MuscleMeat

Bodybuilding en lenigheid: rank, of stijf als een plank?

Natuurlijk is de zwaartekracht van belang bij deze oefening, we gaan echter uit van een g=9,81 dus deze kunnen we in principe weglaten omdat het niks verandert aan de verhoudingen tussen beide berekeningen!!

Ok we stoppen met het vervuilen, ik zal mijn natuurkunde boek binnenkort op marktplaats zetten dus Zwarte Aarsridder:

Stay Tuned

Wacht daar nog even mee. Je zult hem hard nodig hebben voor je herexamen.

jullie hebben beide gelijk en ongelijk. Jullie praten beide langs elkaar heen.

Black Knight heeft gelijk in de zin dat je uiteraard bij Fz= m x g , g=9,81 moet gebruiken, maar volgens mij begrijpt Edwin dat ook wel. Echter Edwin maakt gebruik van de algemene formule F = m x a
hierbij hoeft de a niet perse 9,81 te zijn (mits de kracht niet direct tegenovergestelde richting van de zwaartekracht heeft). Bijvoorbeeld een voorwaarts gerichte kracht, het duwen van een object voor je.

Maar jullie maken allebei gebruik van de verkeerde formules. De formules die je in deze situatie zou moeten gebruiken is P = F*v. Het gaat er uiteindelijk om de hoeveelheid vermogen verschillende atleten leveren.

Als atleet A 200 kg kan drukken en atleet B 100 kan drukken, dan is het te verwachten dat als ze beide een gewicht van 100 kg drukken de snelheid van atleet A veel hoger zal zijn. Dus zal de hoeveelheid vermogen van atleet
A veel hoger zijn. Je zou eventueel ook p = mv (impuls van een massa) of Fdt=m(dv) (krachtstoot) gebruiken om aan te geven dat een sterker persoon een gewicht x sneller kan verplaatsen dan een zwakker.

Als je echt goed wil doen, is het uiteraard weer niet zo simplistisch. Dan zijn er veel meer variabelen waar je rekening mee moet houden. Dan kom je er niet met middelbare school natuurkunde ;)
 
Het kennisniveau van natuurkunde valt me hier toch erg tegen... :eek!: denk je nou echt dat je van die onderbouw nk formuletjes kunt toepassen op het menselijk lichaam? Zo simpel is ons lichaam niet he. :bang:

Stel dat die formules zomaar zouden gelden, dan zou ik dus (massa arm niet meegerekend) een gewicht van 0.1kg met een kracht van 500N over een tijd van 1 sec een snelheid van 5000m/sec kunnen geven. Niet dus.

Of neem energie. stel ik eet een boterham van laten we zeggen 200KJ. dan zou ik hiermee een gewicht van 200KG 100x 1m ver kunnen optillen. oja ook niet. Echt als je wilt weten hoe het menselijk lichaam werkt qua kracht en zo moet je maar biomechanica of zoiets gaan studeren.
 
jullie hebben beide gelijk en ongelijk. Jullie praten beide langs elkaar heen.

Black Knight heeft gelijk in de zin dat je uiteraard bij Fz= m x g , g=9,81 moet gebruiken, maar volgens mij begrijpt Edwin dat ook wel. Echter Edwin maakt gebruik van de algemene formule F = m x a
hierbij hoeft de a niet perse 9,81 te zijn (mits de kracht niet direct tegenovergestelde richting van de zwaartekracht heeft). Bijvoorbeeld een voorwaarts gerichte kracht, het duwen van een object voor je.

Maar jullie maken allebei gebruik van de verkeerde formules. De formules die je in deze situatie zou moeten gebruiken is P = F*v. Het gaat er uiteindelijk om de hoeveelheid vermogen verschillende atleten leveren.

Als atleet A 200 kg kan drukken en atleet B 100 kan drukken, dan is het te verwachten dat als ze beide een gewicht van 100 kg drukken de snelheid van atleet A veel hoger zal zijn. Dus zal de hoeveelheid vermogen van atleet
A veel hoger zijn. Je zou eventueel ook p = mv (impuls van een massa) of Fdt=m(dv) (krachtstoot) gebruiken om aan te geven dat een sterker persoon een gewicht x sneller kan verplaatsen dan een zwakker.

