bessen, druiven, citroen, meloenen en rabarber. Iets meer bevatten grapefruit, bosbessen, kiwi, nectarines, sinaasappel en perziken. Matig zijn met rozijnen en ander gedroogd fruit evenals appels, abrikozen, bananen, papaya, peren, granaatappel, kokos, mango en ander tropisch fruit

Leguminosen in kleine hoeveelheden: gedroogde bonen, linzen, erwten en pinda's

Granen: kleine hoeveelheden bloem. Beperk de inname tot amaranth, gerst, maïs, millet, haver, rijst, rogge, spelt en tarwe

Dus in feite wordt de hedonist geen strobreed in de weg gelegd alleen de waarschuwing vooral de meeste KH uit fruit en groenten te halen en zeker niet meer dan 120 g KH per dag te eten, dat is dus 480 kcal en bij bijv. 2500 kcal/dag niet meer dan 20% van je totale inname aan kcal.

Nogmaals, ik ben het er mee eens zo lang we het over een doorsnee dag hebben en over de gemiddelde KT. De meeste mensen merken dat ze met weinig KH meer duurvermogen maar minder explosieve kracht hebben. Espi

Die lectines komen in meer of mindere mate voor. Ik zat nog te zoeken in het boek en wellicht vind ik een andere bron ergens anders, maar schijnbaar is rijst niet zo'n grote boosdoener als tarwe en bonen.
Niet helemaal gerelateerd aan lectine, maar wel aan de GI is dat basmati-rijst een lagere GI heeft dan gewone rijst. Van zilvervliesrijst weet ik het niet.

Verder speelt daar mee dat ze ook veeeeeel meer groenten eten vermoed ik en vooral, dat ze gewoon minder eten Proefdieren, die zo'n 10 tot 25% minder eten dan onderhoudsniveau leven veel langer dan wanneer je ze overvoert.
Dus : iemand die het goed voor heeft met zijn huisdieren laat ze niet 'ad libitum' eten (is term voor naar believen). Geldt ook voor je zelf.. daarom is het vast een beter idee de bulk/cutfases iets minder dramatisch te laten worden qua teveel/tekort aan kcal.

Espi (ik ga nog wel eens achter die lectines aan)
 
Laatst bewerkt:
  • Topic Starter Topic Starter
  • #7
H7 How sweet it is…. NOT! - Hoe zoet is het allemaal… niet!
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan

Onze oerouders deelden met ons een voorkeur voor zoetigheid. Er zijn verslagen bekend van hoe moderne jagerverzamelaarsvolkeren omgaan met een vondst van wilde honing: ze richten een honingfestijn aan en eten ervan tot ze zowat dronken worden van de suikers. Zoiets dergelijks moet 50.000 jaar geleden ook gebeurd zijn.

Het verschil met ons dagelijks leven is niet dat we meer of minder van zoetigheid houden, maar dat we er nu volop toegang toe hebben. Het gevolg is dat we alsmaar meer zoetigheid zijn gaan consumeren.
Aan het begin van de twintigste eeuw consumeerde de gemiddelde Amerikaan amper een kilo suiker per jaar. Aan het begin van de 21e eeuw is dat al ruim 70 kg suiker per jaar geworden voor elke man, vrouw en kind.
Dat is een opmerkelijke stijging en gaat niet alleen op voor suiker maar ook voor alle andere zoetstoffen zoals honing, fructose, glucose maisstroop en het goedkopere en zoetere hoog-fructose maisstroop die nu in zowat alle softdrinks aanwezig is evenals de gezoete sappen (nectar) en voorverpakte zoetigheid zoals ijs, koekjes, gebak, voedingsrepen en zoete ontbijtgranen.

Jongeren consumeren het meeste suiker en zoete siropen en dat gaat vooral op voor jonge mannen tussen 15 en 24 jaar die zelfs evenveel calorieën uit zoetigheid halen als alle andere voedingsstoffen als vlees, melk, fruit of groenten bij elkaar.

Hierdoor raakt het hele insulinesysteem overwerkt en op deze manier zullen we worden geconfronteerd met een epidemie van enorme omvang. In feite is dat nu al duidelijk: kindervetzucht (obesitas) is in de laatste 10 jaar verdubbeld en type II diabetes (ooit ouderdomssuiker genoemd) begint nu al op te treden bij 8 en 10 jaar oude kinderen. Hoe zal het deze generatie vergaan wanneer ze volwassen worden?

Rampzalige gezondheidsproblemen zijn niet alleen het gevolg van een toegenomen suikerconsumptie, maar ook die van geraffineerde zetmeelprodukten in het algemeen omdat zetmeel immers ook een vorm van suiker is in vermomming.
Zetmeel bestaat uit een reeks lange suikermoleculen, die door ons spijsverteringsstelsel weer worden afgebroken naar enkelvoudige suikers zoals glucose.
Zo eindigen alle koolhydraten of het nu gaat om suiker, brood, aardappelen, maïs, bagels, rijst of pasta.

Sommige voedingsmiddelen leiden tot een snellere stijging van de bloedsuikerspiegel dan andere.
Dit wordt uitgedrukt in de glycemische index, wat een interessante maar niet echt heel nuttige tabel is.
Het probleem is namelijk dat mensen zelden of nooit 1 enkel voedingsmiddel eten, maar meestel 2 of meer voedingsmiddelen met elkaar combineren, wat dan weer een ander effect heeft op de bloedsuikerspiegel (bovendien is er ook verschil in de respons op meer of minder bewerkt voedsel bijv rauw versus gekookt en bijv gekookte aardappelen tov aardappelpuree) .

