- Lid sinds
- 4 feb 2005
- Berichten
- 277
- Waardering
- 1
Naar aanleiding van een reaktie op Sport.fok.nl vond ik het belangrijk om mijn reaktie die ik daar geplaatst heb ook met jullie te delen. Aangezien er vaak misverstanden zijn over hamstringblessures (uberhaupt blessures in het algemeen). Een bepaalde user reageerde op het nieuws dat Perez wederom een hamstringblessure had. Helaas bevatte zijn reaktie enkele onjuistheden die ik vaak terug zie komen bij mensen. Daarom plaats ik mijn reaktie op hem, zodat jullie deze onjuistheden herkennen in de toekomst.
Het idee dat de balans zoek is en dat dat de kans op blessures vergroot is correct. Maar het concept van korte en langere spieren verkrijgen door middel van activiteit is principieel onjuist. Het is fysiologisch onmogelijk om door middel van activiteit de lengte van je spier aan te passen, simpelweg omdat je door activiteit de morfologie van de spieren niet kan aanpassen. De absolute lengte van een spier wordt bepaald door de insertion point and origo, oftewel de aanhechtingspunten. Deze zijn na de geboorte redelijk vastgelegd en het is onmogelijk deze op een natuurlijke manier aan te passen (alleen door middel van een operatie na bijvoorbeeld een spierscheuring).
Dus het oude idee dat bepaalde sporten zorgen voor korte spieren (hierbij wordt vooral gedacht aan krachttraining)en andere voor langere spieren is simpelweg een mythe. Fysiologisch en wetenschappelijk gezien is het simpelweg onzin.
Maar het idee dat de lichamen van veel sporters en met name voetballers niet in balans zijn en daardoor verhoogde kans op blessures hebben is correct.
Het probleem is dat door bepaalde activiteiten herhaaldelijk uit te voeren met hoge frequentie(bij sporters is het uiteraard de bewegingen gerelateerd aan hun sport) een inbalans onstaat tussen de spiergroepen van het lichaam. Spieren die veel gebruikt worden bij de sport, worden sterker terwijl de antagonisten bijvoorbeeld achter blijven. Hierdoor raakt de verhouding tussen agonist en antagonist verstoord.
Een ander probleem van herhaaldelijk dezelfde spieren aanspreken is dat dit kan resulteren in litteken ophoping in de spieren (scartissue), waardoor de spier niet meer zijn normale rustlengte kan bereiken doordat de miniscule littekens de flexibileit en bewegingsvrijheid van de spier beperken. Hierdoor komen de spieren die dus veel gebruikt worden als het ware vast te zitten en doordat de antagonist niet sterk genoeg is om deze kracht te weerstaan, krijgt men verstoringen in het postuur.
Bij hamstringblessures ligt het probleem dus niet alleen bij de hamstrings zelf, maar voornamelijk bij de quadriceps (de bovenbeenspieren) die veel vaker belast worden en daardoor relatief veel sterker zijn dan de hamstrings (bij voetballers, sprinters etc.) tel daarbij de littekenophoping in de quadriceps op en het gevolg is dat heupen naar voren gaan staan (ze worden uit de natuurlijke parallel stand richting de voorkant getrokken door de quadriceps, oftwel hip flexion). Aangezien de hamstrings aanhechtingen hebben op de heupen betekent dit dat als de heupen naar voren gaan staan, dat de hamstring spieren uitgerekt worden. Ze zitten dus niet meer in hun normale rusttoestand maar in een constante rektoestand (aangezien ze ook te zwak zijn doordat ze niet voldoende aangesproken worden, kunnen ze niet voldoende kracht uitoefenen om de heupen weer in neutrale positie te krijgen).
Als een spier in een constante rektoestand zit, dan kan men zich wel voorstellen dat de kans op scheuringen groter wordt (als men een elastiek constant rekt, dan vermindert de elasticiteit en is er een grotere kans op het scheuren) en dat het ook moeilijker kracht kan uitoefenen.
Dit is de hoofdoorzaak van hamstring blessures bij veel sporters. Het gegeven dat de hamstrings niet voldoende getraind worden, terwijl de quadriceps juist heel vaak getraind worden. Hierdoor raakt de balans tussen de spieren die de heup stabiliseren verstoord.
