Fitness Seller

Verslag reis Nepal (per dag)

Bezoekers in dit topic

EricR

Superior Athlete
20 jaar lid
Lid geworden
15 nov 2002
Berichten
50.073
Waardering
2.589
Lengte
1m79
Massa
89kg
Vetpercentage
15%
Dag 1

Om half 5 opstaan om op tijd op Schiphol te kunnen zijn. De tassen de dag er voor ingepakt en toch nog maar wat spullen er uit gehaald om niet te dicht bij de toegestane 30 kilo te komen. De vlucht zelf zal ‘dankzij’ de onvolprezen organisator in Nederland maar liefst 26 uur duren (30 1/2 uur met tijdsverschil), via de volgende route:

Amsterdam – Londen
Londen – Bahrein
Bahrein – Abu Dhabi
Abu Dhabi – Muscat
Muscat – Delhi
Delhi - Kathmandu

Aangekomen op Schiphol staat er voor het vroege uur een gigantische rij bij de British Midland balie. Dit blijken ook allemaal Nepalgangers te zijn, via diverse andere organisaties. Om 7:20 uur is de vlucht naar Londen en de uurtjes tikken langzaam weg. Op eens rond kwart voor zeven gaat er een tweede balie en ook nog een derde balie open.

Aangekomen bij de balie blijken we een stagiaire te hebben of in ieder geval iemand die niet volledig is ingewijd in vluchten die over meer dan 3 luchthavens gaan. Onze bagage kan volgens de baliemiep dan ook niet direct naar Kathmandu worden doorgelabeld en kan het beste volgens haar in Londen opnieuw worden ingecheckt. De eerste kink in de kabel van de bagageroutering blijkt achteraf.

In Londen aangekomen kunnen we dus gelijk door naar de bagage claim i.p.v. de transitruimte. Zoals vaker in Engeland stortregent het en de bagage komt volledig doorweekt van de bagageband afrollen. Nu snel door een andere terminal om weer opnieuw in te checken bij de balie van Gulf Air.

Bij de balie van Gulf Air aangekomen blijkt ook daar een soort van stagiaire te zitten want ze begrijpt ook weer weinig van het doorlabelen van bagage over meerdere luchthavens. Zou het soms internationale stagiairedag zijn? Ook maakt ze problemen over de tickets aangezien die volgens haar geblockt zouden zijn. Dit is niet het geval, maar het ticket mist natuurlijk wel 1 gedeelte van de coupons door de vlucht Amsterdam – Londen. Iets wat zeer lastig duidelijk valt te maken aan Gulf Air ‘stagiaire’ Gelukkig lukt het toch na tussenkomst van diverse supervisors om de bagage in te checken. Er moet wel een ‘priority sticker’ aan om deze nog snel het vliegtuig in te krijgen aangezien de vlucht binnen een half uur vertrekt. Het totale oponthoud aan de balie en de bagageclaim heeft dus al met al zo’n 2 ½ uur geduurd.

Nu snel door naar de terminal om te boarden anders missen de vlucht. Dit gaat op zich allemaal verder soepel. Op Heathrow nog wel bijna 3 kwartier wachten op een vertrekbaan, maar dat schijnt daar vrij normaal te zijn. Heb tot nu toe nog nooit meegemaakt dat ik een vlucht had die stipt op tijd vertrok van die luchthaven.

De vlucht naar Bahrein hebben we niet 1 van de meest moderne vliegtuigen uit de Gulf Air vloot en dus ook niet de beschikking over eigen schermpjes. Dus de uren dan maar verdoen met wat meegenomen bladen en een beetje hangen in het vliegtuig.

In Bahrein zelf al in bezit van een nieuwe boardingpass. De meegereisde Belgen blijken deze nog niet te hebben en dit zorgt bij hun voor een vrij groot probleem aangezien Gulf Air alleen mensen met boarding passes toelaat in het vliegtuig naar Abu Dhabi. Ze moeten dan ook plaatsnemen naast de rij van mensen met een boardingpass en krijgen pas een stoel toegewezen als iedereen binnen is en er dan eventueel nog ruimte over is in het vliegtuig. Mocht er dus een overboeking zijn dan hebben ze inderdaad grote pech want dat zou betekenen geen plaats en voor allen een grote verstoring van het reisschema van de komende dagen. Gelukkig blijken er geen overboekingen te zijn en mogen ze toch plaatsnemen in het vliegtuig. Wel vreemd dat zoiets door British Midland in Amsterdam niet werd vermeld aangezien ze naar ik aanneem wel vaker dit soort vluchten faciliteren.

In Abu Dhabi wederom overstappen naar een ander vliegtuig en tevens enkele uren wachten voor de vlucht. Hier ook gelijk via Gulf Air alvast boarding passes gekregen voor de vlucht van Jet Air van Delhi naar Kathmandu. We denken dus dat we goed zitten met die boarding passes en zo weer wat rompslomp kunnen ontlopen op Delhi. Verkeerd gedacht zoals later zal blijken.

De vlucht leidt eerst nog naar Muscat in Oman. Inmiddels dus al 3 golfstaten gezien en we zijn qua tijd nog niet eens op de helft van het volledige reisschema. Na meer dan een uur stilgestaan te hebben in Oman eindelijk de vlucht naar Delhi, Tijdens het wachten spuiten ze nog even wat desinfecterend middel in het vliegtuig, altijd prettig voor de luchtwegen.

Dit vliegtuig gelukkig wel voorzien van schermpjes in de stoelen en ik probeer dan ook “The Terminal” te zien met Tom Hanks en Catherina Zeta Jones. Dit blijkt lastiger dan verwacht met een kapotte koptelefoonaansluiting. Dan hoor ik weer 1 kanaal, dan weer 2 en soms helemaal niks meer. Met wat draaien en vasthouden lukt het dan wel om in ieder geval 1 kanaal vast te houden. De captain van het vliegtuig boeit het waarschijnlijk weinig hoe de film afloopt aangezien vlak voor het einde van de film hij zich geroepen voelt om in het Arabisch de hele vlucht nog even door te nemen en dit later nog in het Engels herhaalt. Het einde krijg ik niet meer te zien, de landing naar Delhi is inmiddels ingezet.

De gehele groep van 5 heeft in het vliegtuig een visumformulier ingevuld en we gaan dan ook maar in de rij staan om uit te checken. Totaal niet wetende hoe het geregeld is met de transitreglementen in India. Dat blijkt dus de verkeerde keuze, we worden aangekomen bij de visabalie direct teruggestuurd naar een hoekje waar naar verluid iemand ons zal opwachten om in transit te krijgen. Mijn advies aan de Indiers, geef dit wat duidelijker aan.

Na wat wachten komt er iemand onze paspoortnummers en bagagenummers controleren zodat ze deze verder kunnen doorlabelen naar Kathmandu. Waarbij ik aangeef dat mijn bagage in ieder geval al is doorgelabeld in Londen. Maar dit mag niet baten, de Indiers doen het graag nog eens over. Waarom zouden ze ook anderen vertrouwen, zelf kunnen ze het toch zo goed J Zeker 3 kwartier later en heel wat heen en weer geloop van de twee dames die ons ‘helpen’ mogen we dan eindelijk bij de gratie gods naar de transitruimte. We mogen dan wel uit een vliegtuig komen, de veiligheidsbeambten nemen hun werk zeer serieus en we moeten toch nog even gecheckt door hun worden voordat we die transitruimte in mogen.