Behalve meer suiker, is men ook veel meer fructose gaan eten omdat de voedingsmiddelen industrie de laatste tijd is overgestapt van sucrose naar fructose omdat dat goedkoper en zoeter blijkt te zijn. Dit is erg belangrijk omdat fructose een belangrijke rol blijkt te spelen in de produktie van vet en ook hecht fructose zich gemakkelijker aan lichaamseiwitten , waarna ze die onherstelbaar beschadigt en doet verouderen. Dat kan leiden tot uiteenlopende ziekten en verschijnselen als nierziekte en staar (cataracts) evenals rimpelvorming.
Sommige mensen hebben gesuggereerd dat fructose goed zou zijn voor diabetici omdat het geen insuline piek veroorzaakt.
Helaas is aangetoond dat fructose desondanks op andere wijze insuline-resistentie veroorzaakt (en bij proefdieren is het zelfs de geijkte methode om insuline resistentie op te wekken).

We bevelen daarom aan om fructose zoveel mogelijk te vermijden, met uitzondering van fruit, waar het van nature in kleine hoeveelheden voorkomt en ook alle andere soorten suiker zoveel mogelijk te vermijden.

Kunstmatige zoetstoffen veroorzaken geen hogere bloedsuikerspiegel of een grote insulinepiek maar dat maatk ze nog niet tot ideale vervangers voor suikers.
De intense zoetheid ervan zorgt er voor dat u blijvend een voorkeur behoudt voor zoete dingen en aldus de behoefte blijft voelen meer zoetigheid te eten. We zijn grote tegenstanders van het gebruik van aspartaam omdat onderzoek aantoont dat het de bloedhersenbarrière passeert en invloed heeft op geheugen, slaap en stemming en nog zo meer nadelige effecten.

Als u echt beslist zoetigheid wilt gebruiken die ligt boven wat we aanbevelen met echte zoetstoffen dan bevelen we ‘hedonisten’ en ‘dilettanten’ het gebruik van sucralose aan (in Canada en de VS bekend onder de merknaam Splenda).

Het beste zou zijn om gewoon alle kunstmatige zoetstoffen te vermijden omdat onze fysiologie niet is berekend op zoveel zoetigheid en dat geldt ook voor onze smaakpapillen, die we weer de kans moeten geven om de natuurlijke zoetheid van voedingsmiddelen te waarderen, zoals in rijp fruit, groene bonen, suikererwtjes en amandelen.


en opnieuw een gedetailleerdere aanvulling

fructose
Fructose op zichzelf veroorzaakt geen verhoging van de insuline respons.
Maar: fructose wordt in de lever omgezet in glycerol (ruggegraat van triglyceride/vet) wat weer leidt tot een toename van VLDL cholesterol.
Veel fructose in de voeding bevordert ook de peroxydatie van vetten.
Grote hoeveelheden frutctose beïnvloeden de wijze waarop glucose wordt verwerkt door het lichaam en kan tot hyperinsulinemie/insuline resistentie leiden.
Eenvoudige suikers zoals fructose en glucose binden aan lichaamseiwitten en initialiseren een chemische reactie die (in het Engels) 'fructation' of 'glycation' wordt genoemd, wat een permanente beschadiging van het eiwit inhoudt, wat erg lijkt op het caramelliseren van van zuiveleiwitten en -vetten met suikers.
Dit gebeurt met zulke grote voorspelbaarheid dat men zelfs bloedonderzoek kan doen en daarin kan vaststellen in hoeverre de bloedeiwitten geglyceerd zijn en daaruit kan bepalen wat het gemiddelde bloedsuiker gehalte geweest is over de afgelopen 2-3 maanden(de levensduur van een bloedcel is 120 dagen).[de afkorting voor deze test is HbA1C en is onlangs bij mij uitgevoerd]
Op de een of andere manier heeft fructose een veel sterkere voorkeur tot het aanhechten aan lichaamseiwitten dan glucose, vooral wanneer er veel ijzer in lichaamsweefsels of de bloedbaan aanwezig is.

kunstmatige zoetstoffen
saccharine, ontdekt in 1879 is 300x zoeter dan suiker en stabiel bij het koken. Het zou blaaskanker bij knaagdieren bevorderen maar dat is bij mensen nog niet aangetoond. Echter: saccharine leidt tot insuline pieken wat niet handig is voor mensen die dat niet willen. Saccharine hoort dus niet in het voedingsplan thuis of anders heel spaarzaam gebruiken

Acesulfaam K(alium) lijkt op saccaharine en zorgt eveneens voor een insuline respons: dus niet of heel weinig gebruiken

Cyclamaat, ontdekt in 1937. Is stabiel bij verhitting en 30x zoeter dan suiker. Ook hier gezondheidsvragen maar geen bewijzen. Dit stofje is toen wel verboden in de VS

