Fitness Seller

Voetbal Compilaties & Trivia (1 bezoeker)

Bezoekers in dit topic

584ced40a5_1368019516_martin-lejsal.gif
 
Laatst bewerkt:
UWo5F5n.jpg
 
 
Laatst bewerkt:
 
 
Het verhaal van ‘de beste voetballer die nooit een interland speelde’

eKo5bc9.jpg

Hij had zelfs al zijn eigen Panini-sticker. Tussen alle andere Duivels die in 1982 naar het WK gaan. Naast hem zien we de sticker van Wilfried Van Moer, onder hem die van Erwin Vandenbergh. Maar wat de wereldwijde doorbraak van Juan Lozano moet worden, draait uit op een miskleun. De Spaanse Antwerpenaar krijgt op de valreep geen Belgisch paspoort en wordt ‘de beste voetballer die nooit een interland speelde’.

Eind juni 1982. België heeft er dolle WK-weken op zitten. Eerst die verrassing tegen wereldkampioen Argentinië, met dat historische doelpunt van Vandenbergh. Dan die moeizame 1-0 tegen El Salvador, maar wel met een doelpunt van Coeck dat nog jarenlang in de generiek van Sportweekend zou zitten. Vervolgens het gelijkspel tegen Hongarije, dat België – primeur! – naar de tweede ronde van een WK loodste. Maar nu zit de campagne er toch op. In Camp Nou gaan de Duivels met de billen bloot tegen Polen: 3-0. De laatste match tegen de Sovjet-Unie is een formaliteit.

In het dagboek dat bondscoach Guy Thys bijhoudt voor Sport Magazine, maakt hij op 28 juni een round-up van het WK. Het had nog beter gekund, kan hij enige spijt niet onderdrukken, maar drie zaken hebben roet in het eten gegooid. En Thys somt op: de afwezigheid van Vandereycken, de blessures van Gerets en Pfaff tegen Hongarije en – daar is het – “de geweigerde naturalisatie van Lozano”.

Ja, “ergens” heeft hij er wel spijt van. Juan Lozano, 62, woont vandaag het grootste deel van het jaar opnieuw in Spanje. Zijn moederland, grijnst hij. “Want ik ben uiteindelijk altijd Spanjaard gebleven.” Maar dat gemiste WK in Spanje… hij wikt zijn woorden. “Natuurlijk was dat ambetant”, zegt hij dan. “Dat pikt. Daar speel je voetbal voor. Om zo veel mogelijk mee te maken. Hierdoor heb ik nooit een wereldbeker kunnen spelen.”

Het idee kwam van Guy Thys. Die had gezien hoe zijn elftal na die finaleplaats op het EK in 1980 was beginnen te dobberen. Gelijk tegen Ierland, moeizame winst tegen Cyprus, 3-2 verlies in Frankrijk… Uiteindelijk zouden de Duivels met elf punten uit acht kwalificatiewedstrijden als groepsleider naar Spanje gaan, maar lange tijd is Thys er niet gerust op. Op het EK had een herboren Van Moer zich verrassend ontpopt tot de Belgische strateeg. Maar Van Moer werd nu echt wel oud en een opvolger voor de oude maestro zag de bondscoach niet meteen tussen zijn Belgen.

Dat had Thys aan het denken gezet. Hij wist de juiste man zitten. Eentje die vanaf zijn negende in België voetbalde, die perfect tweevoetig was, die wekelijks onder de complimenten bedolven werd en die als geen ander Vlaams sprak – zij het met een Antwerps accent. Eén probleem: hij had de Spaanse nationaliteit.

