XXL Nutrition

Strafblad van Ali el B.

Bezoekers in dit topic

maxell

Cool Novice
15 jaar lid
Lid geworden
10 nov 2004
Berichten
36
Waardering
0
dinsdag 17 juni 1997
B. moet op het politiebureau verschijnen. Een man die eerder in de Opdijkstraat van zijn portemonnee is beroofd, heeft hem als dader aangewezen. Ze komen uit dezelfde buurt. Het slachtoffer trekt de aangifte in als B. zijn excuses aanbiedt. Het is de eerste keer dat hij bij de politie wordt geregistreerd. B. is dan 14 jaar.

vrijdag 6 februari 1998
Een groepje jongens maakt 's avonds amok in jeugdcentrum Atlas aan de Robert Fruinlaan. B. doet er ook aan mee. Hij is inmiddels 15 geworden.

zaterdag 7 maart 1998
B. duikt tegen zeven uur 's avonds met een metgezel op bij een supermarkt op het Osdorpplein. Hij wil een man beroven en bedreigt hem met een vuurwapen. De man doet aangifte.

dinsdag 14 april 1998
B. scheurt met een onverzekerde bromfiets bij de hoek Tussenmeer - Hoekenes tegen een auto aan. De bestuurder raakt licht gewond. Er wordt proces verbaal opgemaakt. Daar blijft het bij.

vrijdag 5 juni 1998
De kinderrechter in Amsterdam legt B. voor de beroving op 7 maart een leerproject van 25 uur op. Dat betekent doorgaans een cursus in sociale vaardigheid, omgaan met emoties en empathie voor een slachtoffer.

maandag 22 juni 1998
Tegen zes uur 's morgens is B. in de Ekingenstraat bezig kranten te bezorgen. Surveillerende agenten vertrouwen het niet, omdat in die periode veel brommers worden gestolen. B. blijkt onverzekerd op een brommer te rijden en kan ook niet aantonen dat die van hem is. ''Voor 300 gulden gekocht van een Marokkaanse jongen,'' zegt hij. B. gaat ermee akkoord dat de brommer in beslag wordt genomen.

woensdag 28 oktober 1998
B. is 16 jaar. Tegen vijf uur 's avonds staat hij met een groep van ruim dertig jongeren bij een supermarkt op het Dijkgraafplein tegen de ramen te bonken. Ze schreeuwen en schelden en vallen klanten lastig. De gealarmeerde politie verschijnt met ruim tien mensen. De agenten pakken een paar verdachten op. Andere jongens proberen hen uit de auto te bevrijden. Dat mislukt, maar als de auto op weg is naar het bureau beginnen achtergebleven jongens de winkel te plunderen. B. is één van hen. Het personeel is zo bang dat het de winkel sluit.

woensdag 24 februari 1999
Burgemeester Patijn zou op bezoek komen bij buurthuis De Aker aan de Noorderakerweg. Er ontstaat aan het begin van de middag tumult als hij verhinderd blijkt te zijn. De jongeren keren zich tegen de jeugdwerkers. Eén van hen krijgt een paar rake klappen, terwijl een groepje eromheen gaat staan om hulp te verhinderen. Uiteindelijk lukt het toch de jeugdsoos te ontruimen. Eenmaal buiten beginnen de jongeren met kapot geslagen flessen te gooien. Ook spuiten ze een brandblusser leeg in het voorportaaltje. B. is één van de twee hoofdverdachten. De buurtregisseur vindt dat B. en de ander (ook 16) moeten worden aangehouden. De zorginstantie die is betrokken bij de jeugd in dit gebied, denkt daar anders over. Ze wil dat de politiemensen 'met een goede tolk gaan praten met de ouders'.

vrijdag 5 maart 1999
Voor het Dijkgraafplein geldt inmiddels een samenscholingsverbod. Om elf uur 's morgens wordt de politie gewaarschuwd dat een grote groep jongeren overlast veroorzaakt. Als ze ter plaatse is, groeit het aantal jongeren in hoog tempo uit tot rond de 45. Het is de tijd dat ze elkaar met mobieltjes in de hele stad alarmeren als er ergens 'iets aan de hand' is. De politie kent inmiddels velen van de groep die hier telkens voor problemen zorgt en noteert de namen: de lijst telt er 43. B. is één van hen.

woensdag 10 maart 1999
De politie krijgt tegen half acht 's avonds een telefoontje van een supermarkt aan het Dijkgraafplein. B. heeft er een winkelverbod gekregen, maar houdt zich toch - uitdagend - op in de zaak. De jongen zegt van geen verbod te weten. Er wordt proces verbaal opgemaakt en B. gaat weg.

woensdag 31 maart 1999
In de namiddag wordt een man op het Dijkgraafplein, vlakbij de supermarkt, bedreigd met een vuurwapen. Hij weet te ontkomen. Een bewaker heeft het gezien en de politie gebeld. De agenten zien op het plein vijf jongens rondhangen, onder wie B. Later op de dag wordt B. herkend als één van degenen die bij de bedreiging aanwezig was. Hij wordt op het bureau verhoord, maar de politie moet hem weer laten gaan.

