AndroidHealthClinic

Column Topic

Bezoekers in dit topic

Helft van z'n stuk gaat over natuur, maar zie dat toch niet echt terugkomen in Wilders' programma. Wanneer is die 'Apocalyps' trouwens gepland?

Van Acker is trouwens een gigantische retard in z'n vakdomein orthopedagogiek.
 
Laatst bewerkt:
Inge Vervotte: "Wachtlijsten zorg zijn politiek probleem, ze zijn handig om minister onder druk te zetten"

“Wachtlijsten kun je niet oplossen. Zeker niet als je een systeem hebt zoals in Vlaanderen waar je heel vroeg in kaart brengt waar eventuele zorgvragen zijn. Dat is geen wachtlijst, dat is een registratiesysteem”, zegt Vervotte. “Wachtlijsten zijn een ‘politiek’ probleem. Ze zijn handig om een minister onder druk te zetten, maar ze zijn geen weerspiegeling van reële noden.” Dat er mensen die jarenlang moeten wachten voor ze zorg krijgen, ontkent de minister niet. “Natuurlijk zijn er mensen met heel complexe problematieken waarvoor er weinig of zelfs geen aanbod is. Maar ik ben het niet eens met het beeld dat gecreëerd wordt dat bijvoorbeeld de wachtlijsten voor personen met een handicap vol zouden staan met mensen die dringend hulp nodig hebben."
Wat? Worden leuke relletjes komende dagen, Vervotje :roflol:

Je vergeet ook wel makkelijk het oude systeem van wachtlijsten waarbij het niet enkel ging om registratie... En dat bewees enkele jaren geleden nog dat het grondig mis loopt.

Of het wegvallen van de 'priors' omdat dat niet nodig zou zijn. Tot het een half jaar later toch weer ingevoerd werd als term 'hoogdringendheid', want als je het dezelfde naam geeft, moet je natuurlijk toegeven dat je mis zat :roflol:
 
‘Met Donald Trump eindigt verwijfde politiek’
'In één klap zijn traditionele partijen gedateerd'
22-01-2017, 13:06 Tags: Trump
Een president en een vice-president die een traantje wegpinken. Regeringsleiders die op een EU-top elkaar omhelzen en op de wang kussen. Dit emotionele en kleffe gedoe: wie heeft er niet schoon genoeg van? Met Trump komen we in een andere tijdperk. Zelf nog voordat hij werd beëdigd als president, brachten zijn uitspraken een schokgolf teweeg onder de verwijfde politici die de westerse wereld de afgelopen decennia in een zwakke positie hebben gebracht. Terwijl Trump gewoon zei waar het op stond en wat ieder mens met wat gezond verstand wel weet. Neem bijvoorbeeld zijn uitspraken over de zwakte van de Navo en de fatale vergissing van Angela Merkel die de grenzen van haar land zomaar opengooide.

Miljardairsclubje
Met angst en beven reageren Europese politici op de uitspraak ‘America first‘ van de nieuwe Amerikaanse president. Deze slogan wordt in sommige media smalend vervolgd met ‘de rest kan stikken’. Maar in de nieuwe tijdgeest betekent ‘America first‘ iets heel anders: als we een sterke natie zijn dan kunnen we solidair zijn met de rest van de wereld. Wie niets heeft, kan niets geven. De traditionele politiek denkt het omgekeerde: eerst geven en dan zien we wel verder. Vandaar de enorme staatsschuld en het onvermogen om te investeren in de infrastructuur. Deze politiek is nu met Trump definitief gedateerd.

Het is de vraag of het miljardairsclubje rondom Trump in werkelijkheid solidair zal zijn met Jan Modaal en de armen in eigen land en daarna met de rest van de wereld. Er is een raadseltje waarin wordt gevraagd wie gelukkiger is: de miljardair of de man die vijf dochters heeft. De laatste is het meest gelukkig, want hij wil er geen meer bij.

De incompetenten
Het is een immens voordeel dat de nieuwe president van de Verenigde Staten uit de zakenwereld komt. Hij behoort niet tot de politieke kliek die elkaar lintjes en decoraties geeft en die leeft in de gesloten wereld van het eigen gelijk. Nu is er minder kans dat de macht in handen komt te liggen van incompetenten.

Democratie houdt het gevaar in dat er te veel middelmatige leiders worden gekozen die niet capabel zijn om een volk te leiden. De meerderheid kiest niet per se voor de leider met visie en daadkracht. De meerderheid zal zelden kiezen voor de staatsman waar in deze tijd zo’n behoefte aan is. Gelijk stemrecht voor iedereen is een mooi ideaal, maar als je kijkt naar de reacties op internetfora is er reden voor achterdocht: bij die reacties lijkt het alsof 40 procent van de bevolking zwakzinnig is, 40 procent psychopathisch en hooguit 20 procent is in staat rationele argumenten te geven.

Een staatsman
Om Trump echt te kunnen beoordelen zullen we de komende tijd moeten zien in welke mate hij als staatsman weet op te treden. Een staatsman is iemand die ziet wat anderen niet zien. Hij handelt niet om de macht te behouden en hij zegt niet per se wat anderen willen horen. Een staatsman blijft gewoon zichzelf. Trump begint hier aardig op te lijken. Maar er is natuurlijk meer nodig om een echte staatsman te zijn. Hij moet de sociale cohesie en de sociale vrede bevorderen. Dit kan alleen als hij ervoor zorgt dat de welvaart rechtvaardig wordt verdeeld. De ware staatsman stimuleert de mensen om na de denken en zich te laten leiden door een visie op de wereld.

Er valt wat over te zeggen dat mensen voor Trump hebben gekozen omdat zij bang zijn voor dreigingen die op hen afkomen. Terrorisme, de islam, economische onzekerheid, massa-immigratie en andere gevaren. Bij angst is er de verleiding een leider te zoeken die sterk is. Trump heeft bewezen dat hij handig en energiek is. Nu moet hij nog bewijzen dat zijn missie ondergeschikt is aan hogere doelen: vrede op de wereld, solidariteit en broederlijkheid en vrijheid voor alle mensen van goede wil.

Unieke onderhandelingspositie
Hoe kan Europa het best reageren op de nieuwe situatie in de Verenigde Staten? Van de Europese Unie valt niet veel te verwachten. Nu het vrijwel zeker is dat Marine Le Pen de volgende Franse president zal zijn, is het voorspelbaar dat de Europese Unie dit jaar uiteen zal vallen. De beste strategie is dat de landen van het noordelijk deel van Europa, samen met het Verenigd Koninkrijk, een confederatie vormen. Als deze confederatie een alliantie aangaat met Rusland ontstaat een machtsblok dat economisch en geopolitiek veel sterker is dan de Verenigde Staten. Dit zou Europa in een unieke onderhandelingspositie brengen.




avatar
Juliaan van Acker

Juliaan van Acker is emeritus hoogleraar aan de Radbouduniversiteit Nijmegen. Hij publiceerde onlangs Een moslimvrij Europa voor wereldvrede.
 
  • Like
Waarderingen: mat
Waarom zou een federatie van de noordelijke staten een uitkomst zijn? Het VK heeft bewezen uit samenwerkingsverbanden te stappen als het tegenzit en heeft economisch verder weinig te bieden. Duitsland is voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor de Europese vluchtelingencrisis. België is hoofdleverancier van moslimextremisten. Zweden waadt in een rivier van politiek correctheid waar je ook niet vrolijk van wordt als ik de verhalen mag geloven. Noorwegen heeft alleen maar olie ter instandhouding van hun welvaartstaat ent verder ook niets te bieden. Polen zit in grote een politieke crisis. Dan hou je de Baltische staten over. Misschien dat we daar een federatie mee kunnen aangaan. Dan zullen we de wereld es ff onze gezamelijke kracht laten zien.

En Rusland? Tja, Rusland is wellicht niet de boeman waar het voor wordt uitgemaakt in de westerse media maar een dictatuur is het welzeker en verder voegen ze ook niets toe behalve olie. Gelukkig dat de beste man niet zo gek is om Rusland ook aan de confederatie toe te voegen maar 'slechts' een alliantie.
 
33 redenen om niet op Angela Merkel te stemmen!
Geplaatst op 24 januari 2017door E.J. Bron
screenshot_175.png


(Door: Dr. Hans Penner – Vertaling: E.J. Bron)

Mevrouw Dr. Merkel, u kent de definitie van “klimaat” als gemiddelde waarde van de weer-parameter van een regio in de loop van 30 jaar niet. Statistische waarden kan men niet beschermen. U weet niet dat de klimaatgevoeligheid van kooldioxide minder dan 1°C bedraagt. De uitstoot van kooldioxide heeft daarom geen schadelijk effect op het klimaat. Andere tekortkomingen van uw politiek zijn:

pi-news.png


– U wilt Duitsland afschaffen.
– U splijt Europa.
– U streeft naar een EU-dictatuur.
– U belast de betrekkingen met de VS.
– U bedreigt de vrede met Rusland.
– U bedreigt de veiligheid van de Joden in Israël.
– U levert Duitsland uit aan de dictatuur van de islam.
– U maakt de illegale massa-immigratie van moslims mogelijk.
– U bestrijdt de VN-mensenrechtencharta door de legalisering van de islam.
– U vermindert de binnenlandse veiligheid door het bevorderen van de islam.
– U schakelt de vrijheid van denken van de universiteiten uit door islamitische leerstoelen.
– U bevordert de islamisering van Duitsland door islamonderwijs op openbare scholen.
– U bevordert de islamisering van onze cultuur.
– U bevordert het ontstaan van islamitische parallelsamenlevingen.
– U onderdrukt de vrijheid van meningsuiting.
– U manipuleert de publieke opinie door gelijkschakeling van de media.
– U discrimineert maatschappelijk betrokken burgers.
– U stelt verdedigers van de rechtsstaat als nationaalsocialisten in een kwaad daglicht.
– U torpedeert de sociale markteconomie door plan-economische maatregelen.
– U onderdrukt de economie van de middenstand door onnodige voorschriften.
– U bevordert de de-industrialisatie van Duitsland.
– U ruïneert onze stroomvoorziening.
– U hebt de stroomprijs verdubbeld.
– U hebt de staatsschuld verdubbeld.
– U bestraft mensen die zuinig zijn.
– U breekt wetten zoals de No-Bail-Out clausule.
– U dwingt de burgers om corrupte banken en landen te financieren.
– U bevordert de verarming van bepaalde delen van de bevolking.
– U reduceert de defensiebereidheid.
– U zorgt voor een daling van het onderwijsniveau.
– U ruïneert de gezinsstructuur van ons volk.
– U bent niet in staat uw politieke maatregelen rationeel te motiveren.

Ik ben bang voor uw herverkiezing en hoop dat dit schrijven verspreid wordt om uw verkiezingskansen te verminderen.

Met bezorgde groeten,

Hans Penner

Bron:
[Link niet meer beschikbaar]
Auteur: Dr. Hans Penner

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)
 
Altijd wel ok om meerdere kanten te belichten. Zo ga ik ook naar een bepaalde rooie 'cabaretier' net voor de verkiezingen om zijn verhaal aan te horen :D
 
Als ik mij wil ergeren aan de linksen ga ik wel DWDD, Pauw en Jinek kijken of NOS lezen.
 
