MuscleMeat

Sticky Religie & Spiritualiteit

Waren er niet hints van religie/cultuur/rituelen bij apen waargenomen? Speciale bomen met stenen bewerken of die achterlaten/opstapelen ofzo
 
Tussen streven naar beter en tevreden zijn.


Titus Brandsma was een bijzonder mens.
 
Tegenwoordig is ook de Orthodoxe Kerk weer erg in trek. Het zou heel mannelijk zijn en de liturgie spreekt vooral het gevoel aan. Inmiddels heeft dat onderwerk ook de Ongelooflijke Podcast bereikt.


 
Laatst bewerkt:
Hoewel het niet specifiek over religie gaat vind ik dit wel een noemenswaardig boek binnen dit topic.

https://www.bol.com/nl/nl/p/het-uni...fnxx_o4l39GrDYryjTwChJ6mGQ2UwRBhoCCbkQAvD_BwE
 
Hier maar verder:
Misschien is de stroming binnen het dataïsme waar ik me wel in kan vinden een flinke minderheid. Ik ben het grotendeels wel eens met de strekking van Miriam Rasch.

Denken dat de mens of de wereld beteugeld kan worden door alle beschikbare data te analyseren is in mijn ogen hetzelfde als in vroegere tijden een persoon verheffen tot God.


kijk: https://youtu.be/pZruZYKfO_s?si=R6MHLucmP0-Z4eB-


Zelf het interview trouwens nog niet geluisterd.

Wat zij in het interview verteld is niet het dataïsme waar ik aan refereerde. Ik weet niet van wie ik wat heb gelezen of gehoord over dataïsme, maar die persoon was van mening dat dataïsem in de kern een filosofische overtuiging is die stelt dat alles wat bestaat, of het nu fysiek is of niet, in essentie kan worden gezien als data. Het idee is dat het universum bestaat uit gegevensstromen en dat alle fenomenen, inclusief mensen, dieren en objecten, manifestaties zijn van deze data. Het draait om een metafysisch wereldbeeld waarin alles wordt gereduceerd tot patronen van informatie en algoritmen. Dit betekent echter niet per se dat technologie of dataverzameling nodig is om deze overtuiging te ondersteunen, het is eerder een fundamentele manier om naar de werkelijkheid te kijken
 
Hier maar verder:

Wat zij in het interview verteld is niet het dataïsme waar ik aan refereerde. Ik weet niet van wie ik wat heb gelezen of gehoord over dataïsme, maar die persoon was van mening dat dataïsem in de kern een filosofische overtuiging is die stelt dat alles wat bestaat, of het nu fysiek is of niet, in essentie kan worden gezien als data. Het idee is dat het universum bestaat uit gegevensstromen en dat alle fenomenen, inclusief mensen, dieren en objecten, manifestaties zijn van deze data. Het draait om een metafysisch wereldbeeld waarin alles wordt gereduceerd tot patronen van informatie en algoritmen. Dit betekent echter niet per se dat technologie of dataverzameling nodig is om deze overtuiging te ondersteunen, het is eerder een fundamentele manier om naar de werkelijkheid te kijken
Ik moet dat interview en andere info nog tot me nemen, maar gaat dan ook niet het gevaar op dat altijd opgaat bij data en algoritmes dat er in zekere zin uitkomt wat je erin stopt? Denk aan discussies omtrent etnisch profileren en het Toeslagenschandaal.

In zekere zin kan je zo ook naar Tradities en religies kijken: de data van dingen die in het verleden over langere tijd bleken te werken.
 
Ik moet dat interview en andere info nog tot me nemen, maar gaat dan ook niet het gevaar op dat altijd opgaat bij data en algoritmes dat er in zekere zin uitkomt wat je erin stopt? Denk aan discussies omtrent etnisch profileren en het Toeslagenschandaal.
Hetgeen ik dus over dataïsme tot me heb genomen gaat om een veel diepere laag data dan waar we intuïtief aan denken. Het idee is dat zelfs de elementaire deeltjes die wij nu kennen dus nog verder op te delen zijn. Perplexity kan het beter omschrijven:

Volgens het dataïsme kunnen elementaire deeltjes inderdaad worden gezien als manifestaties van onderliggende data of informatie. Deze filosofie stelt dat alles in het universum, inclusief elementaire deeltjes, in essentie kan worden beschreven als datastromen of patronen van informatie.

In deze visie zijn de eigenschappen van elementaire deeltjes, zoals massa, lading en spin, uitdrukkingen van complexe informatiepatronen. Dit idee sluit aan bij de gedachte dat de werkelijkheid op het meest fundamentele niveau bestaat uit informatie, in plaats van uit vaste, onveranderlijke deeltjes.
 
Hetgeen ik dus over dataïsme tot me heb genomen gaat om een veel diepere laag data dan waar we intuïtief aan denken. Het idee is dat zelfs de elementaire deeltjes die wij nu kennen dus nog verder op te delen zijn. Perplexity kan het beter omschrijven:

Volgens het dataïsme kunnen elementaire deeltjes inderdaad worden gezien als manifestaties van onderliggende data of informatie. Deze filosofie stelt dat alles in het universum, inclusief elementaire deeltjes, in essentie kan worden beschreven als datastromen of patronen van informatie.