vrijdag 2 april 1999
De agenten, in burger en buiten diensttijd, worden meteen herkend wanneer zij om kwart over zes 's avonds bij het Dijkgraafplein achterin tram 1 stappen. Een groepje jongens roept '**** the police' en 'alle politie van Meer en Vaart zijn sukkels'. Eén van hen is B. Op station Lelylaan lopen hij en vijf andere jongens achter de agenten aan, de roltrap op. Eén drukt op de alarmknop wanneer de agenten halverwege zijn. Er klinkt luid gelach.
De agenten en de jongens wachten op het perron boven op de metro. B. begint te zieken over de aanhouding een paar dagen eerder: ''Ik heb een bom geplakt onder het bed van de cel.'' Waarop één van de andere jongens zegt: ''Je moet gewoon een handgranaat in het politiebureau gooien, dan zijn ze allemaal weg.'' In de metro beginnen de jongens te schoppen tegen de deur en proberen ze het mobieltje van één van de agenten te pakken. B. zeurt verder. Bij station Sneevlietweg trappen ze buiten tegen de metro. De bestuurder komt op de agenten af. Iemand heeft aan de noodrem getrokken. B. en de andere jongens staan dan al bovenaan de stationstrap en steken hun middelvinger omhoog.

Zaterdag 5 juni 1999
Een winkelier aan het Dijkgraafplein ziet 's middags om drie uur hoe een jongen een fles drank wegneemt. Als hij hem daarop aanspreekt, krijgt hij een scheldkanonnade over zich heen. ''Jij komt aan de beurt,'' roept hij ook. De jongen wordt vergezeld door B. Over hem gaan inmiddels wat gunstiger verhalen rond, sinds hij is opgenomen in het team Beware Watchout waarmee de politie ontspoorde jongeren inzet om juist de orde te handhaven. Het tweetal verdwijnt. Wanneer de winkelier 's avonds naar huis gaat, gooit iemand achter de bosjes een steen. De winkelier wordt niet geraakt, maar de steen is net te veel voor hem. Hij kan het niet meer aan en blijft ziek thuis. Het politierapport: ''Het duizelt hem voor de ogen als hij aan Marokkaanse jongens denkt.'' De winkelier zegt later tegen de agenten dat er nu nog veel meer wordt gestolen in de zaak. ''Maar de personeelsleden zijn zo bang dat ze het liever niet zien.''

dinsdag 7 september 1999
Twee meisjes van zeventien jaar worden samen met een broer van één van hen en nog twee andere jongens om zeven uur 's avonds bij de Akerwateringstraat ingesloten door twee groepen jongens. B. roept tegen de broer: ''Je bent gearresteerd en moet meekomen.'' Samen met een paar kornuiten voert B. de jongen af naar een parkeerplaats. Het andere groepje dwingt de twee andere jongens mee te gaan. De ongeveer tien achtergebleven jongeren belagen de meisjes en proberen hen de bosjes in te trekken. In de worsteling weten ze zich los te trekken en weg te rennen. Eén van hen wordt daarbij geschopt. Op de vlucht zien ze hoe één van hun vrienden op de parkeerplaats een kopstoot krijgt. Ook die weet daarna toch te ontkomen, evenals de twee andere jongens. De meisjes doen aangifte. B. - intussen 17 geworden - wordt de volgende ochtend van zijn bed gelicht. Hij ontkent. De politie heeft geen bewijzen en justitie seponeert de zaak.

zaterdag 18 september 1999
De bewaker van een supermarkt op het Dijkgraafplein belt even na half vijf de politie wanneer hij hoort dat een groepje jongeren zijn autoruit heeft ingegooid. Hij heeft al herhaaldelijk lastige jongens de winkel uitgezet en dat heeft hem hun gram opgeleverd. Zij bedreigen hem, schelden hem uit en sinds zij hebben ontdekt welke auto van hem is, moet die het ook ontgelden. Een meisje meldt zich bij de agenten en zegt dat zij een paar jongens heeft zien wegrennen. Eén van hen is B. Terwijl de agenten met haar in gesprek zijn, komen B. en de andere jongens weer langs. Ze blijven dralen en kijken het meisje dreigend aan. Ze wordt bang. De bewaker gaat helemaal over de rooie en dreigt huilend dat hij 'de eerste de beste Marokkaan' zal aanvallen. Uit voorzorg nemen de agenten hem mee naar het bureau.

woensdag 27 oktober 1999
Gealarmeerde agenten houden rond zeven uur 's avonds een jongen staande, nadat jongeren bij het Dijkgraafplein stenen hebben gegooid tegen een tram. Een paar jongens rennen weg en komen even later terug met bijna twintig anderen. De politiemensen herkennen veel leden van een bekende hanggroep uit de buurt. Met steun van de groep proberen enkele jongeren hun aangehouden kameraad te ontzetten. Eén van hen is B. De politie weet de aanval af te slaan. ''Dit is de tweede keer in twee weken dat de hele groep zich tijdens een aanhouding tegen de politie keert,'' meldt het proces verbaal. ''De groep stelde zich agressief op en eiste dat wij Z. lieten gaan.'' Het blijft tot elf uur onrustig in de buurt.

zaterdag 30 oktober 1999
Om één uur 's nachts wordt B. aangehouden in de Korte Leidsedwarsstraat. Hij blijkt een busje traangas bij zich te hebben. Dat staat te boek als wapen en wordt hem afgenomen.

donderdag 9 december 1999
De kinderrechter geeft B. een boete van 250 gulden voor het bezit van het busje traangas.

donderdag 23 december 1999
B. raakt 's avonds bij het Dijkgraafplein met enkele andere jongens betrokken bij een vechtpartij. Het slachtoffer doet aangifte van mishandeling.