Wij zijn ook Nederlanders
Een oproep aan het vrije individu
10-02-2017, 14:27
Tags: bellenblaasmachine
We zien ’t niet op de voorpagina van de papieren krant.
Het haalt ook nooit de opening van het Staatsjournaal.
Maar de overgrote meerderheid van Nederland is helemaal klaar met dat gedram over ‘fatsoen’, ‘respect’ en ‘de toon van het debat’.
Heeft genoeg van het gratuite narcisme door verveelde BN’ers, elke avond weer in NPO-talkshows.
Weet dat ieder mens grenzen heeft als het gaat om moraalridders, betutteling en demonisering.
Dat we allemaal rijk kunnen worden door hard te werken, zoals Peter R. de Vries rijk wordt dankzij de NPO.
Dat we winst vermenigvuldigen door minder belasting te betalen.

Wij doen op die overgrote meerderheid een dringend beroep.
Een oproep om niet langer stil zijn.

We kennen allemaal de neiging. In een wereld vol opdringerige moraalridders.
In een land vol door fatsoenlijke mensen aangezwengelde haat tegen andersdenkenden.
De gordijnen te sluiten. De NPO uit te zetten.
Ons terug te trekken in het vertrouwde internet.

Maar het is tijd om onze stemmen te laten horen.
Niet langer te fluisteren. De borst vooruit te steken.
Want Nederland is van ons allemaal.
Onze vrijheid van meningsuiting, onze eigen rechtse keuzes, ons individu vrij van overheidsdwingelandij.
We zijn er voor onszelf, niet voor anderen.

En dus staan we op als individuele vrijheden onder vuur liggen.
Individuele vrijheid is het waard om pal voor te staan.
En dus zeggen wij met heldere stem:

Nederland, maak je los uit de laffe middelmaat van PvdA en DWDD.
Door niet pas op te staan als het te laat is.
Als er geen weg meer terug is, de individuele keuzes zijn onderdrukt en het linkse cordon sanitaire voltooid is.
Wees geen gratuite deuger, geen feitenvrije bellenblazer, geen gesubsidieerde kunst- en cultuurlakei met romandebuutaspiraties.

Maak zelf het verschil.
Sluit je nooit ergens bij aan, wees jezelf!
 
Ruud Koopmans: ‘Tolerantie voor islam is verdomd goedkope houding’
'Sociale wetenschappen: deel van docenten en studenten beschouwt wetenschap als politiek met andere middelen'


Begin van dit jaar gaf hoogleraar sociologie Ruud Koopmans (Uithoorn, 1961) een interview aan het Algemeen Dagblad waarin hij de resultaten van onderzoek naar religieus fundamentalisme en steun voor religieus geïnspireerd geweld besprak. Het deed veel stof opwaaien. Een van de conclusies luidde: ‘Vijftig miljoen moslims wereldwijd ondersteunen het gebruik van geweld, ook tegen burgers, in de naam van hun geloof’.

Professor Koopmans woont al twintig jaar in Berlijn, met een korte onderbreking van vier jaar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij is hoogleraar aan de Humboldt Universität en leidt de afdeling Migratieonderzoek aan het Wissenschaftszentrum Berlin (WZB). TPO bezoekt hem daar. Bij binnenkomst worden we eerst door een secretaresse van de afdeling door een koepelvormig bijgebouw geleid. We lopen langs de vele werkkamertjes, met open deuren, op een daarvan hangt een poster met in grote kleurrijke letters ‘Refugees Welcome’. Ook wij voelen ons welkom, professor Koopmans blijkt een toegankelijke man met een onverpakte boodschap.

Waar bent u momenteel mee bezig?

“Ik ben bezig een boek in het Duits te schrijven, over integratie en cultuur, en ik ben met twee nieuwe onderzoeken bezig over arbeidsmarktdiscriminatie en over fundamentalisme, waarvan de uitslagen nog niet binnen zijn. Een ander groot project doe ik samen met twee andere afdelingsdirecteuren aan het WZB, Wolfgang Merkel en Michael Zürn, dat gaat over de politieke scheidslijn tussen kosmopolitisme en communitarisme. De politieke strijd verloopt steeds minder langs klassieke links-rechtslijnen en wordt steeds meer bepaald door de vraag hoe mensen staan ten opzichte van de economische, culturele en politieke gevolgen van globalisering.”

In 2010 schreef u een artikel over hoe de Europese integratie onze democratische politiek heeft veranderd en hoe die integratie in toenemende mate betwist wordt. Hoe kijkt u daar zeven jaar later naar?

‘Nationale politiek is veel democratischer dan Europese politiek, dat is ons wel duidelijk geworden inmiddels’
“De bevindingen uit dit onderzoek waren, als je er op terugkijkt, wegwijzend in de zin dat er toen al duidelijke indicaties waren dat het Europese project, de EU dus, omstreden werd. Dat dit tot in de jaren negentig niet zo was is niet verwonderlijk, want het beïnvloedde nauwelijks de leefwereld van mensen. Met de komst van de euro is dat allemaal enorm veranderd. Wat ik zelf een interessant aspect vond, was dat naarmate Europa een belangrijker thema werd op de politieke agenda, het ook steeds meer gedomineerd werd door politieke elites. De EU intensiveerde en verbreedde zich. Competenties werden overgedragen aan Brussel. Regeringsleiders, ministers pakten thema’s op zoals immigratie, landbouw, onderwijs en pensioenen, die steeds meer geëuropeaniseerd werden. Het democratische deficit van de EU werd alsmaar groter. De crisis van de EU ligt hieraan ten grondslag. Want mensen zijn ook niet helemaal gek, die zien ook wel dat hun nooit iets gevraagd is. Terwijl ze de kosten van de EU wel op hun bord krijgen. Nationale politiek is veel democratischer dan Europese politiek, dat is ons wel duidelijk geworden inmiddels.”

Is dit onomkeerbaar of kan er weer naar mensen geluisterd worden?

“De politiek wordt niet geregeerd door moraal. Je hebt participatie- en institutionele mechanismen nodig. Gebrek aan democratische legitimatie en geloofwaardigheid los je niet op met een morele oproep. Politici moeten gedwongen worden met mechanismen om naar mensen te luisteren. Maar die zijn er niet. Het Europees Parlement is een wassen neus, want dat heeft niks te vertellen. Er zijn geen Europese partijen. Er is wel een alternatief in de vorm van twee stabiele oplossingen: Europese Unie oude stijl, die waarbij de Britten nog lid zouden zijn gebleven – met een gemeenschappelijke markt en vrij verkeer van goederen en diensten. Of het andere alternatief: een federaal Europa. Wat hier allemaal aan vooraf ging was dat politieke elites dachten – of hoopten – dat de voordelen van Europese integratie dermate vanzelfsprekend waren, dat achteraf wel zou blijken dat het de efficiëntie ten goede zou komen. En als er al scepsis was dan zouden de burgers uiteindelijk wel tot diezelfde conclusie komen.”

Het Europese project was heel paternalistisch?

“Ja, het is een absolute gok geweest. Men heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat je geen gemeenschappelijke munt kan invoeren zonder ook politieke integratie door te voeren. Je moet je de vraag stellen of mensen beide willen. Het andere stabiele alternatief zou zijn een federaal Europa. Maar dan moeten mensen zich dermate sterk met Europa gaan identificeren dat ze bereid zijn verkiezingen te houden, een Europese regering aan het werk te zetten. Dan moeten we ook voor lief nemen dat op Europees niveau ‘links’ regeert terwijl we in Nederland op dat moment eigenlijk ‘rechts‘ beleid willen – of omgekeerd. Accepteren we dat? En identificeren we ons voldoende met Europa? Dat is de vraag.”

Die identificatie, een gemeenschappelijke identiteit, is dat het communitarisme waar u zich in uw onderzoek momenteel mee bezig houdt?

‘Als het democratisch federalisme een luchtkasteel blijft en de realiteit een ondemocratisch Europa van de elites, dan heb ik liever een beetje minder Europa’
“Het belang van een gemeenschappelijke identiteit is hét argument van de communitarist. Het is een voorwaarde. Tenzij je een hele dunne staat hebt, zoals in een liberale marktstaat, maar wat de meeste Europeanen willen is juist een sterke overheid, die inkomens herverdeelt, en dat gaat alleen maar als mensen zich voldoende met elkaar identificeren. Als we een sterke Europese identiteit zouden hebben dan zouden we er bijvoorbeeld geen moeite mee hebben dat we geld moeten ophoesten om de Grieken te helpen en dan zouden zij zich ook verplicht voelen om verantwoording af te leggen en terug te betalen. Die wederzijdse bereidheid om offers te brengen is er wel binnen nationale staten, maar die bereidheid is te gering om een model van een federaal Europa te bereiken. En het tussenmodel is niet stabiel, dat is het probleem. Europese leiders proberen nu te balanceren op een speldenknop. Er zijn overigens nog mensen die voorstander zijn van een federaal systeem, en ik ben daar persoonlijk ook geen tegenstander van. Maar als het democratisch federalisme een luchtkasteel blijft en de realiteit een ondemocratisch Europa van de elites, dan heb ik liever een beetje minder Europa.”

Als je naar de retoriek luistert van politieke leiders is het nogal vijandig geworden. De retoriek lijkt gericht op het bang maken van mensen om de federale EU er doorheen te drukken?

“Europese leiders schilderen nationalisme af als de zielsverwant van fascisme. Volkomen onzin. Als je naar de geschiedenis kijkt, ligt de oorsprong van nationalisme juist eerder op het terrein van de progressief-liberalen. Het nationalisme was oorspronkelijk een beweging tegen aristocratische regimes die niet op nationale identiteit maar op erfelijke opvolging en standsverschillen gebaseerd waren. De natiestaat is ook daadwerkelijk het enige model gebleken dat democratie kan realiseren, met een politiek van herverdeling en bestrijding van sociale ongelijkheid. De verzorgingsstaat kan niet bestaan in een supranationale democratie. Het is er nooit geweest en er is geen werkbaar model of voorstel voorhanden hoe dat zou kunnen. Het tegenovergestelde is waar, supranationale politiek is elitepolitiek. Het sluit mensen uit. De EU is vooral goed in het opheffen van regels en barrières, dat wel.”

Opheffen?

“Ja, daar is de EU goed in, in het opheffen van nationale regels. In het creëren van een open markt, zonder nationaal protectionisme. Dat is vaak zinnig uit economisch oogpunt, maar kan ook dingen kapot maken. Een van mijn favoriete onvredes daarover is het voetbal. Vroeger, tot 1995, hadden we een regel dat een team niet meer dan twee buitenlandse spelers, dus van een andere nationaliteit, mocht hebben. Dat was een goede zaak, want zo konden clubs hun eigen, zelfgekweekte jeugd vasthouden. Die regel verdween nadat een Belgische voetballer van Club Luik, Jean-Marc Bosman, naar het Europees Hof van Justitie stapte omdat hij geen basisplaats kreeg op grond van die nationaliteitsregel. Hij stelde dat die regel in strijd was met het Verdrag van Rome, en hij kreeg gelijk van het Hof in 1995. Het vrije verkeer van personen had voorrang, was de conclusie. Dan krijg je dus clubs waar negen van de elf spelers op het veld uit een ander land komen en het grote geld bepaalt wie de cup wint. De vraag is of je dat wilt.”

Waar komt het geloof in open grenzen eigenlijk vandaan?

“Er zijn twee oorsprongen. Een is een economische oorsprong die vanuit het neo-liberalisme gedacht, gelooft in vrij ondernemerschap. De totale welvaart wordt gemaximeerd als alles vrijelijk kan rouleren. Ik ben geen econoom maar wat ik erover gelezen heb, duidt erop dat dat niet perse onwaar is. Maar dat principe gaat alleen maar op voor de totale welvaart. Tegelijkertijd produceert vrijhandel vaak grotere ongelijkheid. De positieve optelsom betekent dus niet perse dat iedereen voordeliger af is. Aan de top groeien de inkomens, maar verder stagneren de inkomens, dat zie je nu.”

Rutte zegt: ‘Nederland is een gelukkig land, en het gaat goed met Nederland’. Die blijheid komt zelfs terug in cijfers, we hebben de gelukkigste kinderen, we gaan erop vooruit etc. Dat optimisme, is dat terecht?

“Hij heeft gelijk dat het ons allemaal niet slechter gaat dan vroeger en velen ook beter. Maar dat neemt niet weg dat wat uiteindelijk telt voor mensen niet de vergelijking met vroeger is maar juist met anderen. Als je zelf ziet dat het geld bij anderen met bakken binnenkomt en dat bankiers anderen in het verderf storten en er met dikke bonussen vandoor gaan, dan worden mensen daar niet gelukkig van. We gaan nog wel de goede kant op, maar veel meer in de grote steden dan in het noorden, zuiden en het oosten van het land, in de krimpende, stagnerend achterlanden. De polarisatie tussen stad en platteland zie je ook in Amerika en Duitsland terug op de maatschappelijke en politieke kaart. Het platteland blijft achter bij de vaart der volkeren. In Amsterdam, Berlijn en München zit je als een spin in het web, maar in Tilburg, laat staan in Hoogezand-Sappemeer, is het een heel ander verhaal. Daar gaat de HEMA weg, en er komt niks voor in de plaats.”

De teneur is dan om op rechtse partijen te gaan stemmen?

“Daar komen we zo op, want dat heeft ook met de andere oorsprong (van het geloof in open grenzen, SB) te maken, de culturele component. Achterliggend is het zo dat links economisch heel ver is meegegaan in het marktdenken. Sinds Tony Blair, Wim Kok en Gerard Schröder is links sociaal-economisch naar rechts opgeschoven. Zozeer dat er in de politiek een consensus gegroeid is tussen ‘mainstream rechts’ en ‘mainstream links’ over een neo-liberaal, vrije markt beleid. Maar het thema ‘de verliezer van de globalisering’ heeft links heel erg laten liggen. Die verliezers zijn niet alleen de werklozen, maar ook de mensen die simpelweg niet of minder meeprofiteren van groei. Want welvaartsgroei op absolute niveaus is niet te verkopen als mensen zich vooral vergelijken met andere groepen. Rechtspopulisten hebben ontdekt dat daar een electoraal gat ligt. Wilders staat eigenlijk een sociaal-democratische politiek voor. Ook Le Pen, en Trump. Niet uit overtuiging, maar omdat ze slim genoeg waren om dát te zien wat links niet heeft gezien.”

Niet gezien of niet kunnen gebruiken?

“Niet gezien. Ze hebben echt geloofd in het neo-liberale verhaal dat iedereen van een vrije markt zou profiteren. Ze hebben onderschat dat zelfs als we er allemaal op vooruit gaan, dat dat dan voor velen niet zou gelden. Die blindheid heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat binnen de linkse politieke elite nauwelijks nog mensen met een arbeidersachtergrond te vinden zijn.”

En wat is die tweede oorspong van ons geloof in open grenzen?

“Dat is de historische, culture component. Nationale identiteit is sinds de Tweede Wereldoorlog sterk in diskrediet geraakt, bij links én bij rechts. Het morele discours van mensenrechten is daar voor in de plaats gekomen. Rechts, die in culturele zin is opgeschoven naar links, heeft de kritiek op nationalisme uiteindelijk overgenomen. Ook Duitse partijen, zoals de CDU stappen momenteel af van nationalisme in hun politieke boodschap.”

Wat vond u van de beelden van Merkel die in 2013 tijdens een CDU-verkiezingsfeest op een podium een Duits vlaggetje afpakte van een partijlid?

“Ik heb dat niet gezien, maar het is natuurlijk wel opvallend dat er in Duitsland een soort onbehagen over het vertoon van vlaggen bestaat.”

Dat nationalisme in onbruik raakt is wel vreemd. Je kan toch ook verdedigen dat mensen recht hebben op hun grondgebied, cultuur en taal? Dat zijn toch juist mensenrechten?

“Het gekke is dat tegelijkertijd met de invoering van universele mensenrechten ook een hele reeks verdragen zijn ingevoerd over de rechten van minderheden, die precies dit argument gebruiken. Recht op identiteit, cultuur en taal, als iets waar de overheid ze in moet ondersteunen. Er is daardoor een hele paradoxale situatie ontstaan, waarin het voor meerderheden in natiestaten als ontoelaatbaar en moreel niet verdedigbaar wordt gezien om hun eigen nationale identiteit en cultuur te verdedigen – want dit is populistisch, fascistisch – maar voor minderheden juist wordt verdedigd, als mensenrecht. En dat is natuurlijk raar, en iets wat mensen dwars zit.

‘Nationale identiteit en cultuur geldt als het domein van verdachte rechts-extreme, fascistische clubs’
Dat wat geldt voor mensen buiten west-Europa, die veel meer dan wij hechten aan hun eigen taal, geschiedenis, aan het territorium waar hun voorouders hebben geleefd en waar hun ouders begraven liggen, geldt niet meer als acceptabel in west-Europa. Dat alles is tot taboe verklaard. Nationale identiteit en cultuur geldt als het domein van verdachte rechts-extreme, fascistische clubs. Tegelijkertijd is het iets waar mensen heel sterk aan hechten. Als je dat taboe probeert te breken, wordt het bestempeld als moreel verwerpelijk. Dan komen er natuurlijk partijen op die dat sentiment gaan mobiliseren. Zo krijg je Wilders en Trump.”

Het lijkt wel alsof er twee verschillende waardensystemen zijn: alles moet ‘liberaal’ en open zijn, immigratie is goed en diversiteit een zegen. En aan de andere kant is er de ‘populistische’ waarde: de behoefte om alles af te bakenen, aan zekerheid, geslotenheid en protectionisme…

“Het is allemaal behoefte aan identiteit, en die kan alleen bestaan op grond van verschillen.”

De identiteit als een multiculturele identiteit?

“Maar dat is juist een identiteit die niet gebaseerd is op onderscheid en verschillen. Een multiculturele nationale identiteit werkt alleen in landen die uit immigratie zijn voortgekomen, zoals Canada, een land van minderheden waar geen echte meerderheid bestaat. Daar functioneert de multiculturele identiteit omdat het de subidentiteiten van mensen erkent.”

tegelijk zie je in Canada dat identity politics heel snel zijn opgekomen, ook in de vorm van allerlei mensenrechten-commissies die actief optreden tegen discriminatie van minderheden. Op straffe van boetes en zelfs gevangenisstraf. Waar gaat dit heen?

“In een liberale rechtsstaat is het goed dat we wetgeving hebben die discriminatie bestrijdt, daarom vind ik ook dat dit soort groepen het recht hebben beschermd te worden tegen discriminatie op grond van hun seksuele geaardheid, die voor een groot deel hun identiteit vormt. Maar dan is de vraag natuurlijk, wat zijn de criteria voor discriminatie? Hetzelfde kun je zeggen voor religie. Wie bepaalt die? Dat is het probleem wat in dit soort zaken speelt.

De Rechtbank Amsterdam die een paar jaar geleden een Sinterklaas-intocht verbood, wat later werd teruggedraaid door het Hof, beriep zich op Artikel 1 van de Grondwet. Er was geen sprake van discriminatie, geen ongelijke behandeling op basis van ras, zeiden ze, maar er was wel een enquête waaruit bleek dat twintig procent van de zwarte Amsterdammers aanstoot nam aan de Zwarte Pieten bij de intocht. En dat was voldoende voor de rechtbank om tot een verbod te komen omdat die mensen zich in hun identiteit gekwetst voelden. Dat was een enorme constructie, de reden ook waardoor de uitspraak het in tweede aanleg niet overleefde. Het achterliggende idee dat het genoeg is dat een bepaalde groep zegt: ik voel mij gekwetst, is echter een probleem dat in heel veel culturele kwesties een rol speelt.”

Een minderheid binnen een minderheid?

“Het is meestal een minderheid in een minderheid, dat zie je ook bij moslims. De meeste moslims moeten niets van burka’s hebben. Natuurlijk moeten moslims hun geloof kunnen beoefenen. Maar wie bepaalt of het dragen van een burka, het weigeren een hand te geven, of het dragen van een hoofddoek van iemand die bij de rechtbank werkt bij de vrijheid van religie hoort? Ik kan zo een blik imams opentrekken van wie dat allemaal echt niet hoeft hoor. Die puur subjectieve definitie, als ik zeg ‘dit is mijn religie en daar heb jij maar rekening mee te houden’, dat loopt uit op een situatie waarin de minderheid gaat bepalen wat de meerderheid mag. Bij Zwarte Piet is dat het geval gebleken, bij genderneutrale toiletten ook, zoals ook hier op de Humboldt.”

Maar wat voor moeite is het voor u, voor mij, om met die behoeftes rekening te houden? Het meest gehoorde tegenargument is steeds: het kost jou toch niks om rekening met mij te houden?

‘Als je helemaal geen grenzen trekt leidt het ertoe dat de rekkelijken worden gekoloniseerd door de preciezen’
“Dat is een liberaal tolerant standpunt, een zachte opstelling kiezen. Neem het voorbeeld van varkensvlees. We kunnen in een kantine niet zes verschillende maaltijden koken dus dan wordt uiteindelijk het “compromis“ gesloten op basis van de verlangens van degenen die de meest strikte criteria aanleggen. Dan wordt er gezegd: het is toch niet verplicht voor Christenen om varkensvlees te eten, dus waarom kunnen zij niet een beetje inschikken? Als je helemaal geen grenzen trekt leidt het ertoe dat de rekkelijken worden gekoloniseerd door de preciezen. En als je niet wilt dat de preciezen de toon gaan zetten, dan zul je moeten nadenken onder welke condities dat nog kan. Die grens kan liggen bij publieke instituties, zoals met het verbod op een hoofddoek bij de rechtbank, of bij de politie.”

Ligt daar een taak voor instituties?

