Salmonella is een beweeglijk staafje. Salmonella leeft bij 5 tot 45°C, waarbij 37°C de optimum temperatuur is. De pH waarbij Salmonella kan leven ligt tussen pH 5 en 9.
D.E. Salmon zocht naar veroorzaker van de varkenspest en ontdekte Salmonella. Het eerste beschreven ziektegeval is van een jongeman uit Duitsland (1888), die rauw vlees at en stierf.
Er zijn twee typen ziekten te onderscheiden, gastro-enteritis en typheuze koorts.
De kenmerken van Gastro-enteritis zijn:
incubatie: 5 tot 72 uur. De symptomen worden meestal binnen 12 en 36 uur zichtbaar na een infectie en houden meestal 2 tot 3 dagen aan.
duur: tot enkele maanden
symptomen: diarree, buikpijn, lichte koorts, misselijkheid en overgeven.
Meestal zijn er 1 miljoen cellen nodig om een infectie te veroorzaken, echter bij groepen met minder weerstand kan dat aantal veel lager liggen.
Hoewel de symptomen relatief snel over gaan, kan iemand die geïnfecteerd is nog maanden lang drager zijn van Salmonella. Het gebruik van antibiotica heeft geen positieve invloed op het verloop van de ziekte. Het aantal geregistreerde gevallen per jaar in Nederland is 6 tot 7 duizend.
De kenmerken van thypheuze koorts zijn:
incubatietijd: 7 tot 28 dagen, afhankelijk van de beginbesmetting
duur: tot enkele weken
symptomen: misselijkheid, hoofdpijn, hoge en aanhoudende koorts, buikpijn en algehele malaise.
Aangenomen wordt dat er een lage begin besmetting al voldoende is om ziekte te veroorzaken.
De koorts kan wekenlang aanhouden. Na ongeveer 10 dagen kan het organisme in bloed en urine aangetoond worden. Een patiënt is na een ziekte nog voor enkele maanden, tot in sommige gevallen enkele jaren, drager van het organisme.
Salmonellose bij mensen en dieren wordt meestal veroorzaakt door de consumptie van besmet water of voedingsmiddelen. Secundaire besmetting kan optreden via de faecaal-orale route (het eten van met ontlasting besmet voedsel), bijvoorbeeld tussen dieren bij intensieve veehouderij of in een ziekenhuis. Veel dieren kunnen drager zijn van het organisme zonder zelf ziek te zijn, maar vormen op die manier een belangrijke besmettingsbron.
Verdacht voedsel is varkensvlees, kip, rauwe melk, eieren, melk, besmet water.