In de transitruimte opnieuw wachten, zeker nog 4 uur tot de vlucht naar Kathmandu vertrekt. Op een gegeven moment komt er iemand roepend langs ‘Kathmandu, kathmandu’, we nemen dus maar aan dat hij degene is die aangeeft waar we moeten zijn voor deze vlucht. Hij geeft aan dat we onze paspoorten en tickets moeten laten zien, ik laat hem ook maar gelijk mijn boardingpass zien. Hij geeft gelijk aan dat deze pass niet geldig is, begrijpelijk want die is natuurlijk niet in bureaucratische handen geweest. Er zit dus niks anders op dan onze paspoorten en tickets in handen te geven van deze persoon, die op mij niet al te snugger of snel overkomt. We krijgen te horen ’30 minutes sir’. Dus ach die 30 minuten kunnen toch ook wel wachten.

Na zeker een uur wachten nog steeds geen boarding passes en ook geen spoor van onze tickets en paspoorten. Maar goed we hebben de tijd nog wel voorlopig. Na wederom een uur wachten toch maar eens vragen aan de knakker met onze paspoorten hoe lang alles nog gaat duren. Wederom ’30 minutes sir’. Waarschijnlijk zijn dat Delhi minuten dan, die gaan wat langzamer naar het schijnt. Nog steeds gaat het niet snel en de tijd kruipt nu steeds langzamer naar de vertrektijd van de vlucht naar Kathmandu. Na nog eens zeker een uur wachten komt onze passesman langs met de boardingpasses en alle tickets en paspoorten. Het is dan circa 35 minuten voor het vertrek en we moeten minimaal 30 minuten voor tijd in de boardingruimte zijn.

Snel door naar een securitycheck, maar snel blijkt ook hier een ruim begrip. Op eens hebben we volgens de securityman geen labels voor onze handbagage en dan mag je volgens de regels van Jet Air niet het vliegtuig in. Mijn betoog tegen hem dat in een andere rij hele hordes doorlopen zonder dat gewenste label is duidelijk tegen dovemansoren gericht. Omdat ik al tig uren wakker ben begin ik een beetje mijn geduld verliezen met de Indiase manier van werken en val dan ook behoorlijk uit tegen twee zwaar bewapende beveiligers. Op eens is onze passesman er ook weer en ik spoor hem aan om nu binnen een minuut die labels te regelen. Waarschijnlijk had hij net een hete curry op want hij blijkt toch te kunnen rennen en binnen enkele minuten zijn de labels geregeld. Dan nog even door de poortjes, maar die zijn zo strak afgesteld dat ik schoenen, riem en weet ik nog wat met metaal uit en af moet doen.

Nog is het gezeik op Delhi niet voorbij want aangekomen bij vliegtuig wordt ik uit de rij gehaald om naar mijn bagage te kijken. Het lijkt er op alsof ze met 3 bagagewagens over mijn duffelbag zijn gereden, de tas ziet er in ieder geval vrij gemangeld uit. Met behulp van mijn reisgenoot Remco en wat touwtjes van onze Belgische reisgenoten binden we de tas aan elkaar zodat die in ieder geval goed meekan naar Kathmandu.

Al dat wachten en gezeur was trouwens niet nodig geweest als de organisator in Nederland gewoon de goede namen had doorgegeven aan Gulf Air. Dan hadden we heel Delhi nooit hoeven aandoen. Al met al zorgt dit voor 8 uur extra reistijd die vrij vermoeiend is, zeker met die zooi Indiers die vooral hun best lijken te doen om Westerlingen het onmogelijk te maken op hun luchthaven.

De vlucht naar Kathmandu is dan ook maar 1 ½ uur lang. Daar aangekomen gaat alles vrij soepel om door de douane te komen, de rijen zijn stukken korter dan een jaar er voor. Waarschijnlijk toch de impact van de Mao-isten op het leven in Nepal.

Buiten worden we opgevangen door de eigenaar van Sanctuary treks, onze reisorganisatie in Nepal. Gelijk wordt je dan ook overvallen door tig porters die je bagage tegen betaling naar het busje brengen. Een aantal begeleidt ons met bagagekarretje naar onze busjes. Ze hoeven dus niet al te veel moeite te doen om de bagage daar te krijgen. Toch vind 1 van de Belgische reisgenoten dat voldoende om ze maar liefst 20 euro fooi te geven. Dat ongeveer gelijk staat aan totaal 2 weken loon voor de gemiddelde arbeider daar. Erg wereldwijd is die move dus niet. Maar goed hij gooit het maar op vermoeidheid.

Het hotel in Kathmandu is vrij dicht tegen het toeristengebied gelegen. Dit maakt het makkelijk om nog even snel een nieuw duffelbag in te slaan. Ook al was het nog een stuk makkelijker geweest als het schema niet zo was veranderd dat we nu een eerste rustdag in Kathmandu moeten missen. Was toch wel handig geweest na 26 uur onderweg te zijn, zelf slaap ik bijna nooit in vliegtuigen of luchthavens en nu dus ook niet. Of te wel een volledige zonder slaap en dan moeten we nu na een korte nacht slapen direct de volgende door naar Lukla. De reisorganisatie in Nederland gaf deze wijziging pas door vlak voor vertrek, te laat om daar nog wijzigingen in door te brengen richting Nepal.

’s Avonds worden door de organisator in Nepal gebrieft in de lobby van het hotel en dragen we de tenten en het touw meegenomen uit Nederland aan hem over. We blijken 2 of 3 sherpa’s mee te krijgen voor de tocht en diverse porters, een kok en wat kokshulpen. 1 van de hoogtesherpa’s is een echte crack en heeft o.a. al 4 keer op Everest gestaan.

Na de briefing nog snel even wat eten in Thamel (toeristendisctrict). De grote pizza voor 2 ½ € gaat verre van op maar is wel verschrikkelijk lekker.

Om 10 uur maar slapen om in ieder geval een beetje fris op te staan om half zes de volgende ochtend. Maar niet eerst nadat ik de volledige inhoud van mijn kapotte duffelbag overgeheveld heb naar mijn nieuwe tas.



 
Dag 2

Kathmandu – Lukla

Om half zes er uit om te ontbijten in het hotel. Om kwart over zes staat ons busje al klaar om ons naar het vliegveld te brengen. De vlucht zal naar Lukla gaan op 2880 meter, het vertrekpunt van de tocht naar Mera Peak. De eerste dag staat er gelijk een wandeling van 3 uur op het programma, maar het zal niet zo lopen als verwacht.

Op het vliegveld voor de binnenlands vluchten is het dringen geblazen en onze vlucht staat gepland voor 7:30 uur. Door onduidelijke redenen wordt dit al snel een uur later, op zich niet zo’n probleem alleen zijn de zitplaatsen op het vliegveld vrij beperkt dus nemen we onze toevlucht tot twee rolstoelen die daar staan stof te vangen. Na dat uur blijken er nog steeds geen vluchten te zijn naar welke bestemming ook, het vliegveld begint dan ook aardig vol te stromen met mensen.