zaterdag 1 januari 2000
B. wordt betrapt als hij 's avonds in de buurt van het Dijkgraafplein een auto openbreekt.

zondag 9 januari 2000
B. stapt met een tiental andere jongeren nachtbus 73 uit en loopt naar het Dijkgraafplein. Een groepje surveillerende agenten heeft hen zien aankomen en neemt daarop een andere route 'omdat een confrontatie gevreesd' wordt. Even later blijkt de groep een man van zijn fiets te hebben getrapt. De enkel van het slachtoffer is finaal doormidden en hij moet een jaar revalideren. Als de politiemensen hem en zijn metgezel vinden, zijn de jongens al weggerend naar de Osdorperban. Ze blijken te zijn gefilmd door de video in de bus. Ook B. staat op de band en wordt door het slachtoffer als één van de belagers herkend. Justitie oordeelt in september dat jaar dat er onvoldoende bewijs is.

woensdag 12 januari 2000
De politie is inmiddels begonnen hangjongeren extra in de gaten te houden. Tijdens zo'n observatie wordt na klachten over overlast tegen negen uur 's avonds in een portiek een groepje jongens aangetroffen. Ze worden gesommeerd zich te verspreiden. B. is één van hen.

dinsdag 18 januari 2000
Een man wordt 's morgens om elf uur beroofd op de kruising Amstelveenseweg/Koninginneweg, terwijl één van de drie overvallers hem bedreigt met een vuurwapen. Hij herkent B. als één van de daders. De zaak zal in september dat jaar geseponeerd worden omdat er geen getuigen zijn.

donderdag 20 januari 2000
Aan het eind van de middag komen uit de omgeving van het Dijkgraafplein klachten over overlast. De politie gaat er heen en sommeert een groepje jongeren zich te verspreiden. Ze gaan. Eén van hen is B.

vrijdag 11 februari 2000
Een winkelier op Tussenmeer waarschuwt surveillerende agenten dat hij is bestolen door een jongen die net de zaak is uitgelopen. De jongen wordt aangehouden en door collega's afgevoerd. Terwijl de agenten nog wat napraten, gaat er opeens een ruit van een etalage aan diggelen. De agenten zien twee jongens wegrennen en houden één van hen aan. Het is B. Op dat moment komt de andere jongen teruglopen. Beiden zitten onder het bloed, naar eigen zeggen doordat ze tijdens een worsteling door de ruit zijn gevallen. Opeens verschijnt een groep van veertig jongeren die B. en de andere verdachte weet te ontzetten. De agenten worden belaagd, weten tot drie keer toe de arrestanten weer te pakken, maar worden zo bedreigd dat ze hen toch moeten laten gaan. Met hulp van opgeroepen versterking worden B. en zijn compaan tenslotte toch vastgenomen. Later mogen ze weer gaan. Er gebeurt verder niets.

donderdag 17 februari 2000
B. wordt opgepakt voor een inbraak in een woning in de politieregio Noord-Holland Noord. De zaak wordt overgedragen aan Amsterdam.

dinsdag 22 februari 2000
B. wordt om negen uur 's avonds in Meer en Vaart bij een controle aangehouden. Hij rijdt op een gestolen bromfiets, waarvan het framenummer is veranderd. Hij wordt verhoord op het bureau en zegt de brommer van een onbekende te hebben gekocht. De bromfiets wordt ingenomen.

maandag 6 maart 2000
B. gaat zo door het lint als hij tegen half acht 's morgens bij Meer en Vaart politiemensen tegenkomt, dat hij zich niet alleen beperkt tot schelden maar één van hen ook bedreigt. Hij weet niet dat dit een commissaris is, die het er niet bij laat zitten. B. wordt aangehouden.

donderdag 9 maart 2000
De voorlopige hechtenis van B. wordt geschorst. Eén van de voorwaarden is dat hij zich niet in groepsverband mag ophouden op Dijkgraafplein, Tussenmeer en Osdorpplein.

donderdag 16 maart 2000
Om half elf 's avonds gaan twee politiemensen naar de Sloterplas achter de flats van Ruimzicht. Een grote groep Marokkaanse jongeren is daar bezig met veel kabaal, eten en drank feest te vieren. B. is er ook bij. De agenten vragen of ze het wat rustiger aan willen doen. De jongens zijn in een goede stemming.

zaterdag 18 maart 2000
Surveillerende agenten zien B. 's middags om half vier in een groepje rondlopen op het Dijkgraafplein, ondanks het verbod. Ze maken proces verbaal op en geven dat door aan het tienerteam van de politie.
donderdag 23 maart 2000
Tegen elf uur 's avonds loopt B. niet alleen opnieuw in een groep op Tussenmeer, maar begint hij samen met een ander ook surveillerende agenten hevig uit te schelden. ''We maken jullie dood, kankersmerissen. Kom maar op.'' Het is intussen al de vierde keer sinds 9 maart dat politiemensen constateren dat B. het verbod daar te zijn, overtreedt. In overleg met justitie wordt een paar dagen later beslist dat het nu welletjes is.

maandag 27 maart 2000
B. wordt 's morgens vroeg om zeven uur thuis opgepakt. Hij moet mee naar het politiebureau en naar de officier van justitie. Over de uitkomst is niets te vinden.

