Stats
Lees dit eens door, dan ben je al heel wat wijzer:Originally posted by CQ_Demolisher
Niet?
Dat zou ik graag wetenschappelijk onderbouwd zien..zal mijn mama plezieren![]()
Op uw gezondheid
Eieren zijn klein van stuk, maar staan bol van voedingsstoffen die belangrijk zijn voor ons lichaam. Zeer hoogwaardige eiwitten bijvoorbeeld, en belangrijke vitamines en mineralen. Daarnaast bevat een ei cholesterol. Dat laatste maakt veel mensen aan het schrikken.
Met cholesterol moet je oppassen, is een vaak gehoorde reactie. Dat klopt, maar er is een groot verschil tussen cholesterol in het bloed en in voeding.
Het is inderdaad waar dat een te hoog gehalte aan cholesterol in het bloed de kans op hart- en vaatziekten vergroot. Maar draagt cholesterol in voeding veel bij aan het cholesterolgehalte in ons bloed? De moderne wetenschap weet wel beter:de cholesterol die we via voedsel binnenkrijgen is helemaal niet zo belangrijk als vroeger werd gedacht. Het eten van verzadigde vetten is veel slechter voor het cholesterolgehalte, dan het eten van cholesterolrijk voedsel!
HOOGWAARPIG EIWIT
Er bestaan diverse soorten eiwitten, plantaardige en dierlijke. Plantaardige eiwitten lijken veel minder op die van de mens dan dierlijke. Ook dierlijk eiwit kent verschillende varianten. Het eiwit van eieren stemt beter overeen met de behoefte van het menselijk lichaam dan hel eiwit uit bijvoorbeeld zuivel en vlees. Het Voorlichtingsbureau voor de Voeding adviseert per dag zo'n 60 gram eiwitten te eten. Liefst vijftien procent van die aanbevolen hoeveelheid eiwitten zit in één ei!
CHOLESTEROL: NUTTIG EN NOODZAKELIJK
Ons lichaam kan niet zonder cholesterol. We hebben het nodig voor de vorming van galzuren die de spijsvertering een handje helpen. En ook als bouwstof voor de cellen. In al onze cellen zit cholesterol. Vooral hersen- en zenuwcellen bevatten er veel van. Verder dient het voor de vorming van vitamine D in de huid als we in de zon zitten en voor het aanmaken van verschillende hormonen.Onze lever produceert per dag ongeveer 800 mg cholesterol. We nemen ook gemiddeld 150 mg cholesterol op uit voeding. Ons lichaam maakt dus zelf vijf keer zoveel cholesterol als we uit ons eten binnenkrijgen! Eten we af en toe meer cholesterol, dan corrigeert ons lichaam dat zelf. Het produceert gewoon minder cholesterol en neemt ook minder op uit de voeding. En - omgekeerd - als we minder cholesterol binnen krijgen uit ons eten, dan maakt liet lichaam wat meer. Tot zover is er bij een gezond mens dan ook niets aan de hand. Vanwaar dan die ophef over cholesterol?
LDL: SLECHTE CHOLESTEROL
Wanneer deskundigen waarschuwen tegen teveel cholesterol, dan bedoelen ze niet cholesterol in voeding, maar cholesterol in het bloed. Een flink deel van de cholesterol in ons lichaam zit in de bloedbaan.Die transporteert het naar de lever, waar het wordt verwerkt tot galzuren. Cholesterol zit in ons bloed in twee vormen: LDL en HDL. Dat zijn, simpel gezegd, verpakkingen: piepkleine bolletjes die bestaan uit vet en eiwit. In die bolletjes bevindt zich de cholesterol, samen met vet. De LDL-bolletjes dragen zorg voor het transport van cholesterol naar alle delen van ons lichaam. Af en toe gaat er één stuk en dan hecht de inhoud van het bolletje (dus het vet en de cholesterol) zich aan de binnenwand van de bloedvaten. Dat is op zich niet erg. Maar als er veel LDL-bolletjes in het bloed zitten, dan kunnen er dus ook meer stuk gaan. En komt er dus meer vet en cholesterol in de wand van het bloedvat te zitten. Op den duur kan zo'n bloedvat vernauwen. Dan ontstaat het risico van hart- en vaatziekten.
HDL: GOEDE CHOLESTEROL
Gelukkig zijn er ook HDL-bolletjes. Zij vervoeren de cholesterol netjes naar de lever, zonder te blijven plakken in de bloedvaten. De lever verwerkt deze cholesterol tot galzuren. Die worden uitgescheiden in de darmen en helpen daar bij' de spijsvertering. Het is dus belangrijk dat we niet teveel LDL-bolletjes in ons lichaam hebben, om het risico van dichtslibbende bloedvaten te verminderen. Hoe kunnen we dat bereiken? Heel eenvoudig: het is een kwestie van vetten. Het niveau van LDL in ons bloed wordt met name bepaald door de hoeveelheid verzadigd en onverzadigd vet in het eten. Uit tal van onderzoeken is gebleken dat met name verzadigde vetten het aantal slechte LDL-bolletjes doen groeien. Onverzadigde vetten daarentegen verlagen juist de aanmaak van LDL-bolletjes.
LET VOORAL OP VET!
