MuscleMeat

Eiwitpoeder is veilig tot 50-100 gram per dag

Bezoekers in dit topic

Waarom zou je statistische modelen met een korrel zou willen nemen?
Hiermee haal je de hedendaagse wetenschap onderuit. Om een steekproef te doen uit de populatie moet je altijd een aanname doen over een gemiddelde anders is het zinloos. Met andere woorden je hebt een hypothese geformuleerd als H0 aanname van Xgem en een H1 met de stelling die je gaat onderzoeken. Als er voldoende bewijs voor H1 verwerp je H0. Zo werkt statistiek nou eenmaal.

Ik heb kritiek op het continue model. Een continu model bestaat namelijk helemaal niet. Indien je mensen onderverdeeld in 3, 4, of 5 verschillende groepen mensen, gebaseerd op de hoeveelheid geconsumeerde eiwit, zul je NOOIT een rechte lijn in je model krijgen. Het continue model gaat per definitie uit van een rechte lijn. Indien een bepaald effect is gevonden, zal dit effect meestal alleen significant zijn bij een specifieke consumptie eenheid.
 
Ik heb kritiek op het continue model. Een continu model bestaat namelijk helemaal niet. Indien je mensen onderverdeeld in 3, 4, of 5 verschillende groepen mensen, gebaseerd op de hoeveelheid geconsumeerde eiwit, zul je NOOIT een rechte lijn in je model krijgen. Het continue model gaat per definitie uit van een rechte lijn. Indien een bepaald effect is gevonden, zal dit effect meestal alleen significant zijn bij een specifieke consumptie eenheid.

In principe kun je helemaal niet spreken van een continu MODEL. Wel van een continue variabele.
Bijvoorbeeld 'leeftijd' is een continue variabele. 'Maandinkomen' is ook een continue variabele.
Voor continue variabelen kun je gemiddelden berekenen. Voor de relatie tussen twee continue variabelen kun je een regressiecoeëfficiënt en ook een correlatiecoëfficient berekenen. Het effect van X op Y wordt uitgedrukt in de regressiecoëfficiënt 'byx', anders geschreven als b1 . Voor de berekening van een correlatiecoëfficiënt 'r' tussen X en Y (ook wel geschreven als 'rxy') moet je X-gemiddeld en Y-gemiddeld kunnen uitrekenen.
Alleen bij continue variabelen kun je spreken van een lineair model, bijvoorbeeld "de lineaire regressie van Y op X". Meestel laat je de aanduiding "lineair" weg en spreek je van "de regressie van Y op X." En je spreekt ook van "de correlatie tussen X en Y".
Als je te maken hebt met niet-continue (dus discrete) variabelen kun je de relatie tussen X en Y niet weergeven als een lijn.
 
Laatst bewerkt:
In principe kun je helemaal niet spreken van een continu MODEL. Wel van een continue variabele.
Bijvoorbeeld 'leeftijd' is een continue variabele. 'Maandinkomen' is ook een continue variabele.
Voor continue variabelen kun je gemiddelden berekenen. Voor de relatie tussen twee continue variabelen kun je een regressiecoeëfficiënt en ook een correlatiecoëfficient berekenen. Het effect van X op Y wordt uitgedrukt in de regressiecoëfficiënt 'byx', anders geschreven als b1 . Voor de berekening van een correlatiecoëfficiënt 'r' tussen X en Y (ook wel geschreven als 'rxy') moet je X-gemiddeld en Y-gemiddeld kunnen uitrekenen.
Alleen bij continue variabelen kun je spreken van een lineair model, bijvoorbeeld "de lineaire regressie van Y op X". Meestel laat je de aanduiding "lineair" weg en spreek je van "de regressie van Y op X." En je spreekt ook van "de correlatie tussen X en Y".
Als je te maken hebt met niet-continue (dus discrete) variabelen kun je de relatie tussen X en Y niet weergeven als een lijn.

Wetenschappers die de artikelen zelf hebben geschreven, spreken zelf wel van een continu model. Als diezelfde wetenschappers aangeven dat de continue lijn is gebaseerd op het gecategoriseerde model (onderverdeling in 3, 4, of 5 groepen), dan is het continue model een "leap of faith".
Een continu model laat immers zien dat de kans op kanker bijvoorbeeld met 2% stijgt voor iedere 10 g eiwit die je consumeert. Indien de cohort is onderverdeeld in 5 quintiles (gebaseerd op toenemende consumptie), zal het echter nooit voorkomen dat het risico op lineaire wijze stijgt.

