onafhankelijkheid
De Nederlandse kiezer heeft mij tot nog toe vooral leren kennen als een politicus met strikte opvattingen over de multiculturele samenleving, immigratie, terrorisme en veiligheid. Daardoor heeft de gedachte postgevat dat de nieuwe politieke beweging die ik de komende tijd samen met anderen vorm ga geven, vooral of zelfs uitsluitend een ‘anti-islampartij' zou worden. Maar niets is minder waar.
De problemen met betrekking tot de (radicale) islam zijn weliswaar ernstig en verdienen om die reden een veel steviger antwoord dan het huidige kabinetsbeleid geeft, maar de problematiek waarmee Nederland worstelt, wortelt veel dieper. We hebben te maken met een serie samenhangende crises die voortvloeien uit de incompetentie van de politieke elite in Brussel en Den Haag, die onmachtig blijkt problemen zakelijk te benoemen en voortvarend op te lossen. Ons land is onveilig, de publieke ruimte is verloederd, de economie kwakkelt, en de publieke sector is een puinhoop.
Mijn thema is vrijheid.
De nieuwe politieke beweging zal het herwinnen van onze vrijheid centraal stellen omdat het met onze politieke, culturele en economische vrijheid en onafhankelijkheid slecht is gesteld.
Ik stel vrijheid daarom centraal. De vrijheid dat je moeder ‘s avonds veilig over straat kan, de vrijheid dat je van je salaris genoeg overhoudt om aan je eigen gezin uit te kunnen geven, de vrijheid die je hebt omdat je oude dag is veiliggesteld, de vrijheid die er is omdat ons bedrijfsleven weer floreert, de vrijheid die je hebt omdat de regering je gezin beschermt tegen terroristen, de vrijheid van een baan en een goed bestaan, de vrijheid om als land onze eigen beslissingen te nemen.
Die boodschap wil ik brengen in een land dat nu nog door een politieke elite is geschaakt en is onderworpen aan een bewind dat onvoldoende opkomt voor het behoud van onze democratische rechtsstaat, onze veiligheid, onze welvaart en onze onafhankelijkheid. De grote partijen - PvdA, CDA en VVD - zijn het met elkaar over de belangrijke kwesties gewoon eens, zoals recentelijk ook weer blijkt uit hun unanieme steun voor de Europese grondwet en de Turkse toetreding tot de Europese Unie.
Onder hun leiding is de Nederlandse middenklasse genegeerd. De zogenaamde progressieve tijdgeest houdt Nederland al dertig jaar in de ban van politieke correctheid, een megalomane overheid, multiculturalisme en onderwerping aan Brusselse bureaucraten. Van die tijdsgeest heeft ook mijn vorige partij – de VVD – zich nooit onafhankelijk willen verklaren, maar zij is meegegaan – tot op de dag van vandaag – op een hellend vlak van pappen en nathouden.
Ik houd veel van Nederland – maar steeds minder van het Nederland zoals dat nu is.
Ik ben er trots op hoe wij er hier met elkaar in zijn geslaagd een vrije, welvarende en veilige samenleving op te bouwen. Die verliest echter steeds meer van haar glans.
Alles in mij verzet zich tegen de gedachte dat wij deze samenleving zouden moeten aanpassen aan de waarden en normen van een islamitische cultuur die wezensvreemd is aan de onze. Collega-politici verwijten mij dat de voorstellen die ik op dit punt heb gelanceerd, ‘niet kunnen': wetten en verdragen zouden de uitvoering van mijn voorstellen in de weg staan. Die houding maakt mij boos. Men heeft het eerst allemaal laten gebeuren en fout laten lopen, maar heft nu de handen in de lucht en roept: ‘Sorry, maar we kunnen er niets meer aan doen'.
Nodig is een stevige politieke wil die definitief afrekent met een bestuurscultuur van het zich verschuilen achter een zelf opgeroepen onmacht om dingen te veranderen. En er moet veel veranderd worden.
Wij moeten ons allereerst realiseren dat wij niet machteloos staan. Wij kunnen zelf vorm geven aan de geschiedenis, ons lot als volk in eigen hand nemen, zelfstandig besluiten nemen over de staatkundige, culturele en economische inrichting van ons land. Wij moeten onszelf bevrijden van een cultuur van lage verwachtingen.
Ik ben geen politicus die zijn handen in de lucht heft en zich op die manier tegenover de kiezers wil verontschuldigen. Ik verafschuw schijnheilig politiek correct gedrag.
Een volksvertegenwoordiger dient zijn verantwoordelijkheid te nemen, zijn rug recht te houden en boven alles op te komen voor de belangen van de mensen in het land. Daarom denk ik creatief na over maatregelen om al onze problemen te pareren. Als internationale verdragen ons hinderen bij het dienen van onze eigen belangen, moeten we die verdragen aanpassen en indien nodig opzeggen. We moeten durven dromen en aldus mogelijk maken wat in Den Haag onmogelijk wordt geacht.
Ik bepleit dus een geheel nieuwe politiek, met een volledig andere sT en inhoud. Niet alleen praten maar handelen. Geen Haags geneuzel maar zakelijk naar oplossingen zoeken, dat is mijn adagium.
De manier waarop Nederland de afgelopen decennia is geregeerd, is de belangrijkste oorzaak van onze problemen. Ik wil niet dat een elite van laffe en bange mensen (van welke partij dan ook) dit land nog langer schaakt. De politiek-correcte ‘sorry-cultuur' met betrekking tot het multiculturele drama is maar één voorbeeld van die gijzeling van Nederland door die politieke elite. Ik wil die elite daarom ook op andere fronten bestrijden. Ik wil dit land teruggeven aan zijn burgers.
In deze onafhankelijkheidsverklaring bepleit ik een aantal stevige maatregelen, die Nederland weer moeten maken zoals ons land bedoeld is: vrij, welvarend en onafhankelijk. Onze geschiedenis dwingt ons tot een strijd die niet vrijblijvend is, maar wel noodzakelijk. Die strijd gaat immers over het voortbestaan van Nederland als herkenbare natie, een land dat op het punt staat zijn eeuwenoude wortels vaarwel te zeggen en deze in te ruilen voor multiculturalisme, cultuurrelativisme en een Europese superstaat, en dat allemaal onder de leiding van een zelfvoldane politieke elite die allang de weg kwijt is.
Van die elite verklaar ik mij onafhankelijk.