maandag 10 april 2000
De politie belt om zes uur 's morgens opnieuw aan bij het ouderlijk huis van B. om hem aan te houden. Hij wordt gezocht voor een inbraak in een woning in de omgeving van Alkmaar. Het zal nog bijna twee jaar duren voor hij hiervoor bij de rechter moet komen.

zondag 18 juni 2000
Tegen twee uur 's morgens ontstaat er een hevige vechtpartij in de Leidsestraat. De gewaarschuwde politie herkent B. als één van de vechtenden. Zonder proces verbaal gaan de jongeren weer weg.

dinsdag 20 juni 2000
B. maakt met een groepje vrienden amok bij een uitstapje naar Zandvoort. Hij wordt opgepakt voor verstoring van de openbare orde.

dinsdag 27 juni 2000
B. staat met nog drie jongens tegen een boxdeur van een flat in de Akerwateringstraat te trappen. Het is zeven uur 's avonds. Even later duikt hij weer met een grote groep jongeren op bij een supermarkt op het Dijkgraafplein, waar hij helemaal niet mag zijn. De politie laat het maar zo, omdat er verder niets gebeurt.

vrijdag 7 juli 2000
Een groepje jongeren raakt buiten aangeschoten van de drank die ze in een winkel in de Akerwateringstraat hebben gekocht. B. is één van hen. De sfeer is dreigend. De winkelier heeft dit inmiddels te vaak naar zijn zin meegemaakt en besluit te stoppen met de verkoop van drank.

donderdag 13 juli 2000
De kinderrechter in Amsterdam veroordeelt B. tot achttien dagen jeugddetentie, waarvan zeven voorwaardelijk, voor zijn aanval op een politiecommissaris op 6 maart. Hij wordt vrijgesproken voor de mishandeling op 23 december, maar krijgt nog wel een 'leerproject' van 50 uur: hij mag dus weer op cursus om te schaven aan zijn gedrag.

dinsdag 1 augustus 2000
Van het pleintje Monte Viso komen om half vijf 's middags klachten over kabaal en overlast. B. is er met een groep zichtbaar aan de drank gegaan. Het is net buiten het gebied waar intussen een alcoholverbod is ingesteld. B. is intussen 18 jaar geworden. Dat betekent dat hij voor de wet meerderjarig is geworden. Jeugdzorg bergt zijn dikke dossier op. B. valt nu voortaan onder de reclassering, maar die weet niet dat ze een nieuwe klant kunnen verwachten. Er wordt niets overgedragen.

donderdag 24 augustus 2000
Bij een vechtpartij op Akersingel wordt om acht uur 's avonds een meisje in elkaar geslagen. Ze herkent B. en nog zes jongens als de daders, maar ze raakt nog meer van streek als die haar intimideren wanneer de politie er bij is gekomen. Ze durft geen aanklacht in te dienen.

woensdag 6 september 2000
De auto waarin B. en enkele kornuiten zich om half één 's nachts in de buurt van het Dijkgraafplein hebben genesteld, is niet van hen. Maar het portier stond open, zeggen ze. De politie, die het groepje al eerder op de avond is tegengekomen, probeert het luchtig. Ze moeten toch maar niet in die auto blijven zitten, want dat is zo zielig voor de invalide eigenaar. Het werkt: B. en de anderen stappen uit en stellen zich tevreden met het zitje dat ze vlakbij op de stoep hebben gemaakt met een bank en andere restanten uit het grof vuil.

donderdag 7 september 2000
Hoewel ze de surveillancewagen vlakbij heel goed zien, gaat een groepje jongeren bij de videotheek Sloterplas om negen uur 's avonds onverstoorbaar door met rottigheid. Ze trappen keer op keer tegen winkelpuien, schreeuwen en houden onderling 'kleine' gevechten. Om de haverklap zien de agenten één van de jongens naar binnen gaan, die er dan een minuutje of twee later weer uitkomt. Ze besluiten naar binnen te gaan. B. staat tegen de toonbank geleund en drinkt een blikje Bacardi Cola. De eigenaar ontkent dat hij sterke drank verkoopt. De agenten gaan weer, met de groep achter zich aan. Een stukje verderop houden ze een jongen aan die een verkeersovertreding begaat. De jongeren, die allemaal naar de drank stinken, worden agressief. Als ze verder trekken naar het Dijkgraafplein gaan ook de politiemensen weg. Hun dienst zit erop.

zondag 10 september 2000
Twee meisjes worden tegen zes uur 's morgens in nachtbus 73 lastig gevallen door een groepje jongens. B. zit daar ook bij. Op een gegeven moment vallen er ook klappen en voelen ze zich erg bedreigd. De buschauffeur houdt de deuren gesloten als de jongens zich uit de voeten willen maken, nadat ze merken dat de politie is gewaarschuwd, maar ze weten zelf de deur open te krijgen. De meisjes wonen in de buurt van B. en zijn bang voor wraak. Ze durven geen aangifte te doen.

maandag 18 september 2000
Een vrouw wordt tegen half twaalf 's avonds door een groepje jongens beroofd in een avondwinkel op de Overtoom. Alles is vastgelegd op de video: B. komt daaruit tevoorschijn als hoofdverdachte. De zaak wordt doorgegeven aan justitie. Bijna anderhalf jaar later zal de zaak voor de politierechter komen.

