Sport2000 zei:
gelijk even een vraag he;
2 Samuël 8:4 blz. 262…en David nam van hem gevangen zeventienhonderd ruiters en twintigduizend man voetvolk…
Vergelijk eens met 1 Kronieken 18: 4 blz. 351...David veroverde op hem duizend wagens, zevenduizend ruiters en twintigduizend man voetvolk…
hoe verklaar je dit dan?
je vraagt me iets over het oude testament,
en voordat ik op je in ga, wil ik je uitleggen dat daar een sluier om heen zit. (ik bedoel dat in beeldspraak) het nieuwe testament is van belang !!!!!
daarbij, heb ik simpelweg niet op alle vragen een antwoord !!
bovendien heb ik het oude testament nooit helemaal gelezen zo ook dit stuk niet.
Maar ondanks dat, bidden ik de heer om mij te helpen, en ik kwam snel uit op dit :
Heb je die delen van de bijbel ooit in het oorspronkelijke taal gelezen ?
Kijk naar dit : in het begin staat er zeventienhonderd wagenmenners (
En vervolgens in kronieken duizend strijdwagen op hem en nam zevenduizend wagenmenners
Zet eens de eerste zeventienhonderd in cijfers 7 10 100, nou vermenigvuldig dit getal eens met elkaar 7 x 10 x 100 = 7000
Bovendien, zoiets heb je ook in 2 Samuël 10:18 en 1 Kronieken 19:18
Wat wil je daar bovendien mee bewijzen ?
Het gaat over david, niet over het bestaan van God of wat Jezus voor ons heeft gedaan en wat nu nog van kracht is.
aan jou:
mattheüs 7 13 Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan;
14 Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden.
15 Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven.
16 Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen?
17 Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten.
18 Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen.
19 Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
20 Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen.