MuscleMeat

Acne vulgaris: endocriene aspecten

Bezoekers in dit topic

BornToGain

Dutch Bodybuilder
Lid geworden
24 mrt 2014
Berichten
421
Waardering
8
Lengte
1m80
Massa
99kg
Vetpercentage
15%
Kwam een interessante studie tegen op internet waarin de relatie tussen het endocriene stelsel en acne wordt uitgelegd. Al hoewel het onderzoek vanuit een vrouwelijk perspectief lijkt geschreven te zijn zullen er ongetwijfeld veel gelijkenissen zijn bij mannen.


Definitie van Acne Vulgaris
Acne vulgaris is een huidaandoening die wordt gekenmerkt door het gelijktijdig vóórkomen van open en gesloten comedones, papels en papulopustels. Deze aandoening heeft een prevalentie, afhankelijk van leeftijd en definitie, van meer dan 50. Drie factoren zijn van pathofysiologisch belang bij het ontstaan van acne: (a) verhoogde talgproductie; (b) hyperkeratinisatie (hyperkeratose) met obstructie van de talgklier; en (c) kolonisatie van de huid met Propionibacterium acnes. Androgenen spelen een belangrijke rol bij de verhoogde talgproductie die bij acne gevonden wordt, en mogelijk ook bij de hyperkeratinisatie.

In dit artikel bespreken wij de rol van androgenen bij acne vulgaris. Sinds de laatste keer dat in het Tijdschrift is stilgestaan bij de rol van androgenen bij acne, hebben zich met name op het gebied van het androgeenmetabolisme op lokaal niveau interessante nieuwe ontwikkelingen voorgedaan.
(bron: Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1281-5)


Androgeenmetabolisme
Androgenen behoren tot de familie van steroïdhormonen en worden biochemisch gekenmerkt door een skelet van 19 koolstofatomen: het zijn C19-steroïden. De belangrijkste androgenen zijn dihydro-epiandrosteron (DHEA), dihydro-epiandrosteronsulfaat (DHEAS), androsteendion, testosteron en dihydrotestosteron. DHEA, DHEAS en androsteendion zijn precursors voor testosteron en dihydrotestosteron, de androgenen met het grootste effect op de androgeenreceptor. De productie van deze actiefste androgenen door omzetting van androsteendion vindt plaats met behulp van de enzymen 17a-hydroxysteroïddehydrogenase (17a-HSD), dat androsteendion omzet in testosteron, en 5a-reductase, dat testosteron omzet in dihydrotestosteron.

De productie van androgenen staat onder invloed van adrenocorticotroop hormoon (ACTH) in de bijnieren en luteïniserend hormoon (LH) in de gonaden. DHEA, DHEAS en androsteendion worden voornamelijk in de bijnieren geproduceerd. Naast androgeenproducerende organen als de bijnieren en de gonaden zijn ook perifere weefsels, zoals de huid en het vetweefsel, in staat tot productie van actieve androgenen uit door de bijnier gevormde precursors. Dit proces wordt ‘perifere conversie’ genoemd.


Androgenen en de talgklier
In de huid bevinden zich de enzymen 3a-HSD, 17a-HSD en 5a-reductase, waarmee de huid in staat is om testosteron en dihydrotestosteron te vormen uit DHEAS en DHEA. 3a-HSD en 17a-HSD komen meer tot expressie in de talgklier, de haarfollikel en de zweetklier dan in overige delen van de huid. Van het 17a-HSD zijn meerdere isovormen bekend. De talgklier brengt zowel 17a-HSD type 2 tot expressie, dat de omzetting van testosteron in androsteendion katalyseert, als type 3 en type 5, die de omgekeerde omzetting katalyseren. De talgklier heeft door deze isovormen van 17a-HSD een interne androgeenhomeostase. In-vitro-experimenten laten een grotere activiteit van 17a-HSD type 2 zien dan van type 3, hetgeen zou kunnen wijzen op een beschermingsmechanisme tegen de effecten van potentere androgenen, als testosteron en dihydrotestosteron.

Testosteron en dihydrotestosteron oefenen hun effect uit via kernreceptoren, die zich in de talgklier alsook in de haarfollikels bevinden. Het androgeenreceptorcomplex brengt genen tot expressie die betrokken zijn bij talgproductie en celgroei. Hoewel androgenen de talgproductie stimuleren en mogelijk een rol spelen bij de hyperkeratinisatie, zijn het precieze pathofysiologische mechanisme en de transcriptiefactoren die leiden tot de ontwikkeling van acne nog niet geheel opgehelderd.


