MuscleMeat

Uitleg: Diabetes mellitus

Lid sinds
15 jul 2011
Berichten
3
Waardering
1
Lengte
1m91
Massa
86kg
Diabetes mellitus: Zoete doorstroming.

Suikerziekte type 1: Jeugddiabetes.
Vrije acute aandoening die zonder behandeling tot een vroegtijdige dood leidt.

Suikerziekte type 2: Ouderdomsdiabetes.
Verloopt geleidelijk en geeft aanvankelijk nauwelijks klachten.

Suikerziekte leidt op den duur namelijk tot ernstige vernauwing van kleine slagaders.

De suikerpatiënt heeft simpelweg te veel suiker in zijn bloed. Dit wordt veroorzaakt door een stoornis in het transport van suiker vanuit het bloed naar de cellen. De suikerbestanddelen in de voeding worden wel door de darmwand opgenomen en aan het bloed afgegeven, maar kunnen vervolgens slechts ten dele door de cellen uit het bloed worden opgenomen. Wanneer de glucoseconcentratie van het bloed een zekere drempelwaarde overschrijdt, lekt het overschot weg naar de urine omdat de nieren dat niet meer kunnen voorkomen.

Het hormoon dat betrokken is bij suikerziekte is insuline. Deze wordt gemaakt door de alvleesklier (pancreas). Insuline bevordert de opname van glucose door spiervezels en vetcellen. Dit gebeurt na een maaltijd. Een gebrek aan insuline (diabetes type 1) of een tekort aan insulinereceptoren van de cellen (diabetes type 2) leidt tot een stijging van de glucoseconcentratie in het bloed.

Acute symptomen van suikerziekte:
- hoge urineproductie (polyurie)
- veel drinken (polydipsie)

Ernstige complicaties zoals, blindheid, herseninfarct of nierinsufficiëntie zijn het gevolg van toenemende ‘versuikering’ van vezels in de wand van kleine slagaders.

De glucoseconcentratie mag niet te veel dalen omdat zenuwcellen voor hun energievoorziening afhankelijk zijn van de glucose-aanvoer via bloed. Zenuwcellen kunnen namelijk geen voorraad glucose aanleggen zoals spiercellen, en ze kunnen maar ten dele overschakelen op vetverbranding.

De glucoseconcentratie van het bloed mag ook niet te veel stijgen, omdat glucose via osmose water aanzuigt uit de cellen. Bovendien wordt boven de zogenaamde nierdrempel glucose uitgescheiden in de urine. Hierdoor dreigt dehydratie, omdat glucose tevens watermoleculen meeneemt. Het waterverlies kan wel gecompenseerd worden door extra te drinken. Dehydratie van de hersenen leidt al snel tot verlies van het bewustzijn.

Insuline: afgeleid van het Latijnse woord ‘insula’ dat eiland betekend.

Insuline activeert een specifiek transportmolecuul voor glucose in het membraan van spier- en vetcellen. Zonder insuline is dat transportmolecuul inactief en kunnen spier- en vetcellen slechts geringe hoeveelheid glucose opnemen. De zenuwcel heeft geen transportmolecuul en is daarom niet afhankelijk van insuline. Insuline activeert in de levercel de enzymatische omzetting van glucose in glycogeen. Ook in de spieren wordt glucose omgezet in glycogeen.

Er is een belangrijk verschil tussen het leverglycogeen en het spierglycogeen. Het glycogeen in de spier is namelijk alleen maar bestemd voor eigen gebruik door de betreffende spier en niet voor de rest van het lichaam. Bij een dreigende daling van de glucoseconcentratie in het bloed kan het lichaam dus alleen aanspraak maken op de levervoorraad.

Uitwendige toediening van insuline bij suikerpatiënten vindt plaats door injectie van een zekere insulinevoorraad onder de huid. Vanuit die voorraad wordt insuline met een bepaalde snelheid aan het bloed afgegeven. Deze snelheid kan men instellen door enkele oplosmiddelen met verschillende afgiftesnelheden te kiezen. Suikerpatiënten moeten rekening houden met leefregels op gebied van voeding en inspanning om schommelingen in de glucoseconcentratie binnen de perken te houden. Ze kunnen immers de insuline-afgifte niet ieder moment bijstellen.