Als je echt goed wil doen, is het uiteraard weer niet zo simplistisch. Dan zijn er veel meer variabelen waar je rekening mee moet houden. Dan kom je er niet met middelbare school natuurkunde ;)
Mijn berekening klopt wel, alleen gaat F = M*a alleen op voor een static hold. a is in dit geval wel gelijk aan 9,81 omdat het gaat om een kracht direct tegengesteld aan de zwaartekracht en dat was in ons voorbeeld met het bankdrukken ook het geval. Oftewel je zult minimaal een kracht van 981 N moeten produceren om het gewicht omhoog te houden.
Dit is idd de verkeerde formule om de snelheid te berekenen maar dat heb ik juist duidelijk proberen te maken.

Verder is F is de constante oftewel de som van de verschillende krachten die uitgeoefend worden en dat is wat edwin over het hoofd ziet. Bij bankdrukken is de neerwaartse kracht dus 981 N, als je daar met 60 N tegenaan gaan duwen krijg je het gewicht dus nooit omhoog. De constante F is dan namelijk 921 N neerwaarts.
Als je er echter van de zijkant tegen een barbell van 100 kg aan gaat duwen wordt het een ander verhaal. Je krijgt dan Fg die uiteraard altijd naar beneden gericht is, Fv (voorwaarts) die je zelf bepaalt en dan heb je nog Fr (rolfwrijvingskracht) en Fl (luchtwrijvingskracht) die tegengesteld werken.
Je kunt FC (de constante) dan wel bepalen waarbij F dus niet gelijk is aan de kracht met welke jij tegen het gewicht duwt maar F is gelijk aan de som van alle krachten die op het gewicht werken, daarmee rekening houdend met de richting van de krachten ofwel de vectoren.
 
Het kennisniveau van natuurkunde valt me hier toch erg tegen... :eek!: denk je nou echt dat je van die onderbouw nk formuletjes kunt toepassen op het menselijk lichaam? Zo simpel is ons lichaam niet he. :bang:

Stel dat die formules zomaar zouden gelden, dan zou ik dus (massa arm niet meegerekend) een gewicht van 0.1kg met een kracht van 500N over een tijd van 1 sec een snelheid van 5000m/sec kunnen geven. Niet dus.

Of neem energie. stel ik eet een boterham van laten we zeggen 200KJ. dan zou ik hiermee een gewicht van 200KG 100x 1m ver kunnen optillen. oja ook niet. Echt als je wilt weten hoe het menselijk lichaam werkt qua kracht en zo moet je maar biomechanica of zoiets gaan studeren.
:rolleyes:
Ten eerste weet jij helemaal niets van mijn kennisniveau van natuurkunde.

Ten tweede heb je van discusieren ook weinig kaas gegeten aangezien ik hier oppositie voer en juist aantoon dat de formules niet bruikbaar zijn; ik hoef niet met bewijzen aan te komen welke formules er dan wel gelden.

Ten derde kun je het aantal KJ dat je verbrand wel degelijk omrekenen naar de geproduceerde kracht, alleen dan ook weer niet op de manier zoals jij dat doet omdat ook jij hierbij weer de verkeerde formule gebruikt; je zult namelijk een som moeten maken van de krachten die elke afzonderlijke spier uitoefenent en de constante F is hierbij niet van belang. Of dacht je dat er bij een back double biceps pose geen calorien verbrand worden omdat er geen gewicht verplaatst wordt en omdat de constante F 0 is?
 
ik heb geen tijd om een compleet artikel te schrijven, maar ik kan wel zeker zeggen dat gespierdheid en lenigheid goed samengaan. MITS er op getraind word. Ik zelf train 2 keer per week de split en spagaat door middel van PNF stretching en ik ben in 2 maand van +/- 25 cm boven de grond naar 8-10 cm boven de grond gegaan. Voordeel van deze vorm van rekken is dat de spier getraind wordt als je op zn verst rekt dus dat de rek ook functie heeft. Hierbij zou je dynamic stretching moeten toepassen, dat wil zeggen benen in de lucht gooien en zo mogelijk even vasthouden op het hoogste punt.
 