Androgenen en acne
Verschillende studies hebben een verband aangetoond tussen androgenen, talgproductie en acne. Vóór de puberteit worden bij meisjes met acne hogere DHEAS-spiegels gezien dan bij meisjes zonder acne. Bij patiënten met acne zijn serumspiegels van de androgenen DHEA, androsteendion, testosteron en dihydrotestosteron significant hoger dan bij controlepersonen zonder acne, echter niet verhoogd ten opzichte van de referentiewaarden. Daarentegen kunnen ernstiger vormen van acne gepaard gaan met DHEAS- en testosteronspiegels die wel hoger zijn dan de referentiewaarden, of met verlaagde spiegels van sekshormoonbindend globuline, hoewel dit niet in alle onderzoeken wordt bevestigd.

Een andere aanwijzing dat androgenen een rol spelen bij de ontwikkeling van acne is dat zich bij ziekten die gepaard gaan met androgeenoverproductie, zoals androgeenproducerende tumoren en polycysteus-ovariumsyndroom, zich ook acne kan manifesteren. Tenslotte is bekend dat patiënten met een androgeeninsensitiviteit geen talg produceren en geen acne krijgen.

Hoewel mannen per definitie hogere testosteron- en dihydrotestosteronspiegels hebben dan vrouwen, komt persisterende acne na de puberteit vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het is aannemelijk dat niet enkel de serumandrogenen van belang zijn voor de ontwikkeling van acne, maar dat ook de perifere conversie van DHEAS, DHEA en androsteendion in testosteron en dihydrotestosteron een rol speelt.

De rol van lokale vorming van androgenen bij acne is nog niet geheel opgehelderd. Er zijn aanwijzingen uit in-vitrostudies dat de activiteit van 17a-HSD en 5a-reductase groter is in huidgebieden waar acne het meest voorkomt, zoals het gezicht. Hoewel de huid van patiënten met acne meer testosteron en dihydrotestosteron produceert dan de huid van gezonde controlepersonen, kon in vitro geen significant verhoogde activiteit van 17a-HSD of 5a-reductase worden aangetoond bij acnepatiënten.

Het is aannemelijk dat androgene effecten dus niet alleen een gevolg zijn van androgeenspiegels in het serum, maar veeleer een resultante van androgeenspiegels, expressie op lokaal niveau van de enzymen 3a-HSD, 17a-HSD en 5a-reductase, isovormen van enzymen (17a-HSD type 2 en 3) en de aan- of afwezigheid van androgeenreceptoren.


Acne en endocriene ziekten
Een aantal endocriene ziekten gaat gepaard met overproductie van androgenen en kan acne als klinische manifestatie hebben. Bij de meeste patiënten met acne is er geen onderliggende endocriene aandoening. De a-priorikans op de aanwezigheid van een endocriene aandoening is niet alleen afhankelijk van de aanwezigheid van acne, maar tevens van leeftijd, geslacht en eventueel aanwezige andere klachten of symptomen die kunnen wijzen op overproductie van androgenen.

De meest voorkomende endocriene aandoening met androgeenoverproductie is het polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS). Bij ruim 800 vrouwen met androgeenoverproductie werd bij 82 de diagnose ‘PCOS’ gesteld. Overige diagnosen waren: ‘idiopathisch hirsutisme’ (5), ‘hyperandrogene, insulineresistente acanthosis nigricans’ (3), ‘adrenale hyperplasie’ (2), ‘congenitale bijnierhyperplasie’ (2) en ‘androgeenproducerende tumor’ (0,2). Bij vrouwen die zich na de puberteit met persisterende acne presenteren, blijkt 10-20 PCOS te hebben. Hoewel dit een relatief hoog percentage is, moet dit worden afgezet tegen de prevalentie van PCOS in een ongeselecteerde populatie: deze is 5-10. PCOS wordt gekenmerkt door menstruatiestoornissen, klinische of biochemische tekenen van hyperandrogenisme, multipele cysten in het ovarium en een verhoogde ratio van LH en follikelstimulerend hormoon (FSH): > 1. Daarnaast is veelal sprake van insulineresistentie. De androgeenoverproductie wordt veroorzaakt door een verhoogde afgifte van LH zonder toename van FSH, waardoor in de ovaria relatief meer testosteron dan oestrogenen uit androsteendion wordt gevormd. De hoge insulinespiegel werkt synergistisch met LH en leidt tot een verhoogde androgeensecretie. Insuline remt daarnaast de hepatische synthese van sekshormoonbindend globuline en leidt zo tot een verhoogde spiegel van vrij testosteron.