“Om te beginnen moeten we ons gaan realiseren dat we grenzen moeten trekken. Want die subjectieve definities, waarin mijn religie bepalend is, of de mate van mijn gekwetstheid bepalend is, kunnen nooit maatgevend zijn, omdat die definities grenzeloos zijn. Als we tegemoet komen aan de burka, dan vinden salafistische moslims morgen wel iets nieuws waar we rekening mee moeten houden.”

Zelfs in een gebalanceerd artikel van uw hand over hoe we immigratie humaner kunnen maken, hoe we echte vluchtelingen beter kunnen helpen, voel je voortdurend de hete adem in de nek. Waar komt die beladenheid, die zelfhaat vandaan?

“Gewone woorden zijn inmiddels gepolitiseerd en zijn middelen in een politieke strijd. Het debat over islam en moslims vindt maar voor een deel plaats tussen moslims en niet-moslims. Het is eigenlijk een debat tussen witte Nederlanders, tussen Joop en The Post Online, zogezegd. De meeste moslims kan het niks schelen. Net zoals bij de meeste Surinamers de Zwarte Piet discussie volledig langs ze heen gaat.”

Het werkt. Je merkt dat ‘de rekkelijken’ op hun woorden gaan letten…

“Ja. Die thema’s – islam, nationalisme – worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen goede mensen en slechte mensen. Het is politiek kapitaal. Als jij je politieke tegenstanders dat label fout kunt opplakken met woorden als racisme, fascisme en nationalisme, dat is winst. Als je kijkt naar de onderzoeksliteratuur, en ik het van daaruit heb over ‘assimilatie’ of over ‘tweede generatie immigranten’, dan krijgt ik reacties als: ‘ja, daarmee zeg je dat de mensen die hier geboren zijn geen echte Duitsers zijn’. Dat zeg ik helemaal niet, maar dat is een vorm van framing, een politiek machtsmiddel.”

Wat doet dat politieke machtsmiddel in de universiteit?

‘Een deel van de docenten en studenten beschouwt wetenschap als politiek met andere middelen’
“Er is ook universiteitspolitiek. De oppositie tegen mij kwam niet gewoon van studenten maar van de Fachschaft. Dat zijn de officiële gekozen vertegenwoordigers van de studenten, en daar zitten weer veel verschillende studentenpartijtjes in. Inmiddels ben ik er achter gekomen wat er werkelijk achter zit. Een soort Trotskistische fractie binnen de studenten, die blijkbaar in de Humboldt een behoorlijke aanhang hebben en die er belang bij hebben zich te mobiliseren voor hun politieke idealen. Dat is het probleem binnen de sociale wetenschappen, dat een deel van de docenten en studenten daar niet zit uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid, maar wetenschap beschouwt als politiek met andere middelen. Ze profileren zichzelf als ‘kritische wetenschapper’, maar als ik dat lees weet ik meestal wel hoe laat het is. Men denkt dat het geven van meningen en het kritiseren van anderen, dat dat wetenschap is. Terwijl een werkelijk ‘kritische’ wetenschappelijke houding bestaat uit met open vizier onderzoek doen, feiten verzamelen en kritisch staan tegenover je eigen aannames.”

Onlangs kwam naar buiten dat sociale wetenschappers aan de UvA in hun onderzoek vooral hun eigen politieke en religieuze voorkeuren laten prevaleren. Die normatieve focus bezoedelt wel een beetje de reputatie van alle sociale wetenschappen, of zijn dit incidenten?

“Het zijn incidenten maar het is niettemin enorm schadelijk. Als je wetenschap normatief wilt benaderen, dan kun je beter werken in de politieke filosofie, of de rechtswetenschap. En dat heeft ook zijn regels. Het is heel makkelijk en verleidelijk om sociale wetenschappen op te vatten als het zoeken naar argumenten voor een eigen mening. Dat is helaas de houding die sommige studenten hebben en die wordt aangewakkerd door sommige docenten. Het is een zelfgecreëerd probleem. Dat we zulke studenten hebben komt dus ook omdat we dat soort docenten hebben, die dat soort ‘kritische wetenschap’ propageren.”

Hoe komt dat?

“Het gaat lang terug, studenten zijn altijd politiek actief geweest. In de jaren zestig hebben studentenbewegingen ook een belangrijke, en in veel opzichten positieve, rol gespeeld.”

Wanneer is het een bedreiging voor de academische vrijheid? Professoren die bang zijn voor hun baan, omdat studenten ‘getriggerd ‘worden door onpopulaire feiten en opvattingen, is nu aan de orde van de dag?

“Als docent in een machtspositie ben je ook verantwoordelijk voor wat je zegt. Als je als docent bijvoorbeeld zegt dat je persoonlijk iets tegen homo’s hebt, een groep die nog altijd wordt gediscrimineerd, dan trek ik daar wel de grens. Dat valt niet onder die academische vrijheid van meningsuiting.”

Als u zegt dat 50 miljoen moslims een bedreiging vormen voor onze Westerse vrijheid, en iemand, een student, wordt daardoor getriggerd, is dat dan anders?

“Het is anders. Als ik zou zeggen: persoonlijk vind ik de islam een achterlijke godsdienst, dan is dat precies de grens over. Dan spreek je een waardeoordeel uit over een groep als geheel.”

Maar mensen die kritiek hadden op uw – kortgezegd – ’50 miljoen’ vonden dat u ook een waarde-oordeel uitspraak over de islam en moslims in het bijzonder.

“Dat is alleen maar omdat die mensen überhaupt geen kritiek op de islam kunnen verdragen. Dat is het hele punt. Ik benadruk altijd dat het om een beperkte groep gaat. Ik heb nog nooit gezegd dat het een inherent probleem van de islam is, of dat de islam niet hervormbaar zou zijn. Mensen reageren vaak allang niet meer op wat je gezegd hebt.”

Is dat de bedoeling?

“Het is policing van de morele grens. En die morele grens moet vooral zwart-wit blijven, anders werkt het niet meer. Dat politieke wapen tegen mij werkt alleen als het vlijmscherp is. Als we gaan erkennen dat er misschien best wel problemen zijn in de islam, dat het niet een marginaal groepje is dat met de rest van moslims niets te maken heeft, een groepje dat eigenlijk de religie helemaal niet begrepen heeft – want als je de Koran zou lezen, etcetera. Zo eenvoudig is het allemaal niet. Maar in de ogen van de moraalridders bestaan er geen grijstinten – aan beide zijden, want als Wilders mij citeert dan moet het ook in zijn straatje passen en wordt het ook uit de context gehaald. Politici instrumentaliseren mijn boodschap, zoveel is duidelijk.”

U heeft onderzoek gedaan naar ‘menigten’. Kun je inmiddels spreken van een ‘menigte op links’ en een ‘menigte op rechts’?

“De Franse socioloog Pierre Bourdieu schreef La Distinction (1979). Het ging er hem om wat er gebeurde als economische standverschillen door welvaart afnamen. Het werd steeds belangrijker, ontdekte hij, voor de elite om zich met bepaalde culturele kenmerken te onderscheiden van het ‘gewone volk’. Los van afkomst en geld worden dan andere dingen belangrijk, smaak bijvoorbeeld, in muziek, kleding, wat je eet, wat je leest. De lagere milieus hebben de neiging om die smaak over te nemen, want mensen zijn status bewust. Inmiddels is het in de moderne samenleving niet meer zo bon-ton om je standsbewustzijn door middel van “hogere“ cultuuruitingen te etaleren. Snob werkt niet meer zo goed. Wat wel goed werkt zijn politiek morele houdingen.”

Dat zijn een beetje de sieraden en huiskamerconcerten van deze tijd?

“Ja, wat het houden van abstracte kunst, free jazz, of atonale muziek in het verleden was, is nu het hebben van een bepaalde opinie over islam, immigratie of globalisering: tolerant en open. Het is ook nog een keer een verdomd goedkope houding. Want men woont niet in de wijken waar de immigranten wonen, en de kinderen zitten gewoon op de hockeyclub, niet op de voetbalclub waar de Marokkaanse vandaaltjes naartoe gaan. Misschien hebben ze nog een leuke Afrikaanse werkster, en reizen ze naar exotische vakantielanden. Men profiteert van de zonnige kanten van de multiculturele samenleving en ondertussen wordt er neergekeken op anderen vanwege hun bekrompen smaak, hun gebrek aan waardering voor diversiteit en hun hang naar “achterlijke“ tradities als Zwarte Piet.”

‘De kinderen zitten gewoon op de hockeyclub, niet op de voetbalclub waar de Marokkaanse vandaaltjes naartoe gaan’
De anti-Trump malieveld demonstranten, die hun kleine kinderen meenemen…

“Wij zijn de goeden. Dat willen ze laten zien.”

Er vinden ook gerichte aanvallen op die bekrompenheid plaats, door mensen racist te noemen of sociaal uit te sluiten. Dat gaat toch ver?

“Het is een sociaal distinctiemiddel maar dus ook een politiek machtsmiddel. Het heeft mij ook in de problemen gebracht. Als je soms iets ‘verkeerds’ zegt dan zie je de gezichten betrekken.”

Dan is het niet meer gezellig?

“Het is dan niet alleen maar een meningsverschil. Omdat het zo’n morele en culturele marker is ben je gelijk een slecht mens. En daarmee kom je niet meer in aanmerking voor vriendschappen. Maar daar moet je mee leven. Als je afwijkt van de norm weet je dat je onder een vergrootglas ligt, overal worden vraagtekens bij gezet. Als ik tot een omgekeerde conclusie zou komen: radicalisme heeft niets met islam te maken. Nou, geen haan die dan kraait naar mijn methode. Terwijl er op de methoden van wetenschappers die het omgekeerde beweren heel wat meer te kritiseren valt.”

Radicalisme heeft niets met islam te maken?

“(Lacht) Dat is een stelling die niet klopt. Die niet klopt voor radicalisme in de islam, of radicalisme bij rechts, of bij links. Het is nooit een geïsoleerd fenomeen. Kijk naar die Salah Abdeslam in Brussel. Natuurlijk wisten mensen in zijn omgeving daar vanaf. Veertig procent van alle moslims zien het Westen als een doodsvijand, die de islam will vernietigen. We hebben in Europa te maken met enkele duizenden jihadisten die actief zijn geworden. Maar daar zit nog een hele groep moslims met problematische opvattingen omheen. Rond tien procent van moslims in Europa zegt dat geweld voor het geloof geoorloofd is. En in Nederlandse en Duitse onderzoeken zelfs dat men zelf bereid is geweld te gebruiken. De Duitse stelling in het onderzoek was het duidelijkst, die laat geen enkele twijfel mogelijk, die was: ‘als het de islamitische gemeenschap dient, ben ik bereid fysiek geweld tegen ongelovigen te gebruiken’: acht procent. Daar is geen speld tussen te krijgen. Amerikaans onderzoek in islamitische landen wereldwijd wees zelfs 14% uit die geweld tegen burgers ter verdediging van de islam geoorloofd vonden. Tegelijkertijd werd er in debatten gezegd: ‘ja, die Koopmans beweert het totaal tegenovergestelde van de onderzoeken waar hij zich zelf op baseert. Want de kop boven het Amerikaanse onderzoek was: “grote meerderheid moslims wijst geweld af”’. Tja, dat is ook een manier van interpreteren. Het is maar wat je belangrijker vindt om te benadrukken: de 86 procent die geweld niet goedkeurt, of de 14 procent die geweld voor het geloof OK vindt.”

