MuscleMeat

Vetverbranding (aerobe vs anaerobe systemen). The best way to achieve.

Bezoekers in dit topic

gurumaster

Mega noob
Elite Member
15 jaar lid
Lid geworden
28 nov 2004
Berichten
1.024
Waardering
52
Vetverbranding (aerobe vs anaerobe systemen).
The best way to achieve (Gurumaster).

Inleiding.
Er bestaat tot op de dag van vandaag nog steeds grote vraagtekens hoe we het beste vet kunnen verbranden. Ik hoop dat ik jullie met deze topic wat duidelijkheid kan scheppen hoe het lichaam werkt m.b.t. energie verbruik en hoe we dit nu in de praktijk kunnen plaatsen. Ik zal hier niet te diep gaan in de biochemie en inspanningsfysiologie,omdat ik vind dat in iedere dit artikel moet kunnen begrijpen. Als voorbereiding dient men wel de basisbegrippen en werking van de energiesystemen te begrijpen, is dit niet het geval lees dan het artikel van BIG T (http://forum.dutchbodybuilding.com/f296/creatine-faq-3550/) en van gurumaster (http://forum.dutchbodybuilding.com/f53/verschil-fast-twitch-slow-twitch-vezels-198542/#post3512773)

Energiesystemen en hun inbreng tijdens inspanning.
ATP is de onmiddellijk beschikbare energiebron tijdens de spiercontractie. De resynthese van adenosine triphosphate (ATP) kan op drie manieren gebeuren. Deze ATP resynthese bestaat uit energierijke fosfatensplitsing (anaërobe alactisch), glycose omzet naar pyruvaat (anaërobe lactisch) en tot slot de krebs cyclus (aërobe verbranding).
Deze systemen worden ook wel een als volgt benoemd verschilt per auteur :ATP-PCr systeem,glycolytisch systeem en het oxidatief systeem.

Het ATP-PCR systeem.
Scheikundig gezien ATP >> ADP + P + E. (zie BIG T).
Bij korte hoge inspanningen wordt de energie bijna alleen geleverd door zuiver ATP . In de spiercellen is er voor ongeveer 10 seconde maximale hoge inspanning ATP aanwezig. Wanneer deze is uitgeput zal het
creatinefosfaat (PCr) nodig zijn om de uitgeputte ADP te herstellen naar ATP.
De energielevering via het ATP-PCr systeem tijdens de eerste 7 à 10 sec wordt het
alactisch anaërobe fase genoemd omdat er anaëroob gewerkt wordt zonder
lactaatvorming. Deze anaërobe energiebron maakt zeer snel energie beschikbaar. Het is dus een
energiebron met hoog vermogen.De recuperatie van de creatinefosfaat na het uitputting zal na 20 à 25 seconde ongeveer 50% hersteld zijn (Shalin et al, 1979; BIG T, 2003).

Het Glycolytisch systeem.
Bij een maximale inspanning die langer dan 20 seconde zal er energie geleverd worden via het lactische anaërobe systeem.
In dit geval zal glycogeen korrels (glucose) af worden gebroken tot pyrovaat (glycolyse), dit wordt gedaan door diverse enzymen (o.a.hexokinase enzv..). Tijdens dit proces komen er snelle ATP fosfaten vrij. Het glycolytische enzymen heeft in principe geen zuurstof nodig. De afbraak van pyrodruivenzuur kan ofwel met tussenkomst van zuurstof gebeuren (aëroob) of anaëroob en in dat geval wordt er lactaat of melkzuur gevormd. In de meeste gevallen wordt met het glycolytisch systeem de energielevering aangeduid die resulteert in de vorming van lactaat (uitgedrukt in mmol)
Een grote beperking van de anaërobe glycolyse is dat het leidt tot de vorming van lactaat. Deze afvalstoffen stapelen zich op in de lichaamsvochten en de spieren.
Bij het gebruik van dropsets is de inbreng van het anaëroob glycolytisch systeem bijna maximaal met een zeer grote melkzuur opstapeling voor gevolg. De waarden kunnen dan gaan van 1 mmol (rust) tot 20mmol oplopen (Wilson et al, 2014).
Het ‘milieu interieur’ is zodanig verzuurd dat een aantal enzymatische reacties in het gedrang komen. Verzuring kan bovendien een beschadiging van de spiercellen veroorzaken. De cel kan ‘lekken’ wat een overlast voor de extracellulaire ruimte veroorzaakt.
Na stopzetten van de inspanning waarbij er een hoge melkzuurvorming was, duurt het ongeveer 15 min vooraleer 50% van het gevormde lactaat geëlimineerd is. Na 45 min is het melkzuur nagenoeg volledig verdwenen. Het kan tot enkele dagen duren vooraleer de beschadiging door lactaat volledig verdwenen is (Gurumaster, 2003).