We nemen er het Panini-album bij. Rekem, lezen we bij Eric Gerets. Gierle, bij Walter Meeuws. Geboorteplaatsen. Bij Juan Lozano staat: Corria del Rio (ESP). Het is de bron van alle ellende. In deze vlek bij Sevilla wordt Lozano in 1955 geboren. Spanje is dan nog vreselijk ver van België en de armoede in het zuiden doet zijn ouders naar het welvarende West-Europa uitwijken. In Humo vertelt Lozano in 1981: “Ik was vier jaar toen mijn ouders naar België togen. Een tante van mij woonde daar en vertelde geweldige verhalen over dat land. Mijn ouders waagden de reis. Mijn moeder werd dienster en mijn vader chauffeur bij een rijke familie in Wilrijk.”

Pas op zijn negende verhuist de kleine Juan zelf naar ‘het verre België’. De kennismaking verloopt aanvankelijk stroef. De regen, “het taaltje dat de mensen in Antwerpen brabbelden”. “Maar dat veranderde zodra ik bij Beerschot aangesloten was”, gaat Lozano verder. “Bij de jeugdelftallen van de paars-witte club ben ik geleidelijk van mijn geboorteland vervreemd.”

De Spaanse Belg ontpopt zich op het Kiel als een onvervalste voetbalsensatie. Flair, flegma, traptechniek en spelinzicht: Lozano heeft het allemaal. Een maand na zijn achttiende verjaardag debuteert hij bij Beerschot en als de Antwerpse ploeg in 1979 de Belgische beker pakt, heeft Barcelona liefst 32 miljoen frank (800.000 euro) voor hem veil. Maar uiteindelijk zijn het de Washington Diplomats, de ploeg van Johan Cruijff, die aan het langste eind trekken.

Tot dan heeft Lozano zich nog nooit de moeite getroost om veel over zijn nationaliteit na te denken. In 1979 heeft Thys hem weliswaar voorzichtig gepolst. Maar op zoek naar een onmiddellijke oplossing was hij toen bij Van Moer uitgekomen. Lozano ligt er niet wakker van. Wie over zijn nationaliteit begint, krijgt van de complexloze Lozano het antwoord dat hij “toch vooral Antwerpenaar in hart en nieren is.”

Guy Thys zou zich tot op de dag precies herinneren hoe het gegaan was. Het was begonnen bij één van die moeizame kwalificatiewedstrijden, op Cyprus, december 1980. Lozano was na amper één jaar Amerika opnieuw op Belgische bodem neergestreken, bij Anderlecht. Snel bleek dat hij niets van zijn kwaliteiten had ingeboet.

“We zeggen dikwijls dat Rensenbrink de beste speler ooit van Anderlecht is”, zegt ex-manager Michel Verschueren anno 2018. “Maar Lozano was minstens even goed. Wat Rensenbrink met één poot kon, kon Lozano met twee poten.”

Dat ziet ook Georges Denil op. Denil is een bekende koffiehandelaar in Brussel en de ploegafgevaardigde van Anderlecht. In 1990 schrijft Thys in zijn biografie Tussen hemel en hel: “Het was in Nicosia dat Georges Denil een strategie uitdokterde om Juan Lozano tot Belg te laten naturaliseren. Juan had er wel oren naar omdat hij in zijn geboorteland toch geen kans maakte. Maar Lozano had natuurlijk graag een beloning gehad en daar moest een oplossing voor worden gevonden. In een chic restaurant in de Cypriotische hoofdstad waar we allemaal een beetje in een roes waren, kwam Georges op het idee om Juan een Porsche te schenken. Vanuit de keuken telefoneerde hij naar Antwerpen om Juan het voorstel te doen.”

Het Porscheke van Georgeske gaat snel een eigen leven leiden. Feit is: Lozano rijdt die dagen inderdaad met een Porsche en Verschueren blijft ook vandaag geloven dat hij die Porsche destijds gekregen heeft. “Maar vraag mij niet aan welke voorwaarden.”

Alleen Lozano zelf zal het altijd als je reinste onzin bestempelen. Ook nu lacht hij dat hij “echt nooit het geluk heeft gehad om zomaar met een Porsche te krijgen”. “Guy Thys vroeg gewoon of ik Belg wilde worden en ik ging akkoord. Zo simpel was dat.” Waarom moeilijk maken wat makkelijk kan?