aspartaam heeft geen bittere nasmaak, wel evenveel kcal als suiker maar 200x zoeter. Kan niet verhit worden. Helaas: het is een dipeptide dat in de componenten methanol en formaldehyde wordt afgebroken. Dat is niet zo’n ramp, dit stofje wordt in grotere hoeveelheden in fruit en groenten gevonden.
Echter, het passeert de bloedhersenbarrière en men denkt dat het ernstig excitotoxisch is, dwz hersencellen kan beschadigen net zoals dat met vetsin/MSG (monosodiumglutamaat) het geval is. Haar chemische structuur zorgt ervoor dat het past in een receptor die NMDA (N-methyl-d-aspartaat) heet en zenuwcellen zodanig kan stimuleren dat die afsterven.
De situatie zou verergerd worden bij lage concentraties magnesium in de cellen. Een te laag Mg-gehalte is typisch voor mensen met ziekten die in verband staan met te veel insuline: diabetes, obesitas en hoge bloeddruk, juist die mensen die als vanzelf grijpen naar kunstmatige zoetstoffen.
Men denkt dat aspartaam symptomen kan opleveren zoals: stemmingswisselingen, slaapstoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, kortetermijn geheugenverlies, wazig denken en onmogelijkheid om zich te concentreren. Bovendien denkt men dat zelfs sprake kan zijn van permanente schade aan de hersenen. Tot nog toe is het echter nog niet verboden. We hopen echter dat u het zoveel mogelijk vermijdt. Beter is het om honing, stevia of zelfs gewone suiker in kleine hoeveelheden te gebruiken of anders een andere kunstmatige zoetstof te gebruiken.

Sucralose is vrij nieuw, maar wordt alweer 15 jaar in Canada gebruikt. Het wordt onder de merknaam Splenda verkocht. Sucralose is 600x zoeter dan suiker en lijkt precies op suiker, op 2 molekulen na: twee hydroxylgroepen zijn vervangen door chloride.
Het lichaam kan het daardoor niet meer herkennen en er is ook geen sprake van een insulinepiek. Het is bovendien bestand tegen verhitting, heeft geen bittere nasmaak en nul calorieën.
Te mooi om waar te zijn? We raden u aan voorzichtig te zijn… het is in ieder geval een van de weinige zoetstoffen die we zelf [de Eades] ook in geringe mate gebruiken wanneer we een beetje extra zoet willen gebruiken.
Het is nog steeds niet heel gemakkelijk te verkrijgen.. maar dat zal snel veranderen.

Stevia is een natuurlijk produkt, gewonnen uit het blad van een Zuidamerikaanse plant Stevia rebaudiana. Het heeft een ietwat bittere nasmaak net zoals cyclamaat en acesulfaam K.
Doordat het zo bitter is kan het net als de andere zoetstoffen ook een insulinepiek veroorzaken.

Suikeralcoholen als xylitol, sorbitol en maltitol hebben dezelfde zoete smaak als suiker maar kunnen de darmwand niet passeren en daardoor geen insulinepiek veroorzaken. In kleine doses is er geen probleem, maar grotere hoeveelheden kunnen leiden tot wat ze noemen: osmotische diarree. [zit vooral in kauwgom]


Groetjes

Espi
............................
aanvulling uit DBB-discussie:

Zetmeel is geen verborgen suiker. Het is een koolhydraat die langzamer verteerd dan fructose, dextrose, maltodextrose, sucrose enz.

Het is eerder een koolhydraat met verschillende glucose verbindingen door polymeren met een relatief hoge GI.

ter vergelijking:

GI Glucose/dextrose/druivensuiker: 100
GI Aardappels in de schil (zetmeel): 65
GI Witte rijst: 70
GI Maltose (Bier): 110 !!

Waar je op moet letten is gemodificeerd zetmeel, want dit heeft een zeer hoge GI die bijna die van suiker evenaart. (95)
Quote:

ik zelf probeer t zoveel mogelijk te vermijden, maja kwark en yoghurt bevatten suikers ... en in me glas vruchtensap ook een vorm van suiker (alhoewel erop staat dat er geen suiker in zit).

Kwark en yoghurt bevatten relatief weinig koolhydraten, het is ook nog eens geen slechte vorm want lactose verteerd niet sneller dan pakweg een aardappel of rijst. (minder dan 60 op de GI)

Vruchtensap is vooral fructose wat al helemaal geen problemen vormt voor de insuline afgifte, maar het kan wel een teveel aan suikers vorme, als je overdrijft. (met geen suiker bedoelen ze immers "geen toegevoegde suikers) het sap zelf bevat van nature fructose dus vooral suiker) Het is wel veel gezonder om versgeperst fruitsap te drinken.

Originally posted by Frenkpie
vooral dat zetmeel vind ik misleidend.. een verborgen suiker....
ik zelf probeer t zoveel mogelijk te vermijden, maja kwark en yoghurt bevatten suikers ... en in me glas vruchtensap ook een vorm van suiker (alhoewel erop staat dat er geen suiker in zit).


Nou ja, echt verborgen niet, maar zetmeel is gewoon een lange keten KH-moleculen (de exacte structuur ken ik niet meer, neem aan gewoon glucose moleculen, term is trouwens amylose meen ik en het wordt door amylase afgebroken). Maar ons lichaam kan dat iha razendsnel doen. Alleen als er bijv nog een schilletje omheen zit als bij zilvervlies rijst en andere wilde granen valt het nog wel mee met de snelle omzetting.

Naturel yoghurt en kwark bevatten maar heel weinig KH en dat schijnt voor een groot deel al voorverteerd te zijn door de Lactobacillus bacteriën, wat uiteraard de zure smaak verklaart. Tegenwoordig laat ik de kwark (en af en toe ook yoghurt) uitlekken en heb de indruk dat ik dan veel van de lactose kwijtraak (ook de zure smaak). Het makkelijkst gaat dat uitlekken niet op de voorgeschreven manier met een theedoek maar heeeel simpel in een goedkope koffiefilterhouder (van de Hema bijv) met losse filters.. die pleur je gewoon daarna in de vuilnisbak en je hebt bijna geen verlies aan kwark/yoghurt.