Als je echt goed wil doen, is het uiteraard weer niet zo simplistisch. Dan zijn er veel meer variabelen waar je rekening mee moet houden. Dan kom je er niet met middelbare school natuurkunde ;)[/QUOTE]



Het kennisniveau van natuurkunde valt me hier toch erg tegen... :eek!: denk je nou echt dat je van die onderbouw nk formuletjes kunt toepassen op het menselijk lichaam? Zo simpel is ons lichaam niet he. :bang:

Het feit dat er in de werkelijkheid meer factoren zijn waar rekening mee gehouden moet worden en er complexere analyses gebruikt moeten worden, maakt de basisformules natuurlijk niet minderwaardig. Het maakt ze slechts misschien niet voldoende adequaat op zichzelf

Stel dat die formules zomaar zouden gelden, dan zou ik dus (massa arm niet meegerekend) een gewicht van 0.1kg met een kracht van 500N over een tijd van 1 sec een snelheid van 5000m/sec kunnen geven. Niet dus.

je haalt zaken gigantisch door elkaar

Of neem energie. stel ik eet een boterham van laten we zeggen 200KJ. dan zou ik hiermee een gewicht van 200KG 100x 1m ver kunnen optillen. oja ook niet. Echt als je wilt weten hoe het menselijk lichaam werkt qua kracht en zo moet je maar biomechanica of zoiets gaan studeren.

ook hier haal je de zaken heel erg door elkaar

Lees mijn quote. Je moet dit soort dingen eigenlijk niet over het internet bespreken, dan onstaan er geheid misverstanden.

Over mijn kennisniveau heb ik ook niet echt te klagen, aangezien ik natuurkunde en wiskunde bijles geef aan middelbare scholieren (van klas 1 tot 6).

Maar daar gaat dit topic niet over.

De vraag is of Bodybuilding en Lenigheid samen gaat? De antwoord op deze vraag is afhankelijk van welke definitie van bodybuilding men hanteert. Als men de gangbare definitie van het bouwen van een gespierd en esthetisch lichaam hanteert, dan hoeft bodybuilding niet per definitie lenigheid uit te sluiten, maar zeker ook niet echt stimuleren. Simpelweg omdat lenigheid volgens de gangbare definitie niet echt het doel van bodybuilding is. Bodybuilding kan tot gevolg hebben dat er imbalansen onstaan in het lichaam, bijvoorbeeld een overactieve quadriceps en erector en geïnhibieerde gluteus. Of naar voren zittende schouders etc. De overactieve spieren zijn vaak kort en gespannen, deze zullen dus in die staat niet echt lenig zijn. Echter is het misschien nog belangrijker rekening te houden met de aanleg voor een bepaald persoon. Bepaalde individuen zijn van nature leniger en deze mensen zullen leniger zijn ongeacht bodybuilding.


Als men echter bodybuilding opvat als het spectrum van alle activiteiten die tot doel hebben, het lichaam te modificeren door middel van inspanning, dan zou het zeer zeker mogelijk moeten zijn. Men moet dan slechts technieken en oefeningen gericht op lenigheid toepassen.

Dus samenvattend kunnen we stellen dat bodybuilding niet per definitie lenigheid hoeft uit te sluiten, mits er extra inspanning gestoken wordt in het bereiken van lenigheid
 
ik weet niet of het echt veel aan je snelheid doet kijk maar naar die hardlopers die zijn ook zeer gespierd ! en zei lopen sneller als iedereen ik denk gewoon dat er een soort limiet is van hoeveel spiermassa je mag hebben voordat je er trager van word
 
Big-T, mooie toevoeging zou zijn waarom het voordelig is om lenig te zijn i.cm bodybuilding of krachttraining, en niet alleen of en hoe.

Het kan zo zijn dat je turnen naast krachtttraining doet, is dat geval kun je ook een vraag toevoegen over de beste afstemming tussen die twee, zodat de massa en kracht zo min mogelijk ten koste gaat van lenigheid, en andersom.

Verder iets specifiekies over rekken en strekken en op welke wijze.
 
Misschien heeft het volgende stukje meer te maken met blessures dan met lenigheid, maar diit heeft me enorm geholpen bij mijn L5 hernia. (Die trouwens mijn lenigheid belemmerd)

De McKenzie methode: wat is dat?

De Mechanische Diagnose en Therapie voor a-specifieke rugklachten is in de jaren vijftig ontwikkeld door Robin McKenzie, OBE, een fysiotherapeut uit Nieuw Zeeland.
Het blijkt dat voor 80% van de a-specifieke rug-en nekklachten geen duidelijke oorzaak aan te geven is. Dit feit leidt heden ten dage tot grote verwarring in de medische wereld. Men is naarstig op zoek naar de pathologisch - anatomische verklaring van één van de meest frequent voorkomende aandoeningen in de westerse wereld. Het zijn deze a-specifieke rug-en nekklachten waar het McKenzie Concept zich mee bezig houdt.

Zowel voor diagnose als therapie gebruikt McKenzie echter geen pathologisch-anatomisch model maar een ander classificatie model, gebaseerd op de symptomatologie van de patiënt. Bepaal welke mechanische factoren van invloed zijn op het klachten patroon van de patiënt en stel daarna vast welke oefeningen en adviezen voor het dagelijks leven van de patiënt gegeven kunnen worden. Doel van deze benaderingswijze is de patiënt onafhankelijk van therapie en therapeut te maken, en de kans op recidieven aanzienlijk te verkleinen.

De zelfwerkzaamheid van de patiënt staat hierbij centraal.
De McKenzie therapie is grotendeels "hands-off" voor de therapeut. Slechts indien de patiënt het niet meer alleen kan, zal de therapeut gerichte therapeutische technieken gebruiken.





Oefenprogramma:lage rugklachten Stappenplan McKenzie



Aandachtspunten bij Stappenplan
Als u onderstaande stappen twee dagen hebt geprobeerd en de klachten nemen niet af of nemen zelfs toe, dan zijn er twee mogelijkheden:
1. De oefeningen moeten iets worden aangepast.
Dit is vaak het geval als de pijn niet in het midden van de rug zit maar meer opzij. Voer dan dezelfde stappen uit met een andere uitgangshouding: ga wel op de buik liggen, maar schuif het bekken (ten opzichte van schouders/nek/hoofd en benen/voeten) zover mogelijk opzij, van de pijn af.Zie oefening opduwen aangepast.
2. Deze acute lage rugpijn is niet geschikt voor eenvoudige zelfbehandeling.
Misschien is de klacht wel geschikt voor zelfbehandeling, maar is een andere procedure nodig. De hulp van een fysiotherapeut is dan nodig. Misschien is de klacht helemaal niet geschikt voor zelfbehandeling. In dat geval is ook de hulp van een deskundige nodig om dit uit te zoeken





Oefening 1: Kenmerk: Liggen

Omschrijving: Stap 1: Liggen
Liggen betekent dat de zwaartekracht zo min mogelijk op het lichaam inwerkt zodat spieren zich kunnen ontspannen. Ga liggen in de houding die de minste klachten geeft. Probeer eens op de rug te gaan liggen, met de onderbenen op een verhoging, bijvoorbeeld liggend voor de stoel met de onderbenen op de zitting.

625tzf6.jpg



Oefening 2: Kenmerk: Op de buik liggen

Omschrijving: Stap 2a: Op de buik liggen.
Probeer vervolgens na enige tijd om op de buik te gaan liggen. Soms gaat dat alleen door één of meer kussens onder de buik te leggen. Als na een tijdje de ergste pijn verdwenen is kunnen de kussens één voor één weggehaald worden. Elke stap met de buik naar beneden kost tijd, neem die tijd.



Oefening 3: Kenmerk: Buiklig ontspannen

Omschrijving: Stap 2b: Ontspannen
Gebruik de ademhaling om te ontspannen. Adem rustig vanuit de onderbuik. Probeer alle spierspanning los te laten. Ook dit kost tijd. Oefen dit een paar minuten per twee uur in buiklig.

4ot3dio.jpg



Oefening 4: Kenmerk: Elleboogsteun


Omschrijving: Stap 3 : Elleboogsteun
Steun in buiklig op de ellebogen. Probeer hierbij de rug- en bilspieren te ontspannen. Hou deze stand een paar minuten vol. Oefen om de twee uur. Als er teveel klachten komen tijdens het uitvoeren van de oefening, ga dan weer terug naar de stap op de buik liggen.

6hfbz34.jpg

4q57ey8.jpg




Oefening 5: Kenmerk: Opduwen in buiklig

Omschrijving: Stap 4: Opduwen in buiklig.
In buiklig met de handen naast de schouders op de ondergrond. Strek de ellebogen en duw het bovenlichaam langzaam omhoog tot de pijn duidelijk toeneemt. Ga dan weer langzaam liggen. Laat de rug bij deze oefening zoveel mogelijk doorzakken: elke spierspanning geeft onnodig extra klachten. Doe deze oefening 10 keer achter elkaar, om de twee uur. Probeer de ellebogen steeds verder te strekken.
63uk1sj.jpg


Oefening 6: Kenmerk: Opduwen aangepast

Omschrijving: Opduwen aangepast.
Dit is vaak het geval als de pijn niet in het midden van de rug zit maar meer opzij. Voer dan dezelfde stappen uit met een andere uitgangshouding: ga wel op de buik liggen, maar schuif het bekken (ten opzichte van schouders/nek/hoofd en benen/voeten) zover mogelijk opzij, van de pijn af.




En verder.
Bedrust langer dan twee dagen bij acute lage rugklachten is niet gewenst. Het is belangrijk om zodra de klachten het toelaten weer in de benen te komen. Afwisseling van activiteiten, houdingen en rust bevordert het herstel meer dan alleen bedrust. Vermijdt langdurige houdingen, m.n. de houdingen met een ronde rug.


Lopen en gaan is beter dan zitten en staan



Het McKenzie concept
Deze methode voor a-specifieke rugklachten is in de jaren vijftig ontwikkeld door Robin McKenzie, een fysiotherapeut uit Nieuw Zeeland. Het blijkt dat voor 80% van de a-specifieke rug- en nekklachten geen duidelijke oorzaak aan te geven is. Het McKenzie concept gaat van een ander idee uit. Aangezien de oorzaak van de rugklacht, nog steeds niet gevonden is, lijkt het beter om van het klachtenbeeld van de patiënt uit te gaan. Kijk hoe houding en herhaald bewegen de klachten beïnvloeden.

Patroonherkenning.
In de anamnese is het McKenzie-concept gericht op patroonherkenning. Er wordt uitgegaan van drie syndromen waarvan de kenmerken goed beschreven zijn. Een syndroom is een geheel van klachten en verschijnselen. De anamnese is dus gericht op het herkennen van patronen, wat past wel en wat past niet in de kenmerken van de syndromen.

Repeated Movements, centralisatiefenomeen.
In het bewegingsonderzoek wordt met herhaalde bewegingen gekeken wat de mechanische invloed is op de bestaande verschijnselen. Wat provoceert en wat reduceert de bestaande klachten. Onder invloed van langdurig aangehouden houding en herhaalde bewegingen kan de pijn in het been zich naar boven richting de rug ( =proximaal) verplaatsen of naar beneden richting de voet verplaatsen ( =distaal). De vermindering van de verschijnselen met verplaatsing van de verschijnselen naar boven richting centrum van de rug wordt het centralisatiefenomeen genoemd. De aanwezigheid en het gedrag van de pijn en de symptomen staan dus bij het onderzoek centraal en bepalen welk syndroom aanwezig is.