Therapeutische overwegingen
Hormonale therapie van acne is gericht op de remming van de androgeenproductie, het verlagen van de androgeenspiegel, de remming van de perifere conversie en het blokkeren van de androgeenreceptor. Selectieve remmers van het enzym 5a-reductase blijken vooralsnog niet effectief. In dit artikel laten wij de medicamenteuze therapie van met acne gepaard gaande endocriene ziekten buiten beschouwing.


Orale anticonceptiva.
Bij jonge vrouwen met acne wordt een oraal anticonceptivum frequent als onderhoudsbehandeling toegepast. De meeste orale anticonceptiva bestaan uit een oestrogeen gecombineerd met een progestageen. Oestrogenen remmen de afgifte van LH, waardoor de ovariële androgeenproductie afneemt. Daarnaast verhogen oestrogenen de synthese van het sekshormoonbindend globuline, met als gevolg een daling van de concentratie vrij testosteron. Het is mogelijk dat de progestageencomponent tevens de 5a-reductaseactiviteit remt. In vergelijking met placebo blijken de preparaten ethinylestradiol-levonorgestrel, ethinylestradiol-norgestimaat evenals ethinylestradiol-norethisteronacetaat effectief voor de behandeling van acne. De genoemde orale anticonceptiva laten na 6 maanden behandeling van patiënten met lichte acne een reductie van het aantal afwijkingen zien met 20-50. Aangetekend dient te worden dat ook in de met placebo behandelde groepen het aantal afwijkingen afneemt met 10-25. De werking van cyproteron berust op blokkade van de androgeenreceptor, waardoor de talgproductie afneemt. Op theoretische gronden lijkt behandeling met een combinatie van ethinylestradiol en cyproteron een goede keuze, hoewel overtuigend bewijs ontbreekt dat deze therapie superieur is aan andere combinatiepreparaten. Bij actieve acne laat een oraal anticonceptivum als monotherapeuticum vaak een teleurstellend behandelingsresultaat zien.


Spironolacton.
De antiacnewerking van spironolacton berust op het blokkeren van de androgeenreceptor. Het remt de talgproductie en vermindert daarmee in een dosering van 50-200 mg/dag de acne bij een groot deel van de behandelde patiënten, hoewel een cochranereview concludeert dat het aantal behandelde patiënten te klein is voor een afgewogen oordeel over de effectiviteit van spironolacton. De potentiële teratogeniteit en de mogelijke bijwerkingen, zoals irregulaire menstruatie, polyurie, duizeligheid, misselijkheid, hyperkaliëmie, verminderde libido en gynaecomastie, maken dat dit middel slechts een beperkte plaats heeft bij de behandeling van acne. Bij resistente acne kan spironolacton worden toegevoegd aan de behandeling met orale anticonceptiva.


Conclusie
Androgenen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van acne vulgaris. Niet alleen de androgeenspiegels in het serum spelen een rol, maar tevens de expressie op lokaal niveau van de enzymen 3a-HSD, 17a-HSD en 5a-reductase, de isovormen van de HSD-enzymen (17a-HSD type 2 en 3) en de aan- of afwezigheid van androgeenreceptoren. Hoewel acne een hoge prevalentie kent, wordt slechts bij een minderheid van de patiënten een onderliggende endocriene aandoening gevonden, meestal PCOS. Het effect van behandeling van acne vulgaris met orale anticonceptiva berust op remming van de androgeenproductie; bij patiënten met lichte acne vulgaris leidt deze behandeling tot afname van het aantal aan acne gerelateerde afwijkingen met 20-50.
(Bron: http://www.ntvg.nl/artikelen/acne-vulgaris-endocriene-aspecten/volledig)
 
Snap er geen reet van, moet ook zeggen dat ik het maar vluchtig heb doorgelezen. Enige wat ik weet is dat ik vroeger kapot erge acne had, en roaccutane voor mij een wonder middel is ;)
 
Snap er geen reet van, moet ook zeggen dat ik het maar vluchtig heb doorgelezen. Enige wat ik weet is dat ik vroeger kapot erge acne had, en roaccutane voor mij een wonder middel is ;)

..heb het vroeger ook wel gehad maar niet heel drastisch ofzo, gelukkig.

De eerste paar aas kuren nergens last van maar na de laatste 30 weken kuur kreeg ik het ineens in de nakuur, dikke onderhuidse vocht/pus bulten die er zeker niet uit te knijpen zijn. Roacutane geprobeerd maar daar barsten me lippen van open als de grand canyon.. betadine zalf dagelijks aanbrengen hielp heel goed, maar dan loop je er ook bij als een lappen pop met allemaal pleisters:(

Nu na 4/5 weken vitamine B5 10gr/dag en het is allemaal rustig geworden en trekt nu langzaam weg.:)
 
Back
Naar boven