An, auf, hinter, neben, in, unter, vor und zwischen.
Mit, nach, bei, seit, aus, von, zu
Danken, helfen und gefallen.
Rare rijtjes die nog in m'n hoofd gestampt zitten van toen. Zou alleen niet weten wat ik er nu mee moet. Oh en er zullen ongetwijfeld een hoop spelfouten in deze paar woorden zitten, Duits was nooit mijn sterkste vak.