Uit verveling gaan we maar een beetje rijden met de rolstoelen, wat sommige mensen het idee geeft dat we inderdaad niet volledig mobiel zijn J Toch wel handig als ze op eens opzij vliegen als ze je zien aankomen met zo’n rolstoel. De uren verstrijken en nog steeds geen vlucht, inmiddels is het al 11 uur en zijn we dus 3 ½ verder. Dan rond een uur of half twaalf begint er wat schot te komen in de rijen en mogen wij ook inchecken. Daar blijkt dat we 192 kilo overgewicht hebben en of we maar even bijbetalen. Ik leg uit aan de sherpa dat we alleen betalen voor persoonlijk bagage en natuurlijk niet voor voeding en kampeerspullen. Die rekening is gewoon voor de organisatie. Na wat morren en nog een vraag van 1 van de sherpa’s of we dan willen voorschieten betalen zij toch de rekening.

Het vliegtuigje naar Lukla biedt plaats aan 19 personen en geeft een mooi uitzicht over de Himalaya. De vlucht zelf is 40 minuten met een vrij spectaculaire landing op het vliegveld van Lukla. Aangezien de airstrip niet helemaal recht maar oplopend lijkt het tot vlak voor landing dat je zwaar tegen een muur aan zal crashen.

Bij aankomst is niet alle bagage meegekomen, o.a. mijn wandelstokken zitten nog in een duffelbag die met een latere vlucht zal meekomen. Iets wat me op dat moment nog niet duidelijk is en ik vermoed dat 1 van onze tassen is meegenomen door de verkeerde groep. Dus gelijk half Lukla door om deze groep te achterhalen. Dan blijkt dat het een andere tas betreft, die dus nog steeds in Kathmandu staat.

Aangezien we maar een beperkt aantal uren hebben voordat het donker wordt moet de trekking die dag beginnen rond 2 uur. Het wordt 2 uur en de vluchten houden op en nog steeds geen tassen, wat dus inhoud dat we die dag zeker niet op trekking gaan en de nacht zullen doorbrengen in Lukla. Door alle drukte op Nepal airport en het gezoek naar tassen ook niet echt de rustdag die het nu lijkt te zijn.

’s Avonds maken we voor het eerst kennis met de kookkunsten van onze kok. Die mogen er zeker zijn, hij weet een zeer goede en smaakvolle maaltijd op tafel te toveren. Iets wat hem lukt tijdens de gehele tocht. O.a. pizza, gebakken aardappelen, appeltaart, chocoladepudding komen op het menu voor. Maar natuurlijk ook veel rijst en groenten. Helaas soms iets teveel gelardeerd met knoflook, waar ik zelf weinig van moet hebben.

Wederom een vroege nachtrust, althans begin er van. Echt rusten wordt het niet omdat mijn lichaam op eens het tijd vindt om overtollig van de vlucht en het reizen kwijt te raken. Dus vaak naar het toilet die nacht. Als ik eindelijk ben leeggelopen blijkt een kamer naast ons 1 van de Belgen het plan te hebben een bos door te zagen die nacht. Zelfs met oordoppen krijg ik het geluid van zijn gesnurk niet kwijt.

Ook voel ik door het zitten in lastige houdingen een klein beetje mijn rug, ik hoop zelf dan al dat het niet doorzet gelet op de zware dagen voor ons.
 
Dag 3 Lukla – Chetara

Een redelijk lange dag voor de boeg (6 uur klimmen), maar wel met uitzicht op een rustdag dus kan er wel wat extra energie worden gespendeerd. Althans daar ging ik van uit.

We beginnen zo rond 8 uur met de tocht. Het is dan nog vrij koud, maar niks vergeleken met de kou op grotere hoogten natuurlijk. Al snel breekt de zon door en lopen we allemaal in onze t-shirts door de bossen richting Chutanga op 3450 meter. Onderweg nog wat lastige passages met springen over stenen in rivieren. Hierbij valt 1 van de Belgen half in het water. Ik laat me dan ook maar helpen door een sherpa voor alle zekerheid. Ook nog een overbrugging van een aardverschuiving, waarbij je alleen nog maar hangt aan een bamboestokje die steeds vervaarlijker begint door te buigen. Het is een kwestie van tijd dat die stok breekt en er een toerist of porter langs de aardverschuiving naar beneden dondert.

Chutanga zou onze eigenlijk bestemming zijn en we zouden onze rustdag hier doorbrengen. Aangezien we al 1 dag hebben verloren is er in overleg met de sherpa’s besloten om nog wat door te lopen. Zelf had ik verwacht dat dit punt zo rond de 3700 meter lag, maar dat blijkt dus 4100 meter te zijn. De tocht er naar toe is vanaf de pauzeplaats op 3450 meter ook nog eens vrij sT en dat is eigenlijk voor zo’n eerste dag qua stijging in meters net iets te veel van het goede.

Mocht je namelijk hoogteziekte krijgen dan is dat gelijk het einde van je vakantie. De stijging 2880 naar 4100 meter is op zich al een recept om hoogteziekte te krijgen. Had ik dan ook geweten dat onze rustplaats zo hoog zou zijn dan had ik een ander plan opzezet met de sherpa’s.

Gelukkig lijken we ons allemaal redelijk goed aan te passen aan de hoogte. Ook al zal je pas echt de gevolgen zien na enkele uren op die hoogte. Het kamp op 4100 meter is overigens is een zeer duister oord door de bewolking die ’s middags de bergen is opgetrokken. Of dit er ook voor zorgt dat mensen langzaam doordraaien weet ik niet, maar de twee Nepalese kinderen in dit kamp hebben in ieder geval een steekje los. De ene kijkt je met een psyscho-look aan als je aan het filmen bent en de andere zegt tegen alles en iedereen alleen maar de woorden ‘mama, mama’.

Dit oord wordt dus de rustplaats, stenen en wolken. Ook hebben we onze kennismaking met de tentjes en de matjes. Een niet al te goede kennismaking. De tentjes zijn misschien leuk voor een reisje naar Ameland-noord of zo maar zeker niet voor een halve expeditie zoals wij die doen. Veels te klein voor twee personen van Westerse afmetingen en later zullen nog meer nadelen blijken van de gebruikte tenten. Ook de matjes zijn niet veel soeps, het enige waar die uit bestaan is een beetje foam. Wat dus betekent dat je eigenlijk direct op stenen, ijs of hard gras ligt. Al naar gelang waar je die dag staat. Zeker de matjes vallen zeer tegen aangezien ik aan de organisator in Nederland toch tig heb gevraagd of deze adequaat genoeg zijn. Hij verzekerde me dat keer op keer. Na enkele duizenden euro aan gear te hebben geslagen boeide me die kosten van een matje van 30-40 euro ook niet meer natuurlijk. Maar goedgelovig als ik was heb ik de organisator vertrouwd op zijn woord. De misrekening van deze vakantie blijkt nu.

’s Avond wederom goed eten in de messtent. Ook nu maar vroeg naar bed en zo rond half acht liggen we allemaal in de tentjes. 1 van de Belgen alleen aangezien we met z’n vijven zijn.