Heel België denkt er op dat moment zo over. Ondanks zijn donkere kop en Iberische naam is Lozano een Belg in hart en nieren. Dat ziet iedereen, hijzelf nog het meest. “Op achttienjarige leeftijd besefte ik plots dat België mijn echte vaderland geworden was”, verwijst hij in die dagen naar een oefenwedstrijd in Valencia. Bij zijn vertrek naar Valencia had hij nog stiekem gehoopt op een transfer naar Spanje. Maar: “Het moment dat ik weer in Antwerpen aankwam, vergeet ik nooit meer. Ik voelde mij opeens zielsgelukkig en was blij dat ik niet in Valencia zat. Ik dacht: Dit is mijn stad, hier ben ik opgegroeid. Hier heb ik mijn vrienden.

Zelfs toen zijn ouders in 1978 definitief naar Sevilla waren teruggekeerd om er een kruidenierszaak op te starten, had Lozano ervoor gekozen om alleen in Antwerpen te blijven. Wie twijfelt er nog aan dat deze jongen zich Belg voelt? Zo rond Nieuwjaar 1981 laat hij weten: “Ik ben hier naar school geweest en heb hier voetbalroem geoogst. Ik zit dan ook te popelen van ongeduld om in de Belgische ploeg te spelen.”

Het loopt anders.

Of niet.

Of wel.

Of toch weer niet.

Het dossier domineert bijna anderhalf jaar lang de krantenkoppen. Thys zal jaren later nog onbegrijpend zuchten hoe het mogelijk was dat dit plots “een staatszaak” werd. De Belgische politiek en economie gaan begin jaren 80 door zwaar weer. Het zal in 1982 leiden tot een historische devaluatie van de Belgische frank. Zorgen genoeg, denk je, maar het lijkt wel of Kamer en Senaat maar één bekommernis hebben: mag Lozano Belg worden?

In april 1981 wordt een eerste verzoek afgewezen. Lozano is al 25 en wordt er met zijn late naturalisatiepoging van verdacht de dan nog verplichte legerdienst te willen ontlopen. Bovendien moet wie Belg wil worden de laatste drie jaar onafgebroken in België gewoond hebben. Zijn jaartje Washington nekt Lozano. “Dat ik al die jaren daarvoor wel in België gewoond had, telde plots niet meer”, zegt hij vandaag.

In het najaar volgt een nieuwe poging. Na flink wat lobbywerk lijkt het ditmaal te lukken. Eerst geeft de Kamercommissie haar zegen, vervolgens de Senaatscommissie. We zijn dan al in 1982. Het WK staat voor de deur. Alleen de Senaat zelf moet nog zijn goedkeuring geven. Maar niemand gelooft dat die nog gaat dwarsliggen.

Juan Lozano, vandaag: “Het was allemaal in orde. Iedereen ging daarvan uit. In het voorjaar speelden de Belgen een oefenmatch tegen Roemenië. Ik maakte de voorbereiding mee, trainde met de nationale ploeg. Ik mocht alleen geen officiële matchen spelen tot ik officieel Belg was. Ik werd zelfs ingeschakeld voor de promotiecampagne. Daar zijn nog foto’s van.”

Vandaar die Panini-sticker, vandaar de beelden van Lozano dribbelend in het shirt van de Belgen. Het is allemaal voorbarig. Op 28 april trekt de Lierse senator Herman Vanderpoorten een dikke streep door de naturalisatie én de tactische plannen van Guy Thys. Tegen alle verwachtingen in overtuigt hij de Senaat om tegen te stemmen.

De voetbalbond is woedend. “De grootste desillusie uit zijn loopbaan”, zegt voorzitter Albert Roosens. Anderlecht is al even kwaad. “Bij de match tegen Lierse liep een discussie met Vanderpoorten bijna uit de hand”, knikt Verschueren. “Ik was bijna opgepakt voor wangedrag.”

