Idd, ze worden steeds gulziger en brutaler...zoals laatst dat bericht over een bouwvakbedrijf welke van moslims hun kleren moesten omwisselen. Ze liepen namelijk in korte broek en een hempje.
Nou echt, dat had niet aan mij hoeven vragen, want ik had hem een uitbrander gegeven van hier tot mekka.
Het wordt echt tijd dat er een signaal wordt afgegeven door de bevolking zelf. Want aan de politiek heb je helemaal niks. Bouwbedrijf heeft ook aangekondigd niet de kleren om te wisselen en als ik de voorman was had ik iedereen verplicht om in een korte broek en hempje te komen.
Ik kwam vorige week een lekker cynisch "verzonnen" verhaal hierover tegen. Het is wat lang maar ik plak het toch:
Verhaal:
Een ploeg van die bulletjes probeert nog wat te maken van het centrum van de wereld; Almere, tot ze merken dat de bouwput omringd wordt door donkerharige mannen met Mercedes autosleuteltjes aan hun gebedskralensnoeren. Eén van hen is uitgedost in een huispeignoir, een warm wollen mutsje en een baard als het ochtendkapsel van Diana Ross.
“Wat zeggie?” vraagt een van de bouwvakkers, met een H-profiel zijn tanden flossend.
“Bloot. Ies slekt.”
De bouwvakkers kijken elkaar aan.
“Versta jij die imam?”
“Moefti. Hij heeft instappantoffels aan, dan zijn het moefti’s.”
“Hij’s niet te verstaan. Net in Nederland aangekomen, wed ik.”
“Welnee, is al jaren hier. Kijk maar, z’n tanden zijn zwart van de Venco. Moefti’s willen gewoon geen Nederlands spreken. Iets met beroepseer of zo.”
De moefti zegt iets tegen de wijkbewoners en gebaart naar de benen van de bouwvakkers. Vroeger zouden die in Hollands Melkuniewit uit de ppen van de korte werkbroeken gestoken hebben, nu zijn ze AmbreSolairkleurig en prijzig gescrubd en geharst.
“Zeg, wat wil die jojo nou? Zit er ergens een gekke klodder cement op me poten of zo?”
“Ik zie niks, Kees. En bij mij? Ik trapte net in een hondendrol, en die willen wel ’s omhoog spatten.”
“D’r zit daar linksachter een spatader, Koos. Daar moet je wat aan laten doen, als je wilt dat de vrouwtjes je na blijven fluiten.”
De wijkmoefti en zijn gezelschap blijft Arabisch koffiepruttelen terwijl de bouwvakkers elkaar controleren op uitgezakte neusharen en openstaande gulpen. De man knikt alweterig en zegt: “Ies slekt, zo. Profeet beledikt. Allah beledikt. Onze vrouwen beledikt en van de leg.”
“…Ik zie geen vrouwen. Hebben jullie vrouwen? Op z’n Oostenrijks?”
“Moslimvrouwen niet willen hele dag blote mannen zien.”
“Wat? We zijn helemaal niet bloot, maat. Werkschoenen, sokken, korte broeken en helmen. En alles gestoomd, gestreken en van een koosjer merk.”
“Ies veel te veel bloot. Allah niet zo bedoelt. Zelfs niet voor ongeloofelijken die varkens eten.”
Een bouwvakker met het krapste werkbroekje en het ruimste bouwvakkersdecolleté gaat er eens goed voor staan. “Nou moeffi, misschien vind jij het normaal om bij 29 k*tklote graden in een soort traumadeken te lopen en met een ijsmuts op; wij passen ons aan. Aan dit bijna Arabisch zomerse weer. Daarbij werken wij hard, in die zomerse zon. Jullie zitten de hele dag op dat bankje onder die boom daar, in de schaduw, je uitkeringen en je Turkenbakken en je pre-menstruerende dochters met elkaar te vergelijken. Acht uur lang. Terwijl wij werken.”
De moefti heeft duidelijk ervaring met overheidsinstellingen en is onvermurwbaar. “Wij eis jullie lange broek aan. Is belediging in uitzicht van Allah. Is onrein.”
Zes Hollands onzedige werkknollen doen stakingsgeroutineerd een stap naar voren.
“O ja, joh? En als we dat nou niet doen? Als wij nou schijt hebben aan wat jullie wel en niet onrein vinden?”
De moefti schudt misprijzend het hoofd en schrijft iets in een boekje met goudkleurige Arabische letters op de kaft. De bouwvakkers turen er argwanend naar, niet wetend dat daar staat ‘Fatwa’s voor ongelovige bouwvakkers’, maar het wel vermoeden.
“Nou?”, dringt de kleinste van de werkbeulen aan omdat de grootste pal achter hem staat. “Wat doe je dan als wij gewoon blijven bouwvakken op de manier die tweeduizend jaar voor de geboorte van jullie Mohammed ook al de gewoonte was?”
De imam bergt waardig zijn boekje op in een zak van een van zijn onderrokken.
“Aanklacht bij politie indienen, na derde gebed. Slekte invloed op onze vrouwen, jullie.”
“Slecht? Onze korte broeken? Onze blote basten?”
“Ja. Maakt vrouw onroestig. Wordt alleen maar overspelik van”, zegt de moefti. “Wij dus protesteer en bij groot-moefti Cohen eis indienen. Beschaafd bouwvak jebellah tot enkels en kin. Ach en a’weh, te laat- daar onze vrouwen al naar buiten kom. Kaik toch, helemaal bandeloos zij geworden al, in hoerige miniburqa.”
Zes bouwvakkers kijken, verbleken, en rennen jammerend naar de keet om lange broeken en truien aan te gaan trekken.
Helaas heeft dit verhaaltje nóg een unhappy end. De baas van bouwbedrijf Mateboer uit het enigszins fundamentalistische Kampen; de heer R. Hoekert, kwam het incident met de cultuurgevoelige bevolking van Almere ter ore en hij reageerde als volgt:
“Zulke klachten zijn nieuw voor mij. Er zijn alleen afspraken over correcte kleding. Dat zijn een korte broek en T-shirt ook. Maar als bewoners hier serieus last van ondervinden, gaan we kijken hoe we dat oplossen.”
En het gáát opgelost worden; in het land waar in wederzijds respect de moslim voorop staat en op Hollands patriottisme gevangenisstraf. De altoos sluimerende hoerigheid van moslimvrouwen moet nu eenmaal voor de onrein prikkelende aanblik van bouwvakkersdecolletés behoed worden.
Dank aan deBeurs van LWH