Espi

Was net op zoek naar een webstekje om te achterhalen of sucralose oftewel Splenda ook in NL te koop is.
In plaats daarvan een verhaal uit een nieuwsbrief voor mensen met 'interstitiële cystitis (heeft met chronische blaasontsteking oid te maken ) over de geschiedenis van de ontdekking van sucralose en ik plak er ook maar het stuk over Stevia aan vast.

http://www.ic-network.com/bev/august01.html

How Sweet It Is!

We've all heard the same stories over and over on the nightly news: Americans are gaining weight at an unprecedented rate and are suffering serious health consequences as a result. Along with dietary fat and lack of exercise, our growing consumption of sugar has become serious concern. But if it's difficult for ordinary Americans to cut out the sweets, its doubly hard for the diet-sensitive IC patient.

Dining out is scary for many of us. Low-cal offerings at restaurants are loaded
with tomatoes, lemon juice, hot spices, or raw onions. Popular weight-loss programs such as Weight Watchers, Jenny Craig, and others offer wonderful pre- packaged foods and meal plans for weight loss but are not equipped to deal with the complexities of the IC diet. Stroll down the diet food aisle of your local supermarket and you find a wide array of vitamin-packed products designed to help you lose weight if you don't mind the bladder burning preservatives and artificial sweeteners. Natural food markets and vitamin stores aren't much better. They offer a treasure trove of diet products without the preservatives, but alas, many of these do have caffeine. (Caffeine tends to temporarily boost the metabolism and thus help burn calories). Some products also have large doses of ascorbic acid which may flare sensitive IC bladders.

So what is a health conscious hypoglycemic, diabetic or obese IC patient supposed to do? Is there anything that can help us cut out the sugar but still satisfy our sweet tooth? Help may have arrived in the form of some new non- nutritive or low-calorie sweeteners now appearing on market shelves. And more products we may potentially find helpful are on the horizon. But first lets take a quick look at several sweetening products that have been on the market a while, and how they affect IC bladders. Currently there are three artificial sweeteners approved for use as food additives by the FDA: saccharine, aspartame and acesulfame K.

Saccharin was discovered in 1879. It has been used as a sweetener for at least a century and is made from a substance that occurs naturally in grapes and other fruit. Twenty-four years ago the FDA proposed a ban on saccharin amid debate over the possibility that it could promote cancer. Some studies indicated that in rats at least, large amounts were carcinogenic. No human studies ever confirmed the findings and it was noted that it would be hard for humans to consume large enough doses to suffer the same fate as the rats. After much debate and political pressure, in 1991 the FDA formally withdrew its proposal for a ban on saccharin. Today however, you will find that products containing saccharin do carry a warning label. The safety controversy continues.

Teaspoon-for-teaspoon saccharin is about 300 times sweeter than sugar but it
has no calories because the body can't break it down and use it for energy. Instead, it is eliminated in the urine. From an IC patient's point of view, it would be nice if saccharin-containing products also carried another warning label: saccharin may be extremely painful for an IC bladder. That's why many of us avoid the saccharin sweeteners Sweet 10 and Sweet n' Low.

Aspartame, discovered almost forty years ago, is more than 180 times sweeter than sugar and contains two substances which are found naturally in various foods-- aspartic acid and phenylalanine. When digested, your body treats these two substances from aspartame just as it would if they came from any other food. However, Dr. Richard Wurtman at the Massachusetts Institute of Technology (MIT) found in one study of the effects of aspartame on animals, that large doses of aspartame altered levels of neuropeptides and serotonin in the brain, leading to seizures., Because aspartame contains phenylalanine, people with a genetic disorder affecting about one of every 15,000 adults (called phenylketonuria or PKU) need to watch out for it. The half million people with IC may also want to avoid aspartame. Notorious for exacerbating IC bladder symptoms (and also anecdotally associated with migraines in some people), aspartame has long been on the IC patients' foods-to-avoid list. It is sold under the brand names NutraSweet and Equal, and is also found in many food products. Some dietitians may not count IC patients' inability to utilize aspartame in a weight loss plan as problematic. In several studies done in the 1980's the use of aspartame was not found to be beneficial for weight reduction anyway. One study reported that it actually increased appetite.

Acesulfame K was approved by the FDA for use in food in 1988. Another intense sweetener, it is around 200 times sweeter than sugar. Because it has an aftertaste, most products that contain acesulfame K combine it with another sweetener. It is sold under the name Sunette, and is an ingredient of packaged sweeteners such as Swiss Sweet and Sweet One. Like saccharin, it isn't metabolized by the body so it has no calories. It too is eliminated in the urine.
(Although potassium in food hasn't been proven to provoke IC bladders, certain researchers have suggested that dietary potassium may play a role in flares-- at least for some people. So it may be worthy to note that the "K" in acesulfame K stands for potassium). Unfortunately, for whatever reason, acesulfame K also irritates many people's IC bladder just as much as the other artificial sweeteners.

Historically we've struck out when it comes to being able to use artificial
sweeteners, but two newly introduced products may signal a whole new ball game.

Sucralose

The creation of sucralose and its accidental discovery as a sweetener in the early 1970's is one of science's more humorous stories. It seems a sugar company in Europe, Tate & Lyle, was trying to find new manufacturing uses for table sugar, known chemically as sucrose. They had tweaked the sucrose molecule this way and that, adding and subtracting a few atoms here and there to create new halogenated sugars. They were testing each new substance as they produced it to see if it was useful. One day they tried substituting a chlorine atom at several points in the sucrose molecule where a hydroxyl group would normally exist. One of the researchers then asked his assistant to test the new compound. The assistant, whose native language was not English, misunderstood his boss. He thought he was being asked to taste it. The new sugar compound turned out to be sweet, just like the plain old-fashioned sugar it was made from. Thus sucralose started down the long road to market in America as a food sweetener.