Het verraadt een groot onvermogen om cijfers te begrijpen?

“Het veronderstelt dat het probleem alleen maar zou liggen bij het actief gebruik van geweld. Maar het gaat ook over een grote groep die sterke vijandbeelden heeft van joden, homoseksuelen, het westen, geloofsafvalligen, vrouwen die met niet-moslims trouwen. En daar hebben we natuurlijk al een probleem. Zo vindt bijvoorbeeld 45 procent van de Britse moslims dat een vrouw binnen de islam niet mag trouwen zonder toestemming van haar voogd. Dat komt de vrijheid van die vrouwen niet ten goede. En 31 procent van de Britse moslims is voor de doodstraf voor geloofsafvalligen.”

Denkt u dat uw oproep tot ‘meer weerbaarheid tegenover radicale islam’ gehoor vindt, dat het gaat lukken?

“Ik ben een beetje sceptisch dat dat op korte termijn gaat lukken. De enige oplossing die ik zie is een hervormingsbeweging binnen de islam. Moderne, hervormingsgezinde moslims die opstaan en zich actief teweer stellen tegen die archaïsche, intolerante interpretatie van de islam, die weliswaar niet de meerderheid van de moslims vertegenwoordigt maar die wel het hele beeld van de islam domineert.”

Bedoel je mensen zoals Ayaan Hirsi Ali en voormalig radicaal Maajid Naawaz die een hervorming voorstaan?

“Het probleem met hen is natuurlijk dat het ongelovigen zijn. Ze hebben geen respect binnen de moslimgemeenschap. Je hebt mensen nodig als Ahmed Aboutaleb, iemand die naar de moskee gaat en gelovig is. En het moet verder gaan dan uitspraken van steeds weer hetzelfde handjevol boegbeelden. Gewone moslims moeten de straat op gaan, iets wat veel mensen graag zouden zien en een goed middel zou zijn tegen vooroordelen tegen moslims.”

Maar zolang we de slachtofferrol van moslims blijven beschermen en aanwakkeren werken we dat tegen lijkt mij?

‘Daar kun je toch niet over discussiëren, over steniging?’
“Daar ligt het probleem van de rest van de moslimgemeenschap. Veel moslims wijzen de gewelddadige middelen van de radicalen af, maar wanneer ze de doelstellingen van de radicalen delen dan komt men desondanks niet in beweging. Aiman Mazyek bijvoorbeeld, de voorzitter van de Zentralrats der Muslime in Duitsland, presenteert zich als super liberaal en zegt dat moslims zich moeten houden aan de Duitse wet, maar hij neemt geen afstand van het idee dat een islamitische staat het ideaal is in landen waar moslims in de meerderheid zijn. Of neem de Zwitserse islamoloog Tariq Ramadan, die vindt dat moslims moeten discussiëren over een moratorium op steniging. Daar moet je toch duidelijk over zijn, daar kun je toch niet over discussiëren, over steniging?!

Een fundamenteel probleem bij dit alles is de erkenning dat de koran geen letterlijke geldigheid heeft maar interpretatie en vertaling naar de moderne wereld behoeft. Zolang dat niet offensief en glashelder wordt uitgesproken door religieuze leiders, zie ik ook geen beterschap. Er is een theologische vernieuwingsbeweging nodig, die het Christendom natuurlijk ook heeft gehad. De Christelijke wereld is ook door een diep dal en een diepe vuurzee gegaan van godsdienstoorlogen voordat zich een moderne interpretatie heeft doorgezet. Er zijn in Duitsland wel islamitisch-theologische leerstoelen die inderdaad zo’n historische interpretatie voorstaan, maar de imams die deze opleidingen afleveren…, geen moskee wil ze hebben. Die willen geen nieuwlichterij.”

Blijft u hiermee doorgaan de komende jaren?

“Ja, ik ga ook een boek schrijven over de crisis van de islamitische wereld, in het Nederlands. Ik blijf ermee bezig, net als met het globaliseringsvraagstuk. Dat zijn de thema’s die bepalend zijn voor waar het met de wereld naartoe gaat.”
Sietske Bergsma interviewt Ruud Koopmans: 'Tolerantie voor islam is verdomd goedkope houding' | ThePostOnline
 
Nederland kent minder etnische rellen dan Frankrijk omdat theedrinken helpt
Nederlands minderhedenbeleid is in dat opzicht zegen gebleken
16-02-2017, 13:11
Tags: frankrijk
Er was vorige week weer eens een opstand van Noord-Afrikanen in Bobigny waarbij auto’s in brand gestoken werden. Een protest van ongeveer 2000 mensen verliep in de middag nog vreedzaam. De demonstranten protesteerden tegen de gewelddadige arrestatie van een 22-jarige man afgelopen week in het naburige Aulnay-sous-Bois. De man, Theo, ligt nog altijd in het ziekenhuis. De vier betrokken agenten zijn geschorst, een wordt verdacht van verkrachting van de arrestant, de anderen van buitensporig geweld. Woensdagavond waren er weer rellen, deze keer in de buurt van het Gare du Nord. De politieman houdt vol dat zijn wapenstok per ongeluk in de anus van een arrestant terechtkwam. Gescheurde sluitspier. Oeps! Was niet de bedoeling. Hij gleed er zomaar in. Heel gek. Gewoon zo door zijn spijkerbroek heen. Of had hij die uitgetrokken? Van die zwarten kun je alles verwachten.

Franse politie kent traditie van geweld
Het geweld van de politie kent een lange traditie, die teruggaat tot de Algerijnse vrijheidsstrijd. De meeste Algerijnen in Parijs waren daarvoor; de meeste politiemannen waren tegen. Een commissaris van politie, Maurice Papon was niet alleen verantwoordelijk voor de dood van 200 demonstanten, hij bleek ook verantwoordelijk voor de deportatie van 1560 joden als politieschef van het Vichy regime in Frankrijk. Hij werd in 1998 veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. Na zijn vrijlating zei hij in een interview met het Franse tijdschrift Le Point in februari 2004, dat hij geen spijt had van de misdaden die hij gepleegd had, dat de rechters die hem hadden veroordeeld zich zouden moeten schamen.

Er is door de Franse politie altijd veel geweld gebruikt. Berucht is de massacre van 11 oktober 1961, waar een demonstratie voor de onafhankelijkheid van Algerije die door de politie uit elkaar geslagen werd en waarbij de Algerijnse demonstranten de Seine in geslagen werden. Aantal doden: bijna 100.

Op 8 februari 1962 vielen er bij het metrostation Charonne 9 doden bij een vreedzame demonstratie tegen de aanslagen van de uiterste rechtse OAS. Geen van hen was overigens Algerijn. De laatste 20 jaar zijn er grote delen van de Parijse voorsteden niet meer toegankelijk, zelfs niet voor de politie. Het zijn door Noord-Afrikaanse hooligans gedomineerde no-go areas.

Vergelijking met Nederland
Vergeleken met Frankrijk zijn de door Marokkaanse criminelen gedomineerde buurten in Amsterdam, Rotterdam en den Haag kinderspeeltuinen. Er zijn in Frankrijk ook veel meer terroristische aanslagen.

Hoe zou dat komen? Eén oorzaak heb ik al genoemd: de Algerijnse oorlog heeft gewelddadige sporen nagelaten. Maar er is meer. De Parijse volkshuisvesting heeft geleid tot veel grotere etnische segregatie van die in Amsterdam, Rotterdam of Den Haag. En tenslotte: de Parijse autoriteiten hebben nooit een beleid gevoerd van het subsidiëren van etnische organisaties. Dat vermaledijde Nederlandse multiculti beleid heeft tot ver in de jaren 90 gezorgd voor relatief vreedzame verhoudingen tussen allochtonen en autochtonen. Gewelddadige opstanden van Turken of Marokkanen hebben wij nooit gehad. Terroristische aanslagen van geradicaliseerde moslims zijn – op één na – voorkomen.

Theedrinken helpt
Jazeker, meer dan de helft van de Marokkaanse jongeren is ooit in aanraking geweest met de politie. Maar er is bij mijn weten nooit een wapenstok per ongeluk in de anus van zo’n Marokkaanse jongen gegleden. Het aantal dodelijke slachtoffers bij relletjes is ook aanzienlijk geringer dan in Frankrijk. Theedrinken helpt. Dat hebben Jean Tillie en ik al in 1999 laten zien. Uit onderzoek dat wij onder Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen in Amsterdam hebben gedaan bleek dat er een sterk verband bestond tussen de mate waarin de verschillende etnische groepen georganiseerd waren en hun vertrouwen in de lokale politiek. Destijds hadden de Turkse Amsterdammers zelf meer vertrouwen in de Amsterdamse gemeenteraad dat autochtone Amsterdammers. En de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen was ook hoger. Turkse Amsterdammers waren beter georganiseerd dan de Marokkanen en Antillianen en dat vertaalde zich in een veel lagere opkomst van Marokkanen en Antillianen. En dat zijn nu juist de groepen waarvan de jongeren ook het vaakst met de politie in aanraking komen. Ons minderhedenbeleid gericht op het versterken van de etnische gemeenschap is een zegen geweest.


fennema.jpg

[Link niet meer beschikbaar]
Meindert Fennema (Leeuwarden, 1946) is een Nederlands politicoloog en emeritus hoogleraar politieke theorie aan de Universiteit van Amsterdam, oud-fractievoorzitter van GroenLinks in Bloemendaal en romanschrijver. Onlangs verscheen een nieuwe editie van Geert Wilders, Tovenaarsleerling. Zijn laatste boek is GOED FOUT. Herinnering van een meeloper. (Over zijn tijd in het Utrechts Studenten Corps en in de Communistische Partij van Nederland).

:lol:
 
  • Like
Waarderingen: mat
‘De strijd om het onderwijs: de linkse echokamer aan de universiteiten’
Aanvallen op Pieter Duisenberg (VVD) snijden geen hout


“De wetenschap heeft een diversiteitsprobleem. In het bijzonder in de sociale wetenschappen is het overgrote deel van de wetenschappers te links. Hun dominantie op de faculteiten is zelfs zo sterk, dat andersdenkenden vaak niet meer uit de kast durven komen.” aldus Kamerlid Pieter Duisenberg (VVD).
De kritiek die hij hierop kreeg was tegenstrijdig. Enerzijds zou wat hij beweerde niet waar zijn “want gebaseerd op anekdotes”. Anderzijds zou het geen probleem zijn, “want universiteiten zijn in grote steden waar mensen nu eenmaal links zijn: wetenschappers zijn geen ondernemers of boeren en hebben daardoor andere politieke opvattingen. Dat is geen probleem zolang ze hun werk goed doen.” Aldus sociologen in het artikel ‘Why are professors liberal?’, aangehaald door Ianthe Sahadat in Volkskrant. “Op sociale thema’s beschouwde 4 procent van de wetenschappers zich als conservatief, op economische thema’s was het 20 procent.”