Als je bijvoorbeeld een lineair model loslaat op het effect van alcohol op het risico op overlijden, zul je de mooie daling van het sterftecijfer bij matige consumptie missen.
 
Wetenschappers die de artikelen zelf hebben geschreven, spreken zelf wel van een continu model. Als diezelfde wetenschappers aangeven dat de continue lijn is gebaseerd op het gecategoriseerde model (onderverdeling in 3, 4, of 5 groepen), dan is het continue model een "leap of faith".
Een continu model laat immers zien dat de kans op kanker bijvoorbeeld met 2% stijgt voor iedere 10 g eiwit die je consumeert. Indien de cohort is onderverdeeld in 5 quintiles (gebaseerd op toenemende consumptie), zal het echter nooit voorkomen dat het risico op lineaire wijze stijgt.

Als je bijvoorbeeld een lineair model loslaat op het effect van alcohol op het risico op overlijden, zul je de mooie daling van het sterftecijfer bij matige consumptie missen.


Commentaar op bovenstaande post:

X --> Y
Als de onafhankelijke variabele X een ratiovariabele is, bijvoorbeeld gewicht in grammen, milligrammen, kilo's of ponden en de afhankelijke variabele Y ook is gemeten als ratiovariabele, bijvoorbeeld proportie, procent of promillage dan kun je een regressiemodel gebruiken.
Je kunt de scores van X ook opdelen in geordende klassen, bijvoorbeeld: 0-10 gram krijgt score 1, 10-20 gram krijgt score 2 enz. De ratiovariabele X gaat dan over in een ordinale variabele X* en je verliest informatie, want eerst kon je onderscheid maken tussen bijvoorbeeld 8 gram en 4 gram, maar nu krijgen ze allebei score "1".
Zo'n model X*--> Y waarin X* ordinaal en Y ratio kan niet worden geanalyseerd als regressie, want daarvoor moeten beide variabelen ratiovariabelen zijn. Je zou ANOVA kunnen gebruiken, maar dan maak je geen gebruik van het feit dat X* een ordinale variabele is.
Er zijn speciale statistische modellen voor de analyse van het geval X*-->Y waarin X* ordinaal en Y ratio. Als je zo'n model gebruikt verlies je geen informatie
 
Er zijn wel meer studies die zuivelprodukten linken aan prostaatkanker.

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17925283

Am J Epidemiol. 2007 Dec 1;166(11):1259-69. Epub 2007 Oct 8.
Calcium, vitamin D, and dairy product intake and prostate cancer risk: the Multiethnic Cohort Study.
Park SY, Murphy SP, Wilkens LR, Stram DO, Henderson BE, Kolonel LN.
Source

Cancer Epidemiology Program, Cancer Research Center of Hawaii, University of Hawaii, Honolulu, HI 96813, USA. spark@crch.hawaii.edu
Abstract

High intakes of calcium and dairy products have been suggested to be related to prostate cancer risk. Such associations were examined in the Multiethnic Cohort Study (1993-2002) among 82,483 men who completed a detailed quantitative food frequency questionnaire. During a mean follow-up of 8 years, 4,404 total cases of prostate cancer were identified. In Cox proportional hazards models, no association was found between calcium and vitamin D intake and total, advanced, or high-grade prostate cancer risk, whether for total intake, intake from foods, or intake from supplements, among all male participants or among nonusers of supplemental calcium. No association of calcium or vitamin D intake was seen across racial/ethnic groups. In analyses of food groups, dairy product and total milk consumption were not associated with prostate cancer risk. However, low-/nonfat milk was related to an increased risk and whole milk to a decreased risk of total prostate cancer; after stratification, these effects were limited to localized or low-grade tumors. Although the findings from this study do not support an association between the intakes of calcium and vitamin D and prostate cancer risk, they do suggest that an association with milk consumption may vary by fat content, particularly for early forms of this cancer.
 
50-100 gram zit tog al groot verschil in 50 gram of 2 keer zo veel meestal neem je 30-50 gram per schake 1-2 scoops maar dan zit je net onder deze norm als je er 2 per dag neemt alles waar je teveel van neemt is slecht voor je maar je kan echt wel 200+ eiwitten eten wat lichaam niet meer nodig heeft gaat er gwn weer uit via je plas zelfde met vitamine alleen er is wel een verschol tussen goede en slechte eiwitte je meot geen 20 eieren eten per dag om aan 150gram eiwitten te komen XD
 
Back
Naar boven