Artikel 111 W.v.S.
Opzettelijke belediging van de Koning wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 112
Opzettelijke belediging van de echtgenoot van de Koning, van de vermoedelijke opvolger van de Koning, van diens echtgenoot, of van de Regent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 113
Hij die een geschrift of afbeelding waarin een belediging voorkomt voor de Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot of de Regent, verspreidt, openlijk tentoonstelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding zodanige belediging voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
In 1980 werd ook het beledigen van een bevriend staatshoofd strafbaar gesteld met een straf die tussen een "normale belediging" en majesteitsschennis inzit (twee jaar).
Hoewel er op majesteitsschennis een gevangenisstraf staat, zijn veroordelingen tegenwoordig bijzonder zeldzaam. In de 19e eeuw was dat anders. Ook voor vrij onschuldige opmerkingen werd men vervolgd en veroordeeld.
In Caribisch Nederland is majesteitsschennis strafbaar gesteld in de artikelen 118, 119 en 121 van het Wetboek van Strafrecht BES.
Artikel 118
Opzettelijke beleediging den Koning of der Koningin aangedaan, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 119
Opzettelijke beleediging den troonopvolger, een lid van het Koninklijk huis of den Regent aangedaan wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 121
Hij die een geschrift of afbeelding, waarin eene beleediging voorkomt voor den Koning, de Koningin, den troonopvolger, een lid van het Koninklijk huis, of de regent met het oogmerk om aan den beleedigenden inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 137c
1. Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.