Unlike table sugar which is completely absorbed by the body, sucralose appears to be only partially absorbed. (There are many, many kinds of sugars including fructose, maltose, lactose and others. Some substances which are classified as sugars are not perceived by humans as sweet. Not all sugars can even be digested and used by humans. Whereas termites can fully metabolize cellulose thanks to some bacteria in their gut, we can't. Sugars not only vary in their ability to be absorbed and utilized, they also vary in how quickly the process takes place and how sweet we perceive them to taste).

Sucralose has a sweetness potency of about 600 times that of sugar. Sucralose, sold in the U.S. today under the brand name Splenda, has been exhaustively tested for safety since the late1980's. Over 100 scientific studies have been done in Europe where it was first introduced. The research not only focused on the health effects and safety of sucralose, but also of its breakdown products. One concern that initially delayed its introduction to consumers here was the question of its slow rate of degradation in acidic environments such as a can of soda for instance. (Over a period of about 6 months, sucralose slowly degrades by about 0.3% when it is used in an acid food). European food safety experts worried that the breakdown products of sucralose may do something that sucralose itself was unlikely to do be utilized by gut bacteria in some detrimental way. Finally-- twenty-five years after its discovery--the accumulated scientific evidence answered the concerns of critics in Europe and gained for sucralose acceptance as a safe sweetener. The Scientific Committee on Food, a subunit of the European Commission for Health and Consumer Protection, issued an opinion paper last year noting, " The Committee is satisfied that the range of studies now available is sufficient for a full safety evaluation of sucralose." They went on to conclude that over the years their questions and concerns had been answered by the extensive research and that, "...sucralose is acceptable as a sweetener for general food use..."

The World Health Organization/ FAO Joint Expert Group on Food Additives has
set an acceptable daily intake limit for sucralose at 15 mg/kg of weight. (This is in spite of the fact that the European Committee found it to be safe in tests of amounts up to about 628 mg/kg of weight per day.6 More recently the far more conservative U.S. Food and Drug Administration established the acceptable daily intake limit at 5 mg/kg of weight.

Sucralose for Cooking

McNeil Specialty Products markets sucralose in the U.S. in the form of a no- calorie sweetening product called Splenda. Splenda is not pure sucralose, but a mixture of dextrose, maltodextrin and sucralose. Because it takes such a tiny amount of sucralose to sweeten food, the other sugars were added to the formulation of Splenda to add bulk. (They don't add calories, however). Splenda is available at many nationwide grocery chains in the same aisle as th sugar or the other artificial sweeteners. It comes in two forms: a box of white crystalline powder that can be measured and utilized much like sugar (though it is considerably more expensive), and individual packets of the crystalline powder, each of which sweeten a serving of food as would 2 teaspoons of sugar. You will notice that the powder is lighter in weight than sugar and it may fizz a little when you stir it into something like hot herb tea. It dissolves very quickly and easily in water. Some people (though not everyone) also notice a faint sour taste along with the sweetness.

According to the manufacturer, Splenda can be used in cooking measure for measure the same as sugar. Heat does not affect its sweetening properties. It may behave differently in some cooking situations though because sugar does other things besides just add a sweet taste. In breads made with yeast for instance, table sugar acts as a nutrient for the yeast. In candies, it contributes to the smooth texture. In angel food cakes, sponge cakes, or meringues, sugar helps hold the form once the air is whipped in. In other foods such as glazes or cookies, sugar helps the food brown as it caramelizes. Sugar attracts and holds water molecules. In home made jellies or jams sugar helps inhibit the growth of molds by bonding to the water that the microorganisms need to survive. In this way sugar can preserve food.

Splenda and IC Bladders

Last spring several IC patients posted notes on the IC Network's electronic
bulletin boards that they had successfully tried Splenda without it bothering their bladder. One lady wrote however, that it may have given her a small amount of additional frequency she couldn't be sure. Numerous people wrote me to ask if I thought Splenda was okay to try. Since it was new on the market I told them that there wasn't any IC experience with it it was too new but to try it cautiously and let me know how it went. Of several who responded back, 100% reported a good experience and no one reported a symptom flare-up similar to that which aspartame regularly produces. I've tried Splenda myself, about 3 teaspoons a day average, on an almost daily basis for nearly a month now. I was pleased and surprised that I did not have the week-long symptom flare-up that aspartame and saccharin usually give me. Only one day did I suspect that it may have caused some irritation. That was a day that I was running late with my daily medication doses and that may have contributed to the problem.

In pies, Splenda works well when substituted measure-for-measure for two-thirds
to three-quarters of the sugar called for in the recipe. ( In a pear pie for instance, in place of the 1 cup of sugar called for I used 2/3 cup of Splenda and 1/3 cup of sugar). In hot drinks like herb tea, decaf coffee, or coffee substitute, I find an individual packet of Splenda sweetens a bit too much. I prefer to use about half a packet. I've mixed Splenda with cinnamon and sprinkled it on buttered toast and hot oatmeal about half a packet does the trick. I make my own cereal to avoid both the bladder effects of preservatives in the mass-produced boxed cereals, and the too- sweet taste of the fruit-juice sweetened natural-food versions. I substituted Splenda for about half the sugar in my usual cereal recipe and it worked just fine. Because the product is so new we are all breaking new ground here and it pays to just experiment.

Next month's column will feature another sweet new product Stevia extract. Meanwhile, if you've tried sucralose or stevia, please continue write and tell me your experience good or bad either way I'd like to hear about it!

http://ic-network.com/bev/sept01.html
Stevia: Plenty of Sweet Talk But No Answers!

Does the very thought of food with artificial sweeteners in it make you cringe? Me too. I've always been wary of these synthetic sugar replacements. Since my IC diagnosis in 1990 however, I've had more than skepticism motivating me to stay away from the stuff.... I've had some pretty severe bladder pain. I spend all night in the bathroom if I so much as taste a speck of aspartame or saccharin. So when I decided to try out something new-- something sweet that's not a naturally occurring sugar-- I had to crank up my courage. This summer I got brave and tried two popular products: Splenda (a new FDA-approved food sweetener), and stevia (a dietary supplement with centuries of use as a food sweetener in South America). In last month's column I talked about Splenda, and this month I recount my adventures with stevia.

I first heard of the sweet-tasting herb, stevia, back in 1996. Though it's been used as a food sweetener in Paraguay for a long time, its first introduction to the U.S. market was in the 1980's. No sooner had the herb arrived here than various importers began touting it to consumers. It was boldly marketed as a food sweetener and alternative to FDA approved artificial food sweeteners. Stevia cookbooks appeared. Natural foods markets enthusiastically began to carry stevia products. The herb began attracting media and consumer attention. It also attracted the attention of the FDA. In the mid-80's the FDA made a drastic move, limiting its import and calling it an "unsafe food additive". Which is why you won't find stevia products in the sugar and sweetener section of your local market.

Now before I tell you about my own recent adventures with this sweet-tasting herb, I have to let you know that today stevia is still not government approved as a sweetener for food. It can't be sold as a food or food additive, or used in food products. So don't look for it in your local supermarket. Don't even look in the sweetener section of a natural foods grocery store such as Whole Foods. You may however, find it tucked in between the bottles of vitamins, herbs, and tonics in a health food store. But more on the research and the international regulatory situation later.

Stevia rebaudiana is a perennial herb in the same family as daisies, according to a Pacific Northwest importer of the plants, Log House Plants. It can grow in the U.S. in mild climate areas and can reach 4 to 5 feet in height. The company has begun importing stevia plants for sale in nurseries on the West Coast. (A nurseryman at a store here in California says sales of the plant have been "very good".) This bright green tender-leafed plant is native to Paraguay in South America where it has sweetened food products for centuries. The Guarana of Paraguay were the people responsible for discovering its sweet properties. Today they still use stevia leaves to sweeten a bitter, caffeine-rich local beverage and various folk medicine concoctions.

To prepare it for sale or use in the traditional way, the leaves of the stevia plant are collected and dried, then crushed to a powder. You may see this light brown powder sold in bags or bottles. Of all of the stevia plant, only the leaves are sweet. The stems and leaf veins tend to be bitter and so are not included in high- quality stevia leaf products. The fresh green leaves can also be brewed to make a tea.

"How does stevia affect IC?", you may wonder. Well, I can't tell you how it would affect yours, but here's my story. For my first experiment I bought a small stevia plant and harvested the fresh green leaves, carefully picking out the large veins and stems. I heated a cup of hot water and immersed the leaves, just like I was brewing a cup of tea. After a couple of minutes I strained out the leaves and gave it a taste. It was pleasantly sweet all right... but had a definite aftertaste. The only way to describe the aftertaste is to say that it tasted like a freshly cut lawn smells. I managed to finish the cup and waited to see if it would flare my bladder. It didn't. But that "grazing-in-the-grass" flavor was a real turn-off as far as I was concerned. I decided to skip trying the dried stevia leaf powder. (Who wants to experience a grazing- in-the-dead-grass flavor?)

So my next experiment was with stevia extract. Stevia extract is a white powder consisting mainly of the glucoside compounds (stevioside) in stevia leaves. It's the stuff responsible for the sweet taste. Stevia extract is not only sweet, but calorie-free because it is not a sugar. Stevia extract is hundreds of times sweeter than sugar, too. To give you an idea of its sweetness, I can use a couple teaspoons of sugar to sweeten a cup of my favorite herb tea. One-twentieth of a teaspoon of stevia extract did the same job. The same amount of extract also adequately sweetened a cup of low-acid decaffeinated coffee. With the coffee however, I noticed a curious effect. A very slight numbness developed in the tip of my tongue as I continued to sip on the warm coffee over the course of half an hour. After I stopped drinking the coffee the peculiar sensation on my tongue disappeared gradually over a few minutes. In both the herb tea and the coffee, the extract didn't seem to have that "grassy" aftertaste that the fresh leaves had. My bladder flared up a bit a couple hours later, but that could be the residual caffeine in the coffee, which I know my bladder is sensitive to.

A couple of days later I tried stevia extract on buttered toast. I made the toast and sprinkled about one-sixteenth of a teaspoon of stevia extract on top. It tasted pretty good. Sweet and no grassy aftertaste. But I did notice a bit of a sour note... something reminiscent of licorice with an acid twang. That might be a plus if I was trying to create a low-acid, low calorie, sweet-and-sour sauce. But I didn't care for it on the toast. Perhaps I used too much... instructions on the bottle said it wouldn't have a bitter aftertaste "when used sparingly". It would be hard to use it much more sparingly than I was though!