Spreiding van kennis
Laten we allereerst vaststellen dat deze frames niet gelijktijdig waar kunnen zijn. Of wat Duisenberg zegt is onwaar, of het is waar maar geen probleem. In dit vervolgstuk leg ik uit waarom de onderwijsdominantie van de relativistisch-kosmopolitisch-utopische stroming wel degelijk een probleem is. Duisenberg verwees naar de hoogleraar Jonathan Haidt – denk ook aan de Canadese professor Jordan Peterson die in Canada rechtszaken voert om geen genderneutraal taalgebruik te hoeven voeren: hij vindt dat het opleggen van taalgebruik door de autoriteiten onvrijheid schept als precedent. Denk aan de Sokal Hoax en aan Pieter van der Horst, wiens afscheidsrede gecensureerd werd omdat hij wilde spreken over antisemitisme in de Arabische wereld. Maar om te beginnen een stukje geschiedenis.

In de vorige eeuw vatte de PvdA haar visie op onderwijs samen in de leuze: ‘Spreiding van kennis, inkomen en macht.’ Vooral spreiding van kennis zagen zij als de sleutel tot betaalde arbeid (inkomen) en macht. Spreiding van kennis is echter een langdurig proces waarin niet alleen de school een rol speelt, maar ook het gezin. Een kennisarm milieu waarin het hebben of verwerven van kennis er nauwelijks toe doet, nodigt een opgroeiend kind niet uit om te excelleren op school. Geleverde prestaties worden thuis amper opgemerkt. Sterker nog: een kind dat zich tegen de stroom in omhoog worstelt en zoveel mogelijk kennis opzuigt, plaatst zich feitelijk buiten het eigen vertrouwde milieu.

School als basis voor offensief
In weerwil van dit feit koos de PvdA destijds niet het gezin als basis van haar offensief, maar de school. Het gezin, zo was het credo, raakte toch wel uit de mode omdat de traditionele rolverdeling thuis al onder druk stond. De technocratische wijze waarop deze onderwijsvisie is uitgerold leidde tot schaalvergroting. Ook de inhoud van de scholing blijkt aan erosie onderhevig. Geregeld opent men in het middelbaar en zelfs hoger onderwijs eerst de onderhandelingen met de leerlingen over welke lesstof nog acceptabel is. De geschiedenisles wordt dan bijvoorbeeld aangepast om verhitting te voorkomen: zeker waar het onderwerpen betreft als de Jodenvervolging, het Israël-Palestina conflict of het Ottomaanse Rijk.

Misleidende informatie in ‘de Groene’
Duisenberg diende ook een motie in over het onderwerp, die werd aangenomen door de Tweede Kamer. Deze geeft het KNAW opdracht om te onderzoeken in hoeverre er sprake is van zelfcensuur in de academische wereld. Direct kwamen er zure reacties van de linkse pers, vol misinformatie bovendien. Dirk Bezemer behandelde de motie in De Groene Amsterdammer. Hij stelde:

Het schijnt dat het in Nederland moeilijk is een baan te vinden als je je als actief PVV-aanhanger afficheert, maar misschien nog wel het minst in de wetenschap. Immers, in een omgeving met veel hoogopgeleide, onafhankelijk denkende mensen is er eerder méér dan minder ruimte voor vreemde snuiters. Neem Thierry Baudet, de lijsttrekker van Forum voor Democratie. Hij kon zich ongeremd uiterst rechts profileren toen hij nog postdoctoraal onderzoeker en docent in Leiden en Tilburg was.

Niet alleen bewijst dit denkbeeld over “PVV-wetenschappers” de vervreemdheid van de auteur; de tekst is bovendien misleidend. Bezemer verwees naar mijn vorige [Link niet meer beschikbaar] over het onderwerp maar las die erg onzorgvuldig. Want deze verduidelijkt juist dat dr. Baudet werk werd onthouden door de universiteit die hem benaderde. Ook was Baudet niet ‘uiterst rechts’ toen hij doceerde: hij was bekend van EU-kritische krantencolumns. Hij is pas later als ‘extreem rechts’ geframed (door linkse media) toen hij niet meer werkte op de universiteit. Dat was toen hij een roman schreef en in de campagne rond die roman verwees naar de controversiële womanizer Julien Blanc.

De angst regeert
Een andere afgedwaalde reactie kwam van Henk Strikkers, die op universonline poogde om Duisenberg af te kraken maar daarbij de belangrijkste punten negeerde. Want in de kern is het simpel. Als je de linkse hegemonie beheerst in de academische wereld, dan zijn twee zaken het geval. Ten eerste wil je daar geen onderzoek naar laten doen: zo hou je de suggestie staande dat het er neutraal aan toegaat. Ten tweede, mensen die anders denken houden daar hun mond wel over, anders worden ze weggepest of er uit gewerkt. Na mijn verhandeling over onderwijs kreeg ik mails en telefoontjes van onderzoekers met schokkende persoonlijke verhalen: met steeds het verzoek om niet herkenbaar naar hun relaas te verwijzen. Klokkenluiders verliezen altijd meer dan ze winnen.

Slechtgekozen vergelijkingen
Strikkers praat hier echter omheen door een vergelijking te maken met een euthanasie-arts. “Ik wil dat de arts de euthanasie toepast en ik wil niet weten hoe de arts inhoudelijk over euthanasie denkt”, is zijn argument. Maar in de wetenschap bevat de onderzoeksvraag waarmee je start vaak al impliciet politieke standpunten. Zoals inkomensongelijkheid, om een onderwerp te noemen. De vragen die je daarbij stelt sturen de conclusie een richting op die al dan niet politiek bruikbaar is.

“Een goede wetenschapper is zoals een goede politieagent: ik wil dat hij zijn werk goed doet en hoef niet te weten hoe hij denkt.” Dit is hét argument waarmee Strikkers Duisenberg wil neerhalen. Ik had het echter al weerlegd, omdat nu juist de standaard van bewijs – waar meten we goed onderzoek aan af? – inzet is van de discussie. Pierre Rosanvallon zet in Democratic Legitimacy (2011) uiteen dat monoblanke wijken de politie afrekenen op: “Hoeveel misdaden worden er gepleegd en hoeveel daarvan worden opgelost?” Multiculturele wijken beoordelen de politie echter op: “Hoe respectvol gaat de politie met mij om?” Het reële aantal misdaden heeft daar véél minder impact op het waarderen van de politie.

Wetenschap veronderstelt noodzakelijk een grondvesting in waarden
De vergelijking met de agent “die gewoon zijn werk goed moet doen” is net zo infantiel als een wetenschapper die zegt: “De overheid moet gewoon zorgen voor een goede structuur van de samenleving en economie.” Wat dat goede is, is nu net zélf afhankelijk van de waarden die men vooropstelt. In dit verband reageerde Eric C. Hendriks in NRC op de discussie die Duisenberg aanzwengelde: daarin verwees hij naar Leo Strauss. Diens essay ‘What is Political Philosophy?‘ (1959) maakt helder dat het streven naar ‘wetenschappelijke objectiviteit’ niet is te grondvesten op een bodem die zelf waardenneutraal is: een begrijpelijk antwoord op de vraag “waarom hecht je aan objectiviteit?” veronderstelt immers een motivatie en dus een drijvende waarde.

Overigens verwees Hendriks in zijn stuk naar mijn voorgaande artikel (evenals naar dat van Duisenberg), maar de NRC-redactie schrapte deze verwijzingen. Want links houdt het liever bij deugdsignalen dan bij écht debat: de kosmopolitische lezer moet zich immers niet verslikken in de fair-trade koffie als er een onwelgevallig argument voorbijkomt. Hier is de ironie dat Hendriks werkt in China, en vanuit dat communistische land vrijer is om zich in dit debat te mengen dan zijn gelijkgestemde collega’s in Nederland. Enfin wat ik, en wat uiteindelijk Strauss wil zeggen, is dat als we aannemen dat wetenschap uiteindelijk ‘de verbetering van de samenleving’ op het oog heeft – al is het maar omdat de samenleving de wetenschap bekostigt – dan veronderstelt dit verstaan van ‘beter’ of ‘slechter’ een maatstaf van goed en kwaad. Hierbij heeft Duisenberg volkomen gelijk want de idealen van de achtenzestigers zijn zó diep ingebakken geraakt in onze maatschappij dat zelfs wetenschappers aannemen dat dit ‘neutraal’ denken is, en niet het product van specifieke politieke keuzes en overtuigingen.

Linkse ideeënarmoede: de oorzaken
De oppervlakkigheid en naïviteit van de argumenten die tegen Duisenberg in stelling werden gebracht, onderstrepen dat ‘links’ geen interessante gesprekspartner meer is. Vandaag komen de innovatieve ideeën van degenen die nadenken over het hervestigen van soevereiniteit. Ik zal nu kort ingaan op de oorzaken achter deze ideeënarmoede.

Ten eerste heeft ‘links’ de culturele strijd om de instituties gewonnen, en bezit dus de hegemonie. Dit leidde tot een echokamer en tot gebrek aan uitdaging en verantwoording. Tegelijk heeft deze overdosis aan links moralisme hun vijanden onverschillig gemaakt. Ze noemen iemand bijvoorbeeld ‘racist!’ en vervolgens is het antwoord: “Ik ben racist omdat ik het niet erg vind dat mijn kinderen op mij lijken. Jij?”

Ten tweede is de linkse psyche gevoelig voor groepsdruk: het uitgangspunt is collectivistisch en dus verdringt het streven naar consensus het streven naar waarheid : “De meesten denken dat het zo is, en dus is het waar.” Dat achter deze consensus een netwerk van belanghebbenden schuilgaat, met financiële belangen die doorgaans ten koste gaan van een schatkist, houdt diezelfde opiniehegemonie buiten de discussie. Climategate bewees dat wetenschappers wiens bevindingen niet in een vooropgesteld politiek frame pasten, stelselmatig werden buitengesloten. ‘Wetenschappelijke consensus’ betekent niets, want ook Copernicus en Galileo Galilei hadden die consensus tegen zich, toen ze beweerden dat de aarde om de zon draait.

Uniforme ‘linkse’ consensus dwingt ‘rechts’ tot innovatie
Of u nu inzoomt op NRC of RTL: overal maakt die groepsdruk dat u dezelfde uniforme ‘maakbare samenleving’ ideologie aantreft. Met nog een handvol intellectuelen uit een ander tijdperk, die tegengeluid moeten bieden in een krachtenverhouding die qua zendtijd totaal geen verhouding is. Hierbij is het zoals Wierd Duk ondervond: alles dat qua journalistiek nu wordt aangenomen, is jong, hoogopgeleid en links-liberaal. En dit is een Randstedelijke doelgroep, wat bij het verdwijnen van streekmedia tevens betekent dat discussies als ‘Zwarte Piet’, die in het landelijke nauwelijks een thema zijn, daar tóch worden opgedrongen. Tegenover deze consensus van de postmodernen zijn de ‘rechtse’ intellectuelen noodgedwongen individueel. Zij krijgen geen middelen of steun vanuit de instituties, en moeten dus origineel en creatief zijn. Adapt and survive.

