Het Voedingscentrum
Ik ben door het Voedingscentrum uitgenodigd om op gesprek te komen na aanleiding van stukken die ik had geschreven over:
-Vitamine D in relatie tot de botgezondheid (1).
-Verzadigd vet in relatie tot hart- en vaatziekten (2).
Afgelopen donderdag is mij in 1,5 uur tijd uitgelegd wat de methodiek van het Voedingscentrum is. M.a.w. hoe het Voedingscentrum tot haar aanbevelingen komt.
Verzadigd vet en het cholesterol
Het Voedingscentrum stelt dat consumptie van verzadigd vet het risico op hart- en vaatziekten verhoogt, doordat verzadigd vet het LDL- (slechte) cholesterol verhoogt (3).
Mijn kritiek hierop was o.a. dat het Voedingscentrum weigert aan te geven dat verzadigd vet tevens het HDL- (goede) cholesterol verhoogt.
Het Voedingscentrum motiveerde deze keuze als volgt:
We willen de mensen niet lastigvallen met ingewikkelde materie. Het toevoegen van informatie over het HDL-cholesterol kan verwarring veroorzaken.
Hier spreekt het Voedingscentrum zichzelf tegen. Over onverzadigd vet wordt wel gezegd dat dit van invloed is op het HDL- (goede) cholesterol (3).
Je kunt naar verschillende "markers" voor hart- en vaatziekten kijken, (markers zijn bijv. HDL-cholesterol, LDL-cholesterol, de bloeddruk, etc.), maar het LDL-cholesterol is de enige marker waarvan wetenschappelijk algemeen wordt erkend dat deze een direct effect heeft op hart-en vaatziekten.
Ook hier spreekt het Voedingscentrum zichzelf tegen. Bij de effecten van vis op de gezondheid wordt niets gezegd over het cholesterol. Volgens het Voedingscentrum werken de zgn. visvetzuren gunstig op het hartritme (4).
De "voedingscentra" van andere landen (zoals de FSA) doen hun aanbevelingen ook alleen op basis van het veronderstelde effect van verzadigd vet op het LDL-cholesterol.
Je zou mogen verwachten dat het Voedingscentrum zelfstandige keuzes maakt die niet worden beïnvloedt door de keuze van andere landen. Rapporten uit andere landen kunnen op zijn hoogst worden gebruikt om te kijken of deze wetenschappelijke literatuur omvatten die zelf niet is gevonden.
Conclusie: Het staat het Voedingscentrum vrij om keuzes te maken op basis van een zelf gekozen methodiek. Er wordt gekozen om alleen te kijken naar het veronderstelde effect op het LDL-cholesterol, terwijl resultaten uit onderzoeken over het daadwerkelijke effect op hart- en vaatziekten worden genegeerd of verworpen. Maar waarom wordt het effect van verzadigd vet op een "speciale" manier beoordeelt? Je mag verwachten dat onverzadigde vetten, en visvetzuren dan óók alleen maar worden beoordeelt op hun veronderstelde effecten op het LDL-cholesterol. Dit is echter niet het geval.
Referenties:
1) Voedingscentrum: Vitamine D supplementen zorgen voor sterke botten. Of toch niet?
http://voedingengezondheid.com/vitamine-D-botten.html
2) Gerandomiseerd onderzoek: Het vervangen van verzadigd vet door meervoudig onverzadigd vet heeft geen effect op de levensduur.
http://voedingengezondheid.com/verzadigd-vet-hartziekten.html
3) Het Voedingscentrum. vet en hart- en vaatziekten. Geraadpleegd op 23 januari 2011.
http://www.voedingscentrum.nl/nl/et...en/vet-en-gezondheid/hart-en-vaatziekten.aspx
4) Het Voedingscentrum. Hoe gezond is vis? Geraadpleegd op 23 januari 2011.
http://www.voedingscentrum.nl/nl/eten-herkomst/voedingsmiddelen/vis/hoe-gezond-is-vis.aspx