After trying the extract on toast I sat back and waited to see if this more concentrated form of stevia made my bladder react. For the first two hours nothing happened. After that, I my bladder was definitely more painful for a few hours, but it wasn't nearly as bad or as prolonged a flare-up as I would have experienced had I used aspartame or saccharin.

Now what about using stevia in cooked food? Well, it has some advantages and some limitations. First of all, sugar does more than just sweeten food. It often contributes to a chemical reaction that gives the food its unique characteristics. Take bread for instance. Sugar helps nourish the yeast, which in turn makes the bread rise. Stevia extract can't be utilized by the yeast. No yeast growth, no gas bubbles. No gas bubbles, no bread rising. Sugar can also add volume and texture. Think of a cake frosting. You could replace a cup of sugar's sweetness with 1/3 teaspoon of stevia extract, but that wouldn't make good frosting.

Numerous companies import or manufacture stevia extract and quite a few of them have web sites. A quick search using the word "stevia extract" with any search engine will bring up a bunch of them. Many of these web sites have recipes and/or advice for using stevia extract in cooking. The consensus among them is that stevia extract seems to hold up well to the heat of cooking.

Finally, the big question: how safe is stevia? The brand of stevia extract I experimented with, Sweet Leaf (Manufactured by Wisdom Herbs of Mesa Arizona), says on its label "safe for diabetics and hypoglycemics". A couple of other brands carry similar statements and such claims are regularly seen on web sites. Despite disclaimers to the effect that it's not meant to treat any illness or disease, manufacturers' web sites clearly market stevia to people treating themselves for various conditions. Clever wording and web site structure skirts FDA regulations but manages to target people with conditions such as Candida albicans infections, diabetes, hypoglycemia, tooth decay, and obesity. One piece of promotional literature even claimed that stevia increases mental alertness, improves digestion, and regulates blood pressure.

Scant research has been done with stevia or its extract and one main reason is purely economic: because stevia exists in nature, it cannot be patented. With no patent protection, a company would have to expend millions of dollars on extensive toxicological testing to satisfy the FDA, only to find itself unable to charge the higher prices needed to recoup the money. Competition from other companies that had not expended research dollars, would act to keep prices-- and profits-- down.

Arguments that stevia has been used for centuries by South American indigenous peoples doesn't impress the Food and Drug Administration. One could point out that tobacco was also used for centuries, without apparent health effects, by indigenous peoples. Only rigorous scientific inquiry was able to ferret out the connection to cancer, heart disease, and emphysema. So the FDA's position on food additive petitions is to reject them unless substantial scientific proof is offered that the proposed additive (whether natural or synthetic) is safe for human consumption.

Three petitions for stevia have been rejected over the last ten years, according to the Center for Science in the Public Interest (CSPI), a consumer watchdog group. "Although there is no evidence of harm to people, laboratory studies of stevia have found potential cancer and reproductive-health problems. Stevia depressed sperm production in male rats and reduced the number and size of the offspring of female hamsters. Until those concerns are disproven, stevia should not be used by manufacturers in soft drinks, candy, or other foods," said associate nutritionist for the CSPI, David Schardt. In a CSPI press release dated March 2000, Schardt also notes that in laboratory test tubes at least, a derivative of stevia can be converted into a mutagen, a type of chemical that can also sometimes cause cancer. "Until we know whether this mutagen is formed in people, stevia cannot be considered safe, " said Schardt. Additionally, some toxicologists are concerned by a few studies that have raised questions about the effect of large amounts of stevia on carbohydrate metabolism. Of particular concern is the possible effect on children. While the FDA's enforcement position has included search and seizure of stevia imported as a sweetener, it is free to be imported as long as it is destined for scientific research use, or else is clearly labeled as a dietary supplement.

The European Community and the Canadian government have expressed concerns similar to those of the US Food and Drug Administration. Stevia is not approved for use as a sweetener in Canada, and like its equivalent agency in the U.S., the Canadian Food Inspection Agency (CFIA) has seized and detained shipments of stevia apparently being imported for use as a food sweetener. European countries have also banned the import of stevia as food or food ingredient, citing the lack of scientific evidence proving its safety.

I would hesitate to comment on stevia's bladder friendliness based solely on my own experience, and it hasn't been used by IC patients enough to get a feel for how well it is tolerated generally. I'm not a doctor or scientific expert either. But I do think the take-home message here, with regard to both stevia's safety and its IC bladder-friendliness, is that at this point we simply don't know enough
 
Laatst bewerkt:
  • Topic Starter Topic Starter
  • #8
Bron: MR Eades & M Dan Eades: The Protein Power Lifeplan
8 The modern Iron Age – Het moderne ijzeren tijdperk




Samenvatting

Ijzer is een onmisbaar element voor het leven.

We hebben het nodig om

- nieuwe bloedcellen te maken,die zuurstof naar het bloed transporteren.

- nieuwe eiwitten aan te maken om de afbraak van onze weefsels te kunnen repareren.

- nieuwe enzymen te maken die de miljoenen chemische reacties in ons lijf aan de gang houden.

- onze hormonen fatsoenlijk te laten werken.

- Om al deze stoffen te produceren die nodig zijn om vet te verbranden voor energie

Mensen moeten ijzer hebben om te kunnen leven, maar dat gaat evenzeer op voor alle andere levende organismen, inclusief micro-organismen.

De prehistorische mens leefden in een natuurlijke wereld, waar voedsel netzomin als water, van (natuurlijke) verontreinigingen werd ontdaan. Als gevolg hiervan, stonden ze bloot aan een gigantische hoeveelheid parasieten, bacteriën, virussen en schimmels, die allemaal ijzer nodig hadden om te kunnen overleven.