Ten derde is de linkse ideologie zélf regressief. Waar men vroeger vol overtuiging religies bekritiseerde, heeft men vandaag de islam nodig omdat de progressieve, geëmancipeerde klasse zelf te weinig kinderen maakt. Van Marx kunnen we nog zeggen dat hij de Verlichting en het rationalisme betrok in zijn gedachtegoed: vandaag is links totaal cultuurrelativistisch.

Meepraten met links uit angst om buitengesloten te worden van romantiek en seks
Ten vierde, de angst voor uitsluiting. Het boek Elementaire Deeltjes (1998) bevat een geniale zin: “Bruno wist dat hij zijn links-liberale humanitaire ideeën moest vasthouden, omdat hij anders geen kans op seks meer zou hebben – dit voelde hij intuïtief aan.” Ik zie dit voor me als een groepje dat een gesprek voert in de Starbucks of in de kantine van een universiteit. “Trumps muur is echt racistisch”, is dan zo’n uitspraak die je casually moet laten vallen, om dan kritiekloos door te glijden naar een volgend onderwerp. Anders kom je nooit voorbij first base. Links heeft een jeugdig en rebels karakter en mensen associëren zich daar graag mee, hopend zo toegang te krijgen tot een open, experimentele sekscultuur.

Ten vijfde, hun historicistische wereldbeeld: ze nemen aan dat de mensheid toegroeit naar een onvermijdelijke eenheid. Het gaat dus meer om ‘voortekenen’ dan om argumenten. Eigenlijk geloven ze net als het christendom dat de waarheid van de geschiedenis al geopenbaard is en aan hun kant ligt. Sinds Meaning in History (1949) van Karl Löwith is deze overeenkomst bekend, maar dat lezen progressieven niet, want te veel aandacht voor blanke (mannelijke) Europeanen.

Gevoelens verwoorden is verheven boven verstandelijk verklaren
Ten zesde, deze denkwereld is gebaseerd op het uiten van gevoelens, het ventileren van meningen en het uitdragen van intenties. Deze verandering heeft het onderwijs doorgemaakt, waarbij het accent is verschoven naar het schrijven van essays. Veel linkse hoogopgeleiden komen niet verder dan het verwoorden van hun emoties en associaties bij een onderwerp, want daar zijn ze veel meer in getraind dan in rationele analyses, logica en causaliteit. Zie vakken als ‘post-colonial studies‘.

Zetten we al deze zaken op een rijtje, dan komt het nu aan op Duisenbergs aangenomen motie om verandering te brengen. Hier zien we de ‘linkse val’: namelijk dat je niet kunt oproepen tot een onderzoek en tegelijk kunt zeggen dat het eindresultaat van het KNAW onderzoek al vaststaat, ‘glas, plas, was’, omdat het gestuurd wordt vanuit met-dezelfde-wereldbeschouwing-verknoopte instituties. Was het probleem immers niet om te beginnen de linkse lange mars door de instituties?

Kappen met TV en kranten
Postmoderne dwaallichten wimpelen Duisenbergs bevindingen weg door zijn voorbeelden als ‘anekdotes’ af te doen. Maar trap er niet in! Zoals ik in De Democratie en haar Media zal aantonen, is het nu juist de (progressieve) mediamacht die bepaalt of een incident tot ‘gebeurtenis’ wordt verheven danwel een ‘anekdote’ blijft. Als het aankomt op een incident rond, neem nu een gediscrimineerde gehandicapte, dan wordt het incident door deze media plots wél groot uitgemeten. Hiertegen helpt het alleen om de kranten te mijden evenals de TV. Laat ze het voelen qua kijkcijfers, clicks en in de portemonnee. Met argumenten bereik je weinig omdat hun denken niet de ratio vooropstelt maar sociale validatie, het ‘goedgekeurd worden’. Dit is zoals Spinoza zei: wie via emotie tot een standpunt komt, is niet verstandelijk van dat standpunt af te brengen.

- [Link niet meer beschikbaar]
'De strijd om het onderwijs: de linkse echokamer aan de universiteiten' | ThePostOnline
 
‘De strijd om het onderwijs: de linkse echokamer aan de universiteiten’
Aanvallen op Pieter Duisenberg (VVD) snijden geen hout


“De wetenschap heeft een diversiteitsprobleem. In het bijzonder in de sociale wetenschappen is het overgrote deel van de wetenschappers te links. Hun dominantie op de faculteiten is zelfs zo sterk, dat andersdenkenden vaak niet meer uit de kast durven komen.” aldus Kamerlid Pieter Duisenberg (VVD).
De kritiek die hij hierop kreeg was tegenstrijdig. Enerzijds zou wat hij beweerde niet waar zijn “want gebaseerd op anekdotes”. Anderzijds zou het geen probleem zijn, “want universiteiten zijn in grote steden waar mensen nu eenmaal links zijn: wetenschappers zijn geen ondernemers of boeren en hebben daardoor andere politieke opvattingen. Dat is geen probleem zolang ze hun werk goed doen.” Aldus sociologen in het artikel ‘Why are professors liberal?’, aangehaald door Ianthe Sahadat in Volkskrant. “Op sociale thema’s beschouwde 4 procent van de wetenschappers zich als conservatief, op economische thema’s was het 20 procent.”

Spreiding van kennis
Laten we allereerst vaststellen dat deze frames niet gelijktijdig waar kunnen zijn. Of wat Duisenberg zegt is onwaar, of het is waar maar geen probleem. In dit vervolgstuk leg ik uit waarom de onderwijsdominantie van de relativistisch-kosmopolitisch-utopische stroming wel degelijk een probleem is. Duisenberg verwees naar de hoogleraar Jonathan Haidt – denk ook aan de Canadese professor Jordan Peterson die in Canada rechtszaken voert om geen genderneutraal taalgebruik te hoeven voeren: hij vindt dat het opleggen van taalgebruik door de autoriteiten onvrijheid schept als precedent. Denk aan de Sokal Hoax en aan Pieter van der Horst, wiens afscheidsrede gecensureerd werd omdat hij wilde spreken over antisemitisme in de Arabische wereld. Maar om te beginnen een stukje geschiedenis.

In de vorige eeuw vatte de PvdA haar visie op onderwijs samen in de leuze: ‘Spreiding van kennis, inkomen en macht.’ Vooral spreiding van kennis zagen zij als de sleutel tot betaalde arbeid (inkomen) en macht. Spreiding van kennis is echter een langdurig proces waarin niet alleen de school een rol speelt, maar ook het gezin. Een kennisarm milieu waarin het hebben of verwerven van kennis er nauwelijks toe doet, nodigt een opgroeiend kind niet uit om te excelleren op school. Geleverde prestaties worden thuis amper opgemerkt. Sterker nog: een kind dat zich tegen de stroom in omhoog worstelt en zoveel mogelijk kennis opzuigt, plaatst zich feitelijk buiten het eigen vertrouwde milieu.

School als basis voor offensief
In weerwil van dit feit koos de PvdA destijds niet het gezin als basis van haar offensief, maar de school. Het gezin, zo was het credo, raakte toch wel uit de mode omdat de traditionele rolverdeling thuis al onder druk stond. De technocratische wijze waarop deze onderwijsvisie is uitgerold leidde tot schaalvergroting. Ook de inhoud van de scholing blijkt aan erosie onderhevig. Geregeld opent men in het middelbaar en zelfs hoger onderwijs eerst de onderhandelingen met de leerlingen over welke lesstof nog acceptabel is. De geschiedenisles wordt dan bijvoorbeeld aangepast om verhitting te voorkomen: zeker waar het onderwerpen betreft als de Jodenvervolging, het Israël-Palestina conflict of het Ottomaanse Rijk.

Misleidende informatie in ‘de Groene’
Duisenberg diende ook een motie in over het onderwerp, die werd aangenomen door de Tweede Kamer. Deze geeft het KNAW opdracht om te onderzoeken in hoeverre er sprake is van zelfcensuur in de academische wereld. Direct kwamen er zure reacties van de linkse pers, vol misinformatie bovendien. Dirk Bezemer behandelde de motie in De Groene Amsterdammer. Hij stelde:

Het schijnt dat het in Nederland moeilijk is een baan te vinden als je je als actief PVV-aanhanger afficheert, maar misschien nog wel het minst in de wetenschap. Immers, in een omgeving met veel hoogopgeleide, onafhankelijk denkende mensen is er eerder méér dan minder ruimte voor vreemde snuiters. Neem Thierry Baudet, de lijsttrekker van Forum voor Democratie. Hij kon zich ongeremd uiterst rechts profileren toen hij nog postdoctoraal onderzoeker en docent in Leiden en Tilburg was.

Niet alleen bewijst dit denkbeeld over “PVV-wetenschappers” de vervreemdheid van de auteur; de tekst is bovendien misleidend. Bezemer verwees naar mijn vorige [Link niet meer beschikbaar] over het onderwerp maar las die erg onzorgvuldig. Want deze verduidelijkt juist dat dr. Baudet werk werd onthouden door de universiteit die hem benaderde. Ook was Baudet niet ‘uiterst rechts’ toen hij doceerde: hij was bekend van EU-kritische krantencolumns. Hij is pas later als ‘extreem rechts’ geframed (door linkse media) toen hij niet meer werkte op de universiteit. Dat was toen hij een roman schreef en in de campagne rond die roman verwees naar de controversiële womanizer Julien Blanc.

De angst regeert
Een andere afgedwaalde reactie kwam van Henk Strikkers, die op universonline poogde om Duisenberg af te kraken maar daarbij de belangrijkste punten negeerde. Want in de kern is het simpel. Als je de linkse hegemonie beheerst in de academische wereld, dan zijn twee zaken het geval. Ten eerste wil je daar geen onderzoek naar laten doen: zo hou je de suggestie staande dat het er neutraal aan toegaat. Ten tweede, mensen die anders denken houden daar hun mond wel over, anders worden ze weggepest of er uit gewerkt. Na mijn verhandeling over onderwijs kreeg ik mails en telefoontjes van onderzoekers met schokkende persoonlijke verhalen: met steeds het verzoek om niet herkenbaar naar hun relaas te verwijzen. Klokkenluiders verliezen altijd meer dan ze winnen.

Slechtgekozen vergelijkingen
Strikkers praat hier echter omheen door een vergelijking te maken met een euthanasie-arts. “Ik wil dat de arts de euthanasie toepast en ik wil niet weten hoe de arts inhoudelijk over euthanasie denkt”, is zijn argument. Maar in de wetenschap bevat de onderzoeksvraag waarmee je start vaak al impliciet politieke standpunten. Zoals inkomensongelijkheid, om een onderwerp te noemen. De vragen die je daarbij stelt sturen de conclusie een richting op die al dan niet politiek bruikbaar is.