Het frapante is dat vaak wordt aangeraden om de hamstrings te rekken, omdat bij dit soort gevallen de hamstrings niet voldoende lengte lijken te hebben (niet lenig genoeg zijn). Maar dit is net alsof je een elastiek hebt die al gerekt is probeert nog verder te rekken. De hamstrings verkeren in dit soort situaties in een constante reksituatie doordat de heupen naar voren staan, hierdoor wordt het uiteraard lastig om ze nog verder te rekken en lijkt het dus alsof ze niet lenig zijn.
De oplossing in zo'n geval is dus juist niet het rekken van de hamstrings, maar juist het versterken van de hamstrings en de glutes (kontspieren) en het verwijderen van de littekenophoping in de quadriceps en heupflexoren (door middel van bijvoorveeld active release techniques, self myofascia release, rolfing and regelmatig deep tissue massages) en daarna het rekken van de laatsgenoemde spieren. Belangrijk is het om in de training de volume van belasting meer te verleggen naar de hamstrings en glutes en minder naar de quadriceps om zodoende het verstoorde balans te herstellen (wanneer het probleem hersteld is, moet men dit proberen te behouden door een gelijke volume van belasting te hebben tussen de quadriceps en de hamstrings).
Hopelijk is het nu wat duidelijker. Een belangrijk punt dat ik nog wil toevoegen is dat hetgeen ik net besproken heb, uiteraard een grove generalisatie is. Maar de algemene gedachte dat imbalansen tussen antagonisten en agonisten de kans op blessures vergroten is het belangrijkste gegeven dat vaak onderschat wordt.
P.S. Mijn achtergrond is CSCS (certified strength and conditioning specialist behaald bij de KNKF) en een aantal universitaire diploma's maar dat is niet relevant.
Op donderdag 4 december 2008 03:15 uur schreef Paginabeheerder het volgende:
Die hamstringblessures ook altijd bij voetballers...
Ik snap het sowieso niet dat zoveel voetballers zo vaak geblesseerd zijn. In al mijn jaren van sport; voetbal, jiu jitsu, boksen, hardlopen, paardrijden etc, ben ik volgens mij nooit geblesseerd geweest.
Niet dat ik nooit te maken had met een vuile tackle, of met ferme vuisten, dan wel een onverwachte worp, of iets dergelijks... maar je moet je gewoon meerdere disciplines eigen maken; weten hoe je een val moet breken, snel kunnen reageren op een tackle, weten hoe je een elleboogstoot moet blokken... weten hoe je de spieren het beste ontlast door looptechnieken, en vooral; hoe je jouw spieren het beste warm krijgt (bij warming up) en warm houdt tijdens het spel.
En tevens zou een voetbal trainer moeten weten hoe hij de verschillende spieren op meerdere manieren moet trainen aan de spelers.
Schrijf je fitness voor, schrijf dan ook direct atletiek voor (van fitness krijg je kortere spieren, bij atletiek/ hardlopen of sommige gevechtssporten krijg je lenige (langere) spieren.
Is die balans zoek, dan heb je extra kans op blessures.
Het idee dat de balans zoek is en dat dat de kans op blessures vergroot is correct. Maar het concept van korte en langere spieren verkrijgen door middel van activiteit is principieel onjuist. Het is fysiologisch onmogelijk om door middel van activiteit de lengte van je spier aan te passen, simpelweg omdat je door activiteit de morfologie van de spieren niet kan aanpassen. De absolute lengte van een spier wordt bepaald door de insertion point and origo, oftewel de aanhechtingspunten. Deze zijn na de geboorte redelijk vastgelegd en het is onmogelijk deze op een natuurlijke manier aan te passen (alleen door middel van een operatie na bijvoorbeeld een spierscheuring).
Dus het oude idee dat bepaalde sporten zorgen voor korte spieren (hierbij wordt vooral gedacht aan krachttraining)en andere voor langere spieren is simpelweg een mythe. Fysiologisch en wetenschappelijk gezien is het simpelweg onzin.
Maar het idee dat de lichamen van veel sporters en met name voetballers niet in balans zijn en daardoor verhoogde kans op blessures hebben is correct.