Het Oxidatiefsysteem.
Bij langer durende inspanning zal de aërobe systeem in actie komen.
De aerobe (met zuurstof) dissimilatie is het meest complexe energieleverantie die ons lichaam kent. Deze oxidatieve productie van ATP gebeurt de mitochondriën (boonachtige cel). Mits er voldoende voorraden aan glycogeen en vetten in het lichaam aanwezig is zou deze aërobe verbranding theoretisch oneindig kunnen verdergaan (tot de substraten uitgeput zijn).
De afbraak van 1 molecule glycogeen worden 38 mol ATP gevormd en vetzuren levert 130 mmol ATP op. De afbraak van glucose en glycogeen tot pyruvaat (pyrodruivenzuur )levert ATP op, maar de verdere omzetting van het pyruvaat op een aërobe manier produceert nog een hoeveelheid extra ATP. Pyruvaat wordt aëroob afgebroken tot Acetyl co-enzym-A (Acetyl CoA). Wanneer dit is dit is omgezet is dit zich in de Krebs cyclus verder omgezet worden in nog meer ATP. Het substraat zal uiteindelijk afgebroken zijn tot CO2 en H2O.
Tijdens het afbraakproces zullen de H+ atomen in de elektronentransportketen terecht komen waar de fosforylatie van ADP telkens ATP zal opleveren.
GLUCOSE + O2 <> 38 ATP + CO2 + H2O
Vetten (vrije vetzuren FFA) worden door een Beta-oxidatie omgezet tot Acetyl CoA waarna een zelfde reeks van scheikundige reacties optreden als bij de koolhydraatverbranding.
De verschillende vetten worden eerst door middel van een lipolyse omgezet tot FFA.
Welke substraten er aangesproken worden is afhankelijk van de intensiteit en de duur van de inspanning. Naarmate de intensiteit toeneemt zal het aandeel van de koolhydraten groter zijn, wanneer de duur toeneemt is het aandeel van de vetten groter.
langdurige inspanningen waarbij langer dan 30 minuten wordt ingespannen zal vetten de grootste energielevering zijn. De eerste 30 minuten van deze langdurige inspanning zal voornamelijk koolhydraten verbrand worden.


Wetenschap.
In de wetenschap worden m.n. de loopband en de fiets gebruikt om cardiovasculair trainingseffecten te bereiken. Dr. Jacobs wilson ook wel bekend als de muscle professor onderzoekt al een aantal jaren naar Evidence based training. Zo heeft hij ook een meta-analyse en een case study verricht naar het verschil in effecten tussen langdurige inspanning t.o.v. korte hoge intensiteit intervaltraining. Uit zijn onderzoek is gebleken dat wanneer er langdurige inspannen (HR 50% >) dat naast vetverbranding dit kan leiden tot atrofie van de spieren. Het tegenovergestelde gebeurt bij HIIT cardiovasculaire inspanning. In de groepen waar HIIT ( 4 tot 6 sets,20-30 seconden maximale inspanning) als interventie werd toegediend daalde het vetpercentage en steeg de spiermassa significant: (between Group effect P<0,05, negatieve correlatie r=-,60 (Wilson et al., 2011).

Conclusie.
Als we kijken naar de bovengenoemde fysiologische effecten van het oxidatieve systeem is het logisch dat we tijdens langdurige inspanning met een HR < 50% meer energie zullen wekken uit vetpercentage. Echter geven we bij HIIT een korte maximale inspanning die oploopt tot wel 90% of hoger van onze V02-maximaal en HF-maximaal. Het is dus gebleken dat dit op langer termijn een betere fysiologische effecten veroorzaakt. O.a. zal het oxidatieve vermogen verbeteren en zal er celdeling ontstaan van de mitochrondria. Hierdoor zal er gedurende de dag meer 02 aan een vetmolecuul gebonden kunnen worden waardoor we over de dag heen meer vet als energie gebruikt wordt. Als we even de wetenschappelijke approach achterwegen laten dan zien we objectief toch ook wel het verschil tussen een 100 meter sprinter en een marathonloper qua bodycompositie - maar goed terug naar de wetenschap! Voor krachttrainers blijkt het dus het besten te zijn om korte maximale inspanning te verrichten (20-30 seconden) en dan 2 > minuten rust te houden (HF recovery). Mocht je het toch fijn vinden om een stuk te lopen zonder atrofie op te lopen blijft het advies om dit te doen onder de 50% HR. De meeste onderzoeken hebben m.n. korte termijneffecten geanalyseerd en dan zal inderdaad de duurtraining meer vetverbranding laten zien. Echter wanneer we kijken naar langer termijnonderzoeken (gebrek aan sample size) laat een significant beter effect zien. Er zal zeker nog meer lange termijnonderzoeken moeten worden verricht om dit te kunnen wetenschappelijk te bekrachtigen.

Literatuur.
1.Wilson, J.M., Marin, P.J., Rhea, M.R., Wilson, S.M., Loenneke, J.P & Anderson, J.C.(2011). Concurrent training: A Meta-Analysis examining interference of aerobic and resistance exercises. Journal of Strength Condition Res.
2.Wilson, J.M & Wilson, G. (D.D. onbekend). Concurrent Training for the Bodybuilder Part I.
3.Wilson, J.M & Wilson, G. (D.D. onbekend). Concurrent Training for the Bodybuilder Part II
4.Sahlin, K., Harris, R.C & Hultman, E.R. (1979) resynthesis of creatine phosphate in human muscle after exercise in relation to intramuscular pH and availability of oxygen, Scand. Journal Clinical Lab Invest, 39(6):551-8.
 
Laatst bewerkt:
Mooi stuk nuttige info voor de mensen die effectief willen cutten ipv alleen maar afvallen.
 
Goed dat je alles eventjes op een rijtje zet, leuke informatie voor de leken. Stoor me wel een klein beetje aan het verkeerd gebruik van sommige termen, maar ben nu aan het leren voor hertentamen, dus alles is leuke afleiding :p Paar aanvullingen gepost in de quote
Vetverbranding (aerobe vs anaerobe systemen).
The best way to achieve (Gurumaster).

Inleiding.
Er bestaat tot op de dag van vandaag nog steeds grote vraagtekens hoe we het beste vet kunnen verbranden. Ik hoop dat ik jullie met deze topic wat duidelijkheid kan scheppen hoe het lichaam werkt m.b.t. energie verbruik en hoe we dit nu in de praktijk kunnen plaatsen. Ik zal hier niet te diep gaan in de biochemie en inspanningsfysiologie,omdat ik vind dat in iedere dit artikel moet kunnen begrijpen. Als voorbereiding dient men wel de basisbegrippen en werking van de energiesystemen te begrijpen, is dit niet het geval lees dan het artikel van BIG T (http://forum.dutchbodybuilding.com/f296/creatine-faq-3550/) en van gurumaster (http://forum.dutchbodybuilding.com/f53/verschil-fast-twitch-slow-twitch-vezels-198542/#post3512773)

Energiesystemen en hun inbreng tijdens inspanning.
ATP is de onmiddellijk beschikbare energiebron tijdens de spiercontractie. De resynthese van adenosine triphosphate (ATP) kan op drie manieren gebeuren. Deze ATP resynthese bestaat uit energierijke fosfatensplitsing (anaërobe alactisch), glycose omzet naar pyruvaat (anaërobe lactisch) en tot slot de krebs cyclus (aërobe verbranding).
Deze systemen worden ook wel een als volgt benoemd verschilt per auteur :ATP-PCr systeem,glycolytisch systeem en het oxidatief systeem.

Het ATP-PCR systeem.
Scheikundig gezien ATP >> ADP + P + E. (zie BIG T).
Bij korte hoge inspanningen wordt de energie bijna alleen geleverd door zuiver ATP (in principe wordt energie altijd uit ATP geleverd, dat is de enige brandstof waar het lichaam iets mee kan)
. In de spiercellen is er voor ongeveer 10 seconde maximale hoge inspanning ATP aanwezig Dacht dat dit slechts een seconde of 3/4 was met uitschieters tot 8 bij goedgetrainde mensen. Wanneer deze is uitgeput zal het
creatinefosfaat (PCr) nodig zijn om de uitgeputte ADP te herstellen naar ATP.
De energielevering via het ATP-PCr systeem tijdens de eerste 7 à 10 sec wordt het
alactisch anaërobe fase genoemd omdat er anaëroob gewerkt wordt zonder
lactaatvorming. Deze anaërobe energiebron maakt zeer snel energie beschikbaar. Het is dus een
energiebron met hoog vermogen.De recuperatie van de creatinefosfaat na het uitputting zal na 20 à 25 seconde ongeveer 50% hersteld zijn (Shalin et al, 1979; BIG T, 2003).

Het Glycolytisch systeem.
Bij een maximale inspanning die langer dan 20 seconde zal er energie geleverd worden via het lactische anaërobe systeem.
In dit geval zal glycogeen korrels (glucose) af worden gebroken tot pyrovaat (glycolyse), dit wordt gedaan door diverse enzymen (o.a.hexokinase enzv..). Tijdens dit proces komen er snelle ATP fosfaten vrij. Het glycolytische enzymen heeft in principe geen zuurstof nodig. De afbraak van pyrodruivenzuur kan ofwel met tussenkomst van zuurstof gebeuren (aëroob) of anaëroob en in dat geval wordt er lactaat of melkzuur gevormd. In de meeste gevallen wordt met het glycolytisch systeem de energielevering aangeduid die resulteert in de vorming van lactaat (uitgedrukt in mmol)
Een grote beperking van de anaërobe glycolyse is dat het leidt tot de vorming van lactaat. Deze afvalstoffen stapelen zich op in de lichaamsvochten en de spieren.
Bij het gebruik van dropsets is de inbreng van het anaëroob glycolytisch systeem bijna maximaal met een zeer grote melkzuur opstapeling voor gevolg. De waarden kunnen dan gaan van 1 mmol (rust) tot 20mmol oplopen (Wilson et al, 2014).
Het ‘milieu interieur’ is zodanig verzuurd dat een aantal enzymatische reacties in het gedrang komen. Verzuring kan bovendien een beschadiging van de spiercellen veroorzaken. De cel kan ‘lekken’ wat een overlast voor de extracellulaire ruimte veroorzaakt.
Na stopzetten van de inspanning waarbij er een hoge melkzuurvorming was, duurt het ongeveer 15 min vooraleer 50% van het gevormde lactaat geëlimineerd is. Na 45 min is het melkzuur nagenoeg volledig verdwenen. Het kan tot enkele dagen duren vooraleer de beschadiging door lactaat volledig verdwenen is (Gurumaster, 2003).

Het Oxidatiefsysteem.
Bij langer durende inspanning zal de aërobe systeem in actie komen.
De aerobe (met zuurstof) dissimilatie is het meest complexe energieleverantie die ons lichaam kent. Deze oxidatieve productie van ATP gebeurt de mitochondriën (boonachtige cel). Mits er voldoende voorraden aan glycogeen en vetten in het lichaam aanwezig is zou deze aërobe verbranding theoretisch oneindig kunnen verdergaan (tot de substraten uitgeput zijn).
De afbraak van 1 molecule bedoel je hier geen mol? :/ glycogeen is in principe 1 enorm molecuul, correct? glycogeen worden 38 mol ATP gevormd en vetzuren levert 130 mmol gewoon mol ipv mmol, zou erg weinig zijn anders ATP op. De afbraak van glucose en glycogeen tot pyruvaat (pyrodruivenzuur )levert ATP op, maar de verdere omzetting van het pyruvaat op een aërobe manier produceert nog een hoeveelheid extra ATP. Pyruvaat wordt aëroob afgebroken tot Acetyl co-enzym-A (Acetyl CoA). Wanneer dit is dit is omgezet is dit zich in de Krebs cyclus verder omgezet worden in nog meer ATP. Het substraat zal uiteindelijk afgebroken zijn tot CO2 en H2O.
Tijdens het afbraakproces zullen de H+ atomen ionen in de elektronentransportketen terecht komen waar de fosforylatie van ADP telkens ATP zal opleveren.
GLUCOSE + O2 <> 38 ATP + CO2 + H2O
Vetten (vrije vetzuren FFA) worden door een Beta-oxidatie omgezet tot Acetyl CoA waarna een zelfde reeks van scheikundige reacties optreden als bij de koolhydraatverbranding.
De verschillende vetten worden eerst door middel van een lipolyse omgezet tot FFA.
Welke substraten er aangesproken worden is afhankelijk van de intensiteit en de duur van de inspanning. Naarmate de intensiteit toeneemt zal het aandeel van de koolhydraten groter zijn, wanneer de duur toeneemt is het aandeel van de vetten groter.
langdurige inspanningen waarbij langer dan 30 minuten wordt ingespannen zal vetten de grootste energielevering zijn je lichaam slaat ongeveer 2000 kcal aan glycogeen op in spieren, waarvan de werkende spier alleen zijn eigen glycogeen kan gebruiken; afhankelijk van wat voor training je doet zul je dus zeker niet die 2000 kcal eerst opmaken voordat je volledig overgaat op vetoxidatie (man met de hamer). Maar afhankelijk van de intensiteit kan je het best een stuk langer volhouden dan een half uur op puur glycogeen). De eerste 30 minuten van deze langdurige inspanning zal voornamelijk koolhydraten verbrand worden.
(keep in mind dat er geen aan en uit knoppen zijn, alle energiesystemen lopen door elkaar heen, maar de nadruk verschuift)