“Een goede wetenschapper is zoals een goede politieagent: ik wil dat hij zijn werk goed doet en hoef niet te weten hoe hij denkt.” Dit is hét argument waarmee Strikkers Duisenberg wil neerhalen. Ik had het echter al weerlegd, omdat nu juist de standaard van bewijs – waar meten we goed onderzoek aan af? – inzet is van de discussie. Pierre Rosanvallon zet in Democratic Legitimacy (2011) uiteen dat monoblanke wijken de politie afrekenen op: “Hoeveel misdaden worden er gepleegd en hoeveel daarvan worden opgelost?” Multiculturele wijken beoordelen de politie echter op: “Hoe respectvol gaat de politie met mij om?” Het reële aantal misdaden heeft daar véél minder impact op het waarderen van de politie.

Wetenschap veronderstelt noodzakelijk een grondvesting in waarden
De vergelijking met de agent “die gewoon zijn werk goed moet doen” is net zo infantiel als een wetenschapper die zegt: “De overheid moet gewoon zorgen voor een goede structuur van de samenleving en economie.” Wat dat goede is, is nu net zélf afhankelijk van de waarden die men vooropstelt. In dit verband reageerde Eric C. Hendriks in NRC op de discussie die Duisenberg aanzwengelde: daarin verwees hij naar Leo Strauss. Diens essay ‘What is Political Philosophy?‘ (1959) maakt helder dat het streven naar ‘wetenschappelijke objectiviteit’ niet is te grondvesten op een bodem die zelf waardenneutraal is: een begrijpelijk antwoord op de vraag “waarom hecht je aan objectiviteit?” veronderstelt immers een motivatie en dus een drijvende waarde.

Overigens verwees Hendriks in zijn stuk naar mijn voorgaande artikel (evenals naar dat van Duisenberg), maar de NRC-redactie schrapte deze verwijzingen. Want links houdt het liever bij deugdsignalen dan bij écht debat: de kosmopolitische lezer moet zich immers niet verslikken in de fair-trade koffie als er een onwelgevallig argument voorbijkomt. Hier is de ironie dat Hendriks werkt in China, en vanuit dat communistische land vrijer is om zich in dit debat te mengen dan zijn gelijkgestemde collega’s in Nederland. Enfin wat ik, en wat uiteindelijk Strauss wil zeggen, is dat als we aannemen dat wetenschap uiteindelijk ‘de verbetering van de samenleving’ op het oog heeft – al is het maar omdat de samenleving de wetenschap bekostigt – dan veronderstelt dit verstaan van ‘beter’ of ‘slechter’ een maatstaf van goed en kwaad. Hierbij heeft Duisenberg volkomen gelijk want de idealen van de achtenzestigers zijn zó diep ingebakken geraakt in onze maatschappij dat zelfs wetenschappers aannemen dat dit ‘neutraal’ denken is, en niet het product van specifieke politieke keuzes en overtuigingen.

Linkse ideeënarmoede: de oorzaken
De oppervlakkigheid en naïviteit van de argumenten die tegen Duisenberg in stelling werden gebracht, onderstrepen dat ‘links’ geen interessante gesprekspartner meer is. Vandaag komen de innovatieve ideeën van degenen die nadenken over het hervestigen van soevereiniteit. Ik zal nu kort ingaan op de oorzaken achter deze ideeënarmoede.

Ten eerste heeft ‘links’ de culturele strijd om de instituties gewonnen, en bezit dus de hegemonie. Dit leidde tot een echokamer en tot gebrek aan uitdaging en verantwoording. Tegelijk heeft deze overdosis aan links moralisme hun vijanden onverschillig gemaakt. Ze noemen iemand bijvoorbeeld ‘racist!’ en vervolgens is het antwoord: “Ik ben racist omdat ik het niet erg vind dat mijn kinderen op mij lijken. Jij?”

Ten tweede is de linkse psyche gevoelig voor groepsdruk: het uitgangspunt is collectivistisch en dus verdringt het streven naar consensus het streven naar waarheid : “De meesten denken dat het zo is, en dus is het waar.” Dat achter deze consensus een netwerk van belanghebbenden schuilgaat, met financiële belangen die doorgaans ten koste gaan van een schatkist, houdt diezelfde opiniehegemonie buiten de discussie. Climategate bewees dat wetenschappers wiens bevindingen niet in een vooropgesteld politiek frame pasten, stelselmatig werden buitengesloten. ‘Wetenschappelijke consensus’ betekent niets, want ook Copernicus en Galileo Galilei hadden die consensus tegen zich, toen ze beweerden dat de aarde om de zon draait.

Uniforme ‘linkse’ consensus dwingt ‘rechts’ tot innovatie
Of u nu inzoomt op NRC of RTL: overal maakt die groepsdruk dat u dezelfde uniforme ‘maakbare samenleving’ ideologie aantreft. Met nog een handvol intellectuelen uit een ander tijdperk, die tegengeluid moeten bieden in een krachtenverhouding die qua zendtijd totaal geen verhouding is. Hierbij is het zoals Wierd Duk ondervond: alles dat qua journalistiek nu wordt aangenomen, is jong, hoogopgeleid en links-liberaal. En dit is een Randstedelijke doelgroep, wat bij het verdwijnen van streekmedia tevens betekent dat discussies als ‘Zwarte Piet’, die in het landelijke nauwelijks een thema zijn, daar tóch worden opgedrongen. Tegenover deze consensus van de postmodernen zijn de ‘rechtse’ intellectuelen noodgedwongen individueel. Zij krijgen geen middelen of steun vanuit de instituties, en moeten dus origineel en creatief zijn. Adapt and survive.

Ten derde is de linkse ideologie zélf regressief. Waar men vroeger vol overtuiging religies bekritiseerde, heeft men vandaag de islam nodig omdat de progressieve, geëmancipeerde klasse zelf te weinig kinderen maakt. Van Marx kunnen we nog zeggen dat hij de Verlichting en het rationalisme betrok in zijn gedachtegoed: vandaag is links totaal cultuurrelativistisch.

Meepraten met links uit angst om buitengesloten te worden van romantiek en seks
Ten vierde, de angst voor uitsluiting. Het boek Elementaire Deeltjes (1998) bevat een geniale zin: “Bruno wist dat hij zijn links-liberale humanitaire ideeën moest vasthouden, omdat hij anders geen kans op seks meer zou hebben – dit voelde hij intuïtief aan.” Ik zie dit voor me als een groepje dat een gesprek voert in de Starbucks of in de kantine van een universiteit. “Trumps muur is echt racistisch”, is dan zo’n uitspraak die je casually moet laten vallen, om dan kritiekloos door te glijden naar een volgend onderwerp. Anders kom je nooit voorbij first base. Links heeft een jeugdig en rebels karakter en mensen associëren zich daar graag mee, hopend zo toegang te krijgen tot een open, experimentele sekscultuur.

Ten vijfde, hun historicistische wereldbeeld: ze nemen aan dat de mensheid toegroeit naar een onvermijdelijke eenheid. Het gaat dus meer om ‘voortekenen’ dan om argumenten. Eigenlijk geloven ze net als het christendom dat de waarheid van de geschiedenis al geopenbaard is en aan hun kant ligt. Sinds Meaning in History (1949) van Karl Löwith is deze overeenkomst bekend, maar dat lezen progressieven niet, want te veel aandacht voor blanke (mannelijke) Europeanen.

Gevoelens verwoorden is verheven boven verstandelijk verklaren
Ten zesde, deze denkwereld is gebaseerd op het uiten van gevoelens, het ventileren van meningen en het uitdragen van intenties. Deze verandering heeft het onderwijs doorgemaakt, waarbij het accent is verschoven naar het schrijven van essays. Veel linkse hoogopgeleiden komen niet verder dan het verwoorden van hun emoties en associaties bij een onderwerp, want daar zijn ze veel meer in getraind dan in rationele analyses, logica en causaliteit. Zie vakken als ‘post-colonial studies‘.

Zetten we al deze zaken op een rijtje, dan komt het nu aan op Duisenbergs aangenomen motie om verandering te brengen. Hier zien we de ‘linkse val’: namelijk dat je niet kunt oproepen tot een onderzoek en tegelijk kunt zeggen dat het eindresultaat van het KNAW onderzoek al vaststaat, ‘glas, plas, was’, omdat het gestuurd wordt vanuit met-dezelfde-wereldbeschouwing-verknoopte instituties. Was het probleem immers niet om te beginnen de linkse lange mars door de instituties?

Kappen met TV en kranten
Postmoderne dwaallichten wimpelen Duisenbergs bevindingen weg door zijn voorbeelden als ‘anekdotes’ af te doen. Maar trap er niet in! Zoals ik in De Democratie en haar Media zal aantonen, is het nu juist de (progressieve) mediamacht die bepaalt of een incident tot ‘gebeurtenis’ wordt verheven danwel een ‘anekdote’ blijft. Als het aankomt op een incident rond, neem nu een gediscrimineerde gehandicapte, dan wordt het incident door deze media plots wél groot uitgemeten. Hiertegen helpt het alleen om de kranten te mijden evenals de TV. Laat ze het voelen qua kijkcijfers, clicks en in de portemonnee. Met argumenten bereik je weinig omdat hun denken niet de ratio vooropstelt maar sociale validatie, het ‘goedgekeurd worden’. Dit is zoals Spinoza zei: wie via emotie tot een standpunt komt, is niet verstandelijk van dat standpunt af te brengen.

- [Link niet meer beschikbaar]
'De strijd om het onderwijs: de linkse echokamer aan de universiteiten' | ThePostOnline

Het is hier weer hetzelfde als een paar paginas terug: 'links' en 'liberaal' wordt als een heterogene groep bepaald, die met zn lul in het postmoderne radicaal linkse kontgat zit te boren.

Blijkbaar heeft je bron de Science Wars gemist.

Wetenschappers zijn liberaal door een zelfselectieproces. Als je niet geinteresseerd bent in het nieuwe en onbekende en je vind het ouwe best goed en wil daaraan vasthouden, ben je niet geschikt voor wetenschapper. Nochtans is dat zowat de kern qua intellectueel standpunt van het conservatisme. Dat wil niet zeggen dat ze politiek geengageerd zijn qua linkse idealen, integendeel zelfs. Dat soort volk vind je vooral in de slechtere sociale 'wetenschappen'.

 
Toch een collega van je.
 
Als je niet geinteresseerd bent in het nieuwe en onbekende en je vind het ouwe best goed en wil daaraan vasthouden, ben je niet geschikt voor wetenschapper.
Eens ja. Naast nieuwsgierig zijn is de kunst van het opmerken van belang. Realisme hoort er ook bij.

The most exciting phrase to hear in science, the one that heralds new discoveries, is not 'Eureka!' but 'That's funny...'
- Isaac Asimov
 
Laatst bewerkt:
Eens ja. Naast nieuwsgierig zijn is de kunst van het opmerken van belang. Realisme hoort er ook bij.

Nou die zijn noodzakelijk om een goede wetenschapper te zijn, maar of ze tegen het 'wetenschapper-willen-worden' zijn?

Denk het niet. Genoeg wetenschappers die zich hebben laten inpakken door goochelaars.


The most exciting phrase to hear in science, the one that heralds new discoveries, is not 'Eureka!' but 'That's funny...' - Isaac Asimov

Heeft hij nooit gezegd. Ik ga er ook niet mee akkoord, maar we gaan dit topic niet al te veel clutteren met off-topic. :D
 
Laatst bewerkt:
Back
Naar boven