Nu blijkt goed hoe weinig comfort de matjes bieden, we liggen direct op een stenen ongelijke ondervloer. Ik slaap die nacht dus amper en weet dan ook dat ik nog een hele nacht in dit oord zal moeten doorbrengen. De lichte irritatie die ik had aan mijn rug wordt per uur erger. Ik hoop dat ik op de rustdag wat kan herstellen, het begin is in ieder geval niet denderend.
 
Rustdag 1

Ondanks dat het rustdag is worden we wel om half zeven gewekt. De sherpa’s hebben duidelijk een voorkeur voor een vast ritme.

Het plan is om vandaag de Zetra La te halen als acclimatiseringsdag. Deze ligt nog zo’n 500 meter hoger gezien vanaf ons kamp. Dat betekent zo’n uur omhoog en dan nog 45 minuten of zo omlaag. Op zich voel ik me wel redelijk maar nu al begint de vermoeidheid door te weinig te slaap zich te wreken op mijn lichaam. Veel te vroeg op de tocht natuurlijk. Mijn rug zit redelijk vast en ik probeer met het lopen in ieder geval die rug wat los te krijgen. Die pas is alleen niet geschikt voor een lekkere wandeling omhoog. Zeker het laatste stuk is daarvoor veel te steil.

Op dat laatste stuk moet ik wederom de hulp inroepen van de sherpa’s om me over de lastige stukken te krijgen. Iets wat ik in goede doen zeker niet nodig zou hebben gehad.

We blijven ongeveer een half uurtje boven om foto’s te nemen en te filmen. Ook zien we dan de route voor de volgende dag. Die is over nog 2 passen op bijna gelijk hoogte als deze pas. Hiervoor moet je dan wel wat steil dalen en stijgen tussen die passen in.

Onderweg naar beneden begin ik door de impact van het afdalen pas echt mijn rug te voelen. Ook val ik nog eens omdat ik niet al te grote stappen kan nemen, mijn rug zit te vast.

Beneden aangekomen vraag ik me echt af wat ik hier doe. Op zich zou ik in goeden doen weinig problemen hebben met dit terrein maar nu voel ik me net een oud mannetje dat hulp nodig heeft omhoog en omlaag. En we zijn pas twee dagen onderweg.

Uren lang loop ik met het idee om maar terug te gaan, hoe zonde dat ook zou zijn. Mijn gezondheid gaat voor vind ik en op dat moment voelt mijn rug aan alsof ik alleen met een stok nog goed voortbeweeg.

Ik neem de eerste pijnstillers van de tocht, zodat ik even ergens anders aan kan denken dan aan de pijn in mijn rug. Dat helpt op zich wel, tegen de avond voel ik me door de rust en de pijnstillers weer wat beter en besluit vlak voor dat ik de tent in ga om toch door te gaan maar wel goed op te letten dat ik niks blijvend sloop in mijn lichaam.
 
Dag 5

Na een nacht met niet al te veel slaap op weg naar Thuli Kharka. Hiervoor moeten 3 passen worden overgestoken.

De 1ste pas hebben we op de rustdag al beklommen en levert dus niet al te veel problemen op. Boven rusten we circa 25 minuten uit, een goede tijd om wat foto’s te maken van de omgeving.

De volgende passen zijn minder steil dan de eerste pas, ook al moet er nog wel redelijk wat rotsklimwerk worden gedaan om de top van de passen te halen. De tocht over de 3 passen duurt totaal maar 2 uur, het is dus een vrij korte dag omdat de meeste dagen circa 6 uur duren exclusief de pauzes. Vanaf de top van de laatste pas is het nog ongeveer 35 minuten afdalen over vrij steile paden.

Het kamp van Thuli Kharka ligt bij een zeer grote steen, deze steen wordt door onze dragers gebruikt als slaapplaats. De sherpa’s gaan over tot hun dagelijkse routine van de tenten opzetten en het opzetten van de toilettent. Deze toilettent is een klein tentje op een veel gebruikt veldje waar kuilen worden gegraven die dienen als toilet. Het is dus zaak om in het donker goed op te letten dat je niet in de uitwerpselen trapt van je voorgangers, zeker omdat niet iedereen zo goed blijkt te zijn in het mikken in de gegraven kuilen.

Ik voel me mede door de pijnstillers een stuk beter dan de vorige dag, ook omdat de zon tijdens de tocht over de pas uren heeft geschenen. Bij aankomst trekt helaas de bewolking over het kamp en binnen een uur is het zicht minder dan 50 meter. Na de lunch ga ik maar wat in de tent liggen aangezien er toch weinig meer te zien is.

Uren lang komen er van de andere kant groepen binnen, het kamp wordt steeds drukker qua tenten en het rumoer neemt ook steeds meer toe. ’s Nachts dus maar weer slapen met oordopjes.

Rond een uur of half acht is het weer tijd om te gaan slapen, ook al is het avondeten nog lang niet gezakt. Maar er is verder in die kampen weinig te doen.
 
You must spread some Reputation around before giving it to Ericr again.

Leuk om te lezen! keep us posted!
 
Dag 6 Thuli Kharka - Kote

’s Ochtends voel ik me mede door wat uren slaap weer wat beter dan de dag er voor. Maar ik merk wel dat ik behoorlijk wat uren slaap tekort kom vergeleken met normale situaties. Ik maak me dus wel een beetje zorgen wanneer die uren slaap tekort zich gaan wreken. Maar goed over 2 dagen is er een rustdag dus tijd om wat uren slaap in te halen.

Wederom deze dag eerst over 3 passen om daarna een vrij lange afdaling te beginnen richting de Hinku vallei. De 3 passen zijn minder steil dan de passen van de vorige dag maar het is hier en daar toch redelijk oppassen om niet een uitglijder te maken het ravijn in. Hoe gevaarlijk de paden zijn blijkt als we terug komen over hetzelfde pad, ergens op de paden moet een kokshulp zijn uitgegleden en dodelijk gewond zijn geraakt. Zijn naam en datum van overlijden vinden we terug op een steen een week later tijdens de terugtocht.

Vooral de aardverschuivingen die een gedeelte van het pad hebben weggeslagen passeer ik zeer langzaam, 1 uitglijder hier en je ligt zeker 300 meter lager in het ravijn. Het lopen over de losse stenen is echt balanceren op een zeer dunne lijn tussen leven en dood, zaak is dan ook om daar niet al te veel aan te denken.

Onderweg komen we zo’n 4 groepen tegen die op de terugweg zijn. Als we peilen hoeveel mensen in die groepen de top ook hebben gehaald dan is dat rond de 50%. Een dag er voor bij een Italiaanse groep was dat overigens maar 1 van de 7. Het blijkt dat het weer op Mera Peak zeer onstuimig kan zijn, de ene dag niet te koud en geen wind en een dag later veel wind en zeer koud. Dat maakt een toppoging dus een loterij.

De groepen aanschouwend zie ik al snel dat zo’n tocht niet in je kouwe kleren gaat zitten, veel trekkers zien er uit alsof ze echt op hun laatste energie zich voortslepen naar het volgende kamp. Zelf weet ik dan natuurlijk nog niet dat een week later de weersomstandigheden veel slechter zullen zijn en de terugtocht nog stukker zwaarder wordt.

Op de laatste pas zien we voor het eerst Mera Peak liggen, zowel Mera North en Mera Central zijn zeer goed te zien. Omdat we al rond de 4600 meter staan lijken ze zeer dichtbij en niet al te hoog meer, maar ja het blijven dan nog steeds bergen van 6450 meter hoog. Of te wel 1600 meter hoger dan de Mont Blanc.