De hoeveelheid cholesterol in voeding heeft dus nauwelijks invloed op het cholesterolgehalte in het bloed. Dat blijkt ook uit berekeningen van de voormalige Voedingsraad. Dit wetenschappelijk adviescollege van de regering becijferde: als we 50% minder cholesterol eten, verlaagt het cholesterolgehalte in het bloed gemiddeld met slechts twee procent. Uit talrijke onderzoeken is gebleken dat hetzelfde effect te bereiken is door slechts vijf procent minder verzadigd vet te eten. Het moge duidelijk zijn: wie minder LDL-cholesterol in zijn bloed wil hebben, doet er beter aan minder verzadigde vetten te eten, dan te letten op de cholesterol in zijn voedsel!
EI: VOORAL GOEDE VETTEN
Terug nu naar het ei. Het bevat veel cholesterol, zo'n 220 mg gemiddeld. Eet u een eitje, dan neemt uw lichaam daar ongeveer de helft van op. De rest wordt op natuurlijke wijze afgevoerd via de ontlasting. De hoeveelheid cholesterol in het ei doet er niet zoveel toe, weten we nu. Veel belangrijker zijn de vetten. Ook wat dat betreft komt het ei er goed uit. Een gemiddeld ei bevat 1,7 gram verzadigde vetten en 4,2 gram onverzadigde. Die laatste kunnen helpen het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen.
EEN El IS GOED VOOR ONS
Eieren bevatten veel belangrijke bouwstoffen voor ons lichaam. Over de cholesterol in de dooier hoeven we ons geen zorgen te maken. Integendeel, u mag gerust een eitje eten!
Waarbij natuurlijk geldt: te eenzijdige voeding is ook niet goed. Op eieren alléén kunt u niet leven. Een gezond lichaam is het meest gebaat bij een gevarieerde voeding. Eieren passen daar uitstekend in. Wanneer u daar trek in heeft, kunt u ze gerust koken, pocheren, bakken (wel in producten die veel onverzadigde vetten bevatten!) of in allerlei gerechten verwerken.
En u weet nu: dankzij de wetenschappelijke inzichten van de laatste rijd hoeft u ze niet meer te tellen!
MOETEN WE ONS CHOLESTEROL LATEN METEN?
We hebben gezien dat hart- en vaatziekten veroorzaakt worden doordat er steeds meer vel en cholesterol in do wand van de bloedvaten gaan zitten Zo'n bloedvat wordt daardoor steeds nauwer. Dat kunnen we niet voelen. Artsen kunnen dat nauwer worden wel meten, maar dat wil nog niet zeggen dat ze kunnen voorspellen wanneer men een hartaanval krijgt. Was dat maar zo. Wat wel kan, is aangeven welke mensen een hogere kans hebben op hartklachten. Deze mensen moeten dus extra oppassen:
mensen met hartpatiënten in de familie. Een op de 500 mensen heeft een erfelijke factor waardoor de cholesterol in het bloed verhoogd is
mensen met suikerziekte of een hoge bloeddruk
mensen die roken.
Onderzoekers hebben ontdekt dat een hoog cholesterolgehalte op zichzelf niet eens zoveel meer kans op hartklachten geeft. Het gaat vooral om de combinatie van oorzaken. Daarom blijkt het niet eens zo belangrijk te zijn om bij iedereen het cholesterolgehalte in het bloed te meten. Meer dan de helft van de hartpatiënten kreeg hartklachten bij een normaal cholesterol gehalte in het bloed! Natuurlijk is er niets op tegen om het cholesterolgehalte te laten meten. Maar bent u zich er van bewust dat dit lang niet alles zegt. Bovendien wordt vaak alleen het totaal cholesterolgehalte gemeten Terwijl juist het verschil tussen HDL en LDL van belang is. Tenslotte moet u er rekening mee houden dal het bloed-cholesterol van moment tol moment kan verschillen Om het gehalte goed te bepalen, zijn minstens 3 metingen nodig.
WAT ZIJN VERZADIGDE EN ONVERZADIGDE VETTEN?
De woorden hebben niets te maken met het verzadigde gevoel dat men krijgt na vet eten. Ze slaan op bepaalde chemische verschillen tussen de soorten vet. Door die verschillen zien ze er anders uit en hebben ze een heel ander effect in het lichaam. Onverzadigde vetten zijn de goede vetten: zij verlagen het cholesterolgehalte in het bloed. Verzadigde vetten zijn riskant: zij verhogen dit gehalte als je er veel van eet. Gebruik dus niet te veel producten met veel verzadigde vetten.
Onverzadigde vetten zijn vloeibaar. Zij zitten vooral in plantaardige oliën en plantaardige producten (zoals noten). Maar ook in sommige niet plantaardige producten, zoals vis en eieren.
Verzadigde vetten hebben een vaste substantie. Spekvet bijvoorbeeld bestaat hoofdzakelijk uit verzadigde vetten.
Steeds meer margarines bevatten vooral onverzadigde vetten. Het verschil is goed te zien aan de verpakking. U kunt als vuistregel aanhouden dat onverzadigde vetten in een kuipje zitten en verzadigde vetten in een wikkel. Kijk maar op het etiket. Vaak slaat daar precies vermeld hoeveel verzadigde en onverzadigde vetten er in het product zitten.