Drie syndromen:


Houdingssyndroom
Dysfunctiesyndroom
Derangement syndroom

1. Houdingssyndroom
Patiënten met dit syndroom zijn gewoonlijk jong.
Kenmerken:

geen bewegingsbeperking.
pijn bij lang aangehouden houdingen
geen provocatie van de pijn door herhaalde bewegingen in alle richtingen.
Therapie:
Vermijden van langdurige belasting in dezelfde houding.
Houdingsadvies geeft meestal snel verbetering.
Een ergonomische beoordeling van de werkplek kan zeer nuttig zijn.

2. Dysfunctiesyndroom
Dit syndroom veronderstelt dat door een langdurige belasting in een werkhouding met een sterk ronde rug structuren waaronder de buitenrand van de tussenwervelschijf beschadigd kunnen worden. In deze structuren kunnen tijdens de herstelfase verklevingen ontstaan waardoor de elasticiteit afneemt. In combinatie met de pijn veroorzaakt door de weefselbeschadiging ontstaat een bewegingsbeperking van de rug.
Kenmerken:

bewegingsbeperking
pijn in de eindgrens van de beweging
geen pijn tijdens de beweging
herhaalde bewegingen provoceren de pijn waarbij de intensiteit van de pijn en de lokalisatie van de pijn niet verandert
na de herhaalde bewegingen verdwijnt de pijn weer.
Therapie:
intensieve rekoefeningen voor de verkorte en pijnlijke structuren gedurende 6-8 weken.
Het herstel bij dit syndroom is niet snel omdat de pijnlijke verkorting van structuren zich in meerdere weken, maanden of soms jaren gevormd hebben.

3. Derangement-Syndroom.
Het model van tussenwervelschijf beschadiging bij asymmetrische belasting onderbouwt dit syndroom. Bij een asymmetrische belasting van de tussenwervelschijf wordt de verplaatsing van de kerninhoud gecontroleerd door een intacte buitenmantel. Wanneer de asymmetrische belasting aanhoudt of veelvuldig terugkeert, kan het tot beschadiging van de buitenmantel van de tussenwervelschijf leiden en zijn verschuivingen van het kernmateriaal. Wanneer de verplaatsing van het kernmateriaal de buitenmantel naar buiten opdrukt neemt de pijn in de rug toe en kan deze uitstralen naar het been.
Kenmerken:


bij herhaalde bewegingen snel veranderingen in intensiteit van de pijn, lokalisatie van de pijn ( centralisatie) alsook in de mate van bewegingsbeperking
pijn bij herhaalde bewegingen zowel aan het einde als ook tijdens de beweging
bewegingsbeperking in de richting waarin ook het kernmateriaal van de tussenwervelschijf heeft verplaatst.
de bewegingsbeperking neemt snel af bij herhaalde bewegingen
dwangstanden zoals scheefstand van de rug is mogelijk door de bewegingsbeperking in een richting.
Therapie:

oefeningen c.q. houdingen die de pijn centraliseren en dan elimineren.
vermijden van die houdingen die tot pijntoename of verplaatsing van pijn richting been leiden.


McKenzie oefeningen.
De beweging die centralisatie, vermindering van de klachten, geeft is de voorkeursbeweging, veelal in de richting van strekking van de rug (hol maken). Het centralisatiefenomeen kan dan door opdrukoefeningen met volledige ontspanning van de rugmusculatuur worden versterkt. Houdingen en activiteiten met een ronde rug m.n. zitten moeten vermeden worden omdat dan vaak de klachten weer toenemen.
Enkele McKenzie oefeningen:
Oefening 1:
Buiklig,hoofd opzij, armen langs lichaam. Oefening 2:
Buiklig.
Elleboogsteun aannemen.
Oefening 3:
Op buik, handen onder schouders.
Opdruken door het strekken van de ellebogen. Oefening 4:
Stand, voeten stukje uit elkaar,handen in rug, vingers naar midden.
Knieën gestrekt houden,achterover buigen.
Oefening 5:
Ruglig, knieën gebogen,voeten plat op de bank.
Met de handen de knieën naar de borst brengen. Oefening 6:
Zit op stoel, voeten uit elkaar,handen op knieën.
Romp voorover buigen tot handen op de grond.
Oefening 7:
Stand, voeten stukje uit elkaar.
Vooroverbuigen.