Het probleem is dat door bepaalde activiteiten herhaaldelijk uit te voeren met hoge frequentie(bij sporters is het uiteraard de bewegingen gerelateerd aan hun sport) een inbalans onstaat tussen de spiergroepen van het lichaam. Spieren die veel gebruikt worden bij de sport, worden sterker terwijl de antagonisten bijvoorbeeld achter blijven. Hierdoor raakt de verhouding tussen agonist en antagonist verstoord.
Een ander probleem van herhaaldelijk dezelfde spieren aanspreken is dat dit kan resulteren in litteken ophoping in de spieren (scartissue), waardoor de spier niet meer zijn normale rustlengte kan bereiken doordat de miniscule littekens de flexibileit en bewegingsvrijheid van de spier beperken. Hierdoor komen de spieren die dus veel gebruikt worden als het ware vast te zitten en doordat de antagonist niet sterk genoeg is om deze kracht te weerstaan, krijgt men verstoringen in het postuur.
Bij hamstringblessures ligt het probleem dus niet alleen bij de hamstrings zelf, maar voornamelijk bij de quadriceps (de bovenbeenspieren) die veel vaker belast worden en daardoor relatief veel sterker zijn dan de hamstrings (bij voetballers, sprinters etc.) tel daarbij de littekenophoping in de quadriceps op en het gevolg is dat heupen naar voren gaan staan (ze worden uit de natuurlijke parallel stand richting de voorkant getrokken door de quadriceps, oftwel hip flexion). Aangezien de hamstrings aanhechtingen hebben op de heupen betekent dit dat als de heupen naar voren gaan staan, dat de hamstring spieren uitgerekt worden. Ze zitten dus niet meer in hun normale rusttoestand maar in een constante rektoestand (aangezien ze ook te zwak zijn doordat ze niet voldoende aangesproken worden, kunnen ze niet voldoende kracht uitoefenen om de heupen weer in neutrale positie te krijgen).
Als een spier in een constante rektoestand zit, dan kan men zich wel voorstellen dat de kans op scheuringen groter wordt (als men een elastiek constant rekt, dan vermindert de elasticiteit en is er een grotere kans op het scheuren) en dat het ook moeilijker kracht kan uitoefenen.
Dit is de hoofdoorzaak van hamstring blessures bij veel sporters. Het gegeven dat de hamstrings niet voldoende getraind worden, terwijl de quadriceps juist heel vaak getraind worden. Hierdoor raakt de balans tussen de spieren die de heup stabiliseren verstoord.
Het frapante is dat vaak wordt aangeraden om de hamstrings te rekken, omdat bij dit soort gevallen de hamstrings niet voldoende lengte lijken te hebben (niet lenig genoeg zijn). Maar dit is net alsof je een elastiek hebt die al gerekt is probeert nog verder te rekken. De hamstrings verkeren in dit soort situaties in een constante reksituatie doordat de heupen naar voren staan, hierdoor wordt het uiteraard lastig om ze nog verder te rekken en lijkt het dus alsof ze niet lenig zijn.
De oplossing in zo'n geval is dus juist niet het rekken van de hamstrings, maar juist het versterken van de hamstrings en de glutes (kontspieren) en het verwijderen van de littekenophoping in de quadriceps en heupflexoren (door middel van bijvoorveeld active release techniques, self myofascia release, rolfing and regelmatig deep tissue massages) en daarna het rekken van de laatsgenoemde spieren. Belangrijk is het om in de training de volume van belasting meer te verleggen naar de hamstrings en glutes en minder naar de quadriceps om zodoende het verstoorde balans te herstellen (wanneer het probleem hersteld is, moet men dit proberen te behouden door een gelijke volume van belasting te hebben tussen de quadriceps en de hamstrings).
Hopelijk is het nu wat duidelijker. Een belangrijk punt dat ik nog wil toevoegen is dat hetgeen ik net besproken heb, uiteraard een grove generalisatie is. Maar de algemene gedachte dat imbalansen tussen antagonisten en agonisten de kans op blessures vergroten is het belangrijkste gegeven dat vaak onderschat wordt.
P.S. Mijn achtergrond is CSCS (certified strength and conditioning specialist behaald bij de KNKF) en een aantal universitaire diploma's maar dat is niet relevant.
Laatst bewerkt: