Wethouder Ahmed Aboutaleb vreest dat begeleiding van sommige werkloze Amsterdamse jongeren nauwelijks zin heeft. Een aantal kreeg persoonlijke begeleiding van Aboutaleb, maar liet de aangeboden banen gewoon lopen. „Ik word er zo moedeloos van.”
Trekken aan een dood paard lijkt het wel, zei hij in een besloten bijeenkomst met bedrijven en topambtenaren. De wethouder vraagt zich af of de gemeente zich nog met deze jongeren moet bemoeien.
Aboutaleb: „Als je zúlke kansen voorgeschoteld krijgt, en je totaal niet reageert, dan houdt de bemoeienis van de overheid wat mij betreft toch echt eens ergens op hoor.”
De PvdA-wethouder voor werk en inkomen gaf in enkele emotionele uitroepen te kennen dat het lijkt alsof elke begeleiding voor deze jongeren naar eenvoudig werk nutteloos is. „Het lukt niet, zo langzamerhand weet ik het niet meer”, biechtte hij op. „Ik wil een debat in de stad hoe we dit probleem gaan oplossen. Ligt het aan de vacatures, is de baan te zwaar of trekken we aan een dood paard?”
De aanpak van deze werkloze jongeren vergeleek hij met een vast te pakken aal. „Hoe meer je erin knijpt, hoe meer die uit je vingers glipt. We krijgen geen grip op ze.”
Naast de 92.000 vacatures die de gemeente in 2005 wel kon vervullen, blijven er enkele duizenden liggen. Bedrijven met banen klopten vergeefs aan bij de gemeente. Haar werkbemiddelaars wisten niets van de vraag van deze bedrijven, constateert het Centrum voor Werk en Inkomen.
Misselijk
Een aantal jongeren laat alle kansen lopen, maar klaagt vervolgens wel overal dat ze geen kansen krijgen.
Aboutaleb: „Ik ben op bezoek geweest bij een moskee om met mijn medewerkers in onze vrije tijd jongeren op vacatures te wijzen. Heel concreet, direct beginnen. Een aantal konden we direct matchen. Maar als ik dan later van hen hoor dat ze niet naar vervolgafspraken zijn gegaan, alles lieten schieten, dan weet ik het niet meer. Als vervolgens zo’n jongedame op tv zegt dat allochtone jongeren niet genegeerd moeten worden, dan word je daar kotsmisselijk van. Dan denk ik: de steun houdt eens op.”
De wethouder krijgt veel klaagbrieven, bijvoorbeeld van langdurig werklozen die een baan in de landbouw weigeren. Soms zou Aboutaleb zo’n werkloze „het liefst thuis opzoeken en hem helemaal de huid vol schelden. Wat denken ze wel. Maar dat doet een wethouder natuurlijk niet”.