Referentie:
Donelson R, Aprill C, Medcalf R, Grant W. A prospective study of centralisation of lumbar and referred pain: A predictor of symptomatic discs and anular competence. Spine, 1997;10:1115-23.
Donelson R, McKenzie methods of care for mechanical low back pain.Part 1: Mechanical assessment and classification, Manuelle Medizin 2001 • 39:337–343© Springer-Verlag 2001
Donelson R, McKenzie methods of care for mechanical low back pain.Part 2: Assessment reliability, diagnostic power, and treatment outcomes, Manuelle Medizin, 2001 • 39:344–350 © Springer-Verlag 2001
Karas R, McIntosh G, Hall H, et al: The relationship between nonorganic signs and centralisation of symptoms in the prediction of return to work for patients with low back pain. Physiotherapy, 1997,77;4:354-360.
Larsen K, Weidick F, Leboeuf-Yde C , Can passive prone extensions of the back prevent back problems? A randomized, controlled intervention trial of 314 military conscripts.
Sufka A, Hauger B et al: Centralization of low back pain and perceived functional outcome. JOSPT, 1998,27;3:205-212.

Nette info:thumbs:.
 
Vroeger veel vechtsporten gedaan kon de split en splagaat op 15 jarige leeftijd. tegenwoordig alleen BB. Zo stijf als een plank geworden. Rek dan ook nooit....................

Wel soepel in de heupen maar high kicks zitten er niet meer in
 
Vroeger veel vechtsporten gedaan kon de split en splagaat op 15 jarige leeftijd. tegenwoordig alleen BB. Zo stijf als een plank geworden. Rek dan ook nooit....................

Wel soepel in de heupen maar high kicks zitten er niet meer in


Voor het BB ook altijd aan vechtsporten gedaan wo veel wedstrijden.

Denk ook dat je naast het BB ook wel wat andere dingen erbij moet doen,wat sparren,hardlopen om de boel soepel te houden
 
sinds ik werk bij volvo en per dag zeker 10 uur mijn benen gebruik (lopen langs de lijn, fietsen naar werk en terug ... merk ik dat mijn benen iets leniger zijn geworden. Ik krijg echt soms een tintelend gevoel in mijn benen na de werkdag als ik ga zitten. Overtraining is goed :p maar spierpijn heb ik er niet van..
 
Vroeger veel vechtsporten gedaan kon de split en splagaat op 15 jarige leeftijd. tegenwoordig alleen BB. Zo stijf als een plank geworden. Rek dan ook nooit....................

Wel soepel in de heupen maar high kicks zitten er niet meer in

daar kun je je terug naar toewerken hoor
maar als je op jonge leeftijd al geen split kon, kan je het op latere leeftijd imo wel vergeten
 
Simpel, ooit al eens een gymnast gezien ? Die gasten zijn ripped en veel groter dan de meeste BBrs. Maar je moet er hard op trainen om het zo te houden. De startsnelheid zal wel vertragen maar eens op gang moeilijker af te remmen.
 
Simpel, ooit al eens een gymnast gezien ? Die gasten zijn ripped en veel groter dan de meeste BBrs. Maar je moet er hard op trainen om het zo te houden. De startsnelheid zal wel vertragen maar eens op gang moeilijker af te remmen.

Ja natuurlijk! De gemiddelde gymnast is natuurlijk veel groter dan een prof bodybuilder!


Jay Cutler
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Ronnie Coleman
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Mike Mentzer
ment2.jpg


Arnold Schwarzenegger
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Flex Wheeler
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Keep dreaming..:rolleyes:
 
Ja natuurlijk! De gemiddelde gymnast is natuurlijk veel groter dan een prof bodybuilder!


Jay Cutler
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Ronnie Coleman
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Mike Mentzer
ment2.jpg


Arnold Schwarzenegger
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Flex Wheeler
[Afbeelding niet meer beschikbaar]

Keep dreaming..:rolleyes:

Ik wist niet dat de meeste BBers er zo uit zagen :eek:


:rolleyes:
 
Terug
Naar boven