In deze visie zijn de eigenschappen van elementaire deeltjes, zoals massa, lading en spin, uitdrukkingen van complexe informatiepatronen. Dit idee sluit aan bij de gedachte dat de werkelijkheid op het meest fundamentele niveau bestaat uit informatie, in plaats van uit vaste, onveranderlijke deeltjes.
Wat kun je dan met deze denkwijze? Dit klinkt als koude harde wetenschap, brengt het ook implicaties voor hoe te leven met zich mee?

Eerder dacht ik dat het een opstap naar transhumanisme leek. Als alles uit informatie bestaat kan men zichzelf wellicht digitaliseren en zo eeuwig leven. Dat het uit die wens voortkomt.

In zekere zin kan je zo ook naar Tradities en religies kijken: de data van dingen die in het verleden over langere tijd bleken te werken.
In die zin deed het mij denken aan hoe Jordan Peterson zulke zaken beschrijft, patronen van diepere waarheden welke zich steeds weer in onze levens uitdrukken.
 
Vanuit populaire opvattingen met een progressief beeld van onze menselijke ontwikkeling wat impliceert dat zelfs zulke basale eigenschappen voorheen niet of minder aanwezig waren. Immers zou er anders geen progressie zijn (naar de huidige staat van moderniteit) of zelfs de mogelijkheid bestaan dat wij in ons wereldbeeld en waardestelsel achteruit zijn gegaan.

Ik denk dat die achteruitgang met de industriële revolutie op veel vlakken aangetoond kan worden, en we op dit soort punten weer wat oudere waardes moesten hervinden. Kan mij inderdaad niet voorstellen dat hoe wij om onze dierlijke metgezellen kunnen voelen zomaar opeens na de oorlog door culturele druk is uitgevonden. Zelfs al zou het een exaptatie d.m.v. antropomorfisme zijn.

Daartegenover staat dan weer dat geen enkel oud geschrift of mythologie echt sentimenteel over dieren is. (?)

In Homer's Odyssey, Argos (/ˈɑːrɡɒs, -ɡəs/; Ancient Greek: Ἄργος), sometimes referred to as Argus, is the legendary faithful dog of Odysseus. Bred to be a hunting dog before Odysseus leaves for the Trojan War, Argos is neglected after Odysseus is presumed dead. Twenty years later, Odysseus returns to Ithaca and finds him lying in piles of manure, immobile from old age and neglect, and infested with parasites. When Argos sees Odysseus, he immediately drops his ears, wags his tail and recognizes him. Disguised as a beggar, Odysseus cannot greet his dog without revealing his identity, but secretly weeps. Upon seeing his master return home, Argos dies.


The Argos scene is among the most well-known episodes in the Odyssey and scholars of classical literature have commented on its structure, meaning, and literary value. Argos has been described as a symbol of faithfulness and a metaphor for the decline of Odysseus and his household (oikos) within the larger narrative of the poem. Argos's death is signaled using language typically reserved for the noble deaths of warriors, and a periphrastic construction is used to focalize the narrative as if told from his perspective.
The reunion scene between Odysseus and Argos is among the most famous episodes in the Odyssey and has been described as one of the most emotional scenes in Western literature.[18]
 
Laatst bewerkt:

Deze passage blijft boeien, vooral het vetgedrukte dat ik lees als een oproep tot groei, of een roep op te groeien, zo uw wilt.

En het schuingedrukte als ode aan de liefde, waarschijnlijk meer de agape dan de eros.
1 Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden.

2 En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets.

3 En al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven.

4 De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen;

5 Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad;

6 Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid;

7 Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.

8 De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden.

9 Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele;

10 Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden.

11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was.

12 Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.

13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.
 
Als het eros was geweest, hadden ze met een plaatje afgekund.
 
Dit lijkt me machtig interessant.


Een fascinerende reis door het katholicisme in de Lage Landen. Over de gouden tijden en rampzalige dieptepunten van de Katholieke Kerk.
In ‘Katholiek’ presenteert pastoor Jan-Jaap van Peperstraten de belangrijkste overtuigingen van het katholieke geloof. Hij laat zien dat de katholieke kerk heilzaam kan zijn voor de cultuur. Hij geeft een inkijkje in de katholieke wereld van dit moment en laat zien wat wij hiervan kunnen leren. En dat is nodig, want de huidige cultuur schuurt met de katholieke leer en lijkt er soms haaks op te staan. Een toegankelijk en met plezier geschreven introductie op het katholieke geloof.

Heb het gesigneerde exemplaar besteld, een extra boek over het Katholicisme zal me niet gelovig(er) maken, hoogstens Katholieker. Haalt het nooit bij het in mijn bijzijn gesigneerde exemplaar van een boek van Robert kardinaal Sarah, maar blijft leuk.
 
Laatst bewerkt:
Laatst bewerkt:
Terug
Naar boven