Zonder antibiotica om deze organismen te doden, leerde het menselijk lichaam zich te verdedigen tegen deze indringers. Hoe dan? Dat deed het door het ijzer in het lichaam te verbergen voor de micro-organismen, zodat deze bij gebrek aan ijzer, vanzelf zouden sterven. Parasieten beroofden onze voorouders regelmatig van hun ijzer (door hen continu in kleine beetjes bloed te laten verliezen via de ingewanden). Om te kunnen overleven, ontwikkelde het menselijk lichaam een aantal strategieën om ijzerabsorptie te vergroten en het goed op te bergen, met vrijwel geen mogelijkheid om het spontaan te verliezen. Vandaag de dag, zonder die constante aanval door parasieten in een vijandige omgeving, hebben we de neiging om excessief ijzer op te stapelen.

Maar ijzer is een tweesnijdend zwaard: ofschoon het dus noodzakelijk is voor ons leven, is het ook nogal gevaarlijk. Ijzer gedraagt zich als een oxydant, krachtig genoeg om het ijzeren frame van een truck in een roestige hoop te doen veranderen. Deze zelfde oxyderende werking [oftewel roest] kan ons ook beschadigen. Bijvoorbeeld, de ernstigste schade na een hartaanval wordt niet veroorzaakt door de blokkade, die het onmogelijk maakt dat er genoeg bloed stroomt, maar door de explosieve reactie van opgeslagen ijzer, die tijdens de hartaanval vrijkomt en daarna aan zuurstofrijk bloed wordt blootgesteld nadat de boloedstroom weer hersteld wordt. Daarom ook behandelt ons lichaam ijzer met fluwelen handschoenen en verpakt het zorgvuldig in pakketjes, die ferritine wordt genoemd om te voorkomen dat het vrijkomt en ons van binnen uit laat ‘verroesten’.

Ijzerstapeling in het weefsel – hart, lever, schildklier, pancreas (alvleesklier toch?) en andere weefsels, is niet alleen schadelijk in de vorm van een oxydant, maar kan ook de functie van een orgaan belemmeren.

En mensen met het Metabolic Syndrome, blijken om onduidelijke redenen, extra veel ijzer in hun lijf op te stapelen. Alle mensen met insuline-resistentie zouden aan hun huisarts moeten vragen om hun ijzerwaarden te laten bepalen (door een eenvoudige bloed test op serum ferritine) om te zien of ze ook te veel ijzer opslaan.

Een waarde onder 50 mg/dl is ideaal. Aan mensen die een hogere waarde hebben, bevelen we aan om aan het Rode Kruis bloed te doneren. Als u denkt dat u ook teveel ijzer heeft, lees dan de stukjes ‘how do I know if I’ve got too much iron?’ en “Getting rid of your iron’ extra aandachtig.

Ijzer en het metabolic syndrome

In onze kliniek hebben we gezien dat de meeste patiënten met insuline resistentie ook te hoge ferritine waarden hebben. Een aantal medische wetenschappers hebben hetzelfde waargenomen en hierovder gepubliceerd, waarin verband wordt gelegd tussen het Metabolic Syndrome (MetS) en excessieve ijerstapeling. Een aantal Franse onderzoekers hebben de onderzoken gebundeld en dit in The Lancet gepubliceerd : R. Moirand et al., “A new syndrome of liver iron overload with normal transferrin saturation”, Lancet 349, no. 9045 (1997): 95-97. Ze vergeleken een groep patiënten met veel te hoge ferritine waarden (gemiddeld 566 mg/l) en veel van de symptomen voor het Metabolic Syndrome (hoge bloeddruk, obesitas, diabetes enz.) maar zonder indicatie van erfelijke hematochromatose met een controlegroep met gelijke transferritine waarden, die WEL aan hemochromatose leden. Ze behandelden beide groepen met phlebotomie (aderlating) en ontdekten, wat wij ook al geobserveerd hebben: patiënten die te veel ijzer opstapelden, wat samenhangt met het MetS, verminderden daardoor hun ferritine waarden veel sneller dan de controle groep die aan hemochromatose leed.

Op dit moment weet nog niemand waarom mensen met dit MetS zo gemakkelijk ijzer stapelen in vergelijking met mensen die niet aan MetS lijden. We hebben zo onze vermoedens en dat is dat mensen met insuline resistentie en hyperinsulinemie een heleboel KH consumeren. De voornaamste levensmiddelen met veel KH zijn brood en ontbijtgranen, die allebei vaak met ijzer versterkt zijn. Wanneer deze mensen dan ook nog combineren met de populaire zoetmaker ‘high-fructose corn syrup’ , die de opname van ijzer nog verder stimuleert, dan is het eigenlijk kinderlijk eenvoudig te begrijpen, waarom ferritine waarden bij MetS-gevallen zo hoog zijn.
 
Mooi Espi, alleen jammer dat er niet wat plaatjes bijzitten om ervoor te zorgen dat het niet zo ééntonig wordt. Verder ook jammer dat sommige artikelen Engels zijn en de andere weer Nederlands. Inhoudelijk wel goed :thumb:
 
bump... raar, kon het bij het zoeken hierop niet terugvinden.. wat is er met de zoekfunctie aan de hand?
 
deze wilk ik ook wel ff bumpen

ben groot voorstander van het paleolitisch dieet :D
 
Terug
Naar boven