woensdag 20 september 2000
Een voorbijganger ziet hoe iemand bij het WTC een ruit inslaat van een Duitse auto en er vervolgens een tas uit grist. De politie, snel ter plaatse, ziet B. wegrennen. Ze houden hem aan. B. heeft een fotocamera bij zich die uit de auto is gestolen. Op maandag 2 oktober staat hij al voor de politierechter. Die spreekt hem vrij.

zondag 8 oktober 2000
B. wordt om half één 's nachts op het Leidseplein aangehouden met een blikje bier. Het is hier verboden op straat te drinken. B. verzet zich als de politie hem hierop aanspreekt. Het levert hem wegens 'wederspannigheid' een boete op van 226 euro.

woensdag 18 oktober 2000
B. wordt 's avonds na ongeregeldheden vastgehouden op het bureau Meer en Vaart. Met de rits van zijn jasje krast hij teksten op de muur, waaronder: ''Weet wat je zecht maar zech nooit wat je weet.'' Agenten nemen hem zijn jasje af, waarop hij woedend tegen één van hen roept: ''Hier in het bureau durf je wel, hè. Wacht maar, ik weet je wel te vinden. Ik ken je wel, uit de buurt.'' De agent woont inderdaad bij B. in de buurt en voelt zich bedreigd.

zaterdag 11 november 2000
De beveiligingsbeambte van een supermarkt op het Osdorpplein heeft het helemaal gehad wanneer B. en nog een paar jongens 's avond om half zeven tegen hem beginnen te schelden. Vooral B. is vaak agressief, zegt hij tegen surveillerende agenten. ''Ik ga hier weg, ik kan het niet meer aan.'' De bewaker neemt ontslag.

dinsdag 5 december 2000
De eigenaar van een eetgelegenheid op het Osdorpplein klaagt bij de politie dat hij al weken last heeft van een groepje jongeren. Ze breken de gokkast open, bedreigen het personeel en intimideren klanten. Hij noemt B. als de belangrijkste dader. Als hem later wordt uitgelegd wat de gevolgen van een aangifte kunnen zijn, trekt hij zich terug. De man is bang voor wraakacties.

donderdag 1 februari 2001
B. wordt 's middags met een paar vrienden aangehouden bij een verkeerscontrole. De auto waarin ze rijden, is niet verzekerd.

vrijdag 2 februari 2001
B. wordt 's morgens op het politiebureau verhoord nadat hij de avond daarvoor met twee vrienden, flink aangeschoten, mensen op straat had lastig gevallen. Zelfs de ME moest eraan te pas komen om hem tot bedaren te brengen. ''Ik kan mij daar niets van herinneren,'' verklaart hij. B. zegt dat de politie hem altijd moet hebben, terwijl hij zijn best doet. ''Ik heb sinds een paar weken werk. Ik wil teruggaan naar school.'' Later die dag zien agenten, hoe de inmiddels weer vrijgelaten B. met een andere jongen voorbijgangers intimideert bij winkels op het Osdorpplein.

vrijdag 9 februari 2001
De politie wordt gealarmeerd dat bij buurthuis Aker een jongen een Marokkaanse man in elkaar slaat. De dader wordt later herkend als een zekere A., lid van een beruchte familie in West met een groot aantal broers en een vader die allen met een waslijst in de politiecomputer staan vermeld. B. is bij de molestatie aanwezig. Volgens hem gaat het om een wraakactie. Het slachtoffer is getuige in een overvalzaak waarbij een jonger broertje van A. is betrokken. B. wil verder niets zeggen.

donderdag 1 maart 2001
Een buschauffeur knippert tegen vijf uur 's morgens met zijn lichten, ten teken dat hij zich bedreigd voelt. De politie wordt, eenmaal in de bus, onthaald op hoongelach van enkele jongeren. B. hoont mee.

dinsdag 6 maart 2001
Een jongen die voorheen veel optrok met de hangploeg Dijkgraafplein, maar zich daar al twee jaar van heeft losgemaakt, wordt 's avonds om acht uur bij de Sloterplas geslagen en bedreigd. Zijn belager is B. Die eist ook geld. B. wordt omringd door jongeren die door de politie worden gezien als 'jonge aanwas' die al een tijdje om hem heen cirkelt. Het slachtoffer zegt later tegen de politie dat B. hem twee weken eerder op het Osdorpplein met een mes heeft bedreigd. Hij zou hem 'dood maken' als hij geen geld zou afdragen. Een videopname van een winkel toont de bedreiging, maar het gezicht van de dader is niet goed te zien vanwege een witte capuchon. Het slachtoffer doet toch aangifte, maar de zaak krijgt geen vervolg.

zondag 11 maart 2001
Twee Duitse jongens raken rond vier uur 's morgens op het Leidseplein betrokken bij een vechtpartij met een groepje jongeren. Eén van de toeristen wordt met een mes bovenin zijn linkerschouder gestoken. Portiers grijpen in en weten erger te voorkomen. B. is één van de belagers en trapt en slaat wild om zich heen wanneer de politie arriveert. Hij bloedt aan hand en wenkbrauwen, en stinkt naar de drank. Samen met zes andere verdachten wordt hij overgebracht naar het bureau. Het mes is niet meer te vinden. B. wordt opgepakt voor openbare dronkenschap.