Het leverglycogeen wordt vrijgemaakt door het hormoon glucagon, antagonist van insuline.

Adrenaline wordt ook wel het arbeidshormoon genoemd, omdat het diverse organen en weefsels aanzet tot verhoogde activiteit tijdens inspanning. In geval van de lever is dat de afgifte van glucose uit de glycogeenvoorraad.

Als de inspanning blijft aanhouden zal de glycogeenvoorraad van de lever uitgeput raken. Dat betekent dat de glucoseconcentratie van het bloed geleidelijk zal dalen, wat gepaard kan gaan met verschijnselen van verzwakking. Deze toestand wordt hypoglycremie (laag bloedglucosegehalte) genoemd. In de sport spreekt men van ‘de klap met de hamer’ omdat het tempo drastisch omlaag moet. Fysiologische verklaring: spieren moeten overschakelen op vetverbranding. Vetverbranding levert minder energie dan suikerverbranding en daardoor daalt de arbeidscapaciteit van de spieren. De conclusie van deze toelichting luidt dat het verstandig is regelmatig voedsel of suikerhoudende drank te gebruiken bij een langdurende inspanning.

Insuline bevordert niet alleen het glucosetransport door het celmembraan, maar ook het transport van aminozuren. Samen met het groeihormoon door de hypofyse, is insuline nodig voor een normale ontwikkeling van de groei. Een tekort aan insuline leidt tot afbraak van eiwitten. Vermagering in de zin van vermindering van spier- en orgaanweefsel is een van de kenmerken van suikerziekte.

Insuline bevordert het gebruik van glucose als brandstof door de cellen en ‘spaart’ daardoor het vet als brandstof. In geval van suikerziekte zal het gebruik van ver als brandstof aanzienlijk toenemen.

Diabetes type 1.
Wordt veroorzaakt door een auto-immuun proces gericht tegen de bètacellen van de eilandjes van Langerhans. Om onduidelijke redenen ontwikkelt de patiënt op zeker moment antistoffen die passen op een antigeen van de bètacel. Hierdoor wordt een ontstekingsreactie in gang gezet waardoor de bètacellen uiteindelijk vernietigd worden. Dat betekent dat het lichaam geen insuline meer tot zijn beschikking heeft. De ziekte treedt doorgaans al op jeugdige leeftijd op. (jeugddiabetes) Type 1 diabetespatiënten moet zich levenslang insuline toedienen en regelmatig de bloedsuikerconcentratie moeten controleren

Diabetes type 2.
Er is geen sprake van het ontbreken van insuline, maar van een verlaagde insulinegevoeligheid. Het aantal insulinereceptoren blijkt tijdens het ouder worden geleidelijk af te nemen. Het betreft hier een celbiologisch mechanisme waarbij erfelijke factoren een belangrijke rol vervullen. Gezonde voeding en flinke spieractiviteit is belangrijk. Spieractiviteit is immers bij uitstek het mechanisme om de glucoseconsumptie door spiercellen te verhogen en zodoende de glucoseconsumptie door spiercellen te verhogen en zodoende de glucoseconcentratie in het bloed te verlagen. De toegediende insuline wordt zo op de meest natuurlijke wijze verlaagd.

Type 2 diabetespatiënten krijgt medicijnen in tabletvorm die de alvleesklier stimuleren tot extra afgifte van insuline. Wanneer dat niet toereikend meer is en de bloedglucoseconcentratie boven een zekere grens stijgt, wordt ook insuline toegediend.

Diabetes is een aandoening die hoge eisen stelt aan coping gedrag. Hiermee wordt bedoeld dat men in staat is zijn gedrag aan te passen aan de beperkingen die de aandoening oplegt. Het is bijzonder belangrijk dat de patiënt begrijpt welke gedragsregels van belang zijn en waarom. Educatie, voorlichting en begeleiding zijn daarom belangrijke onderdelen in de zorgverlening.
 
een kerel die een paar vage zaken post die niks met bb te maken hebben en toevallig een nickname naar een zaak heeft.

Kerel is gewoon aan het spammen.
 
Vast wel iets met handoplegging en chakra's of zo? :scratch:

:roflol:
 
:p lol, eentje met een happy ending waarschijnlijk.
 
ok1.gif
 
Terug
Naar boven