Wetenschap.
In de wetenschap worden m.n. de loopband en de fiets gebruikt om cardiovasculair trainingseffecten te bereiken. Dr. Jacobs wilson ook wel bekend als de muscle professor onderzoekt al een aantal jaren naar Evidence based training. Zo heeft hij ook een meta-analyse en een case study verricht naar het verschil in effecten tussen langdurige inspanning t.o.v. korte hoge intensiteit intervaltraining. Uit zijn onderzoek is gebleken dat wanneer er langdurige inspannen (HR 50% >) dat naast vetverbranding dit kan leiden tot atrofie van de spieren. Het tegenovergestelde gebeurt bij HIIT cardiovasculaire inspanning. In de groepen waar HIIT ( 4 tot 6 sets,20-30 seconden maximale inspanning) als interventie werd toegediend daalde het vetpercentage en steeg de spiermassa significant: (between Group effect P<0,05, negatieve correlatie r=-,60 (Wilson et al., 2011). ik vraag me bij deze studies altijd af of dit voor krachttrainers/bodybuilders ook geldt; uiteraard zal HIIT minder katabool zijn dan LISS, maar om te zeggen dat interval training anabool zal werken voor iemand die sets met 200 kg squat.. ik vraag het me af

Conclusie.
Als we kijken naar de bovengenoemde fysiologische effecten van het oxidatieve systeem is het logisch dat we tijdens langdurige inspanning met een HR < 50% meer energie zullen wekken uit vetpercentage. Echter geven we bij HIIT een korte maximale inspanning die oploopt tot wel 90% of hoger van onze V02-maximaal en HF-maximaal. Het is dus gebleken dat dit op langer termijn een betere fysiologische effecten veroorzaakt. O.a. zal het oxidatieve vermogen verbeteren en zal er celdeling ontstaan van de mitochrondria endurance training staat er juist om bekend mitochondrial biogenesis te veroorzaken as far i can recall; hiit training blijkt dit echter ook te doen, maar het is dus niet zo dat om deze reden HIIT beter is. houd verder in achterhoofd dat een mitochondria IN de cel zit (het is een organel, en geen cel). Hierdoor zal er gedurende de dag meer 02 aan een vetmolecuul gebonden kunnen worden waardoor we over de dag heen meer vet als energie gebruikt wordt Dit is opzich geen voordeel, want als je in rust meer vet verbruikt, wordt er ergens anders minder energie weggehaald, en blijft je kcal in > kcal out verhaal alsnog gelijk. Alleen wanneer daadwerkelijk de totale verbranding wordt verhoogt zul je meer afvallen. Als we even de wetenschappelijke approach achterwegen laten dan zien we objectief toch ook wel het verschil tussen een 100 meter sprinter en een marathonloper qua bodycompositie dit zou ikzelf niet perse aanhalen in context met je vorige zin; ook marathonlopers zijn zeer lean, en het ging nu over vetmassa. Verder toen sprinters veel en veel meer krachttraining dan marathonlopers- maar goed terug naar de wetenschap! Voor krachttrainers blijkt het dus het besten te zijn om korte maximale inspanning te verrichten (20-30 seconden) en dan 2 > minuten rust te houden (HF recovery). Mocht je het toch fijn vinden om een stuk te lopen zonder atrofie op te lopen blijft het advies om dit te doen onder de 50% HR. De meeste onderzoeken hebben m.n. korte termijneffecten geanalyseerd en dan zal inderdaad de duurtraining meer vetverbranding laten zien. Echter wanneer we kijken naar langer termijnonderzoeken (gebrek aan sample size) laat een significant beter effect zien. Er zal zeker nog meer lange termijnonderzoeken moeten worden verricht om dit te kunnen wetenschappelijk te bekrachtigen.