vrijdag 23 maart 2001
''Ik ben nooit veroordeeld,'' roept B. wanneer hij op het bureau wordt verhoord, nadat hij de avond daarvoor bij het Dijkgraafplein betrokken is geraakt bij een vechtpartij waarbij iemand in elkaar is geslagen. Hij kan zich niet herinneren dat hij na zijn aanhouding op het bureau heeft geroepen: ''Ik vecht met wie ik wil en wanneer ik wil.'' Zijn betaalde werk heeft hij niet meer. ''Ik ben ermee gestopt omdat ik het te zwaar vond.'' B. wordt heengezonden door de officier van justitie als het slachtoffer geen aangifte durft te doen.

donderdag 10 mei 2001
Twee jongeren spreken op de Cornelis Lelylaan een jongen aan met de vraag of hij sigaretten heeft. De jongen reageert niet, waarop nog zo'n zeven jongens uit de stationshal vlakbij komen aanlopen. Eén van de belagers pakt een mes en steekt naar de jongen, die net kan voorkomen dat hij wordt geraakt. Er zit wel een gat in zijn trui. Andere jongens pakken hem vast en terwijl één van hen nog een keer een stekende beweging maakt, beroven ze hem. B. is één van de drie verdachten die op aanwijzing van het slachtoffer worden aangehouden.

zondag 13 mei 2001
B. gaat met een groepje vrienden met de trein naar Zandvoort. De politie klaagt al vaker dat jongeren die uit Amsterdam-West blijken te komen, de boel op stelten zetten in de badplaats. Deze keer weer, waarbij ook nog iemand wordt beroofd. Op de terugreis 's avonds trekt B. op een gegeven moment zijn broek naar beneden en vervolgens ook zijn boxershort: wit met rode hartjes erop. Vervolgens gaat hij bij een vrouw in de coupé op schoot zitten. De vrouw doet aangifte.

donderdag 14 juni 2001
Bij een politieonderzoek tegen B. blijkt dat ook vijf grove verkeersovertredingen in het afgelopen jaar waarvoor de politie tegen hem in ieder geval wel bewijs heeft, op de plank blijven liggen. Het kantongerecht heeft volgens een alarmbrief van de recherche 'een grote achterstand bij de verwerking'. De politie klaagt dat jongens als B. zich op die manier helemaal onaantastbaar voelen.

dinsdag 26 juni 2001
De buurtregisseur van de politie brengt op verzoek van de reclassering in Amsterdam een rapport uit over 'het overmatig gebruik van alcohol' door B. Hij somt vijf gevallen op waarin hij B. zelf in staat van dronkenschap op straat is tegengekomen. De reclassering zegt te willen proberen of er iets aan zijn drankprobleem kan worden gedaan. Dat blijkt niet te lukken.

zondag 22 juli 2001
B. is opnieuw betrokken bij een aanranding in de trein naar Zandvoort, wanneer hij met vrienden op stap is geweest.

zondag 12 augustus 2001
B. zoekt op het Leidseplein ruzie met een Engelse toerist. Het is half vier 's nachts. De politie pakt hem op voor overtreding van het drankverbod. B. heeft intussen zijn 19de verjaardag gevierd.

woensdag 22 augustus 2001
Op een videoband van een supermarkt in Tussen Meer wordt B. herkend als degene die om kwart over vijf een fles whisky heeft gestolen. De zaak krijgt geen vervolg.

donderdag 13 september 2001
Een aantal jongens valt klanten lastig in en bij een benzinestation op de Pieter Calandlaan. B. is één van hen. De politie stuurt ze weg, maar de dronken B. blijft schreeuwen en stennis maken. Er gebeurt verder niets.

vrijdag 26 oktober 2001
Een vrouw wordt aan het eind van de ochtend bij haar huis in Tussen Meer van haar tas beroofd. De dader rent weg. Even later wordt B. aangehouden op de brommer. De vrouw herkent bij een zogeheten spiegelconfrontatie (zij kan hem zien, maar hij haar niet) B. 'voor honderd procent' als de dader. De tas is verdwenen. B. wordt op last van de officier van justitie heengezonden.

zondag 18 november 2001
Bij het uitstappen uit nachtbus 73 tegen half vier 's morgens op Meer en Vaart voelt een man dat hij van zijn portemonnee wordt beroofd. Achter hem staat B. met een vriendin. Beiden worden later aangehouden en verhoord. Ze ontkennen. De videopname in de bus blijkt niet bruikbaar. B. en zijn vriendin worden heengezonden.

maandag 26 november 2001
Op het Evertsweertplantsoen wordt om twee uur 's middags een laptop gestolen uit een geparkeerde auto. Voorbijgangers zien B. weglopen. De zaak wordt wegens gebrek aan bewijs geseponeerd.

donderdag 10 januari 2002
De politierechter in Amsterdam geeft B. één maand jeugddetentie voorwaardelijk voor de inbraak in Alkmaar op 10 april 2000. Voor de beroving op 18 september 2000 en de autokraak op 1 januari 2001 krijgt B. een werkstraf van veertig uur, of anders twintig dagen gevangenisstraf. Hij moet naar de reclassering om afspraken te maken over het strafwerk. Dat doet hij nog, maar vervolgens verschijnt hij niet op de afgesproken plek. De reclassering geeft dit door aan justitie: B. zou nu als straf twintig dagen de gevangenis in moeten. In de stukken is hierover niets meer te vinden. De reclassering heeft er niets meer over gehoord. ''B. loopt gewoon zijn straf mis,'' zegt een rechercheur.