Na de laatste pas is het een steile afdaling omlaag het bos in. Afdalen is niet mijn favoriete bezigheid, mede omdat ik geen dieptezicht heb en dus bij iedere stap zeer goed moet inschatten waar ik mijn voeten neerzet. Pas in het bos wordt duidelijk hoe steil de afdaling is, het zijn vaak echt stappen van meer dan een meter omlaag. Je moet dan ook rustig afdalen om je knieen en enkels te ontzien.

Na totaal 3 uur onderweg en ongeveer een uur onderweg komen we aan op de lunchplek, deze plek was voorheen ook de kampeerplaats tijdens de Mera Peak trekking. Het is dan ook teleurstellend om te horen dat we nog zeker 2 ½ uur moeten lopen om de nieuwe kampplaats te halen.

Na de lunch is het nog meer afdalen richting de rivier, wederom over zeer steile paden. Tussendoor komen we nog een trap tegen die bestaat uit treden van niet meer dan 10 cm breed. Het is dan ook meer klimmen dan een trap omhoog lopen. Aangekomen bij de rivier weet ik dat we nu rond de 3300 meter staan, terwijl kampeerplaats op 3500 ligt. Het is dus nog 200 meter omhoog, op zich wel een welkome afwisseling na totaal zo’n 1300 meter steil dalen. Bij de rivier neem ik wat verkoeling door mijn hoofd te besprenkelen met het ijskoude rivierwater, het is die dag in de zon zeker rond de 25 graden.

De kampeerplaats bevind zich aan de rand van een rivierbedding, een goede plaats om de nacht door te brengen. We vinden hier gelukkig een vlakke plaats om de tent op te zetten. In het kamp worden door bewoners gelijk bier en cola neergezet, wat dat betreft zijn de Nepali goede handelaars. Ik neem zelf een colaatje, dat blijkt dus een halve liter te zijn. Die deel ik dan maar met mijn tentmaat.

Omdat het een lange dag was ga ik rond 4 uur nog wat in de tent liggen, zeker door de vlakke ondergrond is dat zeer ontspannend. Rond 6 uur is het weer etenstijd, wederom een zeer goed maaltijd bereid door onze kok. Na het avondeten wacht ons een minder prettig verrassing. Op eens lopen er een paar vage figuren ons veldje op en vragen ons waar we vandaan komen. Voor mij is dan al duidelijk dat we te maken hebben met Mao-isten.

Na wat gepraat met hun maken ze zich dan ook bekend als Mao-isten. Wij zeggen zoiets als ‘dat is leuk voor je’. We spelen dus stommetje en doen net alsof we van niks weten qua bijdragen die ze verlangen. 1 van de Mao-isten gaat dan ook maar praten met onze hoofdsherpa, die ons direct er na duidelijk maakt dat er van ons een bijdrage wordt verlangd van 3000 rupees, zo’n 33 euro. Daar zijn we niet blij mee, aangezien voorheen de bijdrage rond de 1000 rupees lag.

We proberen te onderhandelen met de Mao-ist die bij ons staat, maar die spreekt op eens geen woord Engels meer. Onze sherpa doet dan dienst als tolk. Het onderhandelen heeft weinig nut blijkt, het is betalen of opdonderen. Opdonderen betekent dat we onder Mao-isten begeleiding de vallei worden uitgestuurd. Totaal zeker 10 uur lopen, iets waar niemand van ons op zit te wachten. Na nog wat heen en weer gepraat betalen allemaal onze bijdrage, de Mao-isten noemen het tegenwoordig belasting aangezien ze zich zien als de nieuwe regering van Nepal. Helaas hebben ze niet door dat ze het toerisme langzaam kapot maken, zelf zal ik niet zo snel meer naar Nepal gaan omdat misschien de volgdende keer de bijdrage wel eens 10000 rupees kan zijn of zelfs nog meer.

Dat het de Mao-isten menens is blijkt een dag later wel als we horen van een Australische gezin dat hun sherpa mishandeld is met stokslagen en ook nog eens tig keer onder water gehouden is in de ijskoude rivier. Dit alles omdat hij naar verluid in Lukla een grote mond had opgezet over de Mao-isten. Iets wat duidelijk aangeeft dat ze overal hun mensen hebben zitten, zelfs in het nog door de regering gecontroleerde Lukla. Voor mij is dan weer onbegrijpelijk dat de Australiers wel doorgaan met hun trekking, zelf zou ik na zulk geweld linea recta rechtsomkeert hebben gemaakt. Het blijft tenslotte wel vakantie en geweld van een gestoorde groepering hoort daar niet bij.

De nachtrust is wel goed in dit kamp, eindelijk na vele dagen amper slaap lukt het me om zeker 6 uur slaap te vatten. Ook al is dat niet volledig onafgebroken.
 
Uhhhh, jah ik ben tot nu tot bijna klaar met dag 1... Leuk om te lezen bro! Zal eens checken of ik nog tijd heb voor de andere dagen :)
 
Dag 7 Kote-Tangnag

Na de vrij goede nachtrust beginnen we aan de tocht naar onze tweede rustdag, in Tangnag. De tocht is vrijwel de hele dag over de rivierbedding of er vlak langs. ’s Ochtends vroeg is het op 3500 meter al goed toeven en binnen een half uur loop ik zonder jas heerlijk in de zon.

Over de rivierbedding is het wel goed opletten, 1 verkeerde stap en je enkel zit vast tussen twee stenen. Maar zonder al te veel problemen nemen we de meeste horden, pas na 1 ½ uur komen we voor wat lastiger werk, een waterval die we moeten oversteken richting paden die net boven de rivier lopen. Maar omdat we al enkele dagen over dit soort terrein lopen is het springen van steen tot steen niet een al te groot probleem, ook al ligt ook hier het gevaar op de loer. 1 uitglijder en je ligt zeker 30 meter lager.

Boven aangekomen krijgen we te maken met een minder gevaarlijk pad, ook al is het begin nog wel vergeven van losse grote stenen waar je goed je evenwicht moet bewaren. Na die stenen wordt het pad vlakker en lopen we over weiden heen, een welkome afwisseling na de ongelijke paden van de dagen er voor.

Op de lunchplaats ontmoeten we een landgenote, die achtergebleven is omdat ze tijdens de tocht is ziek geworden (bronchitis). Haar doel is dan ook niet meer de top op 6450 meter maar de pas op 5500 meter. Ze verteld ons dat hun groep bestaat uit 14 personen, waarvan er al 1 volledig is afgevallen. Ze mogen dan wel meer hebben betaald voor hun vakantie, maar ze moeten wel zelf hun tentje opzetten iedere dag. Tevens heeft hun Nederlandse reisleidster veel regels waar je je aan moeten houden. Wat me doet afvragen wie er nu bepaald wat er gebeurt op zo’n vakantie, de reisleidster of de klant ? Ik zou zelf nooit kunnen functioneren in zo’n groep, regeltjes zijn leuk in Nederland maar niet tijdens een avontuurlijke reis in Nepal.

Na de lunch lopen we gestaag door net boven de rivier, het pad is redelijk gemakkelijk. Circa 1 ½ uur na de lunch komen we aan bij een boedhistisch klooster, tijd om de zegen te ontvangen van de plaatstelijke Lama. Deze woont hier bijna het gehele jaar door. Na wat ceremonieeel van de Lama branden we een kaarsje en doen een kleine donatie t.b.v. het onderhoud van de Gompa (klooster).

Het is daarna nog 3 kwartier lopen naar de rustplaats Tangnag. Hier is in 1998 een grote damdoorbraak geweest van een gletsjermeer waarbij volgens de lokale bevolking honderden mensen zijn omgekomen in de lager gelegen vallei. Nu is nog duidelijk te zien hoe groot de kracht moet zijn geweest van die doorbraak, overal liggen zeer grote rotsen verspreid over de rivierbedding en kilomers verder hadden we al een zeer grote aardverschuiving gezien van een rotswand van 1 van de bergen in de omgeving. Deze besloeg zeker een kilometer hoogte en was honderden meters breed, terwijl een normale aardverschuiving rond de 100 meter hoog is en 100 meter breed.

In Tangnag treffen we ook weer Marietje aan van de andere groep. Iemand die zeer spraakzaam is, tot vermoeiens toe J Tijdens het avondeten praat ze dan ook aan 1 stuk door, volledig genegeerd door de 3 Belgen in onze groep, maar dat deert haar weinig. Tijdens het avondeten horen we buiten een donderend geraas, lawines ! Deze lawines komen wel zeer dicht terecht bij het kamp maar de bergwand is ver genoeg om geen direct te vormen voor ons kampeerplaats. Het is wel heel mooi om te zien hoeveel kracht zo’n lawine heeft, echt duizenden kilo’s sneeuw donderen vlak voor kampeerplaats neer.

Onze sherpa bespreekt met ons wat we willen doen op de rustdag, ik besluit zelf om echt te rusten en geen klimdag in te lasten. Hij maakt de grap dat ik dan opgescheept met praatgrage Marietje, maar goed dat neem ik dan maar voor lief.

's Nachts komt mijn tentmaat na wat tijd buiten te hebben vertoefd op eens de tent in met de mededeling dat ik hem moet helpen. Zijn pols voelt zeer zwak aan en hij ziet er ook wat bleekjes uit. Niet echt duidelijk wat hem nu mankeert, maar het lijkt in ieder geval niet op hoogteziekte, gelukkig voor hem aangezien dat gelijk einde vakantie zou betekenen. Ik besluit om contact op te nemen met onze hoofdsherpa en maak hem dus direct wakker. Na wat overleg besluiten we dat deze nacht beter niet in de tent kan doorbrengen maar in een wat warmere hut die bij 1 van woningen in het kamp is gevestigd. Zelf ga ik nadat ik me er van verzekerd heb dat hij verder niks mankeert maar weer terug de tent in, de sherpa neemt het verder van me over qua zorg.
 
Hmmz, drukte per ongeluk al op enter dus karma bericht slaat nergens op :)
 
Dag 8 rustdag 2

’s ochtends kijk ik gelijk hoe het mijn tentmaat gaat, hij blijkt toch wel een goede nachtrust te hebben gehad en het blijft niet echt duidelijk wat hem nou echt mankeerde. Het zou te maken kunnen hebben met wat stress die hij nog heeft meegebracht uit Nederland.

De rustdag benut ik in ieder geval voor echte rust en ik praat wat met de sherpa’s die heerlijk in de zon liggen op hun matjes. Tevens raak ik in gesprek met 1 van de eigenaars van de hutjes annex winkeltjes in het kamp. Hij vertelt me dat buiten het trekking seizoen in het kamp zeker 2000 schapen rondlopen, die ze overigens zelf niet slachten als boedhist. Dat laten ze doen.

Hij legt ook uit dat we sneeuwankers missen voor de beklimming, die kunnen we bij hem huren voor enkele euro's. Later blijken we die inderdaad nodig te hebben, dus een goede zaak dat we die hebben gehuurd. Wederom wel een falende aanbeveling van de organisator uit Nederland, die op de gearlist wel allerlei spul had staan die je in de sneeuw bijna nooit nodig hebt.

Met Marietje hebben we een nog leuk voorval, ze claimt 1 van onze stoelen en als we dan thee gaan drinken bied ze die stoel aan alsof die van haar is. Bij het avondeten begint ze wederom te ratelen, straal genegeerd door de 3 Belgen. Op een gegeven moment heeft ze het over een boek geschreven door een Nederlander met een gedicht over 2 hertenjongen en een dubbelloopsjachtgeweer. Ik doe net alsof ik versta 2 hoerenjongens en dat dubbelloopsjachtgeweer en barst in lachen uit, ze merkt nu eindelijk dat we niet gediend zijn van de oeverloze gezwam en nadat ik zelf bijna stik in mijn avondeten van het lachen houd ze dan ook wijs haar mond.

Wederom horen we het donderende geraas van diverse lawines, een goede mogelijkheid om Marietje verder te ontlopen.
Beide nachten in dit kamp zijn qua slaap goed te doen, ook al moet je door de kou soms nog wel een nachtelijke tocht maken uit de tent maken voor het toilet. Het toilet waarvan Marietje zeer brutaal dus ook zonder te vragen gebruik maakt.
 
Rob G zei:
Hmmz, drukte per ongeluk al op enter dus karma bericht slaat nergens op :)
Karma is karma bro ;) En neem je tijd er voor, ik bump het onderwerp gewoon zo nu en dan omhoog.
 
Dag 9 Tangnag – Khare.



Op papier een niet al te lange of zware dag, maar het venijn zit toch een beetje in de staart.

’s Ochtends voert de tocht eerst zeer geleidelijk omhoog, zonder al te veel obstakels. Wel komen we nog over het stenenveld van de damdoorbraak van 6 jaar terug te lopen, maar dat is inmiddels een goed gebaand pad geworden. Deze dag voel ik me voor het eerst sinds de tocht weer eens krachtig en ik loop dan ook na een uurtje als eerste door de vallei heen. Wel let ik goed op dat ik niet teveel energie spendeer aangezien ik natuurlijk nog steeds vele uren slaap tekort kom.

Op 4500 meter komen we in Dig Kharka, vlak er voor moeten we nog even springen over stenen in de rivier om tot dat veldje te komen. Hier staat maar 1 hutje dat cola, pringles, snickers etc verkoopt. Ik sla over aangezien ik vlak er voor in Tangnag nog Snickers heb ingeslagen. Wel wonderbaarlijk natuurlijk dat je op deze hoogtes nog steeds cola kan drinken, leve de commercie zal ik maar zeggen.

Het venijn zit deze dag dus echt in de staart, het plaatsje Khare zie je al snel liggen na de klim vanuit Dig Kharka, maar dat is dan nog zeker 200 lastige hoogtemeters ver weg. Ook komen we nu echt boven de 4500 meter te lopen, een hoogte waarvan ik van vorig weet dat iedere stap moeite gaat kosten. Op het laatste voelt het dan ook alsof alle lucht uit je longen wordt geperst ondanks dat ik nog steeds zeer goed acclimatiseer op natuurlijke wijze (zonder Diamox).

Aangekomen in Khare neem ik dan ook wat rust, gezeten op een steen tegen een muurtje aan. Het uitzicht is wel magnifiek, we kijken direct uit 1 van de wanden van de Mera Peak en kunnen ook goed de toppen zien liggen. Nu lijkt de aanloop toch steiler dan we eerst hadden verwacht.

Ik ruim na de lunch mijn duffelbag opnieuw in en haal alle overbodige spullen er uit om die in Khare achter te laten. Alleen de klimspullen gaan mee de Mera Peak op, althans dat is mijn bedoeling met de verdeling van tassen.

Of het door de kou komt of door andere oorzaken maar ik moet wel regelmatig naar het toilet, iets waardoor ik ook ’s nachts vaak de tent uitmoet. Dan zie ik gelijk hoe fraai het uitzicht kan zijn bij een bijna volle maan, de hele wand van de Mera Peak ligt er zeer sprookjesachtig bij. Door de vele toiletbreaks slaap ik die nacht weer minder, tevens is de grond vrij ongelijk wat het slapen ook niet makkelijker maakt.
 
nice to read!!!

(maybe stomme vraag maar hoe krijg je dit allemaal posted daarboven?)
 
exarchos zei:
nice to read!!!

(maybe stomme vraag maar hoe krijg je dit allemaal posted daarboven?)

Hij heeft 14 postduiven waarvan hij elke dag 1 loslaat met een verslag rond zijn pootje.
 
Dag 10 Khare – Mera La



’s ochtends raak ik zeer geirriteerd als blijkt dat de sherpa’s al mijn overbodige spullen en klimspullen wederom in mijn duffelbag hebben gegooid. Ook zit er nog wat overbodig spul in van mijn tentmaat. Om nou met -10 graden alles weer uit de tas te halen is niet zo prettig, zeker omdat we nog maar 20 minuten hebben voordat we beginnen met lopen. In die tijd moet ik dus de hele tas opnieuw inruimen en het overbodige spul in een andere tas overhevelen. Ik merk dat ik door het vele bukken en de toch wel zware spullen weer wat last van mijn rug krijg en neem dus maar rustig de tijd er voor om alles goed in te ruimen. Ook let ik goed op dat ik niks vergeet voor de beklimming.

Deze dag is gelijk de eerste kennismaking met het lopen op D-schoenen. Die schoenen zijn volledig van plastic en dus zeer stug en zwaar wat het lopen op steen niet al te makkelijk maakt. Maar ja het is ondoenlijk om twee paar mee te nemen omhoog. Dus dan maar even ploeteren over de aanloop op steen.

Het gaat gelijk vanuit Khare steil omhoog richting de Mera La pas. Zaak om goed de tijd te nemen en stapje voor stapje omhoog te gaan. Het eerste stuk is nog wel goed te doen, pas dichtbij de Mera La zelf wordt het terrein nog steiler en is het meer klimmen over stenen dan lopen. Dan nog vraag ik me af waarom we aan de zijkant de Mera La opgaan en niet via de voorkant. Aangekomen bij de Mera La zelf blijkt wel waarom, die helling is gewoon te steil om direct te beklimmen.

Hier doen we de stijgijzers nog niet aan, achteraf een niet al te slimme keuze. Het eerste stuk bestaat nog sneeuw maar is wel behoorlijk steil. Zaak om dus goed op te passen me de stappen die je zet. Omdat ik nog steeds last van mijn rug heb van het inruimen van de tassen kan ik ook niet al te grote passen zetten, wat het klimmen een stuk lastiger maakt. Na zo’n 50 hoogtemeters gaat de sneeuw over in bijna blauw ijs, veel gevaarlijker terrein dus zonder stijgijzers. Hier roep ik hulp in van de hoogtesherpa, de volgende dag wordt dan ook advies gegeven om dit stuk zeker met stijgijzers te beklimmen. Na wat geploeter en meer last van mijn rug kom ik toch boven aan op de pas, maar echt goed voel ik me niet. Mede natuurlijk door de hoogte van 5500 meter en de inspanning. Qua hoogte zit ik nu al op een persoonlijk hoogterecord.

Mijn tentmaat verzameld wat stenen en plaatst zoals eigenlijk gebruikelijk is op de meeste passen een ‘prayer flag’, dit is een boedhistisch gebruik. Hier vind je normaal geen vlaggen omdat we natuurlijk in de sneeuw staan.

De kampplaats is dan nog een kwartiertje lopen verder, midden in de sneeuw. Daar aangekomen voel ik mijn rug nog steeds en kijk het even aan of ik nog wel verder door wil gaan. Na de lunch en wat rust voelt mijn rug zeer stijf en ik besluit toch maar na wat rusten in de tent om de volgende dag terug te keren. Het risico om iets te beschadigen lijkt me gewoon te groot. Een teleurstelling natuurlijk, maar ik kan er vrij goed mee omgaan. Ik weet dat velen te vaak doorzetten in de bergen en dat later moeten bekopen, ik ben zelf nu nog in staat om gezond terug te keren iets wat misschien een dag later anders zou kunnen zijn.

De rest van de dag hang ik maar een beetje rond voor de tent en loop wat op en neer. Echt veel zin heb ik niet meer om in de tent te liggen. Het weer betrekt ook behoorlijk die dag en het wordt steeds kouder, richting de -15 graden zeker.

1 van de hoogtesherpa’s neemt me een stukje mee richting de aanloop naar Mera Peak en ik zie dat het terrein voor de volgende dag niet al te lastig is. Iets wat me toch doet twijfelen om misschien minimaal 1 dag door te gaan.

We zien nog een reddingshelicopter bij de ondergaande zon, waarschijnlijk voor 1 van de sherpa’s die de vorige dagen in problemen is geweest op de Mera Peak. We hadden al gehoord dat er enkele dagen er voor ook al 3 dragers waren doodgevroren tijdens de tocht, iets wat ik verder nergens heb bevestigd heb gezien. Maar duidelijk is wel dat dit soort tochten geen kinderspel zijn.

Na het avondeten en nog wat lopen maar weer terug de tent in voor wat rust en hopelijk wat slaap. Mede door de pijnstillers voel ik me toch wel goed genoeg om desnoods met een lading pijnstillers de volgende minimaal mee te gaan naar hoogtekamp. Dan kan ik in ieder geval nog wat proeven van het klimmen op Mera Peak.
 
exarchos zei:
nice to read!!!

(maybe stomme vraag maar hoe krijg je dit allemaal posted daarboven?)
thnx, maar ik ben al terug inmiddels ;)
 
Volgens mij bedoeld exarchos hoe jij dit hele verhaal noteerd als je daar in de bergen zit? Heb je een schrijfblok bij en maak je de hele dag notities? Of wat...?
 
Rob G zei:
Volgens mij bedoeld exarchos hoe jij dit hele verhaal noteerd als je daar in de bergen zit? Heb je een schrijfblok bij en maak je de hele dag notities? Of wat...?

idd, maybe beetje stom geformuleerd, maar lijkt me toch dat dat niet echt makkelijk gaat alles noteren etc etc
 
Dag 11 Mera La – Highcamp – Mera Peak beklimming

Na een redelijk nacht qua slapen ben ik wel klaar voor de tocht naar High camp. Die tocht duurt maar maximaal 3 uur en is dus vrij goed te doen. Mocht het misgaan met mijn rug kan ik dus altijd nog terug over de Mera La naar Khare die dag.

