Er wordt voor het eerst gesproken van de banaan in de boudistische teksten uit de 6de eeuw voor Christus. Alexander de Grote proeft voor het eerst een banaan in 327 voor Christus, in de streek van de Indusvallei. Rond 200 jaar van onze tijdrekening wordt er reeds gesproken van het bestaan van georganiseerde bananenplantages. In het jaar 650 importeerden islamitische veroveraars bananen in Palestina. De Arabische handelaars hebben ze op hun beurt geëxporteerd naar alle delen van Afrika. In 1502 hebben de Portugezen de eerste plantages van de Canarische Eilanden naar de Caraiben en Midden-Amerika overgebracht. De banaan is voedzaam, men verdikt er niet van en kan op ieder moment van de dag gegeten worden want ze is goed verteerbaar. De hedendaagse mens eet te veel vet en te weinig koolhydraten. Een banaan bevat 23 % koolhydraten voor 0, 2% vet. Het cholesterolgehalte bedraagt 0,00%, 100 gram banaan bevat even weinig caloriën dan 100 gram fruityogourt. Van alle gekend fruit bevatten bananen de meeste proteïnen. Vervolgens zijn er de suikers; een rijpe banaan heeft de mens energie en wordt aanbevolen aan hen die uithoudingssporten beoefenen. Ze bevat tevens magnesium, selenium, ijzer en verschillende soorten vitaminen. Men vindt ze in alle zoutloze diëten, omdat ze geen sodiumchloride bevatten.