maandag 28 januari 2002
Rond tien uur 's avonds wordt in Tussen Meer, vlakbij een videotheek, een man met geweld beroofd. Het slachtoffer en een vriend die hem te hulp schiet, worden beiden met een mes gestoken. Op de videobeelden wordt B. 'voor honderd procent' herkend als één van de vier overvallers. De zaak heeft nog geen vervolg gehad.

dinsdag 29 januari 2002
Op ongeveer dezelfde plek wordt de uitbater van de videotheek rond half elf 's avonds overvallen door een grote groep jongens. De man wordt mishandeld, bedreigd en beroofd. Zijn jas wordt aan de achterkant met een mes vernield. Gealarmeerde agenten herkennen B. als één van de groepsleden. De videobeelden die vanuit de winkel zijn gemaakt, blijken niet bruikbaar.

woensdag 30 januari 2002
Om vier uur 's middags haast de politie zich naar Tussen Meer. Daar zou iemand worden bedreigd. Als zij aankomt, ziet ze een grote groep jongeren zich verspreiden. B. is één van hen. Die avond om acht uur komt er een melding binnen dat iemand bij de videotheek met een bijl zou worden bedreigd. Als de politie aankomt, zijn dader en slachtoffer verdwenen.

donderdag 31 januari 2002
Een buurtregisseur schrijft een noodbrief aan de korpsleiding: ''De harde-kernjongeren worden langzaam maar zeker de baas in Osdorp en Slotervaart.'' Hij zet uiteen dat de beruchte Dijkgraafpleingroep, onder wie B., inmiddels vrijwel dagelijks bezig is. ''Wij (in uniform) zijn nog de enigen die zich vrijelijk door de buurt kunnen bewegen zonder te worden geript, beledigd, mishandeld of anderszins te worden lastig gevallen. Als we er niet lijfelijk in uniform bij blijven, regeren zij de straat.'' De buurtregisseur eindigt met: ''Ik blijf de strijd aangaan.''

donderdag 21 februari 2002
Extra surveillance heeft het tijdelijk iets rustiger gemaakt in de buurt, maar deze avond komt er weer een melding van overlast bij het Osdorpplein. B. maakt deel uit van de groep die daar rondhangt. Als de politie komt, gaan ze weg.

zondag 10 maart 2002
In de Eerste Helmersstraat wordt 's avonds iemand bij een zware vechtpartij in het water gegooid. Omstanders weten hem eruit te helpen. B. staat vlakbij wanneer de politie aankomt, maar de toedracht is zo onduidelijk dat hij wordt heengezonden.

zaterdag 16 maart 2002
Politieagenten zien hoe om vier uur 's nachts bij het Leidseplein een lid van Beware Watchout is ingesloten door drie andere jongens, onder wie B. Als B. en zijn twee kompanen weg gaan, vertelt de jongen dat ze hem hebben bedeigd. Ze willen dat hij een getuigeverklaring intrekt waardoor een andere vriend van hen nog steeds vastzit voor een overval. De later ingeschakelde buurtregisseur schrijft hierover in een rapportje: ''Deze methode is beproefd bij de harde kern van het Dijkgraafplein. Zodra ze weten wie getuige of aangever zijn, worden ze met dreiging en geweld onder druk
gezet om niet mee te werken aan politieonderzoeken.''

zaterdag 23 maart 2002
Getuigen melden een hevige ruzie bij het huis van B. Die is midden in de nacht dronken thuis gekomen. Om half vier 's nachts belt een jongeman uit de straat aan. Hij heeft een groot keukenmes in zijn hand en begint daar hevig mee te zwaaien. Hij en B. hebben al eerder ruzie gehad. De buurjongen loopt de woning in en bedreigt de hele familie. Uiteindelijk slagen de ouders van B. erin hem enigszins tot bedaren te brengen. Als hij weer op straat staat, nog steeds met het mes, horen omstanders zijn moeder buiten schreeuwen: ''Je moet B. doden!'' B. en zijn familie willen geen hulp van de politie.

donderdag 11 april 2002
B. is om half twee 's nachts betrokken bij een gewelddadige ruzie op de Overtoom. B. zegt dat vier jongens hem wilden beroven, maar die zeggen op hun beurt dat B. hen onder bedreiging van een vuurwapen wilde beroven. De zaak wordt wegens gebrek aan bewijs geseponeerd.

zondag 21 april 2002
Portiers van een uitgaansgelegenheid op het Thorbeckeplein rennen om kwart voor één 's nachts achter een groepje jongens aan. Ze hebben net gezien hoe één van hen een fiets naar een andere jongen gooide. Als een portier hier iets van zegt, wordt hij bedreigd. Agenten die net in de buurt zijn zien dat er ook een meisje bij is, 'ontzettend dronken en schaars gekleed'. Ze vertrouwen het niet en ontfermen zich over haar. Dat levert een fikse ruzie op met B. In een rapport schrijft een politieman: ''We hebben met de Vliegende Brigade deze groep elke week zien staan op het Leidseplein. Ze was vaak de oorzaak van vechtpartijen en ordeverstoringen. Aangezien ze veel werden geweigerd door de portiers en doordat er ME staat, heeft de groep nu een andere locatie gevonden.''
Een paar uur na het tumult op het Thorbeckeplein, rond zes uur, ziet een caissière van een benzinestation op de Cornelis Lelylaan dat B. en nog een paar jongens broodjes, blikjes drinken en andere spullen stelen uit de schappen. Als de politie komt, zijn ze al weg.