Literatuur.
1.Wilson, J.M., Marin, P.J., Rhea, M.R., Wilson, S.M., Loenneke, J.P & Anderson, J.C.(2011). Concurrent training: A Meta-Analysis examining interference of aerobic and resistance exercises. Journal of Strength Condition Res.
2.Wilson, J.M & Wilson, G. (D.D. onbekend). Concurrent Training for the Bodybuilder Part I.
3.Wilson, J.M & Wilson, G. (D.D. onbekend). Concurrent Training for the Bodybuilder Part II
4.Sahlin, K., Harris, R.C & Hultman, E.R. (1979) resynthesis of creatine phosphate in human muscle after exercise in relation to intramuscular pH and availability of oxygen, Scand. Journal Clinical Lab Invest, 39(6):551-8.

/aanvulmodus.
Nogmaals, niet als aanval maar als aanvulling bedoeld. Verder karma voor leuk stukje waar wellicht mensen iets aan hebben
 
Altijd goed zo'n bijdrage :). Los van de inhoud van dit artikel: HIIT is (erg) blessuregevoelig en kun je niet te vaak per week doen. Voor cutten is HIIT uitstekend, maar imo blijft "normale" cardio (waar ik even flink doorwandelen ook onder schaar) in zekere zin beter en op de lange termijn de winnaar. Veel minder blessuregevoelig, je kunt het elke dag doen en een dagelijkse portie cardio zorgt voor een gezondheidsboost (HIIT ook, maar het gaat om het dagelijks) en het helpt uitstekend bij afvallen. En volgens mij is het echte effectieve verschil in termen van vet kwijtraken niet bijster groot tussen de twee vormen. Ben overigens geen anti-HIIT integendeel, doe het zelf 1x p.w.
 
Goed dat je alles eventjes op een rijtje zet, leuke informatie voor de leken. Stoor me wel een klein beetje aan het verkeerd gebruik van sommige termen, maar ben nu aan het leren voor hertentamen, dus alles is leuke afleiding :p Paar aanvullingen gepost in de quote


/aanvulmodus.
Nogmaals, niet als aanval maar als aanvulling bedoeld. Verder karma voor leuk stukje waar wellicht mensen iets aan hebben

Jwdoetookmee bedankt voor je aanvulling en ik zie het zeker niet als een aanval.
Ik heb inderdaad hier en daar verkeerde termen gebruikt, tevens zie ik dat ik uitgebreider had moeten toelichten. Dit zal ik hieronder alsnog doen en wanneer ik tijd heb dit aanvullen in de tekst.


Bij korte hoge inspanningen wordt de energie bijna alleen geleverd door zuiver ATP (in principe wordt energie altijd uit ATP geleverd, dat is de enige brandstof waar het lichaam iets mee kan)
* Bijna alleen doelde ik op energie in het algemeen, we kennen naast de fysiologische effecten (inwendige energie) natuurlijk ook andere vormen van energie:
- Potentiële en kinetische energie (o.a. Biomechanica, osteokinematisch en myofasciaal gedrag van het neuromusculoskeletaal systeem enzv.....).
- Neurofysiologische en biochemisch kan er alleen maar inspanning geleverd kunnen worden door ATP.
(zin zal ik nog aanpassen want hierdoor lijkt het inderdaad dat ik alleen maar doel op de inwendige energie.
- Actiepotential, graduele potentiaal tot spiercontractie enzv...