Het begin voert langs grote gletsjerspleten maar het pad is zeer goed gebaand en het risico om daar in te vallen dus niet al te groot. In het begin nog wel wat steile stukken, maar met stijgijzers kom je zonder problemen over die hindernissen heen.

De porters lopen hier gewoon nog op hun normale schoenen, een riskante bezigheid maar ze zouden niet anders willen. Hier en daar rollen dan ook porters naar beneden, maar gelukkig is de sneeuw nog diep genoeg om de val op te vangen.

Na wat klimwerk heb je een schitterend uitzicht over de bergen in de omgeving. Vooral de Makalu van bijna 8500 meter is zeer goed te zien. Ook Mount Everest is te zien, alleen niet zo prominent als de wand van de Makalu. Maar goed ik heb dan eindelijk Mount Everest met eigen ogen van dichtbij gezien. Iets wat ik al jaren wilde.

De rest van de klim is op sommige stukken nog redelijk steil maar niet al te lastig en na 2 uurtjes zijn we in High Camp op 5800 meter.

Dat High Camp ligt uit de wind aan de achterkant van een grote rots op Mera Peak, het is een soort adelaarsnest waar net wat tentjes kunnen staan en mocht de wind wel aan die kant staan je het gevaar hebt dat je enkele honderden meters lager beland op de gletsjer. Onze tent komt helaas te staan op wat ongelijk grond en ik heb dus het ‘geluk’ dat ik constant naar beneden rol in mijn tent en tegen de natte condens plekken van de tent aan lig, die plekken worden op gegeven moment ijs en echt lekker lig ik dus niet in de tent.

Het avondeten blijkt soep te zijn, maar ik wil toch liever wat stevige kost en vraag een bord gebakken aardappelen. Die na een uurtje aan me geserveerd wordt waarna het gelijk tijd is om proberen te slapen. Dat lukt natuurlijk niet aangezien door de scheve stand ook mijn tentmaat nog eens tegen me aanrolt, too close for comfort. Ik rust dan maar wat uit tot een uur of 1, althans wat voor rust moet doorgaan. We zullen die nacht pas om half drie vertrekken maar door die verrotte stand van de tent ga ik om 1 uur maar eens het uitzicht bekijken. Het is dan rond de -15 graden, maar met mijn dikke donsjas is dat redelijk uit te houden. Rond kwart voor twee komt er wat thee, goed om je op te warmen. Om twee begin ik me echt klaar te maken voor de tocht omhoog, stijgijzers klaar, pickel klaar en gordel gereed.

Ik moet dan nog 1 keer naar het toilet, een grote boodschap. Het ‘toilet’ is een stuk steen achter de rots en kost in het donker behoorlijk wat klauterwerk waarbij je weer goed moet oppassen dat je niet in de uitwerpselen trapt van je voorganger. Omdat ik al twee dagen niet naar het toilet ben geweest kost het vrij veel moeite en ik ben door het klimwerk ook behoorlijk buiten adem. Na het ‘werken’ voel ik me echt leeg, ook qua energie. Als ik dan nog zeker 5 uur moet klimmen beloofd dat niet veel goeds. Terug aangekomen op high camp probeer ik wat energie terug te krijgen, maar dat lukt natuurlijk niet door het gebrek aan slaap, amper eten en de hoogte.

Iedereen staat rond tien voor half drie gereed behalve mijn tentmaat die nog even 5 minuten voor tijd zijn tent uitkomt. Ik vraag me af of je dan wel klaar bent voor de toch wel extreme kou. Zelf voel ik me nog steeds leeg en ik doe mijn gordel weer af en besluit dat 5800 meter toch echt mijn nieuwe recordhoogte is en zal niet meer verder omhoog gaan. Het is mooi geweest.

Nadat onze tent nog bijna twee keer door een sherpa en een reisgenoot van het hoogtecamp is gelanceerd door het omlopen van 1 van de scheerlijnen kruip ik door de meesten ongezien weer terug het vermaledijde tentje in.

Na circa 45 minuten hoor ik 1 van de reisgenoten alweer terug komen, hij zou een te lage hartslag hebben volgens hem. Ik vermoed zelf dat zijn sensor niet goed werkt door de kou, maar goed hij voelde zich ook niet sterk genoeg voor de top waarschijnlijk. Mijn tentmaat komt ook terug, dit na ongeveer 1 ½ uur. Hij heeft onderkoelingsverschijnselen en ik zorg er voor dat zijn handen weer wat warmer worden met opwrijven tussen mijn handen. In de tussentijd is ook het volledige Australische gezin weer teruggekomen, deze nacht blijkt voor een toppoging toch veels te koud. Kouder in ieder geval dan de nachten er voor.

Twee van onze groep halen de top wel, een prestatie op zich. Zeker als je kijkt naar hun leeftijd, 54 en 61 jaar. 1 van hun is wel een top marathon loper in zijn leeftijdsklasse met een tijd van 2:45 uur. Wat dus wel aangeeft dat ze qua duurvermogen het aankunnen.

Ze komen rond negen uur weer terug in het high camp, net op tijd omdat ik zelf al voorstel om mede gelet op de ziekenboeg nu toch echt naar beneden te gaan. Ook ben ik het high camp wel zat na uren buiten te hebben gezeten, in de tent die zo schuin staat wil ik gewoon niet meer liggen.

Het eerste stuk is goed te doen om af te dalen en ik maak nog een laatste foto van de Mount Everest. Dan slaat het weer echt om en lopen we in een kleine sneeuwstorm. Op de Mera La laten we stijgijzers om, de afdaling is dan ook een stuk minder listig dan de klim omhoog.

Op het rotsgedeelte is het voor mij door de pijn in mijn rug en de plastic schoenen wel afzien, iedere stap dreunt alles door omdat ik geen demping heb. Ik doe het dan ook vrij rustig aan, maar echt lollig is het afdalen niet. Na totaal 3 uur afdalen zien we Khare weer, onze tenten duidelijk te zien omdat het de kleinste tenten zijn in het zeer drukke kamp.

Nu staan we op een nog rotter veldje dan voorheen, 1 grote hobbel. Dit omdat we later aankomen dan degenen die omhoog gaan. Ook is het zeur rumoerig rond de tent, dat maakt slapen dus ook niet echt een keuze. Tevens houd ondanks aandringen mijn tentmaat zijn sokken aan, die dringend toe zijn aan vervanging. Lawaai, hobbels, rugpijn en stinksokken een mooie combi J

Tot laat in de avond gaat het rumoer door en ik kan niet meer bij mijn oordopjes aangezien die nog in de achtergelaten bagage zitten. Dus wederom maar een kort nachtje slapen, je raakt er op den duur wel aan gewend.

Tijdens de afdaling is het al begonnen met sneeuwen en dat gaat dus de hele nacht door, de afdaling terug zal dus een stuk gevaarlijker worden dan toen we omhoog kwamen. Het weer is nu echt omgeslagen en de komende dagen zullen we niet veel opklaringen zien. Vrij ongekend voor deze tijd van het jaar, maar dat kan er ook nog wel bij.

Ik wilde avontuur dus krijg ik het.
 
Back
Naar boven