zaterdag 27 april 2002
Omstreeks tien uur 's avonds wordt een man beroofd bij het Filmmuseum in het Vondelpark. Hij ziet B. er met zijn spullen vandoor gaan. De op zijn aanwijzingen aangehouden B. ontkent. Hij wordt wel voorgeleid voor de officier van justitie, maar er is onvoldoende bewijs.

zaterdag 4 mei 2002
De politie moet er aan te pas komen als zo'n twintig jongeren van de Dijkgraafpleingroep rond middernacht het Vondelpark met veel drank en herrie tot hun feestterrein maken. Ook. B. doet mee.

zaterdag 25 mei 2002
Omstanders waarschuwen dat ze B. om negen uur 's avonds op het Osdorpplein met een vuurwapen hebben zien rondlopen. Als de politie arriveert, is hij verdwenen.

donderdag 1 augustus 2002
B. wordt 's middags op het politiebureau Meer en Vaart verhoord, nadat er alsnog een aangifte is gedaan voor geweldpleging, bedreiging en vernieling op 29 januari in Tussen Meer. B. ontkent daar op dat tijdstip te zijn geweest.

zondag 25 augustus 2002
Een groep jongeren veroorzaakt overlast bij het Osdorpplein. Als de politie komt, gaan ze weer. B. is er ook bij. Hij is intussen 20 geworden.

dinsdag 26 november 2002
De kantonrechter veegt een aantal zaken bij elkaar. Voegen, heet dat in jargon. B. krijgt alleen een vervoordeling voor openbare dronkenschap tijdens de bloedige vechtpartij op 11 maart op het Leidseplein. Een boete van 61,26 euro.

zondag 22 december 2002
Een bekende van B. meldt bij de politie dat zijn auto 's morgens rond acht uur is gestolen op de Kinkerstraat. Een tijdje later ontdekken agenten de auto. Achter het stuur zit B. De auto is beschadigd. B. blijkt ermee tegen een lantaarnpaal te zijn gebotst en is daarna doorgereden. Op vragen van de politie reageert hij erg agressief: ''Ik weet van niets. Ik weet niet waar ik ben geweest. Ik zeg niets. Ik heb lang genoeg gepraat.''

begin 2003
Zijn uitspraak vlak voor de jaarwisseling lijkt profetisch. Het is nu al twee maanden rustig rond B. Hij zit niet vast, dus dat kan de oorzaak niet zijn. Is B. opeens toch tot inkeer gekomen? De politie vreest van niet. Agenten in de buurt die opdracht hebben speciaal te letten op de draaideurcriminelen, zien hem nog wel scharrelen bij stations. ''Vanuit onze ervaring betekent dit dat hij loopt te loeren naar slachtoffers,'' zegt één van hen. ''Ze worden natuurlijk ook steeds slimmer om niet tegen de lamp te lopen. En ze verleggen hun werkterrein meer naar andere plaatsen.''

© Het Parool, 26-2-2003
 
Kortom een medaille voor die vrouw :)
 
Blij dat ie dood is, opgeruimd staat netjes :mad:
 
Wat zijn die ouders en familie toch huichelaars. Al waren ze maar van een kwart op de hoogte, beweren dat ie een hart van goud had is bijna net zo crimineel als een tasje roven. Laat die hele familie toch lekker oprotten naar Marokko.
 
jezus, wilde t eigenlijk helemaal lezen, maar die jongen is zo braaf dat t me te lang werd.
 
geef die vrouw een lintje
en die mensen die gaan zuiren daarover weg ermee!! :mad:
 
donderdag 24 augustus 2000
Bij een vechtpartij op Akersingel wordt om acht uur 's avonds een meisje in elkaar geslagen. Ze herkent B. en nog zes jongens als de daders, maar ze raakt nog meer van streek als die haar intimideren wanneer de politie er bij is gekomen. Ze durft geen aanklacht in te dienen.

vind ik 1 van de ergste :mad:

jammer dat die gozer niet veel eerder die auto is tegengekomen.
hoorde vandaag een leuk idee voor een bumperstucker:

STEEL JE MN TAS, DAN GEEF IK GAS! :D
 
opgeruimd staat netjes!
 
is dit ali el b wel??? gezien de datum van het parool?
 
Dit is weer een bewijs dat mensen gewoon niet zo moeten
generalizeren maar mensen als een individueel moeten zien.
 
nou... die zal nooit in de hemel belanden
 
KaLe zei:
is dit ali el b wel??? gezien de datum van het parool?


Nee dit is niet de Ali el B van de tasjesroof, het ging hier om een ander persoontje, eentje die gevolgd werd/was door een journalist als ik het me goed herinner. Om het idee van een draaideurcrimineel wat beter te kunnen aanduiden.


DUS NOGMAALS DIT IS NIET 'DE' ALI EL B
 
er komt geen eind aan dat strafblad man! :eek: Wel heb ik m`n twijfels of dit over dezelfde Ali B. gaat.
 
Dit is zeker het strafblad van die aap die met marco borstato zingt.
 
Gouwe gozer, deed nooit iemand kwaad :D
 
[Afbeelding niet meer beschikbaar]
 
en het was zo'n goede jongen :D :D :D
 
Het maakt nie uit wie het was,Zo iemand moet van mij aan het gas ;)
 
Wat mij betreft kan iemand die voor de 5e keer een strafbaar feit pleegt standaard 10 jaar de cel in. Als hij nog een zesde keer wat doet levenslang.
 
Back
Naar boven