In de spiercellen is er voor ongeveer 10 seconde maximale hoge inspanning ATP aanwezig Dacht dat dit slechts een seconde of 3/4 was met uitschieters tot 8 bij goedgetrainde mensen. .
* Inderdaad fout van mij.
1- 4 seconde ATP , 4 -20 seconden fosfaten a-lactisch (+-)


De afbraak van 1 molecule bedoel je hier geen mol? :/ glycogeen is in principe 1 enorm molecuul, correct? glycogeen worden 38 mol ATP gevormd en vetzuren levert 130 mmol gewoon mol ipv mmol, zou erg weinig zijn anders ATP op.
* Nee ik bedoel 1 molecule glycogeen want deze kan 38 mol ATP vormen en de afbraak van vetzuren levert 130 mol (inderdaad MOL geen mmol, zou inderdaad weinig zijn :) )


H+ atomen ionen = het inderdaad H+ ionen of H atoom ik bedoelde het laatste.

ik vraag me bij deze studies altijd af of dit voor krachttrainers/bodybuilders ook geldt; uiteraard zal HIIT minder katabool zijn dan LISS, maar om te zeggen dat interval training anabool zal werken voor iemand die sets met 200 kg squat.. ik vraag het me af. Het betreft cardiovasculaire inspanning geen krachttraining. Daarnaast heeft Wilson et al.,data's veel onderzoek gedaan juist naar bodybuilding en krachttraining. Zijn onderzoeksteam universiteit Tampa onderzoekt juist naar onderbouwing van onze sport. Uit hen onderzoeken is gebleken dat HIIT cardiovasculaire inspanning geschikt is voor bodybuilders en krachtsporten om vet te verbranden zonder atrofie.

- Let op: HIIT krachttraining, want hier hebben we anders te maken met de paradoxen van kracht> fast twitch t.o.v slow twitch vezels (Wanneer F stijgt zal V dalen > veroorzaakt een interactie tussen de vezel typeringen).

* endurance training staat er juist om bekend mitochondrial biogenesis te veroorzaken as far i can recall; hiit training blijkt dit echter ook te doen, maar het is dus niet zo dat om deze reden HIIT beter is. houd verder in achterhoofd dat een mitochondria IN de cel zit (het is een organel, en geen cel) . Mitochrondriale biogenesis vindt inderdaad tijdens beide inspanningen plaats, echter heeft onderzoek aangetoond dat wanneer we HIIT (20-30 max inspanning,snelkracht) minder atrofie veroorzaakt dan UHV. (HF 50%>), sterker nog HIIT cardio kan naast een goede vetmetabolisme ook spierhypertrofie veroorzaken. Gezien een bodybuilder atrofie wilt voorkomen is mijn conclusie dat HIIT cardio een betere methode is dan UHV.
- UHV cardio heeft een betere vetmetabolisme tijdens inspanning en ja niet alleen maar vet,want inderdaad alle substraten lopen door elkaar heen.
- HIIT cardio veroorzaakt een betere vetmetobolisme gedurende de dag.

*Dit is opzicht geen voordeel, want als je in rust meer vet verbruikt, wordt er ergens anders minder energie weggehaald, en blijft je kcal in > kcal out verhaal alsnog gelijk. Alleen wanneer daadwerkelijk de totale verbranding wordt verhoogt zul je meer afvallen
- Het heeft natuurlijk alleen zin wanneer je macronutriënten op orden zijn.

*dit zou ikzelf niet perse aanhalen in context met je vorige zin; ook marathonlopers zijn zeer lean, en het ging nu over vetmassa. Verder toen sprinters veel en veel meer krachttraining dan marathonlopers.
- Objectieve informatie is soms kwalitatief een betere didactische methode, niet iedereen heeft een dergelijke kennis over deze materie (vandaar non evidente approach).


Ook vanuit mij geen aanval sterker juist bedankt voor je oplettendheid,want zo houden we elkaar wel scherp. Wanneer ik tijd heb zal ik aanpassen in het document.

Ps. liever aanvullen in reactie anders wordt het zo'n slordige topic, ik zal de informatie dan zelf wel weer verwerken in deze tekst. Samen maken we er dan een mooie educatieve document van.
 
Laatst bewerkt:
Back
Naar boven