En Lozano? Die begrijpt niets van alle politieke machinaties. “Maar ze wilden gewoon geen uitzondering maken voor een sportman”, zegt hij nu. Toen was hij minder mild. “Ze hebben op mijn eer getrapt. In Spanje had ik de wereld kunnen tonen wie ik ben.”

Lozano zal nooit Belg worden. Die zomer is hij er wel bij in Spanje, maar niet als voetballer, wel als ‘verslaggever’ van Sport Magazine. Hij bezoekt de uitvalsbasis van de Rode Duivels in Elche en ziet hoe de Belgen zich moeizaam voorbij El Salvador wroeten. De ‘verslaggever’ schrijft: “Er was geen patron. Geen man die een paar rechtstreekse tegenstanders kon uitschakelen. Toen kreeg ik pas spijt dat ik er niet bij was.” En: “Ik mis deze Wereldbeker. Ik had de Belgische ploeg best wat kunnen bijbrengen.” Vandaag denkt hij er nog net zo over: “Wat het was geworden, zullen we nooit weten. Maar dat ik een volwaardig international was geweest, dat wel.”

Nu zal hij nooit een wereldbeker spelen. Zelfs geen enkele interland. Want als er twee jaar later toch groen licht komt van de politiek, hoeft het voor Lozano niet meer. Hij speelt intussen bij Real Madrid en heeft zijn buik vol van “dat zottekesspel”. Voor een Poolse krant is het voldoende om hem niet veel later uit te roepen tot ‘de beste speler ter wereld die nooit een interland speelde’. “En terecht”, zegt Michel Verschueren.

Maar of Lozano dat, op zijn 62ste, enig soelaas biedt? Hij haalt zijn schouders op: “Als ik zie wie er later allemaal international is geworden, al is het maar één keer… Of de jongens die nadien wél genaturaliseerd werden en Rode Duivel werden. Luis Oliveira, Weber, Vidovic, Strupar. Maar zo is het dikwijls. Bij de eerste die iets probeert, wordt altijd moeilijk gedaan. Bij de rest gaat dat dan plots vanzelf. Spijtig, zeker?”
 
NCf940h.jpg


El Blanquito op z'n blankst
 
http://www.dailymail.co.uk/sport/fo...ich-player-involved-World-Cup-final-1982.html
BAYERN MUNICH AND THE WORLD CUP FINAL
1982: Paul Breitner, Wolfgang Dremmler and Karl-Heinz Rummenigge for Germany - Italy 3-1 West Germany

1986: Lothar Matthaus and Eder for Germany (Dieter Hoeneß as sub) - Argentina 3-2 West Germany

1990: Klaus Augenthaler and Jurgen Kohler for Germany (Stefan Reuter was a sub): West Germany 1-0 Argentina

1994: Jorginho for Brazil: Brazil 0-0 Italy, Brazil won 3-2 on penalties

1998: Bixente Lizarazu for France: France 3-0 Brazil

2002: Oliver Kahn, Thomas Linke and Jens Jeremies for Germany: Brazil 2-0 Germany

2006: Willy Sagnol for France: Italy 1-1 France (Italy won 5-3 on penalties)

2010: Arjen Robben and Marc van Bommel for the Holland (Edson Braafheid came on as a sub): Spain 1-0 Holland

2014: Manuel Neuer, Jerome Boateng, Philipp Lahm, Bastian Schweinsteiger, Toni Kroos and Thomas Muller for Germany (Mario Gotze came on as a sub): Germany 1-0 Argentina
 
Hij ging niet echt voor de bal.
 
Simunic ken ik vooral van de drie gele kaarten in één wedstrijd. :D
 
Vreemd dat hij voorstander is van kunstgras.
 
Dat heb je met Cruijff. Die vierde ook al op voorhand de overwinning tegen Milan.

hWpLFIf.png


4-0 Verloren
 
 
Laatst bewerkt:
Back
Naar boven