klopt:
een verklaring dat de groei van kracht en spiermassa bij de een gemakkelijk gaat als bij de ander heeft te maken met: het aantal spiervezels in elke motoreenheid.
Een motoreenheid bestaat uit een zenuwcel en een spiervezel.
(Je spieren staan in verbinding met je zenuwstelsel - spiervezels worden geactiveerd door bewegingszenuwen en een enkele bewegingszenuw kan tussen de 1 en honderden spiervezels activeren)
Goed om terug te komen om die motoreenheid. Het aantal spiervezels per motoreenheid is genetisch bepaald en kan varieren van 20 tot 500.
Gemiddeld ligt het aantal rond de 200. Als je dus een groot aantal van deze vezels in elke motoreenheid hebt zul je dus meer kracht kunnen genereren dan een gemiddeld iemand.
Hierdoor zul je zwaarder kunnen trainen en meer stimulans creeeren voor spiergroei, waardoor je dus logischerwijs sneller groeit qua spieromvang en meer spierkracht kunt opbouwen.
ik hoop dat het zo wat duidelijker is.
ps:verder is het natuurlijk ook (veel) afhankelijk van je voeding, lichaamstype, mate waarin je je rust pakt