Je gebruikt een verouderde webbrowser. Het kan mogelijk deze of andere websites niet correct weergeven. Het is raadzaam om je webbrowser te upgraden of een alternatieve webbrowser te gebruiken.
When night falls ... no one is safe. Dat bleek ook weer afgelopen nacht in Screwthatistan, het dorpje waar dit verhaal zich afspeelt. Klokslag twaalf uur en ondanks dat het een feestdag is, is het dorpsplein volledig verlaten. Niemand die het nog waagt buiten te komen, behalve één van de oudste burgers van het dorp, ****it genaamd. Hij verlaat strompelend het dorpscafé, waggelt een beetje van links naar rechts en snuift stevig de koude kille nachtlucht op. Het frisse windje dat door zijn neusgaten naar binnen blaast en zijn longen oppompt (bijna even dik als Diaephi), geeft hem een ijzig maar vastberaden gevoel: dit is het, dit is het einde. Hij zet een paar stappen vooruit, steekt beide armen uit en werpt een blik omhoog naar de sterrenhemel. "Dit is het", denkt hij. Toen vanochtend het lichaam van zijn vrouw, ****that, gevonden werd, brak er vanbinnen iets. "Kan ik zo leven?" vroeg hij zichzelf vandaag de hele dag af. "Nee, net zoals een leven zonder Suus onmogelijk is voor deze supercoole spelleider, is een leven zonder ****that onmogelijk voor ****it." is nu het vastberaden antwoord.
Zijn hart bonkt in zijn keel ("Zou het pijn doen? Zou even hard huilen zoals Imba toen hij ontmaagd werd?"), de zweetdruppels lopen over zijn voorhoofd en de aarde begint te tollen (Tremendes verveelde zich een beetje), maar hij zet door, haalt voor de laatste keer een diepe teug lucht en roept dan: "Come at me, brah!"
De wolf, die het hele tafereel al vanuit een donker hoekje van het dorp (waar vaak ook een kat zit, ofzo? Of zitten hier vaak bebaarde mannen? of mensen die nog niet lang trainen en hun fysiek niet durven laten zien?) gade had geslagen, had natuurlijk niet meer nodig en loopt er zo snel hij kan naartoe. De mini-seconde vlak voor de wolf zijn klauwen op de oude man wil zetten, lijkt het alsof er in het huis achter de man een gordijn bewoog. Daar is de wolf echter niet zeker van, en stort zich dan maar met volle overgave op de oude man, die taaier is dan Unknown's tepels.
De wolf had echter gelijk, er had iemand naar hem staan kijken. Dat blijkt de volgende ochtend, wanneer het hele dorp rond de half opgegeten oude man staat en de burgemeester vraagt: "Wie heeft er iets gezien?". Een klein meisje, amper een scheet groot antwoord positief, maar zacht: "Ik." De burgemeester draait zich naar haar en vraagt: "Wat heb je gezien?" Het meisje antwoord dat ze gezien heeft dat iemand op klokslag twaalf ineens groter, sterker en behaarder werd en zelfs op een wolf leek. De enige vraag die de burgemeester daarop kon stellen was: "Wie is het? WIE is het? WIE IS HET?!?!"