Wilders-proces: dom en onaanvaardbaar
[fotol]http://www.vlaamsbelang.org/fotos/thumbs/thumb_act_20100104wilders.jpg[/fotol]04.01.2010 14.25u - “De Katholieken! Dat is het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk! Maar die naaien er op los! Die planten zich voort! Als konijnen, ratten, vlooien, luizen.” Dat schreef de bejubelde Nederlandse schrijver W. F. Hermans in zijn boek ‘Ik heb altijd gelijk’ (1951). Vervang het woord ‘katholieken’ in de provocerende passage vandaag door ‘moslims’ en het hek is van de dam: Grote koppen in de pers, rellen op straat, een schrijver die zich voor de rechter moet verantwoorden of die moet onderduiken uit vrees voor een aanslag op zijn leven…
Natuurlijk waren de katholieken niet blij met de bewuste uitspraken, maar ze trokken niet massaal de straat op om Hermans publiek te lynchen. Er kwam wel een rechtszaak van, maar Hermans werd vrijgesproken met het argument dat je een romanschrijver niet kunt veroordelen voor dingen die hij personages uit zijn boek laat zeggen. Ook al dacht Hermans er wellicht net zo over. Frank Ankersmit haalt het bovenstaande voorbeeld aan in een sterke voorbeschouwing over het proces tegen Geert Wilders dat op 20 januari van start gaat. Ook Wilders staat terecht wegens belediging van een bevolkingsgroep – de moslims deze keer, en dan gelden er blijkbaar andere richtlijnen.
Zo haalt de journalist nog een ander spraakmakend voorbeeld aan. De al even bejubelde schrijver Gerard Reve schreef in 1966 in ‘Nader tot U’ dat God tot hem gekomen was in de gedaante van een ezel, waarna ze coïtusuele gemeenschap met elkaar hadden. Opnieuw opschudding en verontwaardiging. Maar, merkt de journalist op, “de rechter hield het hoofd koel. En terecht. Want ook hier betrof het niet de gelovigen, maar het geloof zelf.” De rechters gaven niet toe aan de volstrekt begrijpelijke gevoelens van gekrenktheid, schrijft Ankersmit: “Voor hen was de wet het instrument om recht te spreken en niet om de sociale vrede te bewaren.”
Net dát lijkt wel de bedoeling van het Wilders-proces. En dat is een héél bedenkelijke zaak: “Met de dagvaarding van Wilders mengt het Amsterdamse hof zich in dit publieke debat over de immigratie en integratie. Nu klagen rechters graag en veel over de inmenging van de politiek in de rechtspraak. En als dat gebeurt, hebben zij zeker gelijk, want dat is in strijd met de scheiding der machten. Maar als rechters zich daarop beroepen, horen ze te weten dat zij van hun kant óók met hun vingers van de politiek moeten afblijven – al helemaal als het om zo’